I VAN DIT EN YAN DAT W EN VAN ALLES WAT zm-\ ii 11 H M- „24 Karaat". Kruiswoordraadsel. DE AVONTUREN VAN PROFJE EN STRUISJE Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 15 September 1934. No. 9553. ZATERDAGAVONDSCHETS Door SIROLF vrij bewerkt naar het Amerikaansch. (Nadruk verboden alle rechten voorbehouden). DE diepe stilte van den vroe gen namiddag lag over Saint Laurent du Maroni nis een wolk van lood. Doch in het halfduister van het pakhuis, waar de lucht dik en zwaar was door de vochtige hitte van Guiana, werkte Legautrec in volkomen kalmte. Hij vulde een groote zak met allerlei pakken en blikken van de wel voorziene planken langs den wand. Want Legautrec, in de omgeving van de strafkolonie beter bekend als „lange Lowic", nam het een en ander van zijn werkgever weg. Lange Lowie, de Breton, was fei telijk geen bewoner van de straf kolonie meer, want hij had zijn vonnis van 10 jaar wegens man slag in een klein dorp in Noord- Frankrijk uitgediend. De laatste drie Jaar was hij vrij man geweest, doch volgens de Fransche wet mag iemand, die langer dan 7 ja ren in een strafkolonie heeft ver toefd, Frankrijk niet meer binnen komen. De voormalige gestrafte mag echter wel buiten de strakolo- nie in Guiana werk zoeken. Lange Lowie had In den beginne geweten, dat'hij onschuldig was. Volmaakt onschuldig. Doch de be wijzen waren tegen hem. Het was z ij n mes geweest, dat op de plek van de misdaad gevonden was. Het was tijdens een kermis ge weest, en er was gedronken en ge twist, en er was ook onder de zee lui die aan het passagieren waren, gevochten. Waarschijnlijk had iemand het mes van Lange Lowie geleend. Hoe dan ook. Lange Lo wie was veroordeeld, omdat hij niet bewijzen kon, dat hij onschuldig was. Rousseau, de koopman uit Saint Laurent du Maroni, had hem als manusje van alles aangenomen. Rousseau was een beste vent, die Legautrec bijna als een lid van het gezin behandelde. Daarom stuitte het Lange Lowie tegen de borst, dat hij nu levensmiddelen van Rous seau wegnemen moest Maar het kon niet anders. Dien nacht zou Legautrec zich bij vijf vroegere kameraden uit de strafkolonie voe gen, die ontsnapt waren en zich in de bosschcn schuil hielden. Met een 30-voets kano zouden ze overzee naar Venezuela of Honduras of Trinidad koersen jnet een klein stukje topzeil. Lange Lowie had geen geld bij kunnen dragen, want dat had hij niet. Maar de anderen wilden hem mee hebben, omdat hij vroeger zeeman was geweest en ze een loods noodig hadden. Nadat hij het aanbod aangenomen had, had den de anderen hem te kennen ge geven, dat hij voor levensmiddelen uit 't pakhuis van Rousseau moest zorgen. Toen de zak vol was, opende hij de deur en keek het achtererf af. Er was niemand te zien. Snel sleep te hij den zak naar zijn eigen hut en legde er een dekzeil over. Daar na liet hij zich op zijn krib zakken om te rusten. Het zweet droop hem van het lichaam. Over een maand dus zou hij vrij zijn. Of dood. Wanneer de bosschen en de zee hem spaarden, zou Lange Lowic er zich wel doorheen slaan. Je kunt ten slotte overal wel vls- schen. En dan, na jaren wellicht, als hij veranderd zou zijn en er niet meer zoo scherp naar hem zou worden uitgekeken, zou hij naar huis kunnen gaan, naar Frankrijk, naar zijn oude moeder als ze nog leefde Tegen drie uur schoot hij zijn witte drill jasje aan, zette zijn oude strooien zonnehoed op en slofte op zijn sandalen naar het kantoortje. Rousseau zat er al, dik en joviaal. Lange Lowie keek verbaasd op, toen zijn baas hem de hand bood. „Kom," zei Rousseau, „geef me de vijf, Legautrec. Weet je, ik heb feitelijk nooit aan je onschuld ge loofd. Maar ik heb vandaag met den gouverneur geluncht en dio had nieuws tilt Frankrijk. Er schijnt iemand bekend te hebben, dat hij jouw mes indertijd geleend had. Zie je, de zaak is langzamer hand verjaard en ze zijn niet zoo bang meer om te spreken, en zoo is dat aan het licht gekomen. Je bent dus vrij man, Lowie. ie kunt gaan waarheen je wilt, naar Frank rijk, naar de oude vrouw Hier, daar heb je 2000 francs van me, voor je reis en uitrusting. Nee, be dank me maar niet. Kijk eens hier, wat ik Je gegeven heb in ruil voor je werk was wel goed genoeg voor een veroordeelde van de strafkolo nie, maar niet voor een vrij man." Lange Lowie nam aarzelend het geld op en knipte sprakeloos. Dus hij was toch onschuldig. Nu was het dus bewezen. Hij sidderde nu bij de gedachte, wat hij had willen doen. Want al was hij nu onschuldig aan manslag, dat wilde nog niet zeggen, dat ze hem niet gepakt zouden hebben voor dief stal, voor het bestelen van zijn baas. Daar zou hij 3 jaar voor ge kregen hebben, als ze hem gepakt hadden, en nog eens 3 jaar wegens poging tot ontsnappen. Jaja, Rous seau had juist op tijd gesproken. De dikke koopman keek raar op, toen Lange Lowie tegen den avond bij hem in het kantoortje kwam met een lijstje van levensmiddelen in de hand, die hij. Lange Lowie, wilde koopen. Legautrec legde het geld ervoor afgepast neer. „Maar Lowic", begon de dikke koopman," wat ga je beginnen? Je hebt toch niet noodig levensmidde len te koopen? Alles wat je te doen hebt, is je als stoker aan te laten monsteren op het eerste beste Fran sche schip dat de haven aandoet. Je moet. toch naar huis, naar Frankrijk, naar je geboorteplaats, hé, Lowie, droom je, antwoord toch wat!" Lowie aarzelde. Ten slotte besloot hij, dat hij den braven Rousseau wel kon vertrouwen. Voor zich zelf had hij zijn besluit dien middag na langen, inwendigen strijd ge nomen. Hij zou de andere vijf niet in den steek laten. Hij wist te goed wat de hel van het oerwoud be- teekende. En die andere vijf wis ten niets van het leven in de wil dernis. Van met een boot varen hadden ze heelemaal geen ver stand. Zonder hem waren ze ver loren. Zeker, die anderen waren echte veroordeelden, kerels die wat op hun kerfstok hadden, en geen onschuldig veroordeelden als hij. Maar het waren toch zijn lotge- nooten, zijn vrienden, ze rekenden op hem. Zij waren landrotten, ke rels uit de stad, die van een boot geen verstand hadden. Ook hadden ze geen levensmiddelen, behalve dan een paar brooden of zoo, die in twee dagen zouden beschimme len of verrotten. Zij verwachtten hem, rekenden vast op hem. En Lange Lowie had zijn woord ge geven. Dat alles vertelde hij aan den dikke Rousseau. De koopman trachtte hem als nog te overreden, op zijn belofte terug te komen. En nogmaals ont brandde de strijd in het binnenste van Legautrec. Aan den eenen kant wenkten vrijheid, een zege vierende thuiskomst in het vader land, het weerzien van zijn oude moeder. Aan de andere zijde was alleen maar het eens gegeven woord van vijf bagnards, vijf ver schoppelingen, en verder weken en maanden vsn ruw, hard leven in de wildernis hier of ginds in Ve nezuela of Honduras, als de zee hen spaarde ten minste. Maar het waren vijf hulpelooze dwazen, die geen sterren konden lezen, geen zeil konden hijschcn, geen boot hanteeren, vijf tot den hongerdood en verdrinken gedoemden, als hij, Lange Lowie, hen niet hielp. Hij zag in gedachten hun hunkerende gezichten naar hem opgeheven, hij zag hun hoop en vertrouwen in hun oogen. En hij had toch zijn woord gegeven „Ik ga zei Lange Lowie een voudig. Hij drukte Rousseau de hand, slingerde den zak met le vensmiddelen op zijn schouder, en verdween in de avondschemering, in de richting van het bosch en de zee, naar de vijf bagnards „Wat een kerel", mompelde de dikke Rouseau zacht voor zich heen, „wat een pracht van een vent 24 karaats dat zeg ik 24 karaats En het was net of er iets voch tigs schemerde in de oogen van Rousseau. I |s |s |4 T" 7~ *7 V IU 13 14 Horizontaal: Vriendelijk Kerkgezang Stad in Zwitserland Gem. in de provincie Antwer pen. Afkorting Procureur Europeaan Eerlijk Hoogte (Duitsch) Deensch eiland in de Oostzee Aangelegenheid Engelsch mandaatgebied in Azië Rivier in Hongarije Overal God van het vuur Zijrivier van de Save Afk. Internationale Cinema Reclame Onderneming Planeet, door ons bewoond Het meest verwant Deel van Berlijn Ontleedkundig Verticaal: Soort hond Kaap in Spanje Koning van Israël Rivier in Duitschland Een der Grieksche bescherm godinnen voor Kunsten en We tenschappen Boom, uit wiens bladeren de cocaïne wordt getrokken 7. Als 18 horizontaal 8. Voorstander eener hervorming inzake staatszaken 9. Komt op recepten voor 10. Boomsoort 14. Plaats in Italië 17. Bijenhouder 20. Rivier in Rusland 21. Plaats in Spanje 24. Verlies 26. Rivier in Italië 27. Plant, komt in de duinen voor 28. Meisjesnaam 29. Weg met boomen beplant 30. Traag 32. Middeleeuwsch belegerings werktuig 35. Afk. Centrale Transport On derneming. Oplossing van de vorige week. Horizontaal: 1. Ares; 4. Kout; 7. Tours; 8. Ozon;*10. Alva; 12. Rang; 13. Tolk; 14. Peel; 17. Oder; 20. Elbe; 21. Riga; 22. Eelde; 23. Mark; 24. Esla. Verticaal: 1. Amor; 2. Eton; 3. Song; 4. Krat; 5. Oslo; 6. Taak; 9. Zavel; 11. Vlieg; 14. Perm; 15. Eder; 16. Leek; 17. Orde; 18. Dies; 19. Rara. Wetenswaardigheden. Is het U bekend: dat men met „corrasio" aanduidt de afschurende werking van zand korrels, door den wind meegevoerd, op rotsen in woestijnstreken? d a t men dezen naam ook geeft aan de afschurende werking van do door gletscherijs meegevoerde steenbrokken op den ondergrond; van het tegen de kusten opgewor pen drijfijs in de Poolzeeën en van he» opgezweepte water bij bran ding? d a t een „corral" een open afgeslo ten ruimte voor vee is (het is een Spaansch woord)? dat het cubisme in de schilder kunst voor het eerst gevolgd werd door Pablo Picasso te Parijs? I Humor. De deftige mevrouw Jansen h ad haar nieuwe dienstbode onder an dere opgedragen, haar eiken avond om zeven uur een glas warme melk te brengen. Den eersten avond bracht het meisje het glas binnen, dat ze met haar groote, bezweete hand stevig omklemd hield. Mevrouw was er ontdaan van en zei streng: „Denk erom, dat je dat nooit weer zoo doet, breng het op een blaadje binnen!" Den volgenden avond verscheen het meisje met een verbouwereerd gezicht in de deuropening, met een theeblad vol melk in haar handen. „Wat wil U mevrouw," vroeg zo met een gezicht als een vraagtee- ken, „wilt U er een lepel bij heb ben, of slurpt U het zoo op?" Ze stonden aan de straatdeur, 's avonds laat, en hij fluisterde: Mijn hart, mijn alles, mijn engel, als je eens wist hoeveel ik van je hou En ik van jou, smachtte zij, licht van mijnNhart, licht van mijn le ven, licht van mijn alles, licht Toen kwam de prozaïsche stem van haar vader van boven, die riep: Mina, doe dat licht uit en ga naar je bed! Bezoeker: Wie is hier feitelijk de verantwoordelijke persoon in deze zaak? Jongste bediende: De verant woordelijke persoon? Dat zou ik' U niet kunnen zeggen, maar de persoon die overal de schuld van krijgt, dat ben ik! 96. Maar met dicnzelfden vaart schoot Struisje mee, en o wee, daar hing hij buiten het vliegtuig met een poot aan de kruk van het raam. Profje hoorde op eens een geklap van vleugels en toen hij zich omdraaide, rezen zijn haren ten berge van schrik. Hij schreeuwde angstig: stoppen, stoppen, maar dat .ging natuurlijk niet, en voor hij bij Struisje was had deze de kruk al los gelaten en weg was hij. 97. Wat nu? Profje boog jammerend uit het venster om te zien of hij zijn vrindje nog zag. En jawel, daar zweefde hij, een paar meter van het vliegtuig af. Hij had meteen do vleugels uitgeslagen, en daar de vaart van het vliegtuig r.iet zoo groot was, kon hij het gemakkelijk bijhouden. 98. Toen hij het hoofd van Profje uit het raam zag komen, vloog hij er gauw naar toe. Ga gauw zitten, waarschuwde hij, als U er uit valt, kunt U vast het vliegtuig niet zoo goed bijhouden als ik. Ik blijf hier nog een beetje, het is wel leuk zoo hoog. Hij wuifde naar Profje en lachte tegen den piloot, die hein ook had gezien. 99. Maar Profje was er niets gerust op. Kom er maar weer in, zei hij en daar Struisje wel zag hoe ongerust de Pro fessor was, zette hij zich bedaard op den rand van het raam en stapte weer op zijn plaatsje. De piloot en Profje loosden beide een zucht van verlichting. 100. Het raam moest ook weer dicht, want het werd veel te koud en de lucht was moeilijk om in te ademen. Profje had trek gekregen en samen met Struis je maakte hij een maal klaar, waarbij do piloot natuurlijk niet werd vergeten. Er was tusschen de zitplaatsen een aardig klaptafeltje, waarop netjes gedekt werd. Op een spiritus-comfoortjo werd koffie gezet en een eitje gebakken, 't Werd een gezelligo maaltijd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 16