B.K.C.-Schagen 2-1.
Van de Alkmaarsche
De eeuwige
Kostschool.
Sportvelden
Maandag 15 October 1934.
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9574
SPORT VAN ZONDAG
Onproductieve Schagen voorhoede.
Met één speler in de voorhoede, die over een be
hoorlijk schot kan beschikken, had Schapen gister
middag tegen B.K.C. niet verloren, want vooral na
de rust waren de Spartanen in den aanval waar
bij de voorhoede zich echter zeer onproductief toon
de, dat B.K.C. zich met de 21 overwining gelukkig
mag prijzen.
De twee elftallen, zooals wij die hedep aan het
werk zagen, behooren zecrr zeker tot de zwakste in
hun afdeeling en er zal heel wat in beider opstel
ling veranderd moeten worden, wil zoowel B.K.. als
Schagen een eervolle plaats op de ranglijst gaan in
nemen. De Spartanen leden aan hetzelfde euvel waar
aan zij nu reeds zoo'n geruimen tijd mank gaan: een
totaal onproductieve voorhoede. Men zie alleen maar
eens Schapens voorhoede scoort in 4 wedstrijden
slechts 6 goals. Nog niet eens twee per wedstrijd. Men
had voor dezen wedstrijd Biersteker weer eens uit den
aanval gehaald en op de rechtshalf plaats neergezet,
waar hij beter thuis is dan op de linksbinnen plaats.
Boontjes toonde zich gistermiddag weer behoorlijk
de leider der voorhoede. Evenals voorheen kwam
voor beide vleugelspelers bij Schagen het meeste ge
vaar, want de binnenspelers de Vries en Petoom
brachten er niet veel van terecht. Peetoom was nog
de beste, doch zal eerst in een reserve-elftal de noo-
dige routine op moeten doen. Heel veel moeite had
de B.K.C. achterhoede met deze voorhoede dan ook
niet, al ontstonden er meermalen door middel van
Boontjes hachelijke posities voor het B.K.C. doel. Dit
was echter meer te danken aan enkele zwakke mo
menten van de B.K.C. backs, dan aan goed aanvals-
spel der tegenpartij.
De wedstrijd
werd door den heer Anijas geleid. De wind staat
dwars over het veld. De wedstrijd is nog geen vijf
minuten oud of Boontjes ontsnapt aan de B.K.C.
backs en schiet hoog over. Het spel wordt steeds op
de oostzijde gespeeld. Maar zelden kregen we voor
dé tribune een bal. Men kan begrijpen hoe gewel
dig eentoonig een dcrgelijken wedstrijd is. Schagen
scoort het eerst door mooi solospel van Boontjes,
doch dit doelpunt wordt door den arbiter geannuleerd
wegens buitenspel staan van Dekker. Volgens onze
mcening absoluut geen buitenspel, daar Boontjes ge
heel alleen de B.K.C. achterhoede verlakte en doel
puntte. Dekker nam in het geheel geen deel aan
het spel. Geen twee minuten later krijgt Schagen een
penalty toegewezen, welke door Boontjes recht in
de handen van Prins geschoten wordt. Direct daar
op valt B.K.C. snel aan. Ilun rechtervleugel weet
"Vlottes te passeeren, een hooge voorzet en de Schip
per maakt van de hem door Arnoldus geboden kans
gebruik, door onhoudbaar in te schieten, ,1Eenige
Schagen aanvallen worden op resolute wijz^ door do
B.K.C. achterhoede onderbroken. Vooral M. v. Teulïn-
gen weert zich uitstekend. Na een B.K.C. aanval we
ten ze een corner te forceeren, welke op buitenge
woon goede wijze wordt genomen door Tromp Post
De bal belande voor de voeten van van Wees, die in
schiet.
Vlottes weet vallende den bal te stoppen, van z'n
voet springt de bal voor de Schipper, die zich niet
bedenkt en onhoudbaar, van dichtbij inschiet, 2—0.
Als dan de Schagen veste op wonderbaarlijke ma
nier eenige malen aan een doorboring is ontkomen,
is het rusten.
Na de rust is het direct Schagen dat aanvalt.
Dekker kogelt hard in, welk schot Prins corner
stompt, die niets oplevert. Bij een snellen aanval der
Spartanen weet Bus door te breken, een goede voor
zet volgt. Prins zal de bal pakken, doch zoowat is
Dekker hem voor. De bal springt echter terug, Is de
bal de lijn gepasseerd.' Wij konden het niet consta-
teeren, doch personen die achter den, goal stonden,
zeiden van niet.
Kortom, scheidsrechter wees naar het midden,
21. Als antwoord op dezen dubieuzen goal weet de
Schipper een meter voor den goal nog langs te
schieten. Huisman van B.K.C. gedraagt zich enkele
malen op onsportieve manier, door na te trappen,
wat hem, als hij het niet nalaat, zeker meer rust
zal brengen. Boontjes breekt dan weer eens door.
Hij komt alleen voor Prins. Deze schiet echter
recht op Prins af. Na eenige wederzijdsche aanval
len is het einde en heeft B.K.C. de twee eerste punt
jes binnen. Scheidsrechter Anijas uit Den Helder
kon ons niet bekoren! Het fluitje konden spelers en
publiek bijna nooit hooren.
Besumeerende zouden we kunnen schrijven dat
de heer Anijas het wapen der Koninklijke niet waar
dig is te dragen.
SCHAGEN aH.R.C. b, 4—2.
De Schagen adspiraten nemen door middel van
den kleinen Annevcldt de leiding 1-0. Nog voor dat
Racing van dit onverwachte Schagen doelpunt is b?
komen, doelpunt Blaauboer opniemv, 20.
De roodjes geven echter geen krimp en weten de
achterstand te verkleinen, 2—1. Na do rust is het
C. de Jager, die op goede wijze van een fout in de
H.-achterhoede gebruik maakt en scoort, 3—1. Weer
zijn het dan de roodjes die den achterstand verklei
nen, 32. De kleine Anneveldt weert zich geducht en
smaakt het genoegen opnieuw te scoren, 4—2, waar
mede het einde komt. Scheidsrechter leidde goed.
HELDER V—SCHAGEN II, 2—4.
Het was een vlot gespeelde wedstrijd welke tot
kort voor het einde, uiterst spannend verliep. Pas
in het laatste kwartier viel de beslissing, nadat het
Helder gelukt was den achterstand van 2—0 in een
gelijk spel om te zetten en dus de mogelijkheid van
een gelijk spel of zelfs van een Heldersche over
winning nog zonder twijfel bestond. De eindspurt
der Spartanen was echter van zulk een goed ge
halte, dat de Helder verdediging overrompeld werd
en twee doelpunten tot gevolg had.
PaulUsma opende voor de Spartanen de score.
Kort daarna was het weer Schagen dat een goal
maakte, 20. Nog voor de rust verkleinden de wit-
hemden den achterstand, 2—1.
Na de rost
weet de Helder linksbuiten op buitengewoon fraaie
wijze de gelijkmaker te scoren. 2—2. Dit moedigt de
wLthemdcn aan, doch juist in deze periode is het De
Moor, die keihard aan de geelzwarten de leiding be
zorgt, 2—3. Helder werkt weer voor den gelijkmaker
doch Bijposi is niet. meer te passeeren., wat de Scha
gen voorhoede dermate inspireert, dat ze opnieuw
scoren, 2l. waarmede het einde komt.
OUDKARSPEL.
A.S.V. I—D.T.S. II 7-4)
D.T.S. a—A.S.V. a S—0
Akersloot a—D T.S. b 10—0
Alkmaarsche BoysAssendelft 24.
De Alkmaarders geheel buiten vorm.
Al cm aria verovert twee kostbare puntjes
in Hilversum.
Wanneer men ons van te voren had gezggd, dat
we vandaag de Alkmaarsche Boys tegen Assendelft
zouden zien verliezen, we hadden de schouders op
gehaald met een gebaar van: maak een ander iets
wijs! Eens te meer is echtr bewezen dat voetbal een
spel is vol verrassingen waar de sterkere op napier
soms hopeloos faalt en degene, die volgens men-
schelijkc berekening ver het onderspit behoort te
delven, als overwinnaar uit den strijd komt. Tot de
Boys, die zooveel malen in successsie zijn gepromo
veerd, behoeven we geen wijze raadgevingen te
richten. Dat om het kampioenschap te behalen niet
te veel van dergelijke slippertjes mogen worden ge
maakt, dat weten ze ten overvloede. Zijn onze rood-
witten ditmaal tè zeker van de overwinning ge
weest? We weten het niet, dch wc zouden het bijna
denken. Want de Alkmaarsche Boys. die we in vroe
gere wedstrijden hebben gezien en bewonderd, heb
ben we vandaag geen oogenblik herkend. Het heilig
vuur de wil om te winnen het enthousiasme het
was zoek van het begin tot het einde. Helaas! Het
leek ons of er over het elftal een zekere matheid
lag, een gevoel van berusting en dat juist is het,
wat we hadden gedacht, dat in het team der Alk
maarsche Boys niet mogelijk was. Een competitie-
spelen wil zeggen: vechten van het begin lot het
einde. Ieder oogenblik van inzinking verkleint de
kans op de hoogste eer. Nooit, nooit is het „genoeg"
geweest. Er is slechts: strijd. En de rust komt eerst
als de competitie ten einde is. Laten o nze rood-
witten dat toch goed in hun geheugen prenten. Nóg
is alles mogelijk, nóg hebben ze de kans, dat ze aan
't eind de kampioensvlag zullen kunnen hijschen.
Maar dan moet het van nu af alleen nog zijn: Tem
po-tempo!
De wedstrijd.
Het begin was bijna sensationeel. Assendelft, dat
voor half time den storm in den rug had, verplaatste
al dadelijk het spel op de helft der Boys. De links
buiten van Assendelft bracht den bal op en de
scheidsrechter meende in de wijze, waarop hem den
bal werd afgenomen, een overtreding te zien. Hij
kende er een strafschop voor toe. die uitstekend
werd genomen en dóór één dët 'zfwart-witten keuHg
werd ingekopt. Het spel was.nog geen minuut oud en
de stand is
0—1!
Een oogenblik meenden we, dat dit begin op de
Boys de gebruikelijke uitwerking zou hebben,. Di
rect na den aftrap gaven ze een schitterend staaltje
van combineeren te zien, de bal werd van den rech
tervleugel overgespeeld naar de Grand, die een on-
houdbaren kogel op het doel inzond. De barbeland-
de tot grootc vreugde der talrijke toeschouwers in
.het net. doch de scheidsrechter had reeds voor buiten
spel gefloten. Daarmee was het élan der Boys
echter ten einde! Geholpen door den feilen wind,
begon een vrijwel doorlooponde belegering van het
Alkmaarsche doel, dat af en toe in groot gevaar
verkeerde. Keesen echter weerde zich uitstekend.
Ongeveer 9 minuten na het begin meenden we het
tweede punt voor Assendelft te moeten noteoron,
toen Licht bijna in het dool staande redde door den
hal keurig achterover te halen.
Het bleef echter uitstel van executie. Na twintig
minuten zagen we Koster, die ver van vast was,
een blunder maken, die het tweede punt voor Assen-
delft ten gevolge had.
0.2.
Nu scheen onze Westerwegclub toch langzamer
hand wakker te worden. Niettegenstaande den wind
wogen heide partijen een tijdlang tegen elkaar op.
Do Boys verdienden inderdaad een tegenpuntje. En
het kwam ook! Indri kreeg den hal mooi toegespeeld,
passeerde één der Assendelftenaren, hij had den bal
vrij en richtte een kanjer van een schot op het vij
andelijk heiligdom. De zwart-witte doelman kreeg
den hal in handen, maar vermocht hem niet te hou
den. 1—2.
Het publiek begon weer op te ademep. Het telde
de minuten, die ons nog van het halftime scheidden.
Want daarna, met den wind in den rug, dan zou
het wel gaan! Intusschen miste Koster weer ont
zettend gevaarlijk en wist Keesen slechts op het
kantje af te redden. De minuten verstreken, nog één
minuut, dan zou 't rust zijn. De vlugge rechtsbui
ten van Assendelft brengt op, een voorzet en Kee
sen vischt ten derde male. Naar onze meening een
houdbaar schot.
13.
Hierbij bleef het. Trouwens er waren nog slechts
enkele seconden te spelen.
Bij het begin van de tweede helft had vrijwel het
hcele publiek zich opgesteld hij het Assendelftsche
doel. Men was er zeker van, het zou nu goaltjes
gaan regenen.
Maar ze bleven uit!
Wel werden gedurende de eerste tien minuten ver
schillende kogels op het vijandelijke doel afgescho
ten, doch zonder resultaat. Overigens met verre
schoten bcheofd m enbij den Assendelftschen keeper
hiet aan te komen. Daarmee had hij geen moeite.
Toen deed het ongelooflijke zich voor: Assendelft
was, met de storm tegen, niet de mindere. De Boys
konden het verband niet vinden, de ploeg, die hij
vorige gelegenheden sloot als een bus, rammelde
(juin aW kanten'. Er werd nlot weggewerkt, er wer
den bftllen gemist_v. d. Hilsl en Licht anders
steunpunten van de roodwitten geraakten buiten
vorm. Het wilde niet. De aanvallen van de voorhoe
de dor Boys werden voortdurend in dc kiem ge
smoord door de pootigc backs der bezoekers, dio
met harde, laaggeplaatste ballen hun halfs en voor-
hocdespelers aan het werk zetten. De gasten speel
den uitstekend en met eenige verwondering vroegen
we ons af, hoe dit team tot dusverre alleen nog
maar twee nederlagen had weten le boeken.
Het noodlot begon zich over dc Alkmaarders to
voltrekken. Na een periode van geregeldon druk op
het doel der gastheeren wisten, na een staaltje van
uitmuntend samenspel, de zwart-wittcn deze tijdelij
ke meerderheid uit te drukken in een verdiend doel
punt. 14.
Nog bleef een half uur te spelen. Dus, 't kon nog!
Maar 't gebeurde niet. Wel was het met het Assen
del ftsche overwicht weer afgeloopcn, maar de Boys
wisten het slechts te brengen tot schoten van verren
afstand, die niets opleverden. Tot overmant van
ramp werd na 35 minuten Kwadijk het veld uitge
stuurd. Met 10 man doorspelend en met nog 10 mi
nuten voor de boeg. was de wedstrijd practisch ver
loren. Het publiek begon het veld reeds tc verlaten,
toen de Boys toch nog kans zagen tc scoren uit een
worsteling voor het doel.
2—4.
Maar 't bleef hopeloos. Er restten nog seconden. En
zoo kwam het einde.
De spelers.
We willen ditmaal kort zijn. Het was voor do
Boys nu eenmaal een zwarten dag. Keesen was goed.
Had hij een beter stel backs voor zich gehad, de uit
slag was een heel andere geweest. Vooral Koster
was zeer onvast. De halfs waren veel minder goed
dan in vorige wedstrijden vooral na half time. Dc
Grant was heter dan de vorige maal ook Indri ver
richtte goed werk. Maar het verhand ontbrak vrij
wel doorloopend. 't Is jammer Boys, maar een vol
gende keer beter!
Een pleister op dc wonde was het bericht, dat
Alcmaria te Hilversum had gewonnen met 52.
Goed zoo, Alcmarianen- Het gevolg daarvan is, dat
onze withemden een plaatsje zijn gestegen op de
ranglijst en nu een eervolle tweede plaats bezetten.
O.V.V.O. 5 4 1 0 9 13—6
Alcmaria Victrix 5 3 117 188
Blauw Wit 5 3 117 13—10
D.O.S. 4 3 0 1 6 11—7
Ga zoo door, witte leeuwen! Over vandaag zijn
we tevreden, maar of we geheel voldaan zijn, dat
zullen we eerst kunnen zeggen aan 't eind van het
seizoen. Voorloopig rekent Alkmaar de volgende
week getuige te mogen zijn van een nieuwe over
winning!
ST.. MAARTEN I—DIRKSHORN I. 1—3.
In een wedstrijd, die veel afbreuk leed door do
sterke, recht over 't veld staande wind, wist Dirks-
horn te winnen met 13. Maar cadeau heeft ze het
niet gekregen, integendeel, St. Maarten bood goed te
genstand, vooral Stins toonde zich oen vertrouwd kee
per.
Bij Dirkshorn waren do heide backs goed op dreef,
Dc scheidsrechter leidde matig;
IN December vertrok meneer Durham eens
klaps voor een zakenreis. Zooiets gebeurde
nooit, doch het komt dan ook zelden voor, dat
men een erfenis krijgt en, om allerlei zaken te rege
len in verband daarmede, moest hij z'n beminde
vrouwtje Lilan alleen laten.
Dat was 2 jaren na hun huwelijk. Hoe zij het
zonder hem zou stellen, was hem niet duidelijk
ze kon eenvoudig niet zonder hem leven en telde de
uren, dat hij op kantoor was tot zijn thuiskomst
doch het moest. En het zou niet lang duren. Boven
dien hield meneer Durham niet van noodeloos geld
verspillen. En dan leek het hem wel opvoedkundig,
zijn vrouwtje eens alleen te laten.
Lilan nam teder af
scheid van hem, keerde
terug in, huis, zette
zich aan het venster
van de woonkamer en
keek in den tuin, met
een zonderling gevoel
over zich. Ja, ze was
wel verlaten, maar Fe-
lix had gelijk, het
duurde kort en het
was zonde, geld uit te
geven om mee te gaan, er was niets te zien in het
vergeten nest, waar zijn tante of achternicht was ge
storven.
Lilan staarde in den tuin en vroeg zich af, wat
ze zou gaan doen. Vele van de dingen, die anders
gedaan moesten worden, zooals het ernstig opstellen
van het menu, dat Felix zou kunnen bevallen en te
vens niet te duur worden, of het verzenden van in
vitaties voor een dinertje of opbellen naar beken
den en dergelijke dingen meer, vervielen nu of le
ken opeens iets van hun gewichtigheid te verliezen.
Lilan besloot rustig thee te drinken en niets te
doen. En al theedrinkend droomde ze zoo'n beetje.
Ze was een heel gelukkig vrouwtje. Dat zei Felix,
dat zeiden haar ouders en al haar familieleden. Wat
een verrassing was het geweest, toen Felix haar
vroeg. Niemand had het venvacht zij óók niet.
Met een zuster naast zich, zoo knap, zoo intelligent,
zoo aantrekkelijk als Myrian.
Maar het was héér, kleine, onbeduidende Lilian,
die hij koos. En wat een engel van een man was
hij voor haar, zei tante Anna. Ze was zoo in haar voor
deel veranderd! Bepaald knap geworden. Ze kleedde
zich ook zooveel beter nu hij er op lette. Vroeger
had ze een neiging voor vroolijke kleuren en voor
„zigeunerachtige" kettingen. Felix had haar dat
hcelcmaal afgeleerd. Een echte dame droeg zulke
dingen niet.
Lilian schrikte, ze merkte, dat ze.de beencn had
opgetrokken en zoo in haar stoel had gezeten iets
wat Felix haar toch zoo grondig meende afgeleerd te
hebben. Wel hij zag het nu niet. Hij zou het ook
niet zien, als ze ging winkelen. Dat deed ze zelden
meer, tenminste niet écht. Boodschappen doen, nu
ja maar doelloos geslenter langs winkels, dat
moest een intelligente vrouw niet doen, zei Felix,
Vreemd, dat hij haar voor intelligent scheen tc hou
den, terwijl hij haar toch letterlijk alles moest uit
leggen. Haar Fransch was nu eindelijk verbeterd,
hoe geduldig had hij haar avond aan avond over
hoord en lesjes laten maken. Ze stond op en ging
zich kleeden. Even later wandelde ze naar de stad.
Het, was een zachte, koele dag, zwemend naar regen,
doch telkens brak de zon door. Ze bleef staan voor
oen winkel, die Felix een „oord van smakeloosheid"
placht' te noemen. Er waren zulke gezellige dingen.
Nu ja, ze wist nu wel, dat die prent daar geen en
kele waarde had Felix had haar naar allerlei ten
toonstellingen gebracht, had werken met reproducties
over beoremde meesters met haar doorgekeken en
haar grondig uitgelegd wat mooi en wat niet mooi
was, maar zij zou toch die prent wel willen hebben.
Hoewel wat zou Felix zeggen als hij die zag han
gen! Ze liep haastig door.
Een uur later dronk ze thee met een oude kennis.
Vroeger waren ze erg op elkaar gesteld, maar Felix
vond het geen gezelschap voor haar.
„En je bent zoo gelukkig, heb ik gehoord", zei de
oude vriendin, „je man moet een engel zijn! En erg
knap". O ja, dat kon Lilian bevestigen. En zoo de
gelijk en goed. „Ik begrijp sêms niet, wat hij aan
me vindt", bekende ze. „Ik ben zoo dom, wat ik weet,
heeft hij. me geleerd in deze jaren. Hij moet wel dol
op me zijn!"
„Misschien", zei de vriendin, „intelligente mannen
zijn vaak dol op vrouwen, die ze nog leeren kunnen.
Heerlijk voor hun gevoel van meerderheid, weet je!
Heb je nooit zulke mannen gekend, die kopschuw
worden als ze een intelligente vrouw ontmoeten en
woedend, als een vrouw op „hun" terrein iets pres-
teerd?"
Lilian knikte. Ja, Felix kon geëmancipeerde vrou
wen niet uitstaan! „Maar hij kan het toch niet erg
prettig vinden, Franschc lesjes met mc te doen", zei
ze lachend.
De andere haalde even de schouders op. „Wie
weet weet je, er zijn vrouwen, dio bij voorkeur
een of anderen half-verloopen man nemen, zoodat
iedereen omvalt van verbazing. Dien man beginnen
ze dan te bewerken, ze halen hem van den alcohol
af en van teveel rooken, zo brengen hem er toe te
gaan werken, ze drijven hem naar succes, kortom, ze
maken hem. Hij moet natuurlijk erg dankbaar zijn,
maar soms is hij het niet. Soms bedriegt hij haar
zelfs later en dat is natuurlijk schandelijk. Toch heb
ik het altijd kunnen begrijpen, weet je. Misschien
had hij nog een béétje eigen persoonlijkheid over en
die misbruikte hij legen haar."
Lilian begreep het niet goed. Toen ze 's avonds in
bed lag, dacht ze er nog over na. Een beetje eigen
persoonlijkheid? Had zijzelf die nog? Ze zag zich, zoo
als ze was, toen ze trouwde, en nu. Vooruitgegaan,
in alle opichten. Ze was maar een aardige, slordige,
vrij domme bakvisch, zonder geld, ze was nu een
elegante, keurige, degelijke vrouw, met een man, die
het ver zou brengen en die geld had En toch
ze begon iets te begrijpen van dien „bekeerden" man.
Zij had bijvoorbeeld een neiging om die plaat tc koo-
pen. Niet alleen, omdat die haar beviel maar ook
uit een soort ja wat wrok kon toch moeilijk
verzet Opeens wist ze het: wat ze voor Felix
voelde was verwant aan wat je voelde, als kind, voor
je schooljuffrouwen. Soms mocht je ze heusch erg
en kon toch zoo'n lust hebben ze te plagen, katte-
kwaad uit te halen, ze te hinderen. Zij had lust, on-
duklbaren lust, Felix te plagen. Opeens leek het haar,
of ze sinds twee jaar op kostschool was geweest. En
als ze dacht aan de toekomst, zag ze zich, talen loe
rend en tentoonstellingen bezoekend. Een vreemde
woede kwam in haar op. Ze begreep plotseling het
raadsel, dat Felix niet Miriam genomen had. Hemel
tje, Miriam, die heel wat meer van de kunst wist
dan hij, die op haar eigen beenen kon staan en een
geweldig studiehoofd had, Mirian, die zich kleedde
en gedroeg zooals zij wilde en die haar eigen vrien
din koos
Toen Felix Durham terugkeerde, leek de hemel
boven zijn hoofd in te storten. Het eerste wat hem trof
als een donderslag in het gezicht, was de zonder twij
fel aardige, doch opzichtige complet van zijn vrouw.
Het tweede was een afgrijselijke litho, die ze in de
eetkamer had opgehangen. Het derde was de prompte
bekentenis, dat ze was gaan dansen met en jongen
man, dien ze bij een vriendin had ontmoet, een vrien
din, die hij haar had verboden. Er kwam een scène
en toen stortte de rest van zijn wereld rond hem in.
Zijn zacht, gedwee vrouwtje stond rood van woede
voor hem, met fonkelende oogen en wierp hem een
stroom van woedende woorden in het gezicht.
Hij begreep er niets van. Wat praatte ze van een
kostschool en van zijn ijdelheid en dat ze er voor
bedankte, zijn eeuwige zoete leerlinge te zijn?
Het is er mee als met kinderen, dacht hij, je kunt
ze niet alleen laten. Hetgeen hem weer een troostend
gevoel van meerderheid gaf.
Men vindt, dat de arme Durham, het slecht ge
troffen heeft. Dat kleine vrouwtje van hem leek zoo
zacht en gedwee, maar ze is heelemaal veranderd.
Neen, ze is het grooto geluk niet waard, zijn vrouw
te mogen zijn.
Maar Lilian voor het eerst sinds haar huwe
lijk voelt zich gelukkig. Want in haar hart houdt
ze van Felix. En zoodra hij er nu maar in wil be
rusten. dat zij geen leerlinge wenscht te zijn. maar
een mensch, als hij, zal hij ook wel weer gelukkig
worden. Of wel, zijn leven lang, zichzelf als de on
gelukkige, superieure, nan een hem niet waardee-
rende vrouw gekluisterd voelen wat ook zijn aan
gename gewaarwordingen heeft voor zekere naturen.
FLORENCE KEKHOUT.