Arrondissements-Rechtbank Mushalong Vuur met vuur bestrijden. tcïccAt cfe éetoemdsfe xcep tüt utekjcêd i te Alkmaar. BIJ DEN BRAND IN AMERIKA'S GROOTSTE OLIEBRON TE WHITE POINT IN TEXAS. Salamander" weert zich. HET bericht, dat een van de grootste oliebron nen van Amerika, die bij White Point in Texas, in brand zou staan, had ong. 10.000 nieuwsgierigen naar 't stadje gelokt. De wei nige hotels hadden hun gasten tenslotte in badkamers op biljarts en zelfs onder tenten in den tuin op geslagen moeten onderbrengen; tevens waren alle particuliere huizen letterlijk volgepropt. Na de tot nu toe vergeefsche pogingen de bron te redden, werd immers Tex Thornton verwacht, de beroemdste „Sa lamander", zooals de beroeps-brandweer in de boor- gebieden wordt genoemd, wiens moed in den opwin denden strijd tusschen man en vlammen steeds een bijna cvenzoo talrijk publiek trok als een bokswed strijd om het wereldkampioenschap. En dat wil in Amerika wel wat zeggen! De vlammenzuil schoot knetterend en huilend bij na honderd meter de lucht in en had rondom het boorgat een krater van ruim dertig meter diepte en de dubbele breedte in den aardbodem gescheurd. Vermoedelijk was door den druk van het gas een stuk steen uit het binnenste der aarde mee naar boven getrokken en had bij het botsen tegen het stalen omhulsel van de boortoren zooveel warmte doen ontstaan, dat de brandbai*e gassen vlam heb ben gevat. Men had ongeveer driehonderd meter in den omtrek van den geweldigen fakkel het terrein afgezet; maar zelfs buiten deze enge zone had de enorme hitte in weinigen dagen boomen ontbladerd en weiden doen verdorren. Desalniettemin was de afzcttingslijn dag en nacht door de bijna onafzien bare menigte belegerd, die voor een deel zelfs veld- stallctjes en proviand voor meerdere dagen hadden meegebracht, om vooral niet gedurende een korte afwezigheid een of andere nieuwe scène van het schouwspel te moeten missen. Tex Thornton, een klein, goedaardig kereltje, werd bij zijn aankomst als een torero bij een stierenge vecht met een stormachtig applaus begroet. Daar de strijd tegen een dergelijke vuurzee wel we ken kan duren, was als verblijfplaats een kleine hut voor hem opgeslagen, waaruit hij met zijn helpers een paar minuten later in brandvrije kleeding naar buiten trad. Hun asbest-kleeding met een gesloten helm van het zelfde materiaal, voor de oogen twee schijven van niet smeltbaar glas, gaf die menschen het voorkomen van fantastische, voorwereldlijke monsters, die zich moeilijk in hun vreemde pantsers bewogen. Uit duizenden slangen werd water gespo ten op het gebied van de vuurzee; een looper van asbest met lange stangen langzamerhand tot aan den kraterrand voortgeschoven, en de eigenlijke ar beid kon'beginnen. Bij het uitslaan van het vuur was de boortoren door de explosie in puin gelegd, en vele metaaldee- len waren intusschen gesmolten, en vermengden zich met de vlammen binnen de krater. Klaarblijkelijk moesten deze metaaldeelen eerst verwijderd worden, opdat het gas na het uitblusschen van de vlammen niet opnieuw ontstoken zou worden. Een been met een stalen ketting omwonden, waarvan het andere eind in handen der helpers bleef, maakte de sala mander zich voor het eerste deel van zijn taak ge reed. Hij naderde tot op honderd meter, zoo goed en zoo kwaad als het ging in zijn ongemakkelijke klee- ding de vuurhaard: vervolgens kroop hij op handen en voeten verder, vlak langs den grond, om de daar van de zuigkracht der vlammen uitgaande koudere luchtdruk te benutten. Op den rug droeg hij twee spoelen met ongeveer 50 meter staaldraad, waarvan het eene einde, van een stevige metalen haak voorzien, in den krater geslingerd moest wor den, om aldus een deel van het zich daarin bevin dende gesmolten metaal eruit te visschen. Maar de explosie had het uitgeworpen zand tot een hoogte van enkele meters gemaakt, en de hitte van de zandmassa was tot een golf van gloeiende lava geworden. Na een paar vergeefsche pogingen bleek, dat Thornton in zijn liggende positie niet die kracht kon aanwenden, die noodig was om de kabel met de zware haak over den zandberg in den krater te slingeren. Plotseling wierp hij het bovenlichaam met een snelle ruk in de hoogte; klaarblijkelijk wilde hij probeeren, op te staan, om zoo zijn taak tot een beter einde te kunnen brengen. Maar halfweg tus schen knielende en staande houding viel het kerel tje waggelend ineen; vermoedelijk had bij het op staan de hitte hem, ondanks zijn beschuttende klee ding, zoodanig getroffen, dat hij het bewustzijn ver loor. Met een paar vlugge rukken aan de aan zijn been bevestigde ketting trokken de helpers de „Sa lamander" buiten de gevaarlijke zone en droegen hem naar de hut. Nauwelijks tien minuten later kwam hij weer te voorschijn; tijd is geld, als iedere minuut kostbare olie verspilt, die zijn marktwaarde heeft! Ditmaal veranderde hij van tactiek. Met vlugge passen ging hij over de asbest looper, terwijl de slangen hem be paald met water overgoten. Ongeveer zestig meter voor het doel aarzelde hij een seconde, als om krach ten voor een laatste 'inspanning te verzamelen, en dan rende hij, zoo vlug als het maar gaan wilde, op de reuzenvlammen in. Klaarblijkelijk wilde hij dit keer de zandberg met een aanloop bereiken en de haak erover heen slingeren. Maar toen hij bijna den rand van den krater bereikt had, stortte hij weer in een; een oogenblik scheen het, alsof hij in de gloeiende massa zou vallen, dan hadden zijn helpers hem al weer teruggetrokken. Zoo ging het dus niet. Bij de volgende poging, nu pas na een half uur rust, had Thornton een machi nale drilboor en een paar dvnamietpatronen bij zich. Werkelijk gelukte het hem al kruipende, zoo dicht bij het zand te komen, dat hij een paar gaten kon boren en het dynamiet erin kon leggen. Een paar minuten later volgde de explosie en over een breed te van 3 meter was de zandhoop uit elkaar ge scheurd. Nu was het werk makkelijker. Weer met de draadspoelcn uitgerust, kon Thornton bij de vol gende poging de haak in de krater slingeren, waarop zijn helpers met pompen een deel van het vloeibare metaal naar boven zogen. Drie dagen achter elkaar kroop de „Salamander" bijna elk uur telkens en telkens weer naar de vlam men toe, tot eindelijk de krater van alle vloeibaar metaal gezuiverd was. Het laatste deel van het werk, maar ook liet gevaarlijkste, het blusschen van de reuzenfakkel, kan beginnen. De Salamander bestrijdt in den waren zin des woords het vuur. De fakkel hing hier ongeveer vier meter boven den aardbodem, terwijl de voet ervan onzichtbaar door den druk van het uitstroomende gas gedragen werd. Als deze nog niet brandende gas- kolom afgesneden kon worden, zij het slechts voor een paar seconden, dan zou het de daarboven be vindende vlammen aan voedingsstoffen ontbreken en moesten zij uitgaan. In het algemeen werden in zulke gevallen en paar dynamietpatronen tegelijk in de onzichtbare gaskolom, dus vlak boven de plaats, voor het gas uit de aarde treedt, tot explosie ge bracht, daardoor wordt het uitstroomende gas op deze wijze voor een moment uit de richting gebracht en de vlammen afgesneden. Nu hangt het alleen maar van de handigheid van de „Salamander" af, de bommen zoo te werpen, dat zij op het juiste moment en precies op de gewenschte plaats ontploffen, een prestatie, die slechts door jarenlange ervaring ge leverd kan worden. Den vijfden dag na het begin der werkzaamheden kwam eindelijk het beslissende oogenblik. Thornton had twee bommen met ongeveer twee kilo dynamiet gemaakt; iedere „Salamander" maakt zijn bommen volgens een eigen methode, maar het hoofdbestand deel is toch altijd nitro-glycerine. Tot op een afstand van ongeveer 100 meter van de fakkel, was Thorn ton betrekkelijk veilig, daar de springstof in zijn zorgvuldig omhulsel niet makkelijk ontploft. Maar de rest van den weg en het wegwerpen van de bom moest zoo snel mogelijk gebeuren, omdat anders het nitro-glycyerine mengsel door de enorme hitte plot seling kan ontploffen. In de gevaarlijke zóne betee- kent het dus: met tien kilo springstof beladen, op handen en voeten binnen enkele minuten minstens honderd meter af te leggen, de bom te gooien en de spaarzame dekking te zoeken, die het werkterrein misschien biedt! In dit geval had Thornton direct geluk. Onder ademlooze stilte van de toeschouwers legde hij den gevaarlijken weg naar den krater af, een achterover gooien van het bovenlichaam, de bommen vlogen bliksemsnel na elkaar door de lucht en twee ont ploffingen volgden, bijna tegelijk, terwijl de „Sala mander" zich achter een paar oneffenheden van de al vroeger ontplofte zandhoop dekte. De explosie- dampen trokken snel weg, en een duizendvuldig „hoezee" donderde door de lucht. De vlam was ge- hluscht! Met een slangachtige beweging kroop Thornton over de asbest looper terug; zijn arbeid scheen gedaan. Maar nog had hij zijn helpers niet bereikt, toen plotseling de vlammen met een geweldigen knal weer uitschoten! Klaarblijkelijk waren de gloeiende zandmassa's rondom den krater, misschien ook in het binnenste daarvan, voldoende geweest, om het uitstroomende gas opnieuw aan te steken; mogelijk kon ook een stuk metaal, dat op de een of andere manier was achtergebleven, er schuld aan hebben. In elk geval was de heele moedige arbeid van de „Salamander" tevergeefs geweest, evenals te voren verhief zich de vuurzuil weer in de lucht. Strafzitting van Maandag 5 October. EEN OPPOSANT UIT HILVERSUM. De 49-jarige koopman Benjamin V., op 7 Mei bij verstek veroordeeld was tot f 20 boete op 10 dagen, was heel op de fiets van Hilversum gekomen, om nu, na gedaan verzet, persoonlijk nog eens terecht te staan. De vorige maal beschikte hij niet over de noodige middelen om naar Alkmaar te reizen. Het betrof hier beleediging van den conducteur der Ned. Spoorwegen, Karei Elburg, die hij een parketsmous had genoemd. Het woord „smous", dat voor een Is raëliet iets minderwaardigs beteekent, achtte de heer Elburg zeer krenkend. Eigenaardig is dat ook ver dachte Israëliet is. Gevorderd werd minstens bekrach tiging van het vonnis. Uitspraak f 15 boete of 10 da. gen. Wognum, RIJWIELBELASTINGPLAATSJESJATTER. Een 22-jarige loodgiotersgezel uit Hoorn, Pieter P. voelde op 12 September te Wognum zijn vingers jeuken bij het zien van een bclastingplaatje op een onbeheerde fiets. Hij kon dan ook niet nalaten zich dit merk toe te eigenen, voor welk feit hij nu te recht stond. Hij beweerde met ruzie thuis de deur uitgewandeld te zijn, was aan 't zwerven geraakt en had nu van honger het plaatje gegapt. Natuurlijk niet om op te eten, maar ten gelde te maken. Hij beweerde in een luxe auto te hebben gelogeerd. Be doeld plaatje was eigendom van den getuige A. Dek ker en zijn rijwiel stond op het erf. De heer Dekker vroeg f 2.50 schadevergoeding. Piet beloofde zulks, maar de rijksdaalder had hij verzuimd mee te bren- r S 39- A FEUILLETON. door GEORGE GOODCHILD. 35. „Maar ik heb een gemeenen streek tegenover jou uitgehaald. Wilde jij dan niet, dat het huwelijk werd geannuleerd?" „Ik zie je ik moet weg", voegde zij er ver ward aan toe. „Ik hooren, dat mijn broer vanavond thuiskomen. Je je wilt Marie Louise toch wel .vergeven vergeten." „Vergeten! Wel ik..." Zij sprong plotseling op, en haastte zich naar de deur. „Marie Louise!" „Ik ik mij niet goed voelen..." zeide zij bewo gen. „Goeden avond, Mushalong. Het spijt mij erg, erg spijten!" HOOFDSTUK XXIX. Besluit. Mushalong lag het grootste gedeelte van den nacht wakker, terwijl hij napeinsde over de onverwachte onthullingen van den vorigen avond. Hij kwam tot de slotsom, dat het bezoek van Kate als het ware door hoogerhand was geinspireerd, teneinde hem in de gelegenheid te stellen Kate in haar ware gedaan te te zien. Nu kon hij Marie Louise zijn werkelijke gevoelens mededeelen, zonder dat zij behoefde te denken, dat zij slechts „de tweede pijl op zijn boog" was. Meer en meer begon hij in te zien, dat- zij nood zakelijk voor hem was, en in zijn herinnering terug brengend de rol, welke zij gespeeld had, kreeg hij de overtuiging, dat zij gehandeld had met diepere gevoelens, dan die van vriendschap. Zich een riem onder het hart stekend, liep hij den volgenden morgen vroeg bij haar aan, en vond haar ,met haar honden bezig. Haar wangen werden vuur rood, toen zij opkeek, en zag, dat Mushalong vlak naast haar stond, en haar strak aankeek. „Jij jij maken mij aan het schrikken," zeide zij. „Dat spijt mij. Jongen, die zien er patent uit. Wel, ze zien er zoo glanzend uit, dat je jezelf er wel in kunt spiegelen." „Ze zijn weer dik, en ik wel weer gauw jongen krijgen. Jij zeker naar je werk gaan, hè?" „Aanstonds. Misschien wel hcelemaal niet, want hei is Zaterdag, en dan heb ik toch vrij. Ik wou wel eens met je praten." „Even wachten". Zij deed de honden in de kennel, en ging toen met Mushalong de blokhut binnen. „Waarom ben je gisteravond weggeloopen?" vroeg hij. „Ik ik mij niet zoo erg goed voelen." „Dat is een klein leugentje." „Nee het is waar. Ik heb erg slecht geslapen vannacht." „Ik ook. Ik heb den geheelen tijd aan jou gedacht, Marie Louise." Zij draaide zenuwachtig met haar handen, totdat hij ze stevig in de zijne nam. „Ik had je gisteravond een heeleboel te vertellen, maar je hebt mij geen kans gegeven. Wel, ik ben van plan er nu maar dadelijk mee voor den dag te komen. Weet je waarom ik Kate terug heb laten gaan?" „Misschien jij vermoeden, dat zij alleen maar ge komen, omdat die andere man haar achtergelaten?" „Inderdaad, maar dat was het toch niet alleen." „Jij jij niet meer van haar houden?" „Neen, en ik ben tot het besef gekomen, dat ik haar nooit werkelijk heb lief gehad. Ik verkeerde in een soort van koortstoestand, en ik dacht, dat zij het eenige geneesmiddel was. Zij nam mijn geheelen ?eest zoodanig in beslag, dat ik door de boomen iet bosch niet meer kon zien." Zij begreep dat wel niet allemaal, doch zij hing aan zijn lippen, omdat zij het heerlijk vond hem te hooren spreken. „Ik weet niet, wanneer die gedachte in mijn dik ken kop gestampt werd. Maar toen die er eenmaal was, bleef die erin, en sindsdien kwam ik hoe lan ger hoe meer tot de overtuiging dat ik al dien tijd een blinde suffert geweest ben." „Zij knap," zeide zij. „Ja te knap. Maar er zijn anderen, die op hun manier net zoo knap zijn, verstandiger, en trouwer. Indien ik ooit het gevoel zou krijgen, dat ik mij graag met zoo'n vrouw zou willen verbinden, zou jé mij dan vrijlaten?" „Ik jou dat gisterenavond vertellen. Als de Padre terugkomen, mag hij den brief hebben, die jij schrij ven en een..." „En zou je mij afstaan aan een andere vrouw?" „Jij jij nooit aan mij behooren. Het was maar een grap." „Een grap! Het was een gemeene streek, waar elke kerel, met een klein beetje zelfrespect, beschaamd over zou moeten zijn. Welnu, ik denk erover om op fatsoenlijke wijze een vrouw te nemen. Wat denk je daarvan?" „Wel, ik denken...!" dat één beroerde ondervinding voor mij een les zou zijn. Neen, dat is het heelemaal niet. Ik ben er meer dan ooit op gesteld om een fatsoenlijk ge trouwd man te worden en hoe gauwer hoe liever." „Houdt zij van je?" „Ik weet het niet, maar dat zal ik wel gauw genoeg uitvinden." „Iemand uit de buurt?" „Geloof dat maar!" „Dan ik jou gelukwenschen. Ik ik moet je iets geven. De Padre het oprapen, nadat jij weggegaan." Zij ging naar den hoek van het vertrek en hij zag haar geheimzinnig zijn ring te voorschijn brengen. Deze hing aan een verborgen koordje om haar hals. Zij sneed het koordje met een mes door, en kwam hem toen den ring overhandigen. „Ik ik hem bewaren voor jou," zeide zij. „Om je hals?" „Ik dat was voor geluk goed geluk voor jou." „Misschien is het beter, dat jij 'm houdt", zeide hij, en haar hand beetpakkend, stak hij den ring aan haar vinger. „Nee nee. Hij van jou!" „Wil jij 'm niet hebben, Marie Louise? Wil jij 'm niet houden, wanneer ik je zeg, dat ik je bemin, dat ik den dag zegen, waarop ik je die gemeene poets bakte. Mc had het je allang wallen zeggen, maar het was zoo moeilijk, omdat ik de kans niet kreeg om je te laten zien, dat mijn liefde geen tweedehandsch zaakje was. Toen lk die andere vrouw gisteren zag, wist ik, dat jij het was, die ik wilde hebben, en niet zij. Zij. heeft een soort van hartstocht in mij wakker gemaakt, maar ik vermoed, dat die voor jou bestemd was. Toen jij eenmaal op het tooneel kwam, begon zij te verbleeken, om het zoo maar eens te zeggen. De volgende poging stelde Thornton tot den vol genden morgen uit Weer bereikte hij na moeizame voorbereidingen den kraterrand, had een bom in halgknielende houding rfeeds geworpen en do ande re in de hand, toen hij opeens ineenstortte. Het erg ste wat een „Salamander" kon overkomen, was ge beurd: Hij had in de onbeschrijflijke hitte de bezin ning verloren, voordat hij de tweede bom nog ge worpen en voordat hij nog dekking had kunnen zoeken; in 90 van de 100 gevallen is daarmede het leven van den vuurbestrijder gedaan, omdat de over gebleven bom in de hand tot ontploffing zal komen. Maar Thornton had geluk in zijn ongeluk. Bij het neerstorten nog was de bom aan zijn hand ontgleden en zeldzaam toeval over den rand van den kra ter naar beneden gevallen. Een oogenblik later weerklonk de dubbele explosie, terwijl Thomton's helpers met wanhopige kracht de ketting introkken, die hij tot zijn geluk ook ditmaal om het been droeg. Nu was het vuur door de bom definitief gebluscht. Maar met de „Salamander" zag het er slecht uit! Door de explosie was een deel van zijn asbest-kjee- ding ter hoogte van zijn gezicht vernietigd, en zijn geheele gelaat verschroeid; zijn wangen vertoond© groote brandblaren. Maar alles bij elkaar genomen waren de verwondingen toch betrekkelijk gering. En het doel was bereikt: de oliebron zou in weinige dagen weer licht en warmte kilometers ver het land in kunnen sturen. Thornton was, zooals later bleek, in die zes dagen niet minder dan elf kilo afgevallen! „Voor die tien duizend dollar, die hij voor dit werk gekregen heeft, niet eens te veel", meende een van zijn helpers lachend. gen. Vader P. heeft genoeg van het boemelend zoon tje en verlangt hem niet meer in den huiselijken kring. De officier vertrouwde het ventje niet. Hij heeft een ongunstig verleden en eischte 4 maanden en directe inhechtenisneming. De politierechter wilde nog niet beslissen en stelde de behandeling uit tot a.s. week. Alkmaar. HIJ KON ZIJN TIJD NIET AFWACHTEN. De niet aanwezige heer Elbert de B., wonende te Alkmaar had een in huurkoop gekocht rijwiel op 26 April van de hand gedaan, alvorens de koopsom volledig was afbetaald, met gevolg dat hij er, zoo men het noemt, er in tippelde en heden ter verant woording werd geroepen. De heer J. had in een café hoek Wildemansstr. en Oosterburgerstr. dit rijwiel gekocht voor f 22.50. De politierechter noemde dergelijke handel een gewaagde geschiedenis en veroordeelde den heer de B. conform eisch, tot 3 maanden gev. en de kooper is zijn fiets ook nog kwijt. Texel. ALS 'N HOOFD VAN JUT BESCHOUWD. Een Texelaar met name Cornelis VI., die van geen interesse blijk had gegeven, had naar aanleiding van een kwestie over gestikte braadhaantjes zijn dorps genoot J. C. Rijk eenige slagen op het hoofd gege ven. Eisch en vonnis f 20 boete of 10 dagen. Helder. CLAUDIUS CURLUS VOOR DEN RECHTER. De heer Jos. van T., niet present, ontvreemde op 18 Juni op het strand te Den Helder een rijwiel, merk Claudius Curlus, eigendom van den heer R. Spots. Verdachte had bekend en werd tot 6 maan den gev. veroordeeld. Sint Maartensbrug. EEN NOUVEAUTé VOOR DEN POLITIERECHTER. De voormalige Alkmaarder Adriaan Sch., thans fotograaf te Bergen, had inbreuk gemaakt op het auteursrecht en het bekende tooneehverk van Inte Onesman „Het Licht in den Nacht", te St. M.-brug doen opvoeren zonder den heer J. Vink, optredende voor de firma Haverman, uitgeefster te Naarden, het verschuldigde auteursrecht te voldoen. Met het r&- sultaat, dat deze impressario thans op de zondaars- bank verscheen. De heer Vink verklaarde dat geen vergunning tot opvoering was gegeven en de f 52 auteursrecht niet was betaald. Wèl was geboden f 25. Reeds eenmaal had het gezelschap „Het Intiem Tooneel" zich aan een dergelijke handeling schuldig gemaakt. Deze kwestie was toen onderling geregeld. De heer Klaas van Vliet, thans ook Bergcnaar en die ook het „Licht in den Nacht" mede hhd doen schijnen te St. Maartensbrug, en verklaarde zulks Jij bent de beste vrouw, die ik ooit ontmoet heb de dapperste, en meest onzelfzuchtige. Ik heb niet zoo erg veel om je aan te bieden, doch indien mijn liefde voor jou voldoende is, dan zul je het niet minder goed hebben, dan welke vrouw op aarde ook." Marie Louise, vocht met haar emoties. Zij las op rechtheid in elk woord, dat Mushalong uitte, doch' het was moeilijk voor haar om haar gevoelens tot uitdrukking te brengen. „Jij jij mij willen hebben?" hijgde zij. „Ik wil mijn vrouw hebben." „Mushalong!" Zijn groote armen omstrengelden haar, en zij hief haar lippen op, om gekust te worden, en zij lachte uitzinnig, toen het kussen op haar mond, kin en hals regende. „Jij je niet meer willen laten scheiden!" „Ben je dol geworden! Ik zou wel weer heelemaaï opnieuw willen worden getrouwd. Zeg, je bent toch niet aan het huilen! Wel...?" „Heusch niet. Ik ben alleen..." Haar emoties baanden zich een weg. De tranen stroomden haar over de wangen. Mushalong slikte een paar maal, en staarde haar verwonderd aan. Toen werd, zonder waarschuwing, de deur geopend en Henri Saranche trad het vertrek binnen. Marie Louise draaide zich om, en liep met een zachten kreet op hem toe. Haar broeder's oogen flikkerden gevaarlijk, daar hij de tranen, van het zich aan hem vastklemmende meisje verkeerd uitlegde. „Jij!" snauwde hij. „Bij God, ik zoek je al een hee- len tijd. Nu zullen we do rekening vereffenen." „Henri!" kreet zijn zuster. „Ga jij opzij de. Ik zal hem leeren grapjes met jou te. maken, en dan hier te komen om je lastig te val len." Hij rukte een mes uit zijn gordel, en hief zijn hand omhoog. Marie Louise greep zijn pols met haar beide handen. „Henri! Jij begrijpen het niet. Mushalong mijn echtgenoot. „Echtgenoot!" „Ik ik houden van hem." Henri knipperde met zijn oogen, en liet het mes zakken. „Jij mij verteld, hij je met geweld trouwen, en nu...?" „Is alles veranderd. Ik..." „Beter, dat ik het uitleg," viel Mushalong haar ïn de rede. „Kijk eens hier, Henri, ik kan je houding ten volle appreciëeren. Het is waar, dat ik een tijd geleden als een skunk handelde, ofschoon ik nooit de bedoeling heb gehad om Marie Louise tot mijn slachtoffer te maken. Ja, ik trouwde haar met ge weld, maar nu heb ik haar meer noodig dan iets anders in de wereld. Ik geloof, dat zij het mij ver geven heeft, maar daar volgt niet uit, dat jij het zelfde doen moet. Indien je nog van gevoelen bent, dat je een gat in mijn lichaam moet maken, dan zal ik mij daartegen niet verzetten. Ga je gang maar!" Henri hijgde van verbazing, en wendde zich tot zijn zuster.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 6