li kent uw eigen
gezicht niet
's Werelds
grootste schip.
Moderne slavernij
Zaterdag 24 November 1934.
SCHAGER COURANT.
Zesde Blad. No. 9603
Groote smokkel-organisaties
met groote winsten
Gebruikt de
karakterspiegel.
„Het laatste nieuws
uit Rome en
omgeving"
Levende koopwaar
door
L. M. JANTZEN.
In Amerika is een speciale luchtveüig-
heidsdicnst ter bewaking van de kust inge
steld, om het meer en meer voorkomende
menschensmokkelen tegen te gaan.
Kort geleden vond de New Yorksche po
litie bij het zoeken naar opiumsmokkelaars
17 half-verhongerde Chineesche studenten,
die in een kelder gevangen gehouden wer
den. Men had hen in aardappelzakken ge
naaid, Amerika binnen gesmokkeld en
hun de prachtigste vooruitzichten voorge
spiegeld. Zij zouden een voor een als goed-
Koopc arbeidskracht „verkocht" worden...
De hantjcl in levende koopwaar, is zelfs
Jn tijden als deze, nog loonend, ondanks
alle risico, die er aan verbonden zijn, om
,van de winsten, die de Hessischc vorsten
in de 18de eeuw maakten door bun onder
danen als soldaten voor Amerika aan En-
Engeland te verkoopen, maar niet te spre
ken.
Shanghaien.
Iedere zeeman weet wat dit beteekent:
liet ontvoeren van matrozen hetzij met ge
weld, hetzij met verdoovende middelen
om hem te gebruiken op schepen, waar
voor men geen bemanning had kunnen
krijgen door den slechten toestand, waarin
de schepen verkeeren, of door de verdachte
vracht, en ook door de gevaarlijke reis. De
reis naar Shanghai was vroeger door de
lange duur, door de gevaarlijke stormen
bij Kaap Hoorn of om Kaap de Goede Hoop
bij de zeelui weinig geliefd, zoodat de ka
piteins altijd weer gedwongen waren, om
met behulp van een, geen scrupules heb
bende „huurbaas" werver van scheepsvolk)
matrozen te monsteren.
Zonder pas en risico.
Een manier, die tegenwoordig vooral
'door de smokkelaars gebruikt wordt om
mcnschcn in hun macht te krijgen is, door
de slachtoffers van allerlei te beloven. Die
slachtoffers zijn meestal menschen, die
graag op een of andere onopvallende ma
nier uit een land willen verdwijnen. Zij
krijgen dan gegarandeerd, dat zij zonder
pas en risico naar een ander land vervoerd
zullen worden. Zij worden op een vrceselij-
ke manier uitgebuit en zijn als weerlooze
dingen in de macht van de smokkelaars.
Menschen, waarvan de papieren niet in
orde zijn, zijn volkomen rechteloos, en men
kan met hen doen wat meif wil, dus ook
verkoopen. Het gaat echter niet altijd om
individuen, die iets misdreven hebben, en
daarom naar een ander land willen. Het
aantal ongelukkigcn, die buiten hun schuld
geen nationaliteit meer hebben, is ontzag
gelijk groot. Bovendien bieden andere lan
den, zooals vooral Amerika en Australië,
mogelijkheden, die men in het eigen land
niet vindt en hebben zoodoende nog altijd
een bijzondere bekoring in de oogen van
sommige menschen. Het einde is dan ten
slotte toch meestal een leven in hopelooze
slavernij...
165.000 slaven bevrijd.
„Sedert 1931 werden 165000 slaven be
vrijd in de verschillende landen der we
reld." (Volkenbond-statistiek).
Sedert honderd jaar, precies gezegd: se
dert 1833, is er officieel géén slavenhandel
meer. In dat jaar werd de slavernij in het
Britsche wereldrijk afgeschaft. Toen
het voorstel met groote meerderheid werd
aangenomen, kregen 700.000 slaven de vrij
heid terug. Toen de Vcreenigde Staten ten
slotte dit voorbeeld volgde, beschouwde
men de slavenkwestie als afgehandeld en
niet meer actueel. En als er berichten ver
schenen over de winstgevende slavenhan
del, dan beschouwde men die berichten als
sensatie-nieuwtjes der kranten, of men be
weerde dat „de uitzonderingen de regel be
vestigen". De Volkenbond die zich sedert
jaren met de oplossing van het slaven-
probleem bezig hield, heeft onlangs bij het
slot van dit onderzoek vastgesteld, dat er
heden ten dage nog v ij f t i e n landen zijn,
waarin slaven verhandeld en verkocht
worden.
In do eerste plaats is er China, die het
meest van dezen handel te lijden heeft Of
ficieel is daar de slavernij ook verboden,
maar men schat den geheimen handel op
2 milliocn menschen per jaar. Daarbij zijn
nog niet eens gerekend de treurige, dik
wijls voorkomende gevallen, waarbij het
gaat om verarmde, vluchtende boeren, die
kinderen en vrouwen, jonge en oude bloed
verwanten aan geinteresseerden voor wat
rijst verkoopen, en zich zelf tot slot in
handen der smokkelaars geven om een
maaltijd. Dit gebeurt vooral in de vereen
zaamde streken, in vernielde dorpen, in
overstroomde gebieden en in de door ban
dieten bedreigde steden, en zijn zulke van
zelfsprekende dingen geworden, dat men
het niet tot „slavernij" meer rekent... Het
is geen zeldzaamheid, dat op één dag een
paar duizend inwoners van een stad als
slaven verkocht werden.
Ook in Britsch-Indië strijdt men, ten
minste in bepaalde streken, tegen dezen
handel. Een der Maharadja's van Nepal
onderscheidde zich op een bijzondere ma
nier, doordat hij op een zeer tactvolle wij
ze met de slavenhandelaars wist te onder
handelen. Het is daar de gewoonte, dat
zoo'n handelaar jonge meisjes en mannen
koopt, hen fezamen brengt en hun kinde
ren, zonder eenig gewetensbezwaar jegens
(\fi ouders, als koopwaar beschouwt. De
Maharadja van Nepal wist den handelaars
duidelijk te maken, dat aan hun „slaven-
fokkerij" meer risico verbonden is, dan
wanneer zij hun vermogen beleggen zou
den in een of andere industrieele onderne
ming, omdat de meeste vrouwen bij tien of
twintig geboorten sterven. Deze uitlegging
vond ingang, en de savenhandel in Nepal
nam af.
Helaas is het niet mogelijk in de andere
slavenstaten op deze manier een oplossing
te vinden!
meerderheid van de gezichten in zijn
omgeving beter kent, dan zijn eigen.
Niot ten onrechte heeft oen dichter het
menschelijk gezicht eens vergeleken met
een landschap: de wangen bestaande uit
dalen en heuvels, de neus als een bergrug,
en onder de bosschen der wenkbrauwen,
de oogen als heldere moeren. Het gaat ons
met dit landschap als met zoovele andere,
die wij eigenlijk goed moesten kennen. Als
wij eens b.v. denken aan den weg, den da-
gelijkschen weg van huis naar kantoor,
naar de plaats, waar wij ons werk gere
geld verrichten. Straten, pleinen, parken,
die wij van naam kennen, maar kennen wij
die ook werkelijk? Een klein gezelschaps
spel, dat wij met onszelf kunnen spelen,
geeft ons antwoord op die vraag. „Hoeveel
etages heeft het hoekhuis op liet... plein?
Is er prikkeldraad gespannen om het...
park? Staat het monument op een granie
ten of op een marmeren voetstuk? Heeft
het dak van het fabrieksgebouw luikga
ten?" Men weet het niet. Tweemaal daags
leest men een schild, waarop staat, dat
voor onbevoegden de toegang verboden is.
Maar al het andere overziet men.
En zoo is het nu ook gesteld met ons ge
zicht. We verzorgen huid en haar, zoo goed
als ons dat mogelijk is. Men heeft zelfs
nog eenigc aandacht over voor de rimpel
tjes, die bij mond en oogen reeds zoo merk-
WELKE KANT IS UW „GOEDE" KANT?
door
J. BEUKEMA,
Er is iets eigenaardigs met iemands eigen
gezicht. Misschien ligt het aan onze opvoe
ding, die ons geleerd heeft, dat ijdelheid
een verderfelijke eigenschap is, zoodat wij
alleen in den spiegel kijken, wannéér het
hoog noodig is! En zoo komt het ook, dat
men in den regel de voordeden en de na
deden de laatste zijn verreweg in de
baar zijn. Maar wist U al, dat U twee ge
zichten had? Twee heel verschillende gc-
zkhum? Dat wil nu niet zeggen, dat U dan
absoluut een grijs en een blauw oog moet
hebben, of zelfs een gebroken rteits. Neen,
ook het oogcnschijnlijk regelmatigste ge
zicht is uit twee verschillende helften sa
mengesteld. Kijkt U b.v. eens naar de loop
van Uw wenkbrauwen. Zij zijn geheel ver
schillend van teekening. En ook Uw neus
wijkt af, al is het slechts miniem. En dan
Uw voorhoofd. Aan de eenc kant is er een
veel grootcre welving.
Het is een interesant tijdverdrijf, zoo'n
landschap te onderzoeken. Hierbij kan U
het nieuwste hulpmiddel van de crimino
logie van dienst zijn: de karakterspiegel.
Het feit dat iedereen een „dubbel ge
zicht" heeft, is bij de menschen van de cri
minologie reeds langs bekend. Men zoekt
in „sterk-gespleten" gezichten van misda
digers de sporen van- die eigenschappen,
die geleid hebben tot het begaan van de
misdaad. Het is werkelijk waar, dat ieder
mensch een „goede" en een „slechte" kant
De courant van Caesar
De makelaar Octavius
Anser krijgt zijn
geld terug
door
J. L. VAN SLOOTEN.
Octavius Anser. een kleine makelaar in
onroerende goederen uit de Tiberstad,
slenterde op den vroegen morgen van den
30cn Maart van het jaar 55 v. Chr. op zijn
gemak over het Forum naar een in de na
bijheid liggend wijnhuis, dat om zijn goe
den rooden Falemer bekend was. Voor het
stadhuis bemerkte Octavius een oploopje
van menschen. Zonder er verder bij na te
denken, besloot hij ook eens een kijkje te
gaan nemen, omdat men nooit weet, waar
het voordeel van een eerzaam makelaar in
onroerende goederen nog kan liggen.
Hier verdrong zich dus een half honderd
goede Romeinsche burgers van eiken ou
derdom en stand voor drie witte tafels,
zoo groot als flinke deuren, die met roode
verf beschreven waren. Octavius drong
zich tusschcn een hem vluchtig bekenden
griffier en een jongen adelijken fat naar de
voorste rij en las:
„De bankier 0- Aufidius van het wis
selkantoor bij het Cimbrischc Schild
verdween onder achterlating van een
aanzienlijk aantal schulden
Hier onderbrak Octavius zijn lectuur en
kreeg een aanval van onmacht, die ten
gevolge had, dat een politie agent hem
naar de „Ecrsto Hulp bij Ongelukken"
bracht, waar men hem een glas Falerner
in het keelgat deed stroomen. zulks uit
openbare middelen, en waarvoor onze Oc
tavius dus niets behoefde te betalen. De
prettige gedachte daaraan gaf Octavius,
meer nog dan de Falerner zelf, het bewust
zijn terug. Hij bedankte de doctoren, zeide
ook nog een paar vriendelijke woorden
over den grooten Gajus Julius Caesar, op
wiens bevel deze inrichting was gesticht,
en begaf zich toon weer met angst in de
keel naar de tafels.
Onderweg nam hij in alle stilte reeds af
scheid van de acht zilveren talenten, die hij
aan dien gemeenen Aufidius had toever
trouwd het overgespaarde van een 22-
jarig moeizaam makclaarsbestaan.
Voor de tafels aangekomen, zocht hij het
betreffende bericht en las verder:
werd echter onderweg gearres
teerd en zal nu voor den rechter Bal
bus moeten verschijnen. Gebleken is
reeds, dat van de gedeponeerde gel
den niets is verloren gegaan, zoodat
alle deposito's geheel zullen worden
terugbetaald."
De overige hier verzamelde lezers van
het eerste nummer van den eersten jaar
heeft, en het verschil tusschen beide ge
zichtshelften is zoo zeggen do psycholo
gen is vooral bij misdadig aangelegde
menschen zeer groot. De criminologen gaan
dan ook bij bijzondere studies van dit
standpunt uit. Twee precies dezelfde por
tretten van den misdadiger werden door
midden gesneden, en de linkerkant van do
een wordt geplakt aan den rechterkant
van den andere. Men krijgt dus twee „goe
de" en twee „slechte" porfretten. Zoo wordt
veel van de toedracht van de misdaad,
maar ook veel omtrent do dader zelf, aan
de psychologen verklaard. Dit systeem ge
bruikte men vroeger. Een zekere Dr. Ben
ton uit Los Angeles, heeft nu de zgn. ka-
lakterspiegcl uitgevonden, die het onder
zoek zeer vergemakkelijkt. Het principe er
van is eenvoudig als volgt:
Een dubbele spiegel wordt met scharnie
ren op een ondergrond geschroefd. Men
schuift nu het portret eronder, zoodat do
haarfijne spiegel het gezicht precies mid
den door deelt. Als men nu loodrecht naar
beneden kijkt, ziet men het gezicht veran
derde. Van links gezien, ziet men twee go-
zichten: het eene van het portret, het an
der als spiegelbeeld. Van rechts krijgt men
dezelfde indruk van de linker gezichtshelft
Ook een kleine taschjes-spicgci leent zich
voor dit experiment.t Men legt een duide
lijk portret op tafel, en zet in het midden
ervan de spiegel. Zoo kan men rustig eerst
de eene gezichtshelft, en dan de andere, op
zijn gemak bekijken. Men kan dan duide
lijk liet verschil tusschcn de twee gezichts
helften vaststellen: de „goede" en do
„slechte" zijde.. Men kan tenminste uitvis-
schen, welke kant men naar zijn vrien
den, en welke kant men naar zijn vijanden
moet keeren.
gang van de eerste courant van de oud
heid draaiden verschrikt hun hoofden om.
toen een man. en wel onze Octavius Anser.
plotseling onder luid geschreeuw eenigc
prachtige luchtsprongen uitvoerde, zijn to
ga uittrok, klaarblijkelijk. Omdat hij van
opwinding zoo warm geworden was, en
meermalen met een vriendelijke bedoeling
op Justitia en Mcrcurius vloekte, om ten
slotte in een van de nauwe straatjes, die in
de omgeving lagen, te verdwijnen. Een van
de getuigen van dit schouwspel, een oude
kaalhoofdige volgeling van den conserva
tieven Cato, meende, dat deze vloekwaar
dige nieuwigheid van Caesar, de publicatie
van zulke berichten voor Jan en Piet. on
vermijdelijk de ineenstorting van het rijk
tengevolge moest hebben, want zij onder
mijnde de autoriteit van de overheid en
maakte het volk hebzuchtig.
Valt nog op te merken, dat de makelaar
in onroerende goederen Octavius. wien
deze critische opmerking gold, natuurlijk
uit puur toeval „Het Laatste Nieuws uit
Home en Omgeving" gelezen had en daar
bij juist omdat opmerkzaam was gewor
den. wat hein zoo verschrikkelijk opwond.
Maar in het vervolg werd Octavius na
dat hij nog denzelfden morgen den bankier
Aufidius van het Cimbrische Schild had
afgeranseld en hem acht zilveren talenten
plus de renten had lichter gemaakt een
trouwe lezer van de nieuw ingevoerde be
richten voor hot stadhuis op liet Forum.
En hoewel hij nog steeds, uit hoofde, van
zijn beroep, aan de kleine nieuwtjes, zooals
de echtscheidingen, faillissementen en der-
gelijken. de meeste aandacht liesteedde,
zoo las hij toch ook regelmatig de berich
ten over de besprekingen in den senaat, die
het hoofddeel van de „Acta Diuma" uit
maakten. het kernpunt van de geheelc
nieuwigheid, want Caesar wilde hierdoor
het volk eens aan het verstand brengen,
hoe in dit college met de staatszaken werd
omgesprongen. Deze hecron konden nu niet
Ion -er achter gegrendelde deuren hun
handel in de beste posten in leger cn be
stuur drijven.
Dat Caesar zich dan ook later tot dicta
tor kon verheffen, dankte hij voor een
groot deel aan zijn „Acta Diurna."
Na de te waterlating van de „Queen Ma-
ry", de reusachtige Engelsclie etoomer, is
de aandacht des te meer gevestigd op do
Imuw van de „Xormandic" van de Compag
nie Générale Transatlantiquc.
Ongeveer 30.000 werklieden zijn aan do
bouw van dit enorme schip werkzaam cn
wr Mmm rt^lhuns niet nalaten U' eens
eenigc cijfers te noeuuui van afmetingen,
en*/. De* schOorstednéiv hebben een omtrek
van, schrik niet, 49 meter, terwijl de tweo
masten 151 Meter uit elkaar staan. De mon
tage van de machines is practisch gereed
cn thans wordt de eerste hand aan liet
binnen- en decoraticwerk gelegd. De leng
te van de „Nonnandië" bedraagt 313 M.t
de breedte 86 M. Grootte 79.000 ton, uiterste
snelheid 28 knoopen, gewicht van de an
kerkettingen 151 ton; gewicht van het an
ker 17 ton. Gewicht van de schroeven 23
ton.
Ook het aantal officieren cn het civielo
personeel zullen ongetwijfeld Uw belang
stelling hebben.
Wc vangen aan met do bezetting van de
commandobrug, waar onder de kapitein, de
eerste cn de tweede stuurman, negen lage
re officieren en twee leerlingen staan, voor
de machines, die een sterkte hebben van
160.000 P.K. zorgen 17 machinisten en 10
assistenten, terwijl het. totale personeel van
de commandobrug en de machinekamer
292 personen bedraagt.
Dat wat nog slechts een klein gedeelto
betreft, want we spreken nog niet eens over
3 doktoren, 2 ziekenoppassers, 30 eleetri-
eiens, 7 drukkers, 0 kappers en 16 muzi
kanten.
U zult begrijpen, dat aan een dergelijke
beroemde boot als de „Normandié" buiten
gewone cischcn gesteld zullen worden aan
de verzorging en aan de keuken. Interes
sant is het aantal cinplové's dat voor het
welzijn van de passagiers moet zorgen in
de moderne keukens, die meer dan 30 Me
ter lang zijn en waar alle fornuizen en
ovens electrisch verhit worden, tellen wo
187 koks en hulpkoks .9 slagers zijn aan
wezig, terwijl 6 botteliers voor de dorstige
kelen zorgen. Onriertussehen vergaten wij
nog een tiental hakkers.
Voor de bediening zijn slechts 628 ste
wards, 25 kamermeisjes, 108 matrozen en
35 boys aangewezen.
Wij geloven dat ook de voorraad glas
werk aan boord U zal interesseeren. U
moet weten, dat er ingescheept zullen
worden: 2160 waterkaraffen. 57.Ü00 glazen,
en 28.120 kopjes. Over kleinere aantallen
spreken we maar niet eens.
Het zilverwerk zal liestaan uit 770 kof
fiepotten, 12.450 messen, 15.340 lepels,
li.100 vorken. 2.000 plats. 1.160 melkbe
kers en 600 bloemen vazen.
Nu nog een greep uit de linnenkamers,
waar aanwezig zijn: 38.400 lakens. 19.200
kussens, 130.000 servetten. 48.000 ontbijt-
lakens, cvenzoovcel voor thé, 6000 had
handdoeken. 150.000 toilcthanddoeken,
40.<KH) voor keukengebruik.
We zullen U voor verdere cijfers hier
omtrent sparen.
Nog even wippen we in de proviand
kamers, waar voor een reis worden inge
laden: 70.000 eieren. 7000 kippen. 16.000
K.G. vleesch, 80.000 K.G. ijs. 21.000 Liter
wijn. 6.950 flesschen oude wijn cn cham
pagne, 2600 flesschen likeur. 16.000 Liter
hier en 9500 flesschen minerale wateren.
Om dit reusachtige schip te verven in de
kleuren van de !a Compagnie Générale
Transatlantique had men noodig 6.110
K.G. verf. waarvan 1300 K.G. zwarte verf.
Voor het gemak van de passagiers zijn
aangebracht 1100 telefoontoestellen.
En voor de eindigen tot we weer iets
over dit wonderbaarlijke schip kunnen
vertellen, nog eenigc cijfers over de vloer
bedekking: Aan tapijten werd gebruikt
12.000 M.2. aan vloerbedekking 15.000 M.2
caoutchouc.