Arrondissementsrechtbankte Alkmaar
Mushalong
DE KLEEREN MAKEN
DEN MAN.
ÏHW
Een merkwaardige wraakneming.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 11 September.
.Ursem.
reclasseeringskansen staan
twijfelachtig.
Op 28 Juni kreeg de meervoudige strafkamer te
doen met 'n 29-jarigen boerenknecht Renler Petrus
B., uit Ursem, die men zou kunnen kwalificeeren
als ,,'n rare kwibus", 'n jongen, die als hij 'n uit
brander krijgt van zijn baas, den kop in den wind
gooit, de kuiten neemt, hier of daar 'n fiets weg
pakt en op de bonnefooi de wereld inpeddelt.
Ook toen was het weer mis geweest met Renier,
hij had te Ctstricum 'n rijwiel weggegrnnid, was er
mee nnar Heemskerk getrapt, alwaar hij met een
ander gegapt rijwiel zijn onzinncn-reis had voort
gezet.
De Officier vorderde toen 1 Jaar gevangenisstraf,
doch er werd een tusschenvonnis gewezen en een
reclasseeringsonderzoek gelast.
Inmiddels stond Renier ook voor den Haarlemschen
politierechter terecht, betreffende den rijwieldiefstal
te Heemskerk en deze magistraat wilde toen af
wachten wat Alkmaar deed, want de ITaarlemscho
R.K. reclasseering had al zoo veel verdriet onder
vonden van Renier, dat zij niets meer met hem te
maken wilde hebben.
De heer Wiggers scheen echter nog niet te wan
hopen aan een meer atabile bekeering van Renier
en had een meer hoopvolle conclusie getrokken.
Het schijnt daf hij bij al zijn minder goede eigen
schappen, als boerenpicolo nog zoo'n slecht figuur
niet slaat.
Waar de R.K. reclasseeringsvereeniging weiger
achtig bleef, scheen volgens mijnheer Wiggers die
instelling te Alkmaar nog bereid het experiment
eens te wagen.
Maar de Officier wilde absoluut niet toehappen en
bleek niet voornemens te zijn op zulke losse schroe
ven een nieuw échec der justitie voor te bereiden.
Reden waarom Z.Ed. persisteerde bij zijn reeds een
maal genomen requisitoir: 1 jaar gevangenisstraf.
Harenkarspel.
VAN ZAKKENSTOPPER TOT ZWIJNTJESJAGER.
Het moet gezegd worden, dat deze dubieuze pro
motie den 22-jarigen Jan Joh. D. uit Harenkarspel
nog niet veel voordeel heeft gebracht.
Hij verscheen althans heden in de ongunstige con
ditie van preventief gedetineerde, verdacht zich te
Alkmaar aan diverse rijwieldiefstallen te hebben
schuldig gemaakt. Hij zou dan aldaar een drietal
fietsen hebben ingepikt, doch hij bleek vreemd ge
noeg, bereid één diefstal toe te geven. Wat de twee
andere rijwielen betrof, die beweerde hij te Haar
lem van de in de dievcnwereld zoo populaire groote
onbekende te hebben gekocht, hoewel hij ook in dit
geval geneigd was te erkennen de wetenschap, dat
ook dié fietsen waren gestolen.
Verder gingen zijn confidenties niet en het Is te
begrijpen, dat de officier, hoewel het vreemd vin
dend, dat Jan wél zijn daderschap aan 1 rijwiel
toegaf, niet genegen was het bekende smoesje van
den grooten onbekende, geduldig te slikken.
Waar echter de verdachte nog een blanco straf
blad kon vertoonen, wilde de Officier zijn eisch niet
hooger stellen dan 10 maanden gev.
Mr. Belonje pleitte met niet al te vurige overtui
ging een voorw. veroordceling.
S c h a g e n.
van lotje getikt?
Natuurlijk ontbrak op deze zitting niet de naar
het schijnt onmisbare afdeeüng .gesloten deuren"
en werd In de eerste plaats door de rijksveldwacht
aangevoerd de 57-jarige koopman Jan K. uit Scha-
gen, die zich aldaar had bezondigd aan artikel 248
bis. Dr. Kruijtbosch werd o.m. gehoord als psvehi-
ater. Gerequireerd werd plaatsing in een krankzin
nigengesticht voor den tijd van 1 jaar. met welk
requisitoir de verdediger, mr. Belonje, accoord ging.
Alkmaar.
EF.N DUBBELTJE OP ZIJN KANT!
De bediende P. H. te Alkmaar had zich in de
Alkmaarsche Hout op strafbare wijze geoccupeerd
met kinderen, welke handelingen opleverden liet
misdrijf, strafbaar gesteld bij art. 248 bis, wetb. van
strafrecht. Dit jongmensch had alreeds een voorw.
veroordeeling opgeloopen, waarvan de proeftijd nog
niet was verstreken. Derhalve stonden zijn reclas-
seeringskafisen al bijzonder zwak en werd gerequi
reerd 8 maanden onvoorwaardelijk.
Mr. Prins, toegeveogd verdediger, verloor den
moed nog niet en stelde voor, het er voor ditmaal
nog eens met een voord, straf op te wagen.
FEUILLETON.
door
GEORGE GOODCHILD.
3.
„Sta op," zeide Mushalong. „Sta op, en geef me do
vijf. Je hebt donders goed partij gegeven."
Maar dat was niets voor Kellv. Toen hij met moeite
overeind gekrabbeld was, blonk er haat in zijn
oogen. Hij veegde het bloed van zijn gezicht, en wei
gerde do uitgestoken hand, alsof hij bang was er
zich aan te branden. Hij had niet het sportieve van
Mushalong in zich. MacBridge baande zich een weg
door do menigte, en bewoog z'n vinger dreigend
heen en weer, alsof hij een stout kind waarschuwde.
„Kijk eens, Mushalong, ik ben niet van plan dat
soort van ruwo grappen in mijn lokaal langer te
dulden. Het Is aldoor hetzelfde, wanneer jij hier
komt. Ik heb een reputatie op te houden, en als je
op deze wijzo doorgaat, dan zal ik je op de zwarte
lijst plaatsen."
Mushalong glimlachte rustig, en als hij glimlach
te, konden weinigen hem weerstaan. Hij duwde Mae
Bride speelsch naar de bar, en gaf te kennen, dat de
flesschen nog veel te vol waren, om naar bed te
worden gezonden.
„Dat was maar een pretje" zei hij. „Kelly zal
het wel in dat licht willen beschouwen, wanneer
zijn hoofd niet meer zoo'n pijn zal doen.
De dronken zijn voor mijn rekening. Zeg maar.
wat jullie drinken willen!"
HOOFDSTUK II.
Mnrie Louise.
Aan den rand van het pijnl»oomenwoud, aan de
noordzijde van ï.avendou, woonde Marie Louise Sor-
ranche. Haar voorouders behoorden tot de eerste
Fransrhe nederr.etters van lavendou, en het stevige
houten blokhuis, hetwelk zij bewoonde, had meer
don honderd winters getrotseerd. Eens was de fa
Hem Venhulzen.
DE DOL GEWORDEN SCHOONVADER.
Hoe drift en zenuwen van een braaf, doodmak
Strecker boertje 'n dolle woesteling kunnen maken,
demonstreerde heden de tamelijk ernstige strafzaak
contra den 57-jarigen werkman Gcrrit de B., uit
Hem, 'n donker uitziend, kaalhoofdig mannetje, dat
zich thans in voorarrest bevond, verdacht van niets
meer of minder dan poging tot doodslag op den
gem.-veldwachter van Venhuizen, Willem Rusten
burg.
Hoe dit zoo onschuldig uitziend ventje tot zulk 'n
onzalig feit was gekomen? Eenvoudig door familie-
krakeel. Gerrit had een Duitsche schoonzoon, zeke
ren meneer van Stein, deze had aan een landgenoot
Schmidt voor f 750 zijn kapperszaak verkocht en
was zelf op Castricum gaan wonen. Het vlotte zeker
niet met de dubbeltjes en toen kwam van Stcijn
naar Hem cn maakte midden in den nacht bij
Schmidt spectakel, drong wederrechtelijk de woning
binnen en nam een voorraad sigaretten mede. De
heer Schmidt waarschuwde de politie en de veld
wachters Weijland en Rustenburg verschenen en
namen aan van Steijn op het raadhuis een verhoor
af, naar aanleiding van de tegen hen gerezen ver
denking wegens huisvredebreuk en diefstal.
Alstoen verscheen schoonvader Dirk ten tooneele
in een toestand van volslagen razernij en gewapend
met een hardhouten wapenstok.
Hij ontmoette op straat do veldwachters, die hem
betreffende de kwestie in de kapperszaak wat wil
den vragen, doch werden door den anders zoo kal-
men man bejegend op een wijze, die hen versteld
deed staan.
Dirk begon direct met grof geschut, wilde de
veldwachters do hersens in mokeren en deed gelijk
tijdig met zijn zwaren stok een aanval op het hoofd
van Rustenburg, die gelukkig door Weijland door
een felle slag met zijn klewang op den arm werd
ontvangen. Hierop ontstond een geweldige worste
ling tusschen de stevige veldwachters en den razen-
den kerel, die zich als een dolleman bleef verzet
ten cn Weijland op een gevoelige wijze in den vin
ger beet. Slechts met de uiterste krachtsinspanning
gelukte het den veldwachters hun arrestant te over
meesteren. De man, die reeds eenigen tijd in voor
arrest had doorgebracht, stond nu terecht, mak als
een lam. Hij staat trouwens zeer gunstig bekend en
nimmer hadden de veldwachters last met hem ge
had.
Zoo min als de veldwachters kon Dirk begrijpen,
hoo hij zoo onbehoorlijk had kunnen optreden. Hij
schreef dit toe aan de familie-onaangenaamheden,
die hem tot het uiterste hadden ongewonden. Nim
mer had hij het voornemen gekoesterd om den
veldwachter de hersens te verbrijzelen.
Niettemin achtte de Officier echter een dergelijke
manier toch te ernstig om met een lichte straf te
volstaan en werd gevorderd niet minder dan 1 jaar
gevangenisstraf ter zake poging tot zware mishan
deling.
Mr. Smal, de juridische toevlucht van het ontstelde
boertje, deed een goed woord voor hem, wijzende
op zijn goede reputatie en de opgewondenheid,
waarin hij dien nacht was gebracht. Pleiter conclu
deerde een voorw. veroordeeling, althans de uiter
ste clementie.
Alkmaar.
DE BEDRIEGELÏJKE STOFZUIGER REPRESEN
TANT EN ZIJN KIPPETJE.
Het echtpaar HoedjesGroenland uit de bekende
slagerij in de Schoutenstraat te Alkmaar, ontving
op Zaterdag 23 Juni visite van een heer en een
M0.MA
milie Sarranche tamelijk welvarend geweest, want
de leden daarvan waren van stevige structuur, en
buitengewoon ijverig. Doch verschillende generaties
van losbandige zonen hadden de opgespaarde pen
ningen van hun voorouders verbrast, en de tegen
woordige familie Sarranche kon zich maar net in
het leven houden.
Er waren er nog maar twee Marie Louise en
haar broeder Hcnri. Zij fokten honden hoofdza
kelijk Alsaatsche wolfhonden, en verkochten die
links en rechts voor trekdoeleindcn. Doch de zaken
waren niot erg winstgevend, en iedere winter zag
Henri naar de houthakkerskampen trekken, tenein
de het noodige huishoudgeld bij elkaar te krijgen.
Op dit tijdstip was Marie Louise negentien jaar oud,
en net zoo wild als één van haar wolfachtige dieren.
Zij wist niets van weelde af, en van de buitenwereld
minder dan niets, want haar idéé daaromtrent ont
leende zij aan onware Fransche novellen.
Net als de rest van de kleine Fransche kolonie,
sprak zij tamelijk goed F.ngelsch, doch in haar hart
sluimerde een animositeit tegen dat volk, welke
door Henri gedeeld werd, die trouwens iedere na
tionaliteit, buiten zijn eigen, verachtte. Netjes ge
kleed, zou zij zeer aantrekkelijk geweest zijn, want
zij had mooie gelaatstrekken, en zeer expressieve
oogen, doch in haar gewone, uit verschillende hete
rogene bestanddeelen samengesteld gewaad, was zij
voortdurend de risée van lavendou. Buiten haar
eigen stamverwanten was haar beste vriend in het
kamp de Padre, zooals zij hem noemde, ofschoon
hij protestant was, en Mnrie Louise zichzelf tot de
Katholieken rekende. Toch was Rev. Ogle ieders
vriend, en verrichtte heel wat goed werk onder de
ruwe kolonisten, waar hij ook als dokter en predi
kant optrad. Hij was het, die Marie Louise bij haar
zeer primitieve opvoeding hielp. Hij had haar lezen
en schrijven geleerd, en kalmeerde haar van tijd tot
tijd, wanneer het één of ander voorval haar harts
tochtelijke woede had opgewekt.
Op den morgen na Mushnlong's terugkomst, klop
te Ogle op de deur van het blokhuis, en trad bin
nen. Marie I/niise was bezig op forsche wijze de ka
mer te reinigen, waarbij wolken stof werden opge-
iaagd, terwijl zij onderwijl een wilde Chanson ten
beste gaf.
„Goeden morgen. Marie T^ouise!" zeide hij.
„Goeden morgen. Padre!"
..Haar glinsterende, klein* witte tanden demon
streerden haar genoegen in het bezoek, cn zij wierp
dame. welke heer zich voorstelde als vertegenwoor
diger der Stofzuiger-maatschappij „Excelsior" en de
dame als echtgenoote en verzocht voor beiden logies.
De overeenkomst had plaats en voor f20 per week
zou het echtpaar in pension komen. Op Maandag 25
Juni gingen de echtelieden een wandeling naar het
station maken, verdwenen echter om niet terug te
komen en vergaten ook met de pensionhoudster af
te rekenen. Meneer de vertegenwoordiger werd even
wel te Amsterdam opgespoord cn bleek te zijn de
25-jarige Roelof de Vr., 'n beruchte oplichter, niet
minder dan 8 maal door diverse rechtbanken, we-
gkens verduistering te Hoorn gepleegd, veroordeeld.
Hij werd dus secuur opgeborgen in een pension
waar hij niet kon eclipseeren, cn het bleek bij on
derzoek dat de dame, mej, Hendrika Kip, die hij als
zijn ega had gepresenteerd, heclemaal zijn vrouw
niet was, maar een kippetje, dat hem zonder boter
briefje, als dame de convcrsation, had vergezeld op
zijn excursies.
Aan Mej. Hoedjes had hij nog medegedeeld, dat
de maatschappij borg was voor het pensiongeld, ter
wijl vast kwam tc staan, dat hij reeds lang voordien
was ontslagen.
Als een grand-seigneur stond meneer Gerrit thans
terecht en ontkende pertinent dat hij mej. Hoedjes
lekker had gemaakt met de Excelsior-stofzuigers-
maatschappij. Voorts had hij nog de beleefdheid den
heer Jansen, den vertegenwoordiger der Excelsior-
stofzuigers toe te voegen, dat hij meer capaciteiten
als verkooper had ontwikkeld dan deze getuige. Je
moet maar durven!
De Officier maakte niet veel omslag met dezen
trompeur en vorderde 1 jaar en 3 maanden gevan
genisstraf.
De verdediger, mr. Thomas uit Hoorn, was ook
niet enthousiast en gaf toe, dat zijn cliënt niet veel
sympathie verdiende, doch 1 jaar en 3 maanden
?ond hij toch wel wat al te peperig.
De zaak werd daarop aangehouden tot 3 Oct., ten
einde mej. Kip alsnog te hooren kakelen.
Bergen.
NACHTELIJKE VISITE DOOR HET W.C.-RAAMPJE
IN HUIZE TH. SLUYTER.
In den nacht van 12 op 13 Juni ontwaakte Mej.
Adriana Sluyter, wonende ten huize harer ouders
in de Breelaan, nabij Vinkenlaan te Bergen, door 'n
harden slag. Zij wipte uit de koffer, blikte door de
ruiten en zag alstoen een persoon gekleed in zwar
ten gummiregenjas en bolhoed op, die blijkbaar iets
onder zijn jas verborg en in do richting van het
dorp op een rijwiel verdween.
Het huis werd eens geinspecteerd en het bleek, dat
een ongenoode gast door het W.C.-raampje was bin
nen gedrongen en uit het buffet in de huiskamer
Alpacca en zilver tafelgerei had gestolen, benevens
een briefje van f 10 uit een enveloppe.
Do chef-veldwachter Vermeulen werd gealarmeerd
en deze vond een ledige enveloppe benevens buiten
in de struiken een doosje, waarop vingerafdrukken
voorkwamen. De chef behandelde deze afdrukken op
dactyloscopische manier en bracht de voorwerpen
over naar commissaris van lJzendijke, een bekend
dactyloscoop. Deze maakte diverse foto's en toen
bleek bij het. nazien der ten dienste staande vinger
drukken, dat deze een treffende overeenkomst bo
den met de vingerafdrukken van een berucht recidi
vist, de 37-jarige koopman Rink A., reeds 14 maal
veroordeeld ter zake diefstal met braak, mishande
ling en wederspannigheid.
Deze goede bekende bevond zich momenteel op
vrije voeten en het bleek bij onderzoek dat hij des
tijds te Schoorl had vertoefd en in den bewusten
nacht door Bergen in richting Alkmaar was getrok
ken. Hij werd bij confrontatie bovendien door Mej.
Adriana Sluyter herkend als den man met bolhoed
cn regenjas.
Thans werd hij binnengeleid in de gedaante van
een motorduivel, geheel in 't leer gestoken, met mo
torkap, motorjas en handschoenen beladen. Hij ont
kende echter beslist den diefstal, hoewel hij toegaf
haar bezem in een hoek, en beduidde hem plaats te
nemen.
„Mon Dieu! II hebt brieven" riep zij uit.
„Nu, nu, Marie Louise", protesteerde hij. „Je moet
die uitdrukking niet gebruiken."
„Dan ik maar „by Gosh"! zeggen. Dat is Henri's
manier van uitdrukken. Och, geef zo mij toch
vlug!"
Hij glimlachte, toen hij haar een brief van haar
broeder overhandigde. Het was de eerste in drie
maanden tijd, en zij las 'm gretig.
„Nog één maand en dan komen hij terug", zeide
zij. „Hij zegt, dat het houthakken bijna afgeloopen.
Nadat hij helpen de houtvlotten langs de rivier
naar beneden brengen, krijgen hij zijn loon en dan..."
„Je hebt hem zeker heel erg gemist?"
„Tiensl Het is vervelend zonder hem. Ik moeten
hem dingen laten zien. „White Star" mooie jongen
hebben verleden week. Maar, waar krijgen u dezen
brief?"
„Van het hotel. Ik hoorde, dat Mushalong terug
gekomen was, en ben gaan kijken of de buitenwe
reld mij niet vergeten had. Gelukkig bleek zulks
niet het geval. Jou ook niet, Marie Louise."
„Ik gisteren gaan, maar Mushalong niet terug."
„Hij arriveerde erg laat Het spijt mij, dat ik het
zeggen moet, doch er is weer, zooals gewoonlijk,
flink herrie geschopt. Ik ben bang, dat Mushalong
de slechte genius is."
Marie Louise trok een rimpel in haar voorhoofd.
Mushalong was voor haar, evenals voor de meeste
andere menschen, een raadsel. Zij had hem vanaf
haar kindsheid gekend, en hij was nooit veranderd.
Zijn eigenaardig beroep scheen een absolute negatie
te kweeken van dingen en personen. Terwijl hij hon
derden goede vrienden had, waren er toch velen
in Lavendou, die hem losbandig vonden, cn abso
luut niet te genezen.
„Hij dronken geworden?" vroeg zij.
„Ik geloof het wel, want hij was twistziek. Er is
een gevecht geweest tusschen hem en Kelly."
„Kelly een slecht mensch", zeide zij. „Misschien
hij doen iets, dat Mushalong kwaad maken."
„Ik was verreten, dat jij Mushalong's voorvechter
bent" zeide hij.
„Mais non. Ik gelooven, hij den duivel in zich.
Maar hij dapper en edelmoedig. Toen ik erg klein
was, ik vallen door het ijs op de rivier. Mushalong
duiken onder voor mij. Hij zwemmen onder het
ijs, en iedereen denken, dat hjj verloren is. Maar
dien nacht op zijn motor door Bergen te zijn getuft,
in het complete motorcostuum, heden door hem ge
toond. Mej. Sluyter beweerde ook thans den man te
herkennen, echter was hij dien nacht niet gekleed
als motorrijder.
Door commissaris van lJzendijke werd een inte
ressante definitie gegeven van de door hem ontwik
kelde dactyloscopische foto's, die door rechtbank,
parket, verdediger en ook door verdachte met aan
dacht werd gevolgd.
Van de gestolen goederen was niets opgespoord,
dus moest de officier zijn requisitoir bouwen op de
vingerafdrukken en de overige bezwnrendc omstan
digheden, alsmede de ongunstige antecedenten van
verdachte. Het waren echter voornamelijk de vin
gerafdrukken, die den doorslag gaven voor den of
ficier om te komen tot schuldigverklaring cn een
eisch tot het opleggen van 1 jaar en G maanden ge
vangenisstraf.
Mr. Buiskool van Schagen, toegevoegd raadsman
en verdediger, hield weer een van zijn bezadigde en
keurig gestelde betogen, waarin hij de overtuigende
waarde der vingerafdrukken bestreed en tot vrij
spraak concludeerde, subsidiair het toepassen van
een meer clemente straf. Uitspraak 18 September.
FRANSCHE SCHRIJVER GEORGE COURTELINE
BRENGT DE PARIJSCHE POLITIE
TOT WANHOOP.
De bekende Fransche schrijver George Courtcline
was tengevolge van een bagatelletje met de politie in
conflict gekomen. Hij voelde zich door haar onbillijk
behandeld en besloot zich te wreken.
Hij ging van de veronderstelling uit, dat er abso
luut verwikkelingen moesten ontstaan, wanneer een
man in bedelaarsklecding, doch van de noodige geld
middelen voorzien, de voornaamste wijnlokalen cn
luxueuse restaurants als gast zou bezoeken.
Hij trok daarom een oud sjofel pak aan, dat hij
nog met ecnigc opvallende vetvlekken verfraai
de. Toen zette hij een ouden gedeukten hoed op en
voorzien van een smerig boord en gerafelde man
chetten, begon hij zijn tocht. In deze kleederdracht
ging de dichter een der elegantste wijnrestaurants
van Parijs binnen en nam, ondanks de scheele oogen
waarmede men hem aankeek, doodgemoedereerd aan
een tafel midden in de zaal plaats.
De kellner bracht hem dan ook een spijskaart en
Courteline stelde een uitgelezen en zeer kostbaar
menu samen.
Nauwelijks was dit gebeurd, of daar kwam de
gérant en vroeg hem, of hij ook in staat was een
dergelijk fijn diner te betalen.
Courteline haalde met een achteloos gebaar een
oude, versleten portefeuille te voorschijn en liet
meerdere 1000 francsbiljetten zien.
Hij kreeg echter niets tc eten, wel verscheen ecni-
ge minuten later een politieagent, die hem op har*
schen toon sommeerde mee naar het bureau te gaan.
Men geloofde natuurlijk een inbreker of dief ge
pakt te hebben en was zeer ontnuchterd en verle
gen, toen Courteline zich legitimeerde en op scherpen
toon protesteerde tegen een dergelijk ongemotiveerd
optreden. Hij dreigde met het indienen van klach
ten bij alle regeeringsdepartementen. Onder duizend
verontschuldigingen werd Courtcline vrijgelaten. Di
rect daarop ging hij naar een ander even voornaam
restaurant, maar ook daar werd hij eenige minuten
later door een politieagent verwijderd. Courteline was
onvermoeibaar. Hij trok van stadsdeel tot stadsdeel,
van het eene voorname restaurant naar het andere.
Overal wekte hij dezelfde verdenking en overal werd
hij prompt gearresteerd.
Toen wendde Courteline zijn opmerkzaamheid aan
de verschillende elegante nachtlokalen en bars.
Overal werd hij gearresteerd en opgebracht. Twee-
en driemaal verscheen hij op hetzelfde bureau en bij
eiken keer werd hij scherper en arroganter. De po
litie werd wanhopig, want de zaak nam langzamer
hand den omvang van een klein srhnndaal aan. I)e
commissaris van politie werd gealarmeerd en tele
fonisch ingelicht. Ilij verzocht Courteline persoon
lijk zijn verdere tochten tc staken. Maar Courteline
hield voet bij stuk. Hij kon zich lcgitimeeren en hij
liet zich, wat zijn kleeding betreft, door geen enkelen
Parijschen beambte de wet voorschrijven.
Tenslotte bleef den hoofdcommissaris niets anders
over dan den dichter een politieagent mede te geven,
die hem voor verdere arrestaties moest behoeden.
neon hij weer boven komen, en mij in zijn armen
houden. Hij herinneren zich dat niet meer. Hij den
ken, dat het niets is."
„Maar jij herinnert het je nog wel, nietwaar?"
„Mon Dieu by gosh ja. En het spijten mij
voor hem, omdat nooit hij weer brieven gaat bren
gen. Ze zeggen, dat het de laatste keer is."
„Dat is ook zoo. Ik sprak Fennimore, en vroeg
hem of de maatschappij haar appreciatie voor Musha
long zou toonen, doch hij zeide, dat de directeuren
als hun meening te kennen gegeven hadden, dat
Mushalong genoeg waarschuwingen gekregen had, en
dat het werkelijk hun zaak niet was. Wat Musha
long nu van plan is te doen, weet niemand."
„Misschien hij gaat weg om te jagen," zeide zij.
„Hij handig met zijn geweer en vallen."
„Dat zou voor Lavendou een mooie oplossing zijn."
„U bent ook hard voor hem."
„Welnu, daar heb ik dan ook mijn reden voor.
Ondanks al zijn kracht en mooie voornemens oefent
Mushalong een slechten invloed uit. Wanneer hij op
het pad is, dan is Lavendou het vredigste plaatsje
van de wereld. Hij is een echte stokebrand een
lucifer bij een kruitmagazijn. Het is Mushalong, die
hier alle moeilijkheden vcr<èorzaakt, en de drank is
zijn zwakke punt."
„Als hij maar een vrouw wil zoeken", zeide zij.
„Een vrouw!" hij lachte, alsof hij een leuke grap
hoorde. „Vrouwen en Mushalong staan even ver van
elkaar als vuur en water. Hij schijnt van vrouwen
niets te begrijpen, en dat schijnt hem niets te kun
nen schelen. Het eenige, wat hem intersseert, zijn
honden, vellen en sporen. Hij is de taaiste man van
Noord-Canada, en is meer thuis met een span hon
den in de wildernis, dan in Lavendou. Toch spijt het
mij voor hem, want ik vrees, dat het met hem nog
eens verkeerd zal afloopen."
Marie Louise keek in het heldere zonnelicht.
Ilnar geheele jongo leven door had Mushalong haar
belangstelling gewekt. In het geheim bewonderde
zij hem. Van zijn kant hield hij zich evenwel steeds
afzijdig een soort van gereserveerdheid, welke zich
tot alle vrouwen uitstrekte. Aan zachte dingen*had
hij geen behoefte. Een grommende, wilde wolfshond
was meer naar zijn smaak. Twee aardige meisjes
hadden eens hun harten op Mushalong g*zet, met
hot onvermijdelijk slot. Onder de vrouwen genoot hij
de reputatie, dat hij een man was zonder gewone
gevoelens.
Wordt vervolgd.