De Langendijker Groentenveilingen. Mushalong Bereidt Uw jus met HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent Ingezonden stukken. Aan de Redactie van de Schager Courant Mijnheer, Zou ondergcteokende eenige vragen mogen stel len, in uw veel gelezen blad? IIoc komt het toch, dat wc den laatsten tijd zoo- veel foto's in alle bladen zien, die het oorlogsbe drijf uitbeelden? We zien mijnenleggcrs, kanonneerbooten, groote schepen met pantsertorens, onderzcebooten, enz. Hierbij staan officieren met vroolijko gezichten. Soms zelfs zien we „dames" op bezoek bij de oorlogsmarine. Van manoeuvres op het land (ook in Holland) worden naast foto's, geestdriftige verslagen gebracht. Wel is waar gelooft niemand de nonsons die over goedgeslaagde oefeningen worden verteld, maar de courant bazuint en roemt over de goede stemming van „onzo" soldaten. Een tweede verschijnsel is ook op te merken in de foto's van de bladen. Naast het militaire element treedt zeer sterk op den voorgrond de overdreven verheerlijking van het Koningschap. Sentimenteele verhaaltjes van een geboren prins of prinses. Het nationalisme en het militairisme vieren hoogtij. Staat het in verband met elkaar, deze twee: Ko ningsschap en Oorlogsverheerlijking? Is de taak van de pers dan niet, om deze twee machten geen plaats te gunnen in haar foto-pagina's. Als de bevolking van alle landen in West-Europa klaar moet worden gestoomd, voor den naderenden oorlog, is de pers dan niet verplicht, om de mach ten dto dit willen bevorderen, te dwarsboomen, in- plaats van tcrwille te zijn? Laten krijgslustige koningen en koninginnen geen gevaar worden voor de geheele samenleving. Laten oorlogsvoorbereiders geen ramp verwekken over de geheele menschheid. Laat het prinsen- en prinsessengeslacht in stilte geboren worden, zonder ophef, zij zijn geen cent meer waard voor de menschheid, dan een proletariërskind. Zou het in een woord, niet beter zijn, als al die schijnbaar-mooie plaatjes over bovengenoemde zaken achterwege bleven?? M. do Redacteur, Gelijk te verwachten was. krijg ik er van de pers vertegenwoordigers in hun verslag van de vergade ring te Oudkarspel, duchtig van langs. Omdat ik aan gevallen ben, zou ik mij gaarne even willen verde digen, den grootsten misdadiger wordt dit altijd toe gestaan, dus ik hoop dat de Redactie dit mij ook wil toestaan. Als we luisteren naar een radio-uitzending en het één of andere station klinkt daar steeds door heen, dat snellen we naar ons toestel en probeeren ons toestel meer selectief te doen werken. Hebben we distributie-radio, dan wenden we ons tot den cen- tralehouder en melden dat de radio ongenietbaar is vanwege het hinderlijke bijgeluid, veroorzankt door een ander station. De b.g.n. gevallen kont ieder bij ervaring. 't Is niet do eerste keer dat ik (en ook anderen) zijn geprikkeld door de houding van de twee (2) Lan- gendijker correspondenten. De derde, de heer Mie- nis, kan buiten beschouwing blijven; deze heer is wèl beschaafd en acht het wèl zijn plicht om te luis teren en te schrijven, inplaats van te fluisteren en niet to schrijven. Do heer Mienis vond de houding van zijn collega's dan ook zeer kinderachtig, zooals hij zelf uitliet. Wat de twee anderen aangaat, Groot en Kuiper, moeten we altijd constateeren, dat ze sto rend zijn. 't Is ook niet de eerste keer dat ze ge waarschuwd zijn. Wel is het de eerste keer dat ze gewaarschuwd zijn op een ongezouten manier. Deze twee zijn gelijk storingen in de radio, voor de luis teraars. Zo fluisteren zij verschuiven stoelen, in één woord: ze zijn hinderlijk. Nu ik hen dat wat ruw onder het oog bracht, werden ze woedend. Uit pro test verlieten zij de zaal, maar de derde correspon dent protesteerde tegen zijn collega's. Nogmaals, ik erken, dat ik een weinig onbekookt optrad, maar do schuld ligt bij de verslaggevers en zij weten dit bliksems goed. Dat ik nu word aangevallen door hen och, dat is niet erg. 'k Heb een zeer harde huid. 't Zal bovendien de laatste keer niet wezen dat men mij aanvalt Met een opvliegend temperament kan men verwachten dat men wel eens harde din gen zegt en kan met ook verwachten dat men hard wordt aangevallen. Als uit dit alles voortkomt, dat do twee fluiste- raars hun houding in dit opzicht wijzigen, ben ik echter tevreden en met mij velen die het in prin cipe met mij eens zijn, nl.: een verslaggever moet en mag niet storend zijn op een vergadering. Veel dank voor do plaatsruimte, G. GROET. Geachte Redactie, Gaarne zag ondergeteekende het onderstaande in Uw blad opgenomen. Het schijnt wel of de heer Volkers een bijzondere aanleg heeft om onjuist te zijn. In mijn vorig inge zonden stuk heb ik getracht al de onjuistheden van den heer Volkers recht te zetten en nu komt hij weer opnieuw met schecve voorstellingen. Immers, zegt hij FEUILLETON. door GEORGE GOODCHILD. 16. HOOFDSTUK XI. De Schat. Brodsky's korte boodschap maakte hun taak niet al te gemakkelijk. Toen zij de tenten opgeslagen had den, werd de eerste denneboom aan de zuidzijde aan gepakt, doch er bevond zich niets onder de aarde. Kr stonden nog andere donnchoomen nanst, en voor elk daarvan kon hetzelfde gelden als voor den eersten. Tegen don tijd, dat men daaronder gegraven had, was do dag voorbij. „Misschien is het wel boerenbedrog?" veronderstel de Joe. Datchet werd bij het Idee alleen al bleek, en gaf een woest antwoord. Maar Mushalong zag in, dat „de eerste denneboom" best kon slaan op dien aan het noordelijke einde van hot hoefijzer, want een kleine afwijking van het pad, hetwelk zij gevolgd hadden, zou hen naar dat punt gebracht hebben. In den morgen bracht hij een vroeg bezoek aan het noorde lijke einde, en vond iets, dat hij als nfdoend be schouwde. In een stam van één der buitenste denne- boomen was een verroeste spijker de spijker, naar hij dacht, waaraan do boodschap was achter gebleven. Tusschen de hoornen loopende, vond hij een tent nu omver gevallen en half vergaan, en daaron der een geraamte, schoon gekloven door de wol ven. Hij was er nu vast van overtuigd, dat de bood schap echt was, en hij liep terug nnnr het kamp, en vertelde het nieuws. Pikhouwcelen en schoppen werden dadelijk daarheen getransporteerd, en met het graven een aanvang gemaakt. Op een diepte van twee voet stootte des pade op iets. wat niet meegaf. Het bleek een lange kist te zijn, welke in een tame lijk goeden toestand verkeerde. Datchct trachtte 'm eruit te halen, doch faalde. thans, dat hij den Rond, Landbouw en Maatschappij niet heeft aangevallen, „enkel eu alleen maar ge schetst de rcchtsche richting xan dezen bond." Welnu, daar die schets geheel onjuist was, heb ik deze trachten to weerleggen. Het woord rechts heeft bij den heer Volkers schijnbaar een andere be- teekenis dan de meest gangbare. Waarschijnlijk be doelt do heer Volkers daarmede niet-coraraunis- t i s c h en n i e t-s o c i a 1 i s t i s c h. Als dat het ge val is, dan heeft hij gelijk. Geen van beide uiterst linksche richtingen is onze bond toegedaan, omdat in het program duidelijk is omschreven dat de Bond de individueele bestaansverantwoordelijkheid voor staat. De uiterst lmksche groepen denken daar an ders over. Do Boerenbonden zijn om het eenvoudig uit te drukken overigens richtingloos voor wat rechts of links betreft, omdat zij front willen maken tegen de fout van alle politieke partijen, die geen voldoende aandacht schenken aan het karakter van het platte land en zijn beteekenis voor het economische leven. Deze partijen gaan huns inziens te veel uit van ste delijke en industrieelo verhoudingen. Of nu het doel dat de Band „Landbouw en Maat schappij zich heeft gesteld, „fascistische economie" is, laat mij tenslotte Siberisch koud. Het zal mijns- inziens noodzaak zijn voor iedere partij om mede te werken aan het wegvagen van het klassever- schil tusschen groot en klein. Het verdeel en heersch, dat sommige partijen op het platteland toepasten, heeft helaas reeds lang genoeg de lachende derde bevoordeeld. Met insinuaties aan het adres van do heeren Smid en Van Kampen komt men er m.i. ook niet. Wan neer er iemand is, die dag in dag uit voor de be staansmogelijkheid van de duizenden Nederlandsche plattelanders op de bres staat, dan is het toch zeker wel de heer Smid, ondanks zijn bijne 70-jarigen leef tijd. Üf wilde U soms nog beweren dat deze door het platteland nooit genoeg te waardeeren persoon, ne venbedoelingen bad, toen hij de plattelanders en in zonderheid den boerenstand wakker heeft geschud? Dat kunt U misschien doen in een vergadering van uw volgelingen, maar niet in een blad als de Scha ger Courant, met een lezerskring, die ook nog vol doende nadenkt! Gelukkig beginnen vele kleinen meer en meer te beseffen dat de denkbeelden van den heer Smid, zelf laudarbeiderszoon, juist zijn en het is niet uit wanhoop, maar uit o v e r t u i g i n g, dat ze zich aansluiten. In Drenthe, de bakermat dezer be weging, zijn niet minder dan 9000 leden van aller lei rang en stand. Vele dezer mcnschen waren vroeger de uiterst linksche richting toegedaan, maar zijn door de ideeën van den heer Smid en zijn bond wakker geworden en hebben begrepen dat ze bij de partij, die ze hadden gesteund, nimmer op afdoende wijze geholpen zouden kunnen worden, liet is te ho pen, dat ook de Noordhollandsche plattelanders meer en meer tot dat besef komen en dat iedere platte lander zich aansluit bij dezen Bond, doch niet uit wunhoop, maar uit overtuiging! Hier meer over melden gaat niet, anders zou het te uitvoerig wor den en ik volsta,, dat ik gaarne meerdere inlichtin gen verstrek. Over de mentaliteit van den voormaligen Neutra len llond kan en wil ik niet oordeelen. Het komt me evenwel voor, dat de leden verstandig hebben gedaan, om zich aan te sluiten bij den Ned. Tuindersbond, omdat slechts in nationaal verband iets te bereiken valt. Voor nog meer invloed is het ook m.i. wen- schelijk, dat alle agrarische bonden moesten samen werken. Het samenhouden van het congres te Am sterdam was daartoe een stap in de goede richting. Waarom of de tuinders, die toch allen er over uit zijn om een bestaan te veroveren voor zich en hun gezin, moeten demonstreeren met arbeiders uit de steden, is mij een raadsel. De tuinders kunnen alleen bestaan wanneer zij hun producten kunnen afzetten voor een loonenden prijs. In de steden wil men dezo zelfde producten echter graag zoo goedkoop mogelijk ontvangen. Dat laatste zou alleen kunnen leiden tot nog grootere werkeloosheid en armoede onder do tuinders en andero plattelanders, als er thans reeds wordt geleden. Onze Bond is herhaaldelijk bemiddelend opgetre den tegen onrechtmatige verkoopingen, terwijl wat betreft de pachten het standpunt van den Bond reeds herhaaldelijk werd gepubliceerd en in een uitvoerig rapport werd vastgelegd, hetwelk ik den heer Vol kers wel wil doen toekomen, omdat de Redactie van dit blad, dat stuk wel te lang zal vinden om het op te nemen. Over arbeiders van 50 tot 75 gulden heb ik niot geschreven, wel over arbeiders die 50 tot 75 cent per uur verdienen in verschillende beschutte bedrijven, terwijl dut van landarbeiders gemiddeld ligt tusschen 20 en 30 cent. (Op Tholcn werd het vastgesteld op 23 cent per uur). Om dat verschil in belooning op geheven te krijgen, is noodig dat de prijzen der bo- dcmproducten liooger worden en daarvoor strijdt „Landbouw en Maatschappij". En zou het voor het g e h e e 1 e platteland niet beter zijn als de prijzen Slapte aan de veilingen. - Gedruk te stemming. - Ontevredenheid over stenn. Teeltregeling voor 1935. - Ongerustheid over clae- ringregeUng. - Geen groote aan voer van aardappelen - Te lage prijzen. - Tomaten weer zeer slech te prijzen. - Idem wortelen. - Wei nig belangstelling voor bieten. - Iets beter voor bloemkool. - Roode en gele kool, weinig aanvoer, toch lage prijzen. - Vrij groote aanvoer witte kool, prijzen laag. - Uien- prijzen iets minder slecht. - Groo te aanvoer. - Verminderde aan voer van slaboonen. - Ook lager prijzen. Idem snijboonen. - Drui ven veel te lage prijs. Als gewoonlijk omtrent dezen tijd heerscht er aan onze veilingen geen opgewekte drukte. Het is er, be trekkelijk gesproken, maar stilletjes: En daar komt dan bij de gedrukte stemming tengevolge van den al- gemeenon gang van zaken. Want hot gaat werkelijk slecht den laatsten tijd. Do verschillende producten, welke aan de veilingen worden aangevoerd, brengen veel te lage prijzen op, dan dat er van brood ver dienen gesproken zou kunnen worden. De menschen teren al meer in, de achterstand wordt al grooter en men moet zich al meer in schulden steken, ook al omdat de oude niet kunnen worden betaald. Steeds ontevredener wordt men ook over den te geringen steun der regeering en over het lange uitblijven er van. Het perspectief wordt al somberder en men weet nu al met vrij groote zekerheid te zeggen, dat in 1935 nog meer teeltbeperking zal moeten worden toege past. Met klem wordt er al op aangedrongen, dat de akkerbouwers geen .tuinbouwproducten meer zullen mogen verbouwen, omdat, zoo wordt in tuinderskrin gen geredeneerd, de boer met zijn tarwe van f 11, zijn loonende suikerbietenteelt, en andere producten, die het ook zoo wat doen moet bet leven van den tuinder niet verzwaren, ja onmogelijk maken. Het is dit jaar nog geloopen door de gevolgen van de groote droogte, doch had deze factor niet ten gunste meege werkt, dan waren er weer massa's groenten op de mestfaalt terecht gekomen. Ongerust mankte men zich bovendien over de clacringmaatregelen van Duitschland. De moeilijkheden stapelen zich al meer op, de export, die al zoo weinig betcckent, wordt nog meer belemmerd, de handel komt nog meer op losse schroeven. En met belangstelling en vrees vraagt men zich af, hoe het straks zal afkomen met de mo gelijkheid van export onzer winterkool. Aan beide veilingen werden in de afgeloopen week nog ongeveer 7 spoorwagens aardappelen ingevoerd, alle tot de late soorten behoorende. Veel verschil met de prijzen der laatste weken was er niet; toch blijft de heffing op deze aardappelen ten nadeele der tuin ders nog zwaar drukken. Voor blauwe aardappels werd van f i tot f4.20 betaald. Blauwe Eigenheimers brachten f2.80f3.60 op, terwijl voor blanke Eigen heimers f3—f320 werd besteed. Friso, een minder fijne aardappel, werd voor f 1.90 tot f2.20 verkocht en de voor export bestemde Duken voor f 1.50—1.70. Bevelanders deden 12.40f2.90, soms iets meer dan f3.terwijl Bravo's voor f 2.30 werden ver kocht. De handel was maar stug. De invocrbelommcringen voor tomaten, door onzo vroegere afnemers ingevoerd, werkten ook deze week weer vernietigend op den prijs. De prachtigste van de A-kwalitoit brachten ook nu weer f2.— op, in het laatst der week f2.30, terwijl voor B van f2—f2.70 werd betaald. De andere sortccringen gingen voor den minimumprijs van f2 van de hand, ondanks betrek kelijk kleine aanvoeren. Bedroevend slecht liep het ook met de wortelen. Zeer zelden brengen ze 90 cent tot fl per 100 K.G. öp: voor het meeste, dat werd aangevoerd, werd GO a 70 cent betaald. Ook voor bieten ontbrak de belangstelling. Voor groote werd 60 cent, soms nog minder betaald, klei ne f 1.50f 1.70, ondanks geringen aanvoer. Er werd deze week nogal wat bloemkool aange voerd en bij koeler weer werden de prijzen iets i)e« ter. Aanvankelijk werd voor eerste soort f5f7.70 be taald, voor lichtere f 2.00 tot ruim f 4 en voor tweede soort fl.50 tot f2.50. Later liep de eerste soort op tot f7 A. f 11 ruim, de lichtere tot f3.50 f5, doch door de warmte der laatste dagen waren de noteeringen op het laatste der week weer ingezakt tot op het aan vankelijke peil. De grootste aanvoeren van roode, gele en witte kool vinden plaats aan de veiling van de L.G.C. te Broek op Lnagcndijk. Aan roode kool werden 15 spoorwagons geveild. Voor de allermooiste werd bij uitzondering ruim f3 betaald; over 't geheel geno men lagen de prijzen van de kleine tusschen f2 en f2.50, te, (vijl voor groote fl tot fl.30 werd betaald. De mooiste en meest gezocht gele kool bracht f2.50— f2.70 bij uitzondering op; de grootste fl—fl.50. Ove rigens lagen de prijzen tusschen fl.50 en f2.30. Do witte kool, welke eigenlijk de hoofdaanvoer vormt van de sluitkoolsoorten, wordt uitsluitend door zou ters aangekocht, zoodat van export geen sprake is. Het warme weer en do over 't geheel genomen niet beste kwaliteit werkten er aan mee, dat de prijzen nog achteruit loopen, zoodat de noteoringen, die aan vankelijk tusschen GO cent en fl.30 lagen, zakten tot 60 90 cent. De verleden jaar getroffen regeling voor deze kool kan tot nu toe niet worden toegepast. De aanvoer beliep niet minder dan 90 spoorwagens. Voor Deensche witte kool werd fl.50f2.10 betaald. De uienprijzen waren iets minder slecht dan ver leden week; toch waren ze nog zeer laag. Gewone uien brachten f 1.70— f2.50 op met uitzondering van afwijkende partijen. Drielingen werden voor fl f 1.10 verkocht, nep voor f 1.60—f220. Grove uien brachten f 1.80 tot f2.40 op. Er werden 30 spoorwagens geveild. Do aanvoer van slaboonen vermindert, ofschoon er voor dezen tijd van het jaar nog vrij groote hoe veelheden komen. Er is intusschen vrij groot verschil in kwaliteit wat in den prijs sterk wordt gedemon streerd. Prima boonen werden voor fGf7.90 ver kocht, overigens ligt do prijs tusschen f3 en f5.50. Snijboonen golden van f3f9, later f3—f620. Druiven waren weer laag. Alicante bracht f 14f20 op, Frankenthalers f 20f27. De stemming werd nog slechter. van de bodemproducten het weer mogelijk maakten, om een redelijke pacht en een redelijk loon en een redelijke hypotheekrente te be talen? Zou dan de werkloosheid op het platteland niet zeer sterk verminderen? De Bond wil niet optrekken tegen de stadsbewo ners, maar juist ook aan dezen duidelijk maken, dat men hen vroeger wat wijs heeft gemaakt en men de waarde van het platteland geheel heeft miskend. Zoowel in economisch als in cultureel inzicht. En juist naast de groote economische waarde van het platteland, is de cultureele (dus de schavende, of vor mende) taak zoo buitengewoon groot. Laat de heer Volkers daaromtrent de rede o.a. van Prof. Schermer- horn maar eens nalezen, welke deze gehouden heeft op het landliuishoudkundigcongrcs op.21 September in Amsterdam. Het is noodig dat ook de stad de beteekenis van het platteland beter begrijpt. Tegenstellingen scheppen, zou dan ook dwaasheid zijn en geschiedt ook niet. Alleen degenen die deze actie niet welgevallig is, zuigen er venijn uit en blazen het op. Wat ln Schagcrbrug gezegd is, weet ik niet. Ik ben daar niet geweest. De persoon, die bedoeld wordt echter kennende, durf ik gerust tc beweren, dat de zinnen, welke u aanhaalde, totaal uit hun verband zijn gerukt. De ware vijand der boeren cn arbeiders ligt op een terrein, waar de heer Volkers e.a. het gaarne hebben: op het terrein der tweedracht. Alle belangen van de plattelanders behooren „in één pot te worden gekookt". Het is echter aan den heer Volkers e.a. te danken, dat zulks tot nog- toc nimmer is gebeurd en daardoor zijn er op het gebied van de crisismaatregelen zooveel misstanden geschapen. Juist tegen deze misstanden heeft onzen Bond vanaf de oprichting gestreden. Hoe krachtiger en eensgezinder het platteland zich op ons agrarisch fundament door den heer Smid gelegd tezamen trekt, hoe beter dat 't mogelijk is, dat ieder onderdeel van do plattelandsmachine gaat in dit raderwerk cn daardoor ook de groote maatschappijmachine zui ver naar wensch kan draaien. Met dank voor de verleende plaatsing, M. C. STAMMES, Haarlemmermeer. „Help een handje!" hijgde hij. Mushalong sloeg zijn forsche armen om het andcro einde en tezamen heschen de beide mannen het ding op den vlakken bodem. Er was een hangslot, waar van men de sleutel miste, doch Mushalong brak hot open met een slag van het pikhouweel. Datchet lichtte het deksel op. Het was boordevol met sterk uitpuilende zakken', van boven vastgebonden. „Is het werkelijk goud" vroeg Kate. Een flikkering van een mes, en de vraag vond be antwoording. Het loon van al het zwoegen van den armen Brodsky kwam te voorschijn. „Allemachtig, dat heeft hij 'm gelapt!" zeide Dat chet. „Hoeveel is het waard?" Mushalong maakte een snelle berekening en oor deelde, dat het geheel wel zeventig duizend dollars zou opbrengen. „Zeventig duizend!" „Ongeveer." „De moeite van het komen waard." Op Beldon mankte het geen indruk, om de eenvou dige reden, dat hij zich nooit om geld bekommerd had. Hij hoopte eens een millioen of twee waard te zijn. „*t Lijkt mij het beste om het naar het kamp te brengen", deed hij aan de hand. Do beide mannen verdeelden de zakken onder el kaar, en na twee tochten was alles in Kate's hut ondergebracht. Manr na een kleine overpeinzing, ver zocht Datchet om hem maar dadelijk zijn aandeel te geven. Kate had geen bezwaar, en Datchet versjouw de de helft der zakken. „Nu gaan we zeker naar huls, hè?" zeide Joe. „Ja." Zij hieven twee dagen bij het meer, gedurende wel ken tijd Mushalong het geraamte hegroef, en naar de mijn zocht, waaruit het goud gowonnen was. Maar er was geen spoor van mijnbouwwerkzaamhe- den in de buurt, en hij kwam tot de conclusie, dat Brodsky het dieper het land in gevonden en naar het meer gebracht had, om daar te worden getrof fen door de verschrikkelijke ziekte, welke hem ten slotte ten grave sleepte. „Geen geluk gehad, Joe," zeide Mushalong. „Nou, hij had ons wel eens wegwijs kunnen ma ken. waar hij dien slag geslagen heeft", gromde Joe. „Allemachtig, vindt je niet, dat Datchet met zichzel- ven ingenomen is.?" Mushalong krulde verachtelijk zijn lip, want Dat- chet's triomf was moeilijk to verduwen. Tegelijker tijd was hij blij, dat Kate er tenminste iets door ge kregen had. Zij scheen nu over het grootste verlies, dat zij geleden had, heen gekomen te zijn, en was weer vol leven en geestdrift. „Brodsky is steeds een goed vriend geweest", leg de zij Mushalong uit. „Hij was er leelijk aan toe, drie jaar geleden, ert mijn vader hielp hem. Ik zou nooit hebben kunnen droomen, dat hij nog eens in staat zou zijn ons terug te betalen. Is het niet vreemd, dat er taal noch tceken van zijn slede of uitrusting is?" „Niet zoo erg vreemd. Een zwervende Idiaan zou een slede, en wat daarbij behoort, heusch niet laten liggen. Misschien heeft de man, die de boodschap vond, het geheele zaakje medegenomen, en het ver derop verhandeld." „Dat zal het wel geweest zijn. Ben je niet blij om naar Lavendou terug te kunnen keeren?" „Neen." „Waarom niet?" Hij wilde haar zeggen, dat Lavendou voor hem eenzaamheid beteekende; dat op dezen tocht zijn geheele kijk op het leven een verandering had on dergaan. Dat zij zijn diepste innerlijk in beroering gebracht had. Hoe moeilijk was liet evenwel woorden te uiten, welke zoo vreemd voor hem waren. Beldon kon het doen, misschien, maar Mushalong niet, aan gezien hij dezo liefhebberij nooit in zijn leven be oefend had. „Ik heb daar een paar dwaze dingen uitgehaald," legde hij uit. „Ik vond het prettig om, na een paar dagen in den feilen wind en sneeuwstormen te heb ben geloopen, binnen te zeilen, en de jongens bij el kaar te vinden, die op den post zaten te wachten. Verdikkeme, wat waren we dan vroolijk! Maar, dat is allemaal voorbij. Ik ben mijn baantje kwijt, en Lavendou zal nou wel machtig deftig geworden zijn, nu de trein er de menschen do noodigo opvoeding brengt Ik heb het idee, dat de spoorweg al het leven uit de dingen haalt." „Wat zul je dan gaan doen als je temg bent, Mushalong?" vroeg zij. „Misschien ga ik wel achter de pelzen aan, mis schien ga ik houthakken. Misschien..." „Misschien vindt je wel een vrouw ,en kies je een vaste woonplaats," onderbrak zij hem, terwijl zO hem een zijdelingschen blik toewierp. Hij schrok op, want de opmerking deed hem zijn laatste escapade in herinnering komen. Hij had er meer dan ooit spijt van, want hij kwam thans volle dig tot het besef, welk een miserabele geschiedenis dat was. De arme Marie Louise zou hem ervoor ha ten, dat hij haar dat aangedaan had. Hij dankte God, dat hij de zaak in orde had gemaakt, voordat hij vertrokken was. „Zoudt U denken, dat ik als echtgenoot zou uit blinken?" vroeg hij met een grijns. „Ik denk dat jij bij de meeste dingen zoudt uit blinken." „En zou er een vrouw te vinden zijn, die een man zou willen hebben met zoo goed als leege zakken, en geen vooruitzichten, die de moeite waard zijn?" „Zij zou daar niet aan denken, indien indien zij hem beminde." Dit alles kwam hem later in de gedachten. Hij ging ieder woord van het gesprek na, om to zien of er nog iets van beteekenis voor hem verloren gegaan was. Joe zag hem, terwijl hij peinzend, met half-ge- sloten oogen, in de stralen van de ondergaande zon staarde. „Is er iets niet ln orde, Mushalong?" vroeg hij. „Niet in orde?" „Ja. Ik kan geen wijs meer uit je worden. Wan neer je iets tegen mij zegt, dan is het net, alsof je niet weet, waar je overpraat. Je wilt mij toch niet wijsmaken, dat je ervoor gevallen bent?" „Gevallen voor wat?" Joo wees met zijn duim over zijn schouder naar het kamp. „Haar", zeide hij. Mushalong haalde zijn schouders op. Het was nut teloos om het Joe absoluut liegen te heeten. In de eerste plaats loog hij Joe nooit voor, en in de twee de plaats zou Joe hem toch niet gelooven. „Laten al die vrouwen naar don donder en blik sem loopen", gromde Joe. „Ik snap maar niet, wat zij er aan vinden om te maken, dat oen man heen en weer rent al een dolgeworden hond. Wat zijn Jullie twee toch eigenlijk van plan? Zij is zoowat half en half getrouwd met Beldon..." „Als je nog één woordt zegt, Joe, dan smijt ik je do rivier in", barstte Mushalong los. „Dat gekcf den geheelcn dag lang ik heb er meer don genoeg van." Joe Het zijn adem met een fluitend geluid ont snappen. Was dat Mushalong, die op een dergelijke manier met hem sprak! Het was verbazingwekkend. „Je bent ziek, man," snoof hij. „Verdomd ziek." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 6