Ka den koningsmoord
te Marseile
Raad van Schagen.
Zaterdag 13 October 1934.
SCHAGER COURANT.
Derde Blad. No. 9573
Twee medeplichtigen van den
moordenaar gearresteerd.
Een geschenk aan Napoleon.
Hen beslissende wending in het onderzoek.
Naar opheldering van de samen
zwering.
In het onderzoek naar het bloedige drama te Mar-
seille is thans, naar het schijnt, een beslissende
wending gekomen.
Twee, te Annemasso gearresteerde verdachte per
sonen, Benesj en Nogak, hebben in den loop van het
eerste verhoor toegegeven, dat zij tezamen met Ka
lóman in Marseille zijn geweest. Zij lieten verder
doorschemeren, dat zij opdracht hadden in Parijs
een tweeden aanslag te plegen, wanneer de eerste
zou mislukt zijn.
In Parijs en in de provincie wordt het onderzoek
naar verdachte Zuid-Slaven met kracht voortgezet.
Te St. Denis bij Parijs zijn heden twee Zuid-Slavi
sche onderdanen gearresteerd, bij wie men verdacht
materiaal in beslag heeft genomen. Men heeft nog
niet ondubbelzinnig kunnen vaststellen, wat zij in
Frankrijk uitrichtten.
Reeds Donderdag was men op grond van de ver
klaringen van getuigen tot het inzicht gekomen, dal
Kalemen, wiens signalement en vingerafdrukken
thans naar alle Europecscho hoofdsteden zijn ge
zonden, niet alleen heeft gestaan, maar dat de aan
slag het werk is geweest van een terroristische ben
de, waarvan ongetwijfeld de reeds genoemde Ticho-
mir Nalis de spil moet worden geacht. Deze Macedo
niër is een half jaar geleden uit Frankrijk en oVer
de Belgische grens gezet, na in Marseille eerst vier
maanden gevangenisstraf uitgezeten to hebben. De
Franscho politie heeft natuurlijk zijn foto en vin
gerafdrukken behouden, liet staat ook vast, dat hij
Kalemen diensten als tolk heeft bewezen. Waar
schijnlijk is hij achtergbleven te Parijs en heeft hij
de andere leden van de bende, die dan in het ge
heel vier of vijf leden heeft geleld, naar Marseille
gestuurd.
Verder heeft een chauffeur uit St. Quentin de poli
tie medegedeeld, dat liij Dinsdag een buitenlander
die uit den D-trein Parijs-Brussel was gestapt, van
St. Quentin eerst naar Rijssel en toen naar Rou-
b'aix had gebracht, waar de man hem betaalde en
verdween. De chauffeur meent in zijn passagier Be
nesj to herkennen, wiens portret hij in de kranten
heeft gezien. Men acht het niet uitgesloten, dat deze
Macedoniër een poging heeft willen doen om een
aanslag op Koning Alexander te Parijs te plegen.
Men neciuEaiuv daFJiij, lyen luj \e St Quentin van
den geslaagden aanslag te Marseille hoorde,- zijn
réis heeft onderbroken.
De bewapening van den moordenaar.
De „Matin" meldt uit Marseille, dat de moorde
naar van Koning Alexander buitengewoon zwaar
bewapend was. Men vond oji hem een Mauser-ma
chinepistool, kaliber 7,Go mm., dat 1240 gram woog,
28,8 cm. lang was en waarin patroonbanden van 10
of 20 patronen gebruikt werden; verder een Wal-
ther-pistool, eveneens van 7.G5 mm. kaliber en ten
slotte een born, waarvan de herkomst niet kon wor
den vastgesteld. Hij bevatte ongeveer 80 gram ched-
diet en was van een model, zooals anarchisten ge
woonlijk niet bezitten, doch zooals in den oorlog ge
bruikt werd. Aan patronen had Kalemen twee pa
troonbanden van 20 patronen voor de Mauser- en G
patroonbanden van 9 patronen voor den Walther-
revolver bij zich.
De veiligheidsmaatregelen te Marseille.
De politie staat aan hevige aanvallen bloot, en van
verschillende kanten wordt uitgesproken, dat Bar-
thou niet gestorvep zou zijn als onmiddellijk de ver-
eischte voorzorgen getroffen waren. Aan den anderen
kant geeft de politie tc Marseille thans van over-
prikkeldheid blijk. Degenen, die krachtens hun be
roep de gebeurtenissen móeten volgen, worden op
alle manieren gehinderd, vooral de fotografen.
De Fransche minister van binnenlandsche zaken,
Sarraut, die door de Fransche bladen verantwoorde
lijk wordt gesteld voor het feit, dat de aanslag in
Marseille kon gelukken, is afgetreden.
Verder zijn nog andere personen uit hun hooge
functies ontheven.
Het Gemeentebestuur van Marseille publiceert een
verklaring, waarin bet de geruchten tegenspreekt,
dat het zich tegen bepaalde veiligheidsmaatregelen
ter gelegenheid van de ontvangst van den Koning
van Jocgo-Slavië, o.a. gebruikmaking van troepen
voor den ordedienst, zou hebben verzet. De stedelijke
autoriteiten van Marseille verklaarden, dat zij over
het organiseeren van de ontvangst van den Koning
in het geheel niet geraadpleegd zijn, doch dat alle
ordemaatregelen door een uit Parijs naar Marseille
gekomen politie-vertegenwoordiger zijn georgani
seerd. Hij heeft den Burgemeester van Marseille
Voor het eerst' te Rome geëxposeerd.
Rome. Een geschenk, dat een Engelsch officier
eens aan Napoleon gegeven heeft, wordt voor het
eerst tc Rome voor het publiek ten toon gesteld.
Het is een Chineesche lakdoos, ingelegd met paarle
moer en het werd Napoleon aangeboden door Mount-
stuart Elphwinstone, een bekende Britsch-IndiSche
administrateur, uit dank voor bet redden van het
leven van zijn Inner, kapitein Elphinstone. Vlak
voor den slag bij Waterloo werd de kapitein n.1.
zwaar gewond gevangen genomen. Hoewel Napoleon
zeer druk bezig was om zijn krijgsplan uit te wer
ken, informeerde hij toch met belangstelling naar de
gezondheid van den kapitein en zond zijn besten
chirurg om hem te helpen. Hierdoor redde hij diens
leven. Twee jaat later, toen Napoleon naear St. He-
lona verbannen werd, zond Mountstuart Elphinstone
hem een Chineesche doos, die hij uit Indië meege
bracht had. I)e keizer was zeer verheugd met het
geschenk en bracht vele uren door met de spelen,
welke do doos bevatte.
Het kostbare geschenk staat nu tentoongesteld in
het Napoleon Museum in het „Palazzo Primoli" dat
opgedragen is aan den zoon van Napoleon „de Koning
van Rome".
zelfs niet gevraagd, zich bij de personen, die den
Koning ontvingen, aan te sluiten.
De film van het bloedbad.
Zooals gemeld werd, hebben ccnige filmoperateurs
het verloop van den aanslag geheel op de filmstrook
kunnen vastleggen en zijn deze films ter beschik
king van de Justitie gesteld. Verschillende exempla
ren ervan zouden rèeds Woensdagavond in de jour-
nals der Parijsche bioscopen draaien, doch op het
laatste oogenblik heeft de politie de vertooning ervan
verboden. Een in Londen vertoonde film zou reeds
sterk gecoupeerd zijn geweest.
Slechts een enkele Parijsche bioscoop hield zich
niet. aan de politic-instructies en vertoonde de film
ondanks het. verbod. Volgens degenen, die de film ge
zien hebben, blijkt daaruit duidelijk, hoe gebrekkig
de ordedienst georganiseerd was. De „Paris Soir"
schrijft, dat men nauwelijks kan spreken van een
cordon van politieagenten, die de menigte tegenhiel
den, doch dat men slechts hier en daar een agent zag,
die de grootste moeite had de straat vrij te houden.
Bovendien kan men op dc film met verbazing con-
stateeren, dat de auto, waarin zich dc koning en de
Fransche Minister van Buitcnlandsche Zaken bevon
den, slechts door twee hooge .officieren te paard was
omgeven en bovendien zeer dicht langs dc menschcn-
menigte reed.
Uit Londen wordt -over deze film nog het volgen
de gemeld:
Duizenden Londenaren hebben een film aan
schouwd, die wel een der actueelste en meest histo
rische is, die ooit vertoond werd. Op het witte doek
werden de laatste oogenblikken van Barthou en Ko
ning Alexander en de opwinding der razende me
nigte, die op den moordenaar aftrok, geprojecteerd.
Men is van meening, dat het geen wonder is, dat. de
Fransche autoriteiten alles in het werk gesteld heb
ben om te verhinderen, dat de film over dc gren
zen kwam en dat zij een copie die voor New-York
bestemd was in Chcrbourg in beslag beeft genomen.
Men is er echter blijkbaar in geslaagd de film naar
Engeland te brengen, waar hij nu in 1500 bioscopen
wordt gedraaid. Onder de toeschouwers bevonden
zich heden een groot aantal ambtenaren van de
geheime politic van Scotland Yard, die zoo nauw
keurig mogelijk dc gezichten van de menschcnmenig-
te bestudeerden, teneinde te zien of zich ook be
kende internationale misdadigers daartusschen be
vonden.
(Zie vervolg op pag. 1 van Eerste Blad).
Het wangedrag van den Directeur
der lichtbedrijven.
Voorstel van B. en W. hem eervol
ontslag te verleenen verworpen met
6—5 stemmen.
Scherpe discussies.
Met ingang van heden, 13 October
geheel hersteld in zijn vroegere positie.
Spoedeischende vergadering van den Raad op Vrij
dag 12 October 1934, des avonds kwart over zeven
uur.
Voorzitter de heer Jb. de Vries, loco-burgemeester;,
secretaris de heer A. C. Roggeveen.
Aanwezig zijn alle leden.
Dc Voorzitter opent de vergadering en deelt mede
dat hij, doordat de Burgemeester met vacantie is, de
vergadering zal presideeren.
De notulen worden goedgekeurd.
Ingekomen stukken.
Ingekomen zijn de volgende stukken:
Mededeelingen van den Commissaris der Konin
gin, dat bij Kon. Besluit van 19 September opnieuw
tot Burgemeester dezer gemeente is benoemd de heer
J. C.ornelissen;
goedkeuring door Ged. Staten van het raadsbesluit
tot verlaging van rente van geldleeningen; idem
suppletoire begrooting 1934 van de gemeente; idem
wijziging' begrooting 1934 vari'liefeleclridteitsbedrijf;
mededceling van Ged. Staten dat de beslissing om
trent het- raadsbesluit tot herziening Tan het le plan
van uitbreiding door hun college is verdaagd;
verslag van de vergadering van dc commissie van
Uitvoering van den Vleeschkeuringsdienst kring Bar-
singerhorn, op 29 September 1.1
Mej. P. A. Visser bericht, dat zij haar benoeming tot
onderwijzeres aan de U.L.O. school aanneemt.
Ingekomen is proces-verbaal van kasopneming bij
den gemeente-ontvanger op 24 September 1.1. Kas
en boeken waren met elkaar in overeenstemming.
De Voorzitter stelt voor deze stukken voor kennis
geving aan tc nemen.
De heer Van Erp wensscht een vraag te stellen
aan den heer Blaauboer, als vertegenwoordiger van
de gemeente in de commissie van den Vleeschkeu
ringsdienst. Spr. heeft enkele verslagen dier commis
sie afgewacht, maar hem is niet gebleken, dat er af
keuring is uitgesproken over het geval dat zich t.a.v.
den heer Wurkum heeft afgespeeld. Spr. herinnert
er aan hoe de kwestie ter sprake is gebracht, toen
het ging om gemeentelijke steun voor de plaatsing
van een kind van den heer Wurkum op een bijzón
dere school. Op geen enkele wijze nu is spr. gebleken
hoe de geldleening met Wurkum is afgedaan en ook
uit do begrooting van den Vleeschkeuringsdienst
komt dit niet tot uiting.
De beer Blaauboer zegt niet te begrijpen, wat de
heer Van Erp bedoelt.
Dc lieer Van Erp verwondert zich daarover. Spr.
deelt dan mede, dat de heer De Boer geld aan den
Vleeschkeuringsdienst had geleend, maar in die lee
ning was ook geld van den heer Wurkum.. Uit de
stukken blijkt niet dat nu de heer Wurkum ontslagen
is, dat geld aan hem is terugbetaald.
De heer De Veer licht in, dat de Vleeschkeurings
dienst bij de Bank van Ned. Gemeenten een geldlee
ning had geplaatst van f 125000. Bovendien werd een
geldleening van f20.000 geplaatst bij 3 particulieren
en één van die particulieren was de lieer Wurkum.
ITet ontslag van den. heer Wurkum is echter voor de
commissie van uitvoering geen aanleiding geweest
om de geldlening op te zeggen en evenmin is dat
het geval geweest voor den heer Wurkum. Waar de
geldleening bij de Bank van Ned. Gemeenten gecon
verteerd is, is ook aan de 3 particulieren gevraagd
de rente van 4^2 terug te brengen tot 4*4
De heer Van Erp vindt het niet juist dat wanneer
iemand wegens onregelmatigheden ontslagen wordt,
de geldleening in stand wordt gehouden. Spr. vraagt
of de buitengemeenten van dergelijke handelingen
op de hoogte zijn.
De heer Blaauboer merkt op, dat dit een kwestie
is tusschen den dienst en de geldgevers en waar geld
niet stnkt, meent spr. dat het niet uitmaakt van
wien het geld afkomstig is.
De heer Van Erp vindt het niet juist, dat men van
een ondergeschikte geld gaat lccnen en absurd acht
spr. het in dit geval. Nu Wurkum wegens onregel
matigheden is ontslagen, zou spr. met zoo iemand
geen zaken meer willen doen.
De heer Schoorl vindt deze zaak zeer eenvoudig
en oordeelt dat de heer Van Erp verder gaat dan
noodig is. Wij hebben niets met deze zaak te ma
ken, de gemeente Barsingcrhorn heeft de geldleening
gesloten. Hot komt vaak voor, dat een aantal parti
culieren deel nemen aan geldleeningen van gemeen
ten; de 2 hier ters prake gebrachte zaken hebben
jjiets met elkaar te maken.
jjDen Voorzitter komt het ook vreemcTvoor, dat de
heer Van Erp deze zaak ter sprake brengt.
De heer Van Erp zegt dan van meening te ver
schillen. Spr. vraagt wanneer de begrooting van den
Vleeschkeuringsdienst hier behandeld wordt.
De Voorzitter zegt, dat dit gebeurt, bij de gemeente-
begrooting. Op de gemeentcbegrooting staat de post
voor bijdrage uitgetrokken en dan kan de hcole
geste van den Vleeschkeuringsdienst ter sprake ko
men.
De ingekomen stukken worden hierna voor ken
nisgeving aangenomen.
Uitbreiding parkeerverbod.
Van garagehouders in deze gemeente is het ver
zoek ingekomen om liet parkeerverbod zoodanige uit
breiding te geven, dat het verbod niet alleen geldt
voor marktdagen, maar tevens op feestdagen, als
Paaschtentoonstelling, Winkelweek, Harddraverij en
andere dagen, waarop eenige festiviteit in Schagen
wordt gehouden, alssmede tijdens de bioscoopuren
en de uren waarin tooneel- of andere uitvoeringen
worden gehouden.
Naar aanleiding van dit adres doelen B. en W. me
de, dat zij bereid zijn de omschrijving der tijdstippen
inzake het parkeerverbod uit te breiden, zooals adres
santen verzoeken.
Ten aanzien van de plaatsen, waar alsdan het par
keerverbod geldt zijn B. en W. bereid deze als volgt
te bepalen:
de Markt, met uitzondering van het gedeelte, lig
gende vóór de perceelen, thans plaatselijk gemerkt
Wijk A, nrs. 83, 84, 85 en 86, dc Loet, het. Rénsgars,
de Heerenstraat, het Noord, de toegangen tot liet
Slotplein, de straten in het Heerenbosch, de Gedemp
te Gracht, de Laan, de Molenstraat, de Nieuwe
Laagzijdc en de Gedempte Laan.
De heer Orsel geeft zijn tevredenheid over dit
voorstel te kennen en wijst op den onhoudbaren toe
stand die thans bestaat. Spr. merkt ook op, dat het
met kermis is voorgekomen, dat een garagehouder
alle bussen op de straat plaatste, teneinde de auto's
van particulieren in de garage te kunnen onderbren
gen. Het verkeer kwam daardoor in gevaar en de
politie had daarop moeten toezien.
Prins Georgc van Engoland heeft Donderdag de groote internationale automobieltentoon-
stelling in Oimpia Hall te Londen geopend. Een overzicht van de groote expositiezaal.
De heer Schoorl kan zich ook wel met het voor
stel van B. en W. vereenigen, maar vraagt of B. en
W. niet vreezen, dat het verkeer naar Schagen door
de voorgestelde regeling zal worden getroffen.
De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. dit ook be
sproken hebben, maar h.i. kan een toestand als tij
dens de laatst revue-dagen toch niet bestendigd blij
ven. Toen wierp trouwens ook iemand zich op
als autobewaarder en waar de autobezitters dan ook
wat betalen, ligt het meer in de lijn dut ze naar do
garagehouders gaan. B. en W. gevoelen wel dat aan
net voorgosteldc ook bezwaren zijn verhonden, maar
de huidige toestand kan niet bestendigd blijven. Bij
het verdere betoog komt naar voren dat spr. ver
trouwt dat ook nu met dc noodige souplesse zal wor
den opgetreden, door het hoofd van dc polit:e en
de politie.
De heer Van Nuland wees op de mogelijkheid dat
straks weer andere bewoners zullen klagen, dat do
auto's voor hun perceelen worden neergezet.
Dc heer Stam achtte een vrij karpeerterrein in
het hart van de gemeente gewenscht, doch hem werd
gewezen op de straten die vrij blijven om te par
keeren.
De heer De Veer wees vooral op den onhoudbaren
toestand des Donderdags.
Het resultaat van de bespreking was ten slotte dat
het voorstel van B. en W. met algemeene stemmen
werd aangenomen en de heer Mr. Buiskool de op
merking maakte, dat als de garagehouders nu zoo
verstandig zijn den prijs wat naar beneden to
gooien, zij er ongetwijfeld voordeel van zullen
hebben.
Het voorstel van B. en W. om den direc
teur der lichtbedrijven eervol ontslag te
verleenen.
B. en W. stellen den Raad voor den directeur der
lichtbedrijven, den heer W. A. P. F. L. Blaeser, met
ingang van 1 November 1934 eervol ontslag te verlee
nen en hem tot den pensioengerechtigden leeftijd (19
Februari 1938) een vergoeding toe te kennen gelijk
aan het bedrag, dat hij alsdan aan pensioen zal ont
vangen, n.1. pl.m. f 2005.
Bij aanneming van dit voorstel vragen B. en W
de machtiging van den Raad tot het oproepen van
sollicitanten naar de betrekking op een jaarwedde
van f2500, met vrij wonen, vuur en licht, met 3 twee-
jaarlijksche verhoogingen van f200.
De financieele gevolgen hiervan zullen zijn als
volgt: Uit te betalen vergoeding aan W. A. P. F. L.
Blaeser 3*4 jaar f 2005 per jaar is f G516. Het uit te
betalen tegenwoordige salaris van den directeur zou
bedragen 3<4 X f3400 is f11050. Uit te betalen over
hetzelfde tijdvak aan den nieuwen titularis f8375.
verschil f 2075. Nadeelig»verschil in totaal f 3841.
De Voorzitter zegt dat eerst het eerste gedeelte van
het voorstel, het verleenen van eervol ontslag en het
toekennen van vergoeding zal worden besproken.
De heer Van Nuland zegt dat hij langen tijd is
ziek geweest en dat hij blij is, dat, nu hij weer her
steld is, hij in de gelegenheid is over deze zaak een
enkel woord te zeggen. Spr. heeft deze zaak niet
meegemaakt en hoeft dus de bescheiden moeten be-
studeeren. En hij heeft daarbij het gevoel gekregen,
dat deze zaak schromelijk is overdreven. En het
tweede gevoel dat bij spr. post vatte, was, dat B. en
W. verbazend met deze zaak hebben gezeten. Voor
spr. is de uitspraak van den pensioenraad niet
vreemd, terwijl hij ook wel vermoedde, dat dezti
zaak zoo lang zou duren. Met dat al heeft deze zaak
de gemeente geen prettige parten gespeeld. Spr.
gaat na, hoe naast den accountant die dc admini
stratie moest voeren, een bediende werkzaam was,
die anders tot Mei in functie zou blijven, hoe de
i baasfitter technisch leider werd met een vergoeding
van f 10 per week ert hoe spr. heeft gehoord dat deze
niet capabel was om het electrisch bedrijf te behce-
ren en toen zijn confrère gemeend had zijn vinger
omhoog te steken en erop had gewezen dat dus do
technische leiding van het electrisch bedrijf beter
aan hem kon worden toevertrouwd. B. en W., royaal
als ze in deze zaak waren,gaven hem volkomen gelijk
en kenden hem een bedrag toe van f 2.50 per weck
met terugwerkende kracht.
Was dit alles voor B. en W. geen aanleiding om
spoedig een eind aan deze zaak tc maken? B. en W.
zullen zeggen dat ze eerst"bericht moeten hebben
van den pensioenraad. Zeker, maar B. en W. hadden
eerder te bevocgder plaatse moeten informccrcn. En
toen 6 Sept. dc beslissing van den Pensioenraad af
kwam, hebben B. en W. zich nog niet gehaast, doch
zijn nevenpaden ingeslagen en hebben opheldering
gevraagd over bijkomstigheden. B. en W. hebben do
zaak dan veel te lang getraineerd.
Thans stellen B. en W. voor den directeur eervol
ontslag te verleenen. Is dat wel consequent t.a.v. het
voorstel van 24 April, toon zij hein wilden handha
ven en hem voorloopig met den titel van administra
teur tegen een salaris van f 2500 plus emolumenten
in functie wilden laten?
Toen wilden B. en W. hem wel handhaven, toen
achtten zij bij handhaving het bedrijf niet bena
deeld! Is er dan na die bewuste vergadering van 24
April iets gebeurd dat in het nadeel van het bedrijf
is? Spr. wijst op het ingrijpend voorstel, een amb
tenaar, die 21 jaren al zijn krachten aan het bedrijf
heeft Vggevcn.
Als nu het voorgestelde eervol ontslag werd ver
leend, zou dat een blamage zijp voor dc gemeente.
Heeft deze directeur verdiend, dat een dergelijke
ontslagbrief hem zou worden thuisgestuurd? Spr.
wijst er uitvoerig op hoe hij gedurende zijn W/z-
jarig lidmaatschap met belangsteling heeft gevolgd
de rapporten over de lichtbedrijven en boe in al die
rapporten één lijn viel waar te nemen, n.1. de hulde
aan de technische leiding en de administratieve cor
rectheid van den directeur. Wat heeft, er dan plaats
gehad om een dergelijk voorstel tc doen? Is er frau
de gepleegd? of een verregaande nonchalance in do
boekhouding te constateeren? Neen, alleen het lut
tele feit, wat spr. echter niet goedkeurt, maar waar
mede de directeur zichzelf heeft geblameerd en ge
compromitteerd.
Spr. wijst er op dat van de *24 uren deze diretceur
er 24 werkte en dat in den laatsten tijd wel tot uiting
is gekomen het gemis van zijn leiding. Dat de direc
teur er al die jaren zooveel van de gemeente heeft
uitgespaard, daarvoor wenscht spr. hem een woord
van hulde tc brengen.
En uit dankbaarheid wordt voorgesteld om hem
eervol ontslag te verleenen en hem een vergoeding
toe te kennen tot aan den pensioengerechtigden leef
tijd. Hem een dergelijk briefje thuis te zenden, daar
zal spr. zijn stem niet aan geven.
De Voorzitter zegt dat B. en W. nooit ontkend heb
ben, dat de administratie goed gevoerd werd. Om
wat zich had afgespeeld meenden B. en W. hem als
directeur niet te kunnen handhaven, wel echter als
administrateur. Iemand wiens prestige zoozeer was
geschaad, was h.i. niet als directeur te handhaven.
Spr. wijst er op dat het geneeskundig onderzoek ge
heel op verzoek van den heer Blaeser heeft plaats
gehad en dat dit onderzoek zoo lang zou duren, had
spr. niet bevroed. Spr. ontkent ten stelligste dat B.
en W. deze zaak hebben getraineerd, integendeel
hebben zij alles gedaan om de zaak te bespoedigen
en er nog een telegram aan den Pensioenraad aan
gewaagd. Spr. wijst er ook op dat lichtere misgrepen
wel eens zwaarder worden gestraft dan nu door
B. en W. wordt voorgesteld. Steeds hebben B. en W.
zich laten leiden door het belang van het gezin en
dat is ook nu nog liet geval. Spr. is 3 jaar lid van
het college van B. en W. en verschillende dingen
hebben zich gedurende dien tijd voorgedaan. Meer
dere malen is dc directeur gewaarschuwd dat het
den verkeerden kant uitging.