Sportieve kleeding. HET GAAT OM DE HALS EN DE KRAAG. BABY WORDT VERWACHT... Een zeer sportief complet. De a.s. Herfsthoed. to»"McAU»ftcta HET KLEURIGE LIJNENSPEL VAN DE HERFSTMODE. Door Sabinc Ilartung. „Ik heb genoeg van de strakke lijnen", zou men zeker een modekoning hooren zeggen, als men hem zou vragen, waarom na oen tijd van bijna mannelijke model len en bescheiden aanbrengen van garnee ringen, men plotseling weer het levendige en kleurige op den voorgrond ziet treden. Mode-veranderingen dragen hun logika in zich en wie zou vragen, waarom die ver anderingen, die kent noch de mode noch de vrouwen, die haar volgen. Do herfstmo- de geeft ons dan ook het garnituur in een ongeloovelijkc verscheidenheid. En het is niet moeilijk te raden wat het meest zal genieten van deze versieringen, die wij in het zomerseizoen al ecnigermatc zagen toe gepast, doch waar men nu met allerlei kleuren en modellen hoogtij kan vieren, en dat is namelijk de halsopening. Om de hals en do kraag draaien zich talloozo mo dellen. Men moet vooral do verschillen in het oog houden van de avondjapon, de uit- gaansjapon, do japon om bezoeken mee af te leggen, net sportcostaum en de herfst- mantel. De halsgarnceringen kunnen be staan uit kragen, strooken, plisee's, siera den of een sjaal. Het spreekt eigenlijk van zelf dat een sportcostuum minder aan ver andering onderhevig is als oen avondjapon of een mantel. Voor beide laatste heeft de- mode een zeer groote keuzo in bontgarnee- ringen. die zich dit jaar weer in de bijzon dere gunst van de modekoningen mogen verheugen. Het bont moet in kleur precies hij bet kleedingstuk passen en het moet zoo glad zijn, dat het niet do hoole aan dacht op zich vestigt. Do kleine, gekruist gedragen bontkraag viert ook in het na jaar van 1034 weer hoogtij. Daarbij komt de groote schouderkraag die met een bont- rand kan worden afgezet. In dit geval dient het bont meer ter versiering dan ter verwarming. Als laatste nieuwtje zal men de halskraag van bont zien, die zoowel ge sloten als open op een mantelkraag gezet kan worden. In het algemeen zal men zien dat hij een kraag van bont de manchetten op ecu stofmantel maar zeer matig met bont bezet worden. Ook het sportcostuum heeft een versiering van glad bont, als er tenminste geen andere versieringen als stikkerijen, opgestikte zakken en derg. op aangebracht zijn. Bij sportkleedlng, waar van de halsopening is afgewerkt met een kraag en kleine revers van stof, kan men zeer goed gouden of zilveren halssieraden dragen, doch men kiezo een halssieraad met zorg en bij bet costuum. Bij een avond japon kan men heel andere sieraden dra gen, bijvoorbeeld een parelketting of een ketting met een diamanten-hanger, doch bij dc daagsche japon draagt men niet zulke kostbaarheden, daar is de chroom ketting met de celluloid kralen heel aar dig bij, terwijl men voor sportcostuums weer heel andere sieraden kan dragen. Bij de avondjapon spelen jabots, kragen en slepen een zeer groote rol. De sleep is vaak zeer lang, en do kraag bestaat soms uit vele verdiepingen, die met de sleep dan een geheel vormen en langs dc halsope ning naar voren toe met plisee's of rusches worden voortgezet, wat een zeer apart ge heel vormt. Vaak worden dan de einden van de kraag middenvoor met een mooie clip of broche bijeen gehouden, zoodat men dc sleep en de kraag desgewenscht kan af leggen. De oorbellen zijn meestal eender als de broche of de clip, wat zeer verzorgd staat. Handige vrouwen vinden steeds een nieuwe en origineele manier om haar sjaal te knoopen. Voor de voor- en namiddag- kleeding is do sjaal dezo herfst een onont beerlijk onderdeel. Als men de sjaal in- plaats van een kraag achter bij de hals opening heeft vastgehecht, dan kan men inplaats van een knoop ook een zilveren of fantasie-clip of broche gebruiken. Ook de materialen waaruit de halsver sieringen bestaan zijn op allerlei manieren gecombineerd in den handel gebracht. Men ziet wol en zijde, bont en wol, jersey en zijde en nog vele andere samenstellingen, die zich verrassend goed bij elkaar aanpas sen. Men moet er natuurlijk steeds acht op geven, dat ook do kleurencombinaties van de verschillende gnrneeringen goed komen bij de kleuren der kleedingstukkcn. U ziet dus, dat het in de komende herfst voornamelijk zal gaan om de hals en de kraag, en het is te hoopen, dat het in de huiselijke kring, bij het hespreken van het nieuw aan te schaffen materiaal hier ook niet om zal gaan. Ook de zuigeling heeft tegenwoordig een modern nitzetje. Ook de zuigeling heeft tegenwoordig een modern uitzetje. Als men vroeger een „blijde gebeurtenis" tegemoet zag, dan waren de dingen, die daarmede in verbinding stonden, veel een voudiger dan tegenwoordig. Die goed gesi tueerd was bestelde het heele uitzetje. met toebehooren in een bekende zaak. De kin derwagen en do meubeltjes werden vast besteld, doch nog niet geleverd voor het kindje er was, terwijl eenige weken voor de geboorte de kleertjes kwamen en de kinderkamer netjes in orde gemaakt werd. Er mankeerde niets en gedurende het eerste jaar was er wat de kleertjes en verdere henoodigdheden van de baby be treft, goed voor hem gezorgd. Tegenwoordig is de zaak een beetje an ders. Er zijn nog slechts enkele vrouwen, die een dergelijk royaal uitzetje kunnen koopen en do meeste moeders zullen het zelf maken, en dnn liefst zoo voordeelig mogelijk, ja dikwijls slechts het hoognoo- dige dat het kindje nu ocnmaal niet kan missen. Natuurlijk kan men in dezo omstandig heden niet zoo royaal materiaal koopen om alles fe maken. Ken uitzet van twee dozijn hemdjes, evcnzoovele borstrokjes, vele do zijnen luiers en flanellen luiers, navel- bandjes, ponnetjes, slabbetjes enz. enz. be- hooren tot het verleden. Voor een baby uit den middenstand koopt men ongeveer een dozijn hemdjes, het best zonder kantjes of andere versie ringen, evenveel borstrokjes, dio men da delijk al in verschillende grootten maken kan, omdat zoo'n klein menschenreddertje zoo vreeselijk gauw groeit. Verder drie tot vier dozijn luiers, die voor de helft uit lin nen cn voor de andere helft uit flanellen luiers bestaan, twee dozijn onderleggers en zes bovenlakentjes. Vergeet U vooral de Nra. 1304 en 1305. Wat verstaat men daar eigenlijk onder? Niet dat men deze klccding alleen en uitsluitend draagt bij het be oefenen van een of andere tak van sport, doch dat het model sportief is. Men knn dergelijke modellen hij allo gelegenheden en zoowel in don ochtend als 's middags of 's avonds dragen. Het prentje, dat hierbij is afgebeeld, toont U dergelijke sportieve klceding, dio toch in haar eenvoud bijzonder elegant kan zijn. Do japon (1304) is gemaakt van wollen georgette in hel blauw, helgroen of maisgeel. Over de goheelo lengte is hij dichtgeknoopt, heeft op gestikte zakken, die driehoe kige klepjes hebben. Ook op de korto raglnnmouw zijn kleine drieboekjes ter versie ring aangebracht. De hals opening is met een smalle i(j(lcn sjaal afgewerkt, die met een paar vastgeknoopte lipjes op zijn plnnts wordt gehouden. Bij deze japon hoort de driekwart lange mantel, waarvan de voorpanden bijna niet tegen elkaar aan sluiten. De stof is dezelfde als van de ja pon. alleen met ingeweven ruiten. Dc man- fel (1305) heeft een rond schouderstuk en wordt met een strik om den hals gesloten. 1305 1304 Dergelijke mantels worden open gedragen, wat met de warmte der stof in het vroege najaar ook heel goed kan, vooral in warme dagen, die September en begin Octobcr vaak bieden. Patroon van dit complet f 0.78. Mantel of japon afzonderlijk f 0.58. Nr. 1320. Rok en mantel zijn van licht beige wollen stof gemaakt, terwijl de blouse van Schot- scho tafzijde is geko zen. Voor- en achterpand van de blouse zijn glad, de halsopening is vier kant geknipt, terwijl de korte mouwtjes even boven den elleboog iets wijder uitloopen en eenvoudig omgezoomd zijn. De rok bestaat uit een achterbaan, die naar beneden toe tamelijk schuin is geknipt. Middenvoor is een smalle rechte voorbaan, terwijl dc beide zijbanen met een inspringende plooi aan het voorbaantje worden gezet. Het rugpand van de driekwart lange mantel valt eveneens geheel glad, terwijl de beide voorpanden, die niet over elkaar heen mogen sluiten, alleen een klein bus tenaadje hebben om er eenig model in te krijgen. Het klei ne opstaande kraagje dient om de mantel met een paar fantasieknoopen te kunnen sluiten. De mouw is geheel glad, maar vooral niet te nauw. navelbandjes niet, die U het allerbest klaar kunt koopen, want zij moeten steriel zijn om hun taak naar behooren te kunnen vervullen. Verder bedenke men wel de hemdjes van linnen of batist te maken of te koopen, zoodat zij de gevoelige huid van het kind niet irriteeren. De moderne moeder gebruikt natuurlijk geen rubberonderlagen meer, omdat deze zeer slecht zijn voor de gezondheid van het kind, dat dikwijls urenlang met een natte luier ligt. Als men over de luier heen een gummibroekje aandoet of het kindje op een gummi-onderlaag legt, dan ont staat er als het ware een prisnitzverband, waardoor zoo'n pasgeboren kindje, dat een zeer teere huid heeft, al gauw doorligt. Laat men deze beschermende gummilaag weg, dan heeft men wel is waar veel meer te wasschen, doch het kindje vaart er wel bij. Van een ledikantje kan men de eerste maanden gerust afzien. De tegenwoordig in den handel zijnde kinderwagens zijn zoo practisch, dat een niet te groot kind van een half jaar er volkomen uitgestrekt in kan liggen. Aan den anderen kant kan men uit een groote waschmand een al leraardigst wiegje maken. Men bekleedt de mand van binnen met piqué, dat men pre cies naar den vorm van den mand heeft geknipt Daarna kan de buitenkant met giftvrije verf in een helle kleur worden geschilderd en later desnoods met een an dere kleur worden versierd. Voor weinig geld laat men, als de heer des huizes zelf niet handig genoeg is en welke aanstaande vader laat zich zoo iets aanleunen? den timmerman een onderstel maken, waarin de mand wordt opgehangen of in geplaatst. Men kan ook probeeren van riet zelf een rond stel te maken, dat men met kleine spijkertjes aan elkaar bevestigt en met een vroolijk kleur tje verft. Men kan het ook met witte ne teldoek of organdie overtrekken, wat een heel aardig effect geeft. Als matras kan men het best een niet te vol gestopt kussen met zeegras nemen, dat men ook klaar kan koopen. Een hoofd kussen is overbodig, een pas geboren kind moet plat liggen, Met een dekentje van kameelhaar wordt het kindje toegedekt, dat echter zeer licht moet zijn, een donzen dekentje is niet aan te hevelen, ook geen dekentje met dons gevuld, omdat dit niet gewasschen kan worden, kameelhaar of een wollen dekentje daarentegen wel. En hygicne is voor een pas geboren kindje 'n eerste vereischte. DE HUISDOKTER ZEGT: De angst voor flauwvallen. Plotselinge flauwtes roepen meestal een schrik te voorschijn, vaak zoo hevig, dat men inplaats van dadelijk de patiënt te helpen, naar verkeerde dingen grijpt en radeloos met de handen in hot haar zit. Doch met een beetje meer rust zouden beide partijen meer geholpen zijn. Valt iemand flauw in een slecht geluch te kamer bij groote warmte, dan zal de flauwte meestal veroorzaakt worden door een storing van de bloemsomloop in het hoofd. Men moet dnn het hoofd lager leg gen, frisschen lucht binnen laten stroomen en door wat koffie of alcohol de werking van het hart vergrooten. Komt het flauwvallen voor hij personen, die men verdenkt een zwak harte te heb ben, bijvoorbeeld bij oudere mensehen, dan moet men het hoofd juist hooger leggen en een zak met ijs of minstens zeer koude om slagen, die geregeld vernieuwd worden, op het voorhoofd leggen. Treden hij het flauwvallen krampen op, zooals dit het geval kan zijn bij zware nierziekte of bij epileptische aanvallen, dan vermijdt men ieder aanpakken en optillen. Men laat de zieke stil liggen, tracht hem slechts verlichting te brengen en te voor komen dat hij zich stoot. De tong, die in vele gevallen gevaar loopt, gekwetst te worden moet men trachten te behoeden, door een doek tusschcn do tanden te ste ken. In ieder geval moet men geweld ver mijden, omdat daardoor de krampen erger worden. Ziet men dat de bewusteloosheid zoo diep Deze beloven zeer eigenaardige módel- len te hebben. Dezen zomer had men reeds allerlei wonderlijke vormen en bochten, maar nu kan men werkelijk voor iederen vorm van gezicht iets passends krijgen. Is het gezicht plat en kort, dan doet mon goed een hoed te nemen, die bovenop een garneering heeft, waardoor het gezicht het idee geeft, dat het langer is geworden. De hoeden met de Gretchen-vlechten vooral in vilt of zijde zullen wel opgeld doen, om dat zij het gezicht zeer jong maken. Zeer gekleed is ook de zoogenaamde Auriool. De bol moet een beetje achterover worden gedragen, terwijl de platte rechte rand dan den indruk geeft van een heiligenkrans, vooral als men een beetje een madonna gezicht heeft. Doch als wij onze eerste jeugd voorbij zijn, kunnen wij dergelijke zeer jeugdige hoeden niet meer dragen en doen wij het verstandigst een model te kie zen, dat niet alleen met den vorm van ons gezicht, doch ook met onzen leeftijd overeen komt, dan weten wij voor ons zelf, dat wij er goed gekleed uitzien en niet „gewild" jong. GOEDE KNIPPATRONEN. Ten gerieve van onze lezeressen stolt on ze Moderedactrice uitstekende patronen met fraaien pasvorm beschikbaar, die te gen den kostenden prijs van f 0.58 worden toegezonden, na overschrijving van dit bedrag op Giro-rekening 101919 t.n.v. den knippatronendienst te 's-Gravcnhage. Pa tronen kunnen ook per brief aangevraagd worden met bijsluiting van f 0.58 in post zegels aan de Moderedactie van dit blad, Muzenstraat 5 B. te 's-Gravenhage. De patronen worden U tegelijk met een num mer van ons nieuwe Modeblad, waar on geveer 50 modellen zijn afgebeheeld, toege zonden. Denkt U er vóóral aan de juiste maat en het nummer op te geven? is. dat de onderkin naar heneden zinkt, dan moet men er voor zorgen dat de lucht pijp open blijft. Daartoe neemt men een stuk leucoplast en bevestigt dit aan den cenen slaap, dan onder den kin vastmaken en vervolgens aan den anderen slaap. Daardoor wordt de onderkaak aan den bovenkaak bevestigt en de luchtpijp ligt vrij. Ook hier zijn opwekkende middelen niet noodig, ja, zelfs dikwijls schadelijk. DE GEMEUBILEERDE KAMER. Een stofzuiger. Het is een moeilijke vraag voor degene die huurt en voor degene die verhuurt. Het lijkt een klein beetje op een huwelijk. Menschen, die tot nu toe volkomen vreem den voor elkaar waren, gaan plotseling bij elkaar wonen en moeten trachten elkaar te verdragen. En dat is niet gemakkelijk. Ook in het huwelijk geeft het af en toe wel eens wrijving, en verstandige men schen trachten zich naar elkaar te schik ken en eikaars kleine onaangenaamheden te verdragen. Als men een kamer zoo inricht, dat de huurder bemerkt, dat men het hem beha- gelijk wil maken, dan zal hij van zijn kant ook vriendelijk en voorkomend zijn. Vrijwel het grootste gedeelte van allen, die op gemeubileerde kamers wonen, is jong cn zijn op een leeftijd, dat de ouderen onder ons zich nog verzorgd wisten onder de hoede van onzen vaderl Tegenwoordig moet de jeugd op eigen beenen staan en in vele gevallen is de gemeubileerde kamer het eenige tehuis, dat zij hebben. Het heeft daarom geen zin hen een slaapkamer U geven, want zij willen de ruimte, waar z\ in wonen, niet alleen voor den nacht ge bruiken. In de meeste gevallen wordt een opklap- bed of een divan met vreugde begroet Vooral een divan, omdat zij na den arbeid er een oogenblikje op kunnen uitrusten. Daarvoor een klein tafeltje met een staan de lamp er op, een paar bloemen, een boek mag nergens ontbreken. Vroolijke. lichte gordijnen, zoo eenvoudig mogelijk. Bij het raam een schrijftafel en een groote plank, waarop allerlei boeken en snuiste rijen gezet kunnen worden. Ook een kast in de kamer is iets onontbeerlijks. Met het bovenstaande heeft men een gemeubileerde kamer reeds aangekleed en kan men het de bewoner prettigen naar den zin ma ken. Er moet een badkamer in huis zijn, waar de huurders zich kunnen wasschen en ba den, doch de huurders moet/n rekening houden met de andere bewoners en deze niet noodeloos lang laten wachten, als zij ook de badkamer willen gebruiken. Men kan tegenwoordig niet meer de overtollige rommel in een gemeubileerde kamer kwijt, in dat geval zal men of de kamer niet kunnen verhuren, of de huur der zal er zich niet op zijn gemak voelen. Allerlei beschadigde dingen kan men het best met den aschman meegeven, dan kan men het tenminste niet meer gebrui ken. En ten slotte! De verhuurder wil er na tuurlijk aan verdienen dat hij een kamer afstaat. Daarom moet hij probeeren het den huurder zoo aangenaam mogelijk te maken, want een huurder zal in de meeste gevallen bij een goede behandeling alles doen, om ook den verhuurder het leven zoo aangenaam mogelijk te maken. Daar om moet men de menschen ook vrij laten. Een verhuurster moet begrijpen, dat de menschen ook wel eens gasten willen ont vangen zelfs dames. Maar dan moet zij ook dezelfde rechten toestaan aan de jon ge vrouw, die gemeubileerd woont. GASLUCHT IN EEN KAMER. De eerste veiligheidsmaatregelen. Als men een kamer binnen komt, waar in men ook maar de geringste gaslucht meent waar te nemen, dan dooft men on middellijk iedere brandende sigaret of iede re sigaret of iedere vlam. Men moet het zelfs vermijden het electrische licht aan te schakelen, omdat dikwijls slechts een vonkje van de schakelaar voldoende is om een explosie te veroorzaken. Ook moet men er voor zorgen geen verbindingsdeu ren te openen, waarin een brandende kachel staat of waar men gasverlichting heeft. Vorder moet men er aan denken, dat het gas zich dikwijls in holle ruimten op hoopt, die in den muur of onder den vloer of waar dan ook in de kamer zich somtijds bevinden. In het geval men gaslucht ruikt, moet men eerst de hoofdkraan in den meter gaan sluiten, daarna opent men alle deuren en ramèn, terwijl men er dus op let, dat er nergens vuur aan is. Men lucht de kamer dan grondig. Zelfs als men ge looft, een fijne neus te hebben, dan toch is het beter na het verdwijnen van de gas lucht nog tien minuten lang frissche luchi te laten binnenkomen. In geen geval steekt men dadelijk licht of gas of zelfs een lu cifer aan, want men moet bedenken, dal het gas zwaarder is dan de lucht en dua misschien door de naden van den vloer is heengedrongen en zich daaruit niet zoo gemakkelijk laat verdringen. Men neemt dan groote doeken cn waaiert hiermee langs den grond, zoodat de lucht in bewe ging komt. Eerst daarna kan men een lu cifer afstrijken. Ruikt men nu geen gas meer, dan moet men het zoo mogelijk' ver mijden binnen de vier en twintig uur in de vertrek te slapen. Want draait men nu de gasmeter weer open, dan is het mogelijk dat door een klein lekje de kamer zich weer met gas vult en zoo zou men toch hinder van het gas kunnen ondervinden, terwijl het gevaar voor explosie heusch niet denkbeeldig is. Rijst met zilvervlies moet men twaalf uur van te voren reeds in het water laten weken en met hetzelfde water opzetten, daardoor blijven de waardevolle voedings stoffen allen bewaard. Tomaten kan men zonder eenige moeite van het huidje ontdoen als men* ze een oogenblik in kokend water houdt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 8