Raad Schoort.
Mushalong
Ook Schoorl in 1935 onder de nood
lijdende gemeenten gerangschikt*
- Waarschijnlijk tekort 18000.—.
Dc raad dezer gemeente kwam Donderdag 4
October, 's middags half drie in vergadering bijeen.
Voorzitter de heer Baron Van Fridagh, burgemees
ter; Secretaris dc heer Smits.
Alle leden waren aanwezig.
Voorzitter opende de vergadering niet woorden
van welkom, er zijn genoegen over uitsprekende, dat
de twee leden, die de vorige vergadering afwezig
waren, weer'hersteld zijn.
De notulen van de vorige vergadering worden on
veranderd goedgekeurd en vastgesteld.
Voorzitter deelde mede dat reeds 50 werkloozen
uit deze gemeente in de duinen tewerkgesteld zijn.
Dit is het maximum. Men heeft aan den Minister
uitbreiding van dit getal tot 75 aangevraagd.
Ingekomen stnkken en mededeelingen.
Ingekomen was een schrijven van de Ged. Staten
van Noord-Holland, houdende mededecling, dat dc
stuiting van de vaststelling van de aanslagen in de
pcrsoncele belasting voor het belastingjaar 1934 is
opgeheven. Voorts goedkeuring van een Raadsbe
sluit d.d. 30 Juni en 10 Aug. 1934, tot wijziging van
de begrooting 1933, en van een Raadsbesluit tot af-
en overschrijving op de uitgaafposten der begroo
ting 1934; eveneens van een Raadsbesluit d.d. 14 Ju
ni 1934, tot verkoop, alsmede overdracht van beheer
en onderhoud aan het Hoogheemraadschap Noord-
llollands Noorderkwartier van een gedeelte Heere-
vveg te Camperduin ter grootte van 70 M2.
proces-verbaal van knsopnnmc d.d. 23 Aug. 1934
bij den Gemeenteontvanger tot een bedrag van
f 118.08 en d.d. 31 Aug. d.a.v. hij den Administrateur
van het G.E.B. en G.G.B. tot bedragen resp. van
f 6649.98% en f 1474.80 met welke bedragen de be
trokken bedragen overeenstemden.
B. en W. stellen voor de bovengenoemde stukken
voor kennisgeving aan te nemen. Aldus besloten.
Aan de orde was hierna een adres van D. Duin
Sz. alhier, houdende verzoek tot den verkoop van
een strook gronds ter grootte van 300 M2. aan den
Duinvoctweg in de gemeente Schoorl, kadastraal be
kend Sectie C. No. 715 (achter do O. L. school te
Schoorl).
B. en W. stellen voor op dit verzoek afwijzend te
beschikken, daar er naar hunne meening geen en
kele aanleiding bestaat, deze grond midden in het
dorp, achter de O. L. school van de hand te doen;
integendeel het bezit in dc toekomst van bijzondere
waarde en nut voor dc Gemeente kan zijn, ook in
verband met het feit, dat nog geen beslissing is ge
nomen over de centralisatie van de school.
De heer Duin dacht dat er geen bezwaar behoefde
te bestaan. Het is slechts een klein stukje en bij
beeft het reeds in huur.
De heer Schermer zou het wel willen verhuren, zoo
lang men er geen andere bestemming voor heeft.
Spr. wilde niet verkoopen. Het geheele terrein be
houden zou spr. voord cel iger voorkomen. Het is een
gedeelte van het terrein van dc school.
Het voorstel van B. en W. werd aangenomen.
Ingekomen is nog een ongezegeld schrijven d.d. 15
Sopt. 19.14 van Mej. H. D. Th. Nuijs cs., alhier, hou-
dflnda vertoek tot plaatsing van een lantaarn op de
Burgem. Peerklaan nabij den Omloop.
Komt als ongczcgeld voor een beschikking niet in
aanmerking. Bovendien werd om redenen van be
zuiniging op vroegere adressen tot uitbreiding der
straatverlichting afwijzend beschikt.
Voorzitter deelde mede dat op do hoek der straat
een lantaarn staat. Het schrijven werd aangehouden.
Steun aan kunstschilders.
Ingekomen was nog een schrijven omtrent het
verleenen van steun aan werklooze kunstschilders.
I)e kunstonnarsvereenigingen zijn bereid f 35.000
ter beschikking te stellen, en wordt van Rijk en
Gemeente ieder een zelfde bedrag gevraagd, zoodat
men de beschikking zou hebben over f 105.000. Voor
de eerste 52 weken schat men het benoodigde be
drag op f 100.000. Het Nat. Crisis-Comité is bereid
f 40.000 hieraan te betalen, de kunstenaars willen
f20.000 en dc bedoeling is dat Rijk en gemeenten
ook elk f 20.000 geven.
De bedoeling is nu. dat door den Raad in begin
sel wordt besloten, dat op den steun dezer gemeente
kan worden gerekend. Er wordt nog geen bedrag
genoemd.
Voorzitter wees er zoo terloops op. dat de be
groeting 1935 een tekort aanwijst van pl.m. f6000.
Do heer Schermer wees er op «lat hier kunste
naars wonen, en dat zo het hard hebben. Het is ook
een belang voor de gemeente. Spr. wilde er wel aan
meedoen.
De heer Gutter was het met den heer Schermer
eens.
FEUILLETON.
door
OEORGE GOODCHILD.
19.
„De onzen komen ook te zijner tijd. Misschien
loop ik nog weieens tegen een grijzen heer aan. Ik
weet een plek verderop, waar die kerels zich op
houden."
Twee dagen later stootten zij op do eerste groote
hindernis zworen sneeuwval. liet begon laat in
den namiddag en hield den geheelen nacht aan.
's Morgens was alles bedekt met een laag van acht
duim, en op verschillende plaatsen was een aan
zienlijke opeenhooping. Mushalong perste de lippen
op elkaar, toen hij naar het schoone, doch voor hen
weinig aanlokkelijke tooneel keek. De strijd was
thans eerst recht aangevangen.
We schijnen er leelijk aan toe te zijn" zeide Beldon
„Het ergste moet nog komen," antwoordde Musha
long. „U moogt de waarheid wel weten, ofschoon ik
liet heter vind, dat Kate zal denken, dat dc kansen
tamelijk goed zijn."
Beldon kromp ineen hij het gebruik van Kate's
voornaam, liet was heel toevnliig uit Mushalong's
mond gevallen, doch bet bad toch zijn gebelgdheid
opgewekt. Ilij kon zijn aangeboren snobbismo niet
overwinnen, temeer niet, daar het vermengd was
met een steeds groeiende jaloezie.
„Denk je denk je, dat wo het niet zullen ha
len?" vroeg hij.
„Neen, dat niet. Maar ik wil je wel zeggen, dat we
een ware hel zullen doormaken, tenzij we spoedig
op oen hulpslcdc loopen. Het is hier al beroerd ge
noeg tusschen de hoornen, maar buiten in do prai
rie... En dan is <-r die kwestie van hot Voedsel nog.
Met een geweer en ammunitie kan een kerel host
voor zichzelf zorgen, maar om voor drie monden
te jagen..."
Beldon slikte, en knikte met het hoofd. De waar
heid van dio woorden werd, als het ware, er hij
Kunstschilder een gemakkelijk vak?
De heer Kaag had eenige bezwaar. Zal het het
gemakkelijke vak niet aanmoedigen?
Voorzitter dacht van niet. Men kan tegenwoordig
beter huisschilder zijn dan kunstschilder.
Men was voor het verleenen van steun.
De rekeningen over 1933.
B. en W. stelden voor, over te gaan tot vaststel
ling der navolgende rekeningen over het dienstjaar
1933.
Ten eerste die van het Burgerlijk Armbestuur:
uitgaven f 5.874.95 ontvangsten f 5.597.70, nadeelig
saldo f 277.25.
De Rekening van den Gemeenschappelijkcn
vlecschkeuringsdicnst, kring „Schoorl": ontvangsten
gewone dienst f 2.823.92, uitgaven gewone dienst
f 2.823.92, met een boeking naar winst, voor toevoe
ging aan het reservefonds ad f 54.42. Kapitaaldienst
in ontv. en uitgaaf f 54.42.
Do heer Schermer rapporteerde namens de com
missie tot goedkeuring van «le rekening van het
armbestuur, doch gaf in overweging, om. wat be
treft de premie van het ziekenfonds, hiervoor een
regeling te treffen, waarbij gemeente, fonds en be
trokkene ieder 1/3 betalen.
De rekening werd aldus goedgekeurd.
De rekening van den Vleeschkeuringsdienst werd
eveneens vastgesteld.
Woningbouwvereen. „Schoorl".
Aangeboden werd ter vaststelling, de winst- en
verliesrekening, alsmede balans per 31 Dec. 1933
van de Woningbouwvereen. „Schoorl" met een na
deelig saldo voor Bouwblok A van f 1.460.10; voor
Bouwblok B van f 751.22.
Op advies van de commissie aldus vastgesteld.
De lichtbedrljven in 1933.
Vervolgens werden vastgesteld:
de rekenig van het Gem. Elec. Bedrijf: Balans
bezittingen cn schulden f 140.654.70, winst- en ver
liesrekening f 25.889.77V2. met een boeking naar
winst van f 2.472.05%.
Slecht nieuws voor onderteekenaars der
gas-garantie.
De rekening van het Gem. Gasbedrijf: Balans: be
zittingen cn schulden f 93.858.19, winst- en verlies
rekening f 14.051.60, met een boeking naar verlies
van f 1.384.78%.
De heer Gutter vroeg of de winst van het electri-
citcitsbedrijf in het reservefonds wordt gestort. Spr.
wees op het a.s. nadeelig saldo van de begrooting
1935.
De heer Dapper wilde, als do reserve zoo groot
wordt, de tarieven verlagen.
Do heer Bijl wilde het verlies van het gasbedrijf
dekken door de winst van het elcctr.-bedrijf hier
voor aan te wenden.
De heer Dapper: Daar ben ik sterk tegen.
Do heer Guttcr: Omdat U zelf geen gas heeft,
zeker.
De Voorzitter vond het denkbeeld van den heer
Bijl wel -aanlokkelijk. Spr. achtte het wel goed, de
denkbeelden van dc heeren Bijl cn Gutter bij de
commissies in te dienen.
De heer Guttcr legde zich bij het voorstel van
den heer Bijl neer. Spr. zeide, dat er iets moet
worden gedaan om aan het verlies tegemoet te ko
men.
Ten opzichte van het gasbedrijf stelde de meerder
heid van de commissie voor, de gestelde garantie te
innen. De. minderheid wilde het op andere manier
zoeken, zooals de heer Gutter al heeft medegedeeld.
De heer Gutter vond het niet aangenaam, dat er
steeds bij do menschen wordt aangeklopt, die heb
ben meegewerkt tot de totstandkoming van het be
drijf. Er zijn aansluitingen genoeg, het is een crisis
verschijnsel, dat het niet rendeert.
De heer Duin zeide, dat de menschen. die de ga
rantie hebben geteekend, feitelijk het gas er „door
gehaald" hebben. Het zou wel mooi zijn als de
menschen het niet behoefden te betalen, met het
oog op de slechte tijdsomstandigheden.
De heer Duin wilde de garantie dit jaar handha
ven. 't Volgend jaar kan men weer zien.
De heer Dapper was het hiermee eens.
De heer Schermer was een tegenstander van ga
rantie-betalen, als hij het zelf betalen moest.
Spr. achtte het niet, juist dat de andere gemeente
naren voor do garantieonderteekenaars betalen. Er
zijn 300 aansluitingen, maar een groot aantal is nog
niet aangesloten.
Dc heer Van Lienen merkte op, dat het er wèl
„doorgehaald" is. Er zijn van dc grootste voorstan
ders die nu zoo goed als geen gas gebruiken.
De heer Gutter wees op het groote belang, dat het
gas heeft voor het vreemdelingenverkeer. Het is
daaraan wel ten goede gekomen.
De heer Van Lienen was het hiermee niet eens.
Voorzitter zeide dat het wel niet zoo aangenaam
is, garantie te betalen, spr. zal zich er echter niet
aan onttrekken. Spr. was het eens met den heer
Gutter, dat het het vreemdelingenverkeer ten goede
komt.
Het voorstel van de commissie werd aangenomen.
De gemeenterekening 1933. Nadeelig
saldo f 1393.91.
Aan de orde was vervolgens dc voordracht tot
voorloopige vaststelling dienstjaar 1933 van de ge
meenterekening. sluitende voor den gewonen
dienst in uitgaven op f 130.247.47, en ontvangsten
f 128.853.56, alzoo een nadeelig saldo opleverende
van f 1.393.91. De kapitaaldienst sloot in ontvangsten
op f 29.303.46, uitgaven f 27.586, zoodat het voordee-
lig saldo hiervan f 1.717.46 bedroeg.
De heer Schermer deelde mede, dat er geen aan
merkingen waren. Spr. memoreerde eenige posten,
b.v. waren de uitkomsten der belastingen steeds hoo-
ger geweest dan de raming. Er is de meest mogelijke
zuinigheid betracht, waarvoor spr. de betrokken
ambtenaren dank bracht.
Voorzitter dankte voor deze liulde. Spr. herinner
de er aan dat een post van f 5000 van werkverschaf
fing was betaald na sluiting der rekening 1933 en
overgebracht op dienst 1934. Als dit eerder was ge
beurd, zou het nadeelig saldo f 5000 grootcr zijn ge
weest.
De begrooting werd aldus vastgesteld.
Begrootingen 1935.
Aangeboden werd do begrooting 1935 voor bet
burg. armbestuur, sluitende in ontvangsten en uit
gaven op f 6088.17 voor den gewonen dienst. De ka
pitaaldienst sloot f 1000.
De begrooting voor den gemeenschappelijken
vleeschkeuringsdienst. in den kring „Schoorl", sloot
in ontvangst en uitgaaf, gewone dienst f 3.009.25, ka
pitaaldienst f 300.
De begrooting voor het Gem. Elec. Bedrijf: In ont
vangst en uitgaaf: gewone dienst f 26560, kapitaal
dienst nihil.
Dc begrooting van het Gem. Gasbedrijf: in ont
vangst en uitgaaf: gewone dienst f 14.521.44, kapi
taaldienst f 5.940.
De gcmeentcbcgrooting: in ontvangst en uitgaaf:
voor den gewonen dienst op f 132.673.59, kapitaal
dienst f 33.000.
De vleeschkeuringsdienst gaat vrij goed. Ondanks
de slechte tijden zijn dc opbrengsten van de slach
tingen hooeer dan verleden jaar.
De heer Duin: Een gevolg van het vreemdelingen
verkeer.
De begroot ing van het gasbedrijf geeft een vermoe
delijk nadeelig saldo aan van f 1300.
Belastingverhooging een onvermijdelijk
gevolg.
Ten opzichte van de gemeenetebegrooting, deelde
Voorzitter mede. dat hierover eerst overeenstemming
moet zijn met Ged. Staten, voor men deze kan vast
stellen. Tengevolge van het nadeelig saldo zal men
de opcenten op personeelo belasting van 175 on 200 en
die van de gem.-fondsbelasting van 90 op 100 moe
ten brengen, terwijl de gemeente van de tweede in
de derde klasse zal moeten worden ondergebracht.
Een groot gnt slaat het fonds voor werkloosheids
voorziening in de begrooting. Dat zal pl.m. f12000
vorderen. Daarvan heeft men de helft, of pl.m.
f 6000 niet kunnen dekken, zoodat men op steun
van bet Rijk zal zijn aangewezen.
De heer Dapper wilde liever niet meewerken aan
de verhooging van 175 op 200 opcenten.
Voorzitter merkte op. dat daaraan niet zal zijn te
ontkomen. Het is een der voorwaarden voor de steun
van het Bijk.
B. en W. stelden voor. een suppl. begrooting vast
te stellen, ten bedrage van f 1000 ter verhooging van
het subsidie van het Burg. Armbestuur over 1934.
Hot is noodzakelijk dat dit subsidie wordt verleend
cn werd aldus besloten.
Voorts een suppl. bcgrooting ten behoeve van het
G.E.B., dienst 1934, in verband met de aanschaffing
ecner reguleertransformator in do buurtschap Aagt
dorp (kosten f1000) en een draadstroom-vlietrans-
formafor in *t gebouw te Schoorl (kosten f600).
De heer Dapper vroeg, of er geen concurrentie
was in deze artikelen.
DeVoorzitter antwoordde van niet.
De heer Dapper: Dus kan men nemen wat men
wil?
Na eenige besprekingen werd het voorstel van B.
en W. aangenomen.
Op voorstel van B. en W. werd het ambtenarenregle
ment 1931 naar den wensch van Ged. Staten gewij
zigd.
De heer Gutter cn Schermer gevoelden er niet veel
voor om de wijziging van het ontslag van de gehuwdo
onderwijzeres aan te brengen, maar er was niet aan
te ontkomen.
De winkelsluiting.
B. en W. stelden voor, om overeenkomstig art. 5,
le lid der wet van 27 Juli 1934, Stb. 450, tc verklaren,
dat buitengewone omstandigheden aanleiding geven
tot openstelling van enkele soorten winkels als ge
steld bij de Winkelsluitingswet 1930, Stb. 460 tc ver
ruimen.
Ingevolge het bepaalde bij art. 5, le lid der boven
genoemde wet, kan aan 5 soorten winkels (tabak,
fruit, visch, brood, banket, chocolade, suikerwerk, al
dan niet tezamen met consumptieijs en winkels met
slijtvergunning) verruiming van openstelling op Zon
dag worden toegestaan, mits de Raad, belangheb
benden gehoord, verklaart, dat de tegenwoordige
buitengewone omstandigheden*hiertoe aanleiding ge
ven. Alle belanghebbenden, behoudens een enkele
uitzondering, hebben zich voor verruiming uitgespro
ken.
Na eenige. besprekingen werd deze verklaring al
dus vastgesteld.
Houten noodwoning te Hargen? Zal
nader worden beslist.
B. en W. stelden verder voor over te gaan tot het
doen bouwen van oen houten noodwoning op een
daartoe geschikt te maken terrein aan dc Jaagkade
te Hargen, ter voorziening in de behoefte aan goed-
koope arbeiderswoningen. De kosten worden ge
raamd op f 900.—. Dc weekhuur wordt bij begrooting
vastgesteld op f2.50 per week. Het wordt een transpor
tabel huisje. Het kan 15 jaar bestaan.
De heer Kaag achtte het niet op den weg van
B. en W. liggen cn van den gemeenteraad. Spr. bad
bezwaar tegen de plaats. Dc kosten van grondophoo-
ging zullen groot zijn.
Voorzitter: f25 is er voor geraamd.
De beer Duin: 't Wordt 500 a 600 gulden, en niet
minder.
De heer Kaag wilde bij het woonwagenkamp bou
wen. Dan heeft men ook waterleiding.
De heer Guttcr dacht ook wel, dat de gemeente
betere plaatsen had.
De heer Duin motiveerde zijn stem tegen. Ten eer
ste is de persoon zijn huis zelf uitgcloopcn. Men kan
hem onderbrengen in de school te Groet of in 't vroed
vrouwenhuis Ook in het oude raadhuis te Groet.
Voorts heeft spr. principieel bezwaar, daar er aan
stonds meer menschen komen van een speciale groep,
zoodat men wel 10 huizen kan bouwen. De woning-
bouwvereeniging wil niet aan den betrokken persoon
verhuren. Het is hier een groepsbelang, merkt spr.
op.
Dc heer Schermer is wel voor bouwen. Men is er
toe verplicht. De betrokken persoon is zijn huis niet
uitgcloopcn, maar woont bij een ander in. Daarom
werd z'n steun ingetrokken. Waar het komt te staan,
maakt spr. niet veel uit, maar wilde hij het niet bij
het woonwagenkamp zetten, daar alles wat van hout
is daar wordt afgebroken. Het gaat niet aan, de
menschen in een tent te laten wonen, in dezen tijd.
Men heeft het armenhuis gehad. Als dat er nog was,
zou men ze daar wel in hebben gedaan.
Wethouder Van Lienen was wel voor bouwen. Spr.
wist geen betere plaats dan de Jaagkade.
Dc heer Guttcr vroeg, of 't bij Aagtdorp niet kan.
Men besloot met 6 tegen 1 stem, die van den heer
Duin, tot het stichten, om in «Jen woningnood to
voorzien.
De heer Duin wees er nog op, dat er in Aagtdorp
een huis te koop staat. Waarom koopt men dat
niet? Dc heer Duin wilde dc menschen wel onder
dak geven; men moet niet denken, dat hij zo in do
openlucht wil laten.
De heer Bijl noemde eenige bezwaren van het
bouwen bij het woonwagenkamp.
Na eenige besprekingen besloot men met. 4 tegen
3 stemmen het voorstel van B. en W. aan te nemen.
De heeren Duin, Gutter en Van Lienen stemden te
gen.
De heer Duin tot den heer Van Lienen: Waarom
is dat nu weer? U stelt het toch zelf voor?
Wethouder Van Lienen: Ik wist geen betere plaats.
De heer Duin beloofde, in beroep te zullen gaan
bij God. Staten.
In verband met een ingesteld onderzoek en do ver
wachtingen «lat de rentestandaard nog lager zou
worden, werd een voorstel tot vervroegde aflossing
van eenige geldlceningcn, totaal ruim f200.000, aan
gehouden.
Rondvraag.
De heer Dapper vroeg opruiming van eenig vuil
bij het woonwagenkamp.
Voorzitter antwoordde dat er reeds opdracht is gc-
gegeven; het geringe getal arbeiders in gemeente
dienst is de oorzaak, dat het nog niet gebeurd is.
De heer Schermer vroeg te willen bevorderen dat
hem ingeheid. Hij voelde zich koud en ellendig, en
hij vond de maaltijden van de laatste dagen onvol
doende. Toch moest worden toegegeven, dat hij niet
heelemaal dc „dandy" meer was van dc heenreis.
Net als Mushalong, had hij zijn baard laten groeien
als bescherming tegen den bitter-kouden wind, en
hij sloeg minder acht op zijn handen.
Die dag was de ergste, welken zij tot nog toe had
den medegemaakt, want zij kwamen in een open
vlakte, en waren aan de genade van den wind over
geleverd. Over een uitgestrektheid van duizend voet
lag de sneeuw hoog opgestapeld, cn hun voeten
zakten er in weg soms tot aan hun knieën. Een
mijl hier doorheen stond gelijk aan drie mijl in ge
wone omstandigheden, cn vroeg in den middag
moesten ze al halt houden.
Mushalong maakte een gedeelte vrij van sneeuw,
cn richtte twee tenten op, terwijl Beldon zijn best
deed, en met een bijl zijn krachten beproefde op do
naburige denneboomen. Het vuur, dat tenslotte kon
worden aangelegd, knapte hen een beetje op, doch
het rantsoen was weer klein, want Mushalong had
geen geluk gehad met zijn geweer, en de rivier lag
eenige mijlen noordelijk.
„Morgen komen we weer aan de rivier", zeide
Mushalong. „En misschien kunnen we dan wat visch
vangen."
Hij raadpleegde zijn kaart, en hij was het met
zichzelf niet eens, of hij niet een poging zou wagen,
om een post op cenigcn afstand in het westen tc
bereiken, waarbij hij evenwel tweo rivieren zou
moeten overtrekken, hetgeen tot gevolg zou hebben
dat hij den weg zou moeten verlaten, waarlangs hulp
zou kunnen komen als die ooit kwam. Hij kwam
tot de conclusie, dat een dergelijk plan te riskant
was. Later kwam hij bij Kate met een bontjas zon
der mouwen. Ieder stuk vel, dat hij bezat, had hij
gebruikt voor den voor en achterkant, doch het was
in ieder geval veel heter dan de deken, welke zij om
haar schouders gedragen had gedurende dc laatste
paar dagen.
„Die zal wel niet tegen veel trekken kunnen", zei
de hij met een glimlach. „Mijn draad is niet al te
sterk, steek Uw armen eens uit!"
Dat deed zij, en hij liet de dikke jas over haar heen
glijden. Het was een kwalijk riekend kleedlngstuk,
doch gaf een verwonderlijke warmte, en de onder
scheidene kleuren waren bewonderenswaardig.
„Ik voel mij als Jacob," zeide zij.
„U lijkt anders heelemaal niet op hem", antwoord
de hij.
Zij voelde dit als een bedekt compliment, en was
er blijde mede, want zij was zich niet onbewust van
haar schoonheid, en hield ervan daaraan herinnerd
te worden door Mushalong of door welken man
ook.
„Wat heb je dat goed gedaan", zeide zij. „Ik kan
niet half zoo goed met naald en draad overweg.
Vind je het niet eenig. Arthur?"
Beldon knikte met zijn hoofd. Hij benijdde den
spoorzoeker diens kundigheden en de gelegenheden,
welke zich voor hem opdeden, om die ten toon te
spreiden. Hij benijdde hem den glimlach, welken
Kate hem gaf. Toch probeerde hij hem niet te haten,
want hij was niet otnbloot van een zeker gevoel van
dankbaarheid.
„Ik zal een beer zien te krijgen," zeide Mushalong
„Daar ginds is een groot bosch aan den anderen
kant van dc rivier. Ik zal den dag van morgen ge
bruiken om naar hem te zoeken, terwijl jullie
eens probeeren wat visch uit de rivier te verschal
ken."
Wat hem zelf betrof, voelde hij zich min of meer
gelukkig, want zijn wonden hinderden hem niet
langer. Hij was heel wat magerder geworden, doch
kwam zienderoogen weer bij, ondanks het weinige
voedsel, dat hij tot zich nam. Ofschoon hij zich vol
maakt bewust was van het gevaar, hetwelk hen
boven bet hoofd hing, vond hij het heerlijk ér tegen
te strijden. Het grootste gedeelte van zijn leven had
hij vechtende doorgebracht, en hij besefte, dat hij
practisch al het geluk, dat hij tot nog toe ondervon
den had, uit zulke conflicten verkregen had. Het
stond er nu evenwel een beetje anders voor, want hij
had twee betrekkelijk hulpelooze metgezclicn om
voor te zorgen. Ware de arme Joe in hun plaats ge
weest, dan zou hij zich nergens om bekommerd
hebben. Hij cn Joe zouden hun weg naar huis, zelfs
vanaf de pool, wel gevonden hebben, vooropgesteld
natuurlijk, dat zij in het bezit waren van geweren.
„Arme oude Joe!" mompelde hij. „Jij was van het
echte goede soort!"
De wind ging dien nacht liggen, maar de koude
werd intenser, 's Morgens vonden zij het witte dek
kleed overdekt met glinsterende vorstjuweelen
een wonderbaarlijk gezicht voor menschen met oen
volle maag en rijkelijk warm gekleed, doch een tra
gische ontwaking voor dc anderen.
HOOFDSTUK XIII.
Hulp.
Gelukkig voor Marie Louisc, kwam de eerwaarde
Ogle dien zomer niet in Lavendou terug. Zijn tocht
naar Toronto had tot resultaat gehad, dat men hem
naar Engeland gezonden had, om daar een belang
rijke conferentie bij te wonen. Hij zond een brief
kaart naar Marie Louise, waarin hij haar over zijn
plannen schreef, hetgeen haar ongerustheid aanzien
lijk verlichtte.
„Roeren hij die zaak niet aan?" vroeg Henrl.
„Neen," antwoordde zij.
„Hm! Eigenaardig!"
Zij had een tijd getracht haar broer de waarheid
te vertellen, maar het was veel moeilijker geweest,
dan zij zich had voorgesteld. Zij wist, dat hij haar
vreemde duad niet zou begrijpen. Hij zou woedend
opvliegen, haar met verwijten overstelpen, dat zij
hem bedrogen had, en de dingen nog moeilijker voor
haar maken. Natuurlijk was zij dwaas geweest
dat wist zij heel goed. Doch vreemd genoeg, had zij
door deze wijze van doen een soort van geluk on
dervonden.
Fennimore had haar het doel van Goring's gezel
schap, voor zoover zij daarvan op de hoogte was. me
degedeeld, en zij had de plaats opgezocht op een oude
kaart, welke zij bezat. Het gaf haar een zeker genot
om Mushalong in haar verbeelding over de prairie,
rivieren cn bergen te volgen. Zij had een gevoel, alsof
zij den tocht zelf maakte, wanneer zij dc kleine speld
dagelijks op de groote kaart verplaatste.
Doch de lange afwezigheid van liet gezelschap ver
wonderde haar. Met geen mogelijkheid kon zij met
de verplaatsing van baar speld zoo lang bezig blijven.
Zij moesten wel heel erg getreuzeld hebben, dacht
zij. Ongetwijfeld hadden zij menigen «lag «loorgc
bracht met schieten, of misschien hadden zij in den
zonneschijn liggen droomen? Maar toen de zomer
voorbij ging, en zij naar de bruine ahorn- en beukc-
bladeren staarde, begon zij te voelen, dat er wellicht
iets met het gezelschap kon zijn gebeurd. Zij kwam
toevallig op een dag Fennimore tegen ,cn vroeg hem
verlegen naar de zaak.
„Ik roken erop, dat zij binnen een paar «lagen
terug zijn," zeide hij. „Ik heb begrepen, dat zij slechts
voor den zomer uitgerust waren. Als dat zoo is, dan
zullen ze het buiten momenteel allemachtig koud
hebben."