Petroleum in Perzië,
GARANTIE"
Zaterdag 17 November 1934.
SCHAGER COURANT.
Tweede Blad. No. 9598
Hoe het ontdekt
werd.
„Ik geef U
r.zegt het
BLUE BAND-meisje
Knud Holmboe's dood.
De lotgevallen van een
smokkelschip.
Geen geld om de gages der bemanning
te betalen.
Een nieuw Douglas-vliegtuig.
De avontuurlijke bronnenzoeker. - In één
dag arm en rijk. - De strijd om petro
leum. - Hoe een groot vorst zijn
land redde.
(Van onzen reizenden correspondent.)
Teheran, in November.
ELK jaar brengt de bodem van Perzië mil-
lioenen tonnen petroleum op \in 1930 was
de productie zes millioen ton, dus bijna
6.000.000.000 liter), waarvan ook de Perzische staat
thans zeer belangrijke voordeelen heeft. Eens, nog
niet zoo lang geleden, voordat de tegenwoordige
sjah, Reza sjah Pachlevi, het bewind in handen
nam en zijn land op den weg naar een nieuwe toe
komst voerde, was deze geweldige hoeveelheid pe
troleum, deze schat in den bodem, een zee, waarin
Perzië dreigde onder te gaan. Buitenlanders, voor
namelijk Russen, en Engelschen, genoten de voor
deelen van dozen schat; voor den Perzischen staat,
voor het Perzische volk, bleef bijna niets, behalve
dan het niet denkbeeldige gevaar dat de hebzucht
der andoren een einde zou maken aan de Perzische
onafhankelijkheid. Reza Sjah Pachlevi was het, die
hierin een volkomen omkeer wist te brengen. Op
dit oogenblik is de onafhankelijkheid van Perzië ste
vig gevestigd en het land krijgt een niet onaanzien
lijk deel van de voordeelen der petroleum. De tegen
woordige Sjah is een der grootste mannen dezer
eeuw; zijn invloed niet slechts op de geschiedenis
van zijn vaderland, maar daardoor ook op die dei-
wereld, is nu nog niet te overzien. Het is waar, niet
allen zijn het daarin met me eens, doch steeds blijft
dit hetzelfde; om de hoogte van een berg vast te
stellen moet men zich op een afstand van dien berg
bevinden; voor de grootte van een historische figuur
Is het niet anders.
Eigenaardig is het, dat de petroleum van Perzië
ontdekt werd door een man met verbeeldingskracht,
een man met een min of meer dichterlijken geest, eeu
Canadees, William Knox d'Arcy, een romantische fi
guur, die in zijn eigen vaderland een zeer avontuur
lijk bestaan had geleid, had rondgezworven in de
Canadeesche wildernissen en daar goudaderen had
ontdekt. Op deze wijze was hij tot een rijk man ge
worden, doch zijn rijkdom bracht hem niet tot rust.
Deze Canadees las veel en toen hij eens een boek
over het oude Perzië in handen kreeg, bracht dit
hem aan het denken. Sterk getroffen werd hij door
de geschiedenis der oude Perzische aanhangers van
Zarathoestra, die in hun tempels eeuwige vuren
brandden, groote, vlammende vuren, die nimmer
doofden. Waarmede werden deze groote vuren on
derhouden? vroeg d'Arcy zich af. Toen kwam hij tot
de overtuiging, dat deze vuren onderhouden werden
met brandbare olie, met petroleum, die dan in den
bodem van Perzië moest zijn gevonden.
Het is waar, de petroleum is bij ons nog slechts
betrekkelijk kort bekend, maar de Chineezen b.v. ken
den haar reeds eeuwen vóór onze jaartelling en ia
sommige streken van China werd toen reeds petro
leum in lampen gebrand. Toen de in dien tijd in
China bekende petroleumbronnen uitgeput geraak
ten, werd ook de petroleum vergeten. Waarom zou,
wat in China bekend was, niet bekend kunnen zijn
geweest in het oude Perzië? zoo vroeg de Canadees
d'Arcy zich af en hij verliet zijn vaderland om in
Perzië naar petroleum te gaan zoeken.
Dit geschiedde ruim veertig jaar geleden. William
Knox d'Arcy nam arbeiders, ingenieurs en boorma
chines met zich mede en stak het met de goudaderen
.verworven geld in zijn onderneming. Een kapitaal
van ongeveer drie-en-een-half millioen gulden ver
speelde hij bij zijn boringen, die jarenlang vruchte
loos bleven, doch hij gaf den moed niet op. Toen zijn
geld zoo goed als ten einde was, trok hij naar Lon
den om te trachten daar nieuw geld voor zijn onder
neming te vinden. Met veel geestdrift werd hij er
niet ontvangen, doch ten slotte kreeg hij van eenige
kleine bankiers toch nog een som bijeen, doch ook
dit geld was spoedig verbruikt en langzamerhand
begonnen de menschen den hardnekkigen Canadees
uit te lachen en als een halven krankzinnige te be
schouwen.
Geld voor zijn onderneming kon hij nergens meer
krijgen, doch toen kwam hij op het denkbeeld een
De groote moskee te Teheran.
Sen straat te Teheran met de vele huarrijtuigjes.
kleinen spoorweg van Teheran naar een naburig
plaatsje aan te leggen en hiervoor wist hij de be
langstelling van den toenmaligen Sjah en van eeni
ge geldgevers te wekken. Hiermede verdiende do Ca
nadees zooveel, dat hij zijn onderzoekingen weder
korten tijd kon voortzetten.
In 1901 kreeg hij van den toenmaligen Sjah voor
zich en voor zijn erfgenamen voor zes-en-zestig jaar
het recht op alle bodemschatten van Perzië. Deze
concessie was wel zeer fraai, doch er was één be
zwaar: in den bodem van Perzië werd niets gevon
den van eenige beteekenis. De boringen brachten
geen noemenswaardig resultaat.
Ten slotte geheel ontmoedigd en verarmd, wilde de
Canadees zijn pogingen opgeven en Perzië voor goed
verlaten, toen een zijner ondergeschikten niet ver
van de kust der Perzische Golf, op ruim honderd-
vijftig kilometer van Mohamerah, een zeer rijke pe-
troleumbron aanboorde.
Dit bracht een volkomen verandering in het leven
en de plannen van d'Arcy, die evenwel van zijn zwer
vend leven meer dan genoeg had en spoedig de zeer
rijke bron verkocht aan de Burmah Oil Company, om
daarna naar zijn vaderland terug te keeren. De con
cessie voor de rest van Perzië behield d'Arcy aan
vankelijk nog voor zichzelf. Hoe tenslotte deze ge
heele concessie in Engelsche handen kwam, is een
min of meer romantische geschiedenis. Wat men er
van verhaalt schijnt me een allerzonderlingst meng
sel van waarheid en wilde fantasie.
In de concessie van 1901 was een klein deel van
de te maken winst uit de bodemproducten van Per
zië toegekend aan den Siah.
Spoedig werden zoowel in het zuiden als in het
noorden en westen van Perzië nieuwe rijke oliebron
nen ontdekt en dit dreigde tot een ramp voor Perzië
te worden, want ook het toen nog zeer machtige Rus
land van den Czaar wilde zijn deel hebben van de
Perzische pettroleum, wat natuurlijk leiden moest tot
een botsing met Engeland, dat, reeds toen vreezend
voor een oorlog met het op zee steeds sterker wor
dende Duitschland, echter tot aanzienlijke tegemoet
komingen tegenover Rusland bereid bleek. Zoniet
zich veel te bekommeren om de meening van de Per
zische regeering of het Perzische volk, verdeelden
Engeland en Rusland het weer- en machtelooze Per
zië in twee „invloedssferen". Wat kon Perzië daar
tegen doen? Zeker, er was een leger, waarvan het
best geoefende en bewapende deel werd gevormd
door een kozakkenkorps, dat evenwel onder bevel
stond van Russische officieren.
Vooral de Russischo politiek in Perzië kenmerkte
zich door 'n groote mate van sluwheid en geweten
loosheid. Elke eerlijke, werkzame, vaderlandslievende
Perzische minister werd door de Russen in zoo kort
mogelijken tijd weggewerkt. Oneerlijke, omkoopba
re, karakterlooze Perzische ministers, die volkomen
onverschillig stonden tegenover de belangen van
hun land en volk, konden op den steun van Rusland
rekenen. Deze menschen vormden immers geen ge
vaar voor den Russischen invloed.
Gedurende den wereldoorlog stroomden Russische
troepen het land binnen om door Perzië een bedrei
ging te vormen tegen Turkije. Na de revolutie in
Rusland werd de toestand voor Perzië eerder slech
ter dan beter. Do nieuwe, zoogenaamd rcvolution-
naire regeering in Rusland scheen al even hebzuch
tig ten opzichte van de Perzische petroleum als de
regeering van den czaar was geweest. De Russi
sche troepen bleven in Perzie, tot na den oorlog En
gelsche troepen de Russen begonnen te verjagen
Het was ongeveer in dien tijd. dat de tegenwoordige
sjah een rol ging spelen, eerst als generaal, daarna
als minister van oorlog en tenslotte als staatshoofd
in welke hoedanigheid hij Perzië naar een nieuwe
toekomst voerde. Gemakkelijk was dit niet: Met
twee groote machten, Engeland en Rusland, had hij
te doen en over een leger van eenige beteekenis be
schikte hij aanvankelijk niet. Heel veel helder in
zicht, persoonlijke moed, diplomatieke en organisa
torische talenten waren noodig om Perzië op te
heffen uit den afgrond van verval, waarin het door
de eeuwenlange wanregeering en de hebzucht van
vreemden was verzonken. Reza sjah Pachlevi bleek
over al deze zeldzame eigenschappen te beschikken.
Dat dit velen, ook Europeeschen staatslieden en
zakenmensehen, niet aangenaam is geweest, behoeft
zeker wel geen betoog. De verandering, die Reza
sjah Pachlevi in en voor zijn land bracht, is ndl?
van aanmerkelijk grooter beteekenis dan wat Kemal
Pasja in Turkije wist te bereiken. Dat wij, in Euro
pa, dat nog niet voldoende beseffen, is te wijten aan
verschillende oorzaken, in de eerste plaats aan d-*
'aardrijkskundige ligging van Perzië, dat vanuit
de garantie van een product, bereid onder de strengste controle. Een
waarborg, dat slechts de beste grondstoffen werden uitgezocht om
Blue Band te maken. Een belofte voor een smakelijk maal, waar
£3 143&
Europa niet zoo gemakkelijk te bereiken is als Tur
kije en in het algemeen minder bekend is gebleven.
Inderdaad, de nu ook naar buiten op militaire
macht gesteunde politiek van Reza sjah Pachlevi,
wiens groote eerzucht is zijn vaderland hoog op te
voeren in de rij der beschaafde volken, is vóór
sommigen niet zeer prettig. Het vorige jaar nog wist
hij het te hereiken, dat het winstaandeel van Perzië
in de zeer aanzienlijko petroleumproductie aanmer
kelijk is vermeerderd. Millioenen brengt dit op en
deze millioenen ziet ieder, die zijn oogen niet moed
willig gesloten houdt, hier terug in den vorm van
nieuwe wegen, van spoorbanen in aanleg, van scho
len, van fabrieken en niet het laatst in den vorm
van een goed georganiseerd, wel-bcwapend leger,
dat zeer sterke naburen voldoende eerbied inboe
zemt om het onder den huidigen sjah herboren Per
zië een verdere rustige cntwikkeling te verzekeren.
J. K. BREDERODE.
GEBRUIKTE AUTOMOBIELEN
verknopen wij onder GARAN'ME en op PROEF
Garage C NIEUWLAND. BERGEN.
De Deensche Journalist op last van hoo-
gerhand vermoord?
In October 1931 men zal het zich wellicht nog
herinneren is de Deensche journalist Knud Holm-
hoc in het Noorden van Arabic. verdwenen en nadat
er langen tijd onzekerheid omtrent zijn lot had be
staan, kon als vaststaand worden aangenomen, dat
hij door Wahabieten vermoord was.
De herinnering aan zijn dood is dezer dagen ver
levendigd door mededeelingcn van Wasmuth Sejer-
stedt. een jonge Noor, die met oen eigen karavaan
van Ragdad naar Djedda is gereisd om onderweg
oudheidkundige onderzoekingen te verrichten, is de
zer dagen te Oslo teruggekeerd. In een interview ver
telde hij, dat hij van drie verschillende kanten bij
zonderheden omtrent het lot van Knud Holmboe had
vernomen. Een troep bedoeïnen zou opdracht gekre
gen hebben om Holmboe uit den weg te ruimen, daar
hij er van verdacht werd, plannen lot het maken
van communistische propaganda te koesteren. Een
maal wist hij aan zijn achtervolgers le ontsnappen
door over een rivier te zwemmen, maar na korten
tijd werd hij door een meisje verraden en daarna
doodgeschoten. Sejersted zcide, dat Holmboe oj> last
van zeer hoogstaande personen om het leven was
gebracht, maar hij wilde niet medcdcelen, wie hij
hiermee bedoelde.
Overigens kan volgens hem oen Europeaan veilig
reizen in het land der Wahabieten als hij maar re
kening houdt met de verboden, welke de fanatieke
godsdienst der Wahabieten voorschrijft. Hij mag niet
rooken, zingen of spelen. Om deze reden moest Se-
jersted zijn radiotoestel, waarmede hij Kaïro placht
te krijgen, missen.
De Noorsche reiziger had ook den Amerikaan en
den Duitschor ontmoet die in Irak door BedoTnen
gedood waren.
(Men zal zich herinneren, dat onze reizende cor
respondent, de heer Bredorode, van dezen moord in
één zijner brieven melding maakte).
Verder had hii Ibn Saoed ontmoet, aan wien hij
door diens raadsman, den tot het Mohammedanisme
hekeerden F.ngelsohman Philhy was voorgesteld.
Selented gewaagde ten slotte van de onweer
staanbare bekoring van de woestijn; hij zou wel da
delijk weer terug willen gaan om opnieuw on een
kampei te reizen, de ..Ford" der woestijn. Alleen
hoopte hij rnaar dat Philhy niet teveel echte Fords
aan de BedoTnen zou verkoooen. want dan zal het
met de kameelen gedaan zijn. Philbv doet n.1. in
Fords, naast zijn diplomatieke werkzaamheden.
Na maanden zwerven in Amsterdam aange
komen, waar de politie onmiddellijk
beslag legde op het scheepje.
Ongeveer vier maanden geleden werd op de
Zeeuwsche stroomen dc motorschoener Willy, thuisbe-
hoorende tc Groningen, gesignaleerd. De houding van
de bemanning van dat schoepje gaf aanleiding to ver
moeden, dat men de lading niet langs den norma
len weg wenschte tc lossen. Toen men aan boord
opmerkte, dat dc douane en de politic aandacht aan
deze handelingen schonken, verdween de Willy het
zeegat uit. Er werd toen geconstateerd, dat buiten de
drie-niijlsgrens lading werd overgegeven aan eeu
tweede vaartuig, dat, naar gebleken is, een oud jacht
van den Duitschen keizer moet geweest zijn.
Dit laatste vaartuig is met groote snelheid, zonder
dat het achterhaald kon worden, verdwenen in do
richting van de Belgische kust. Men heeft later kun
nen constateeren, dat dc lading, die werd overgeno
men, bestond uit kisten spiritus van 95 pet, een la
ding dus van hooge waarde en waaraan smokkelaars
groote sommen kunnen verdienen.
De Willy is toen met het overgebleven gedeelte van
de lading naar een onbestemde plaats vertrokken.
Later is gebleken, dat het schip via knap Ska gen
naar Danzig is gevaren, om daar te trachten dc spi
ritus aan land te brengen.
Het scheepje heeft ook daar echter de vlucht moe
ten nemen. Op «le Oostzee rondzwervende, is dc mo
tor defect geraakt, waardoor het hulpeloos was. Met
een klein zeil aan den korten mast wiqt «ie Willy
de Poolsche havenstad Gdynia te bereiken. Men had
intussehen de kisten spiritus overboord gegooid.
In deze haven is gerepareerd, maar toen het op
betalen aankwam, had dc gezagvoerder geen geld.
Pogingen door hem aangewen.1 om dat te krijgen
van zijn opdrachtgever, een Duitscher, hadden geen
resultaat. Deze heeft wel de opbrengst van de smok
kelwaar ontvangen, maar meende dat hij overigens
met het schip niets had te maken. Ook de kapitein
van de Willy heeft tot op dit oogenblik nooit een
cent ontvangen.
Na drie maanden in Gdynia to hebben gelegen, is
het tenslotte toch gelukt vrij tc komen. Er werd een
lading hout ingenomen cn daarmee werd dc reis naar
Nederland aanvaard.
Deze week is de Willy via het meer van Flevo naar
Amsterdam gekomen. Onmiddellijk heeft de politie
beslag gelegd op het scheepje. Ook de douanen heb
ben een onderzoek ingesteld en deze laatsten hebben
bevolen de Willy naar Rotterdam te brengen.
I)c bemanning, bestaande uit Nederlanders cn Duit-
schers, zal vermoedelijk beslag leggen op het schip,
daar de gezngvoerder geen geld heeft om de gages to
betalen. Tegen den gezagvoerder zelf is proces-verbaal
opgemaakt wegens smokkelarij.
Door Fokker aan Zwitserland geleverd.
Naar wij vernemen zal dezer dagen tc Cherbourg
uit Amerika per schip worden aangevoerd een nieu
we Douglas-machine, welke door Anthony Fokker
aan Zwitserland wordt geleverd. De machine zal deel
gaan uitmaken van de luchtvloot der Swiss Air. De
mogelijkheid bestaat dat zij nog geëxposeerd zal wor
den op dc luchtvaartteutoonstclling tc Parijs,