•ie •froote vergissing
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct
ult de OMGEVING
7. IJ P E
SCHAGERBRUG.
HOLL. MIJ. VAN LANDBOUW.
Zaterdag 8 December vergaderde de afdeeling Zij-
pe en Omstreken van do Holiandsche Maatschappij
van Landbouw in de zaal van Mej. do Wed. Broer
te Schagcrbrug, 's morgens om half tien.
Voorzitter is de heer H. Rezelman, secretaris de
heer C. van der Siuijs.
In zijn openingswoord vergelijkt de Voorzitter deze
periode met die in de mobilisatie. Er is iets vreemds
aan de hand. En daarom is deze vergadering uitge
schreven. Overal wordt steen en heen geklaagd en
er zijn veel ontevredenen. We zullen daarom eens
kijken wat het Hoofdbestuur van onze Maatschappij
zoo doet en wanneer wc het daarmee niet eens zijn,
dan zullen we het Hoofdbestuur inlichten. Spr. be
treurt liet, dat slechts 20 pet. der Inden (is 30) aan
wezig is, vooral met zoo'n belangrijke agenda.
Door den lieer C. van der Siuijs worden hierna de
notulen voorgelezen en deze worden met een woord
van dank aan den samensteller goedgekeurd.
Medegedeeld wordt dat voor den landhouwcursus
zich '-H deelnemers hebben opgegeven; op het nut
van zoo'n cursus wordt nog eens gewezen.
Bij monde van den heer K. Winkel wordt rapport
uitgebracht door een commissie, belast met het na
zien van de rekening van de Tentoonstelling. Alles
was in ordo bevonden, het batig saldo bedroog
f in.jö.
Het bestuur is dan ook van meening. dat weer
e<öi tentoonstelling moet worden gehouden, waarmee
de vergadering volledig instemt.
Ook zal er weer een verloting worden gehouden
(behoudens goedkeuring).
Aan de orde is nu verkiezing van een bestuurslid
in de vacature- K. Winkel.
Do heer O. Appel wil eerst een bestuurslid benoe
men na hot volgende agendapunt: bespreking alge-
luoeno toestand in de veehouderij, dan valt het kie
zen hem makkelijker: andere leden zijn dit met
hem eens, zoodnt aldus geschiedt.
Voorzitter begint dan met te zeggen, dat de Hol
iandsche Maatschappij van Landbouw en ook de
Begoering in deze tijden nan scherpe critick bloot
staan. Men vorgete echter niet, dat het onmogelijk
is het een ieder nanr don zin tc maken.
Spr. vindt het jammer, dat er menschen zijn, die
zich afscheiden uit onze Mij., een andere vereeni-
g ng oprichten en tegen ons ageeren. Veel beter ware
hel. samen overleg te plegen, dan ondoordacht af te
vallen en de versnippering in de hand te werken.
Wc kunnen wel zeggen: het deugt zoo niet. maar
als we dan proheeren zelf een beteren weg aan te
geven, vinden wij dien weg niet. En dan moeten
we wel erkennen, dat er niets beters van te maken is.
Spr. vindt den weg die het Hoofdbestuur aan
geeft.' toch nog dó weg.
De heer I'. Vries vraagt naar de bedoeling van dit
agendapunt.
Voorzitter antwoordt, dat het Hoofdbestuur feite
lijk om een advies vraagt. We kunnen, zoo wij dat
wonschelijk achten, adviseeren om in een andere
richting te werken.
Do heer Vlam zag graag, dat het Hoofdbestuur
moer tegen de Begeering in ging.
Voorzitter zegt, dat liet Hoofdbestuur juist een
adviseur is van dc Begoering.
De heer De Lange wijst er op dat den nkkerbou-
werd bevoordeeld wordt boven de koebocr; liever zag
hij meer gelijke rechten, hij zoo'n achterstelling zal
de koeboor onherroepelijk teniet gaan.
Voorzitter zegt, dat liet gemakkelijker is iets voor
den akkerbomver tc doen: de producten van den
koolM>er kunnen onmogelijk verwerkt worden, d. i.
niet het geval met de producten van den akker
bouwer.
Do heer K. Winkel meent te moeten opmerken,
dat voor do steunregelingen de Mij. niet verant
woordelijk is, dat zijn rcgceringsmaatregelen.
Te veel verdeeling.
In de groote vergadering te Hoorn, van de vorige
week. waar spr. ook aanwezig was. werd dc vraag
gestold: Halen do hoeren er uit. wat er uit te halen
is, en het antwoord luidde: Neen. De boeren zijn
nog steeds to verdeeld; het is of ze hun belang niet
inzien. Langs een cn denzelfden weg rijden soms 4
A 5 melkwagens naar verschillende kleine fabrie
ken. Veel verstandiger zou liet zijn, 1 groote fabriek
to zotten; dan zouden ook de exploitatiekosten ver
naar beneden gaan. In dit verband wijst spr. op de
melk uit Friesland, die per auto naar Vlaardingen
wordt getransporteerd. Die heeren zien wel hun be
lang. Veel boeren leveren ook melk aan speculatieve
fabrieken. Enorm veel melk trekken deze aan zich.
Do directeuren van deze fabrieken hebben veel in
dc melk te brokken. Hun belangen gaan echter lijn
recht in tegen die der kocbocren. De boeren, die
melk aan deze fabrieken, dus aan den handel leve
ren. werken zich zelf tegen. Een kleine fabriek zal
slechts boter en kaas kunnen produceeren. Deze
groote speculatieve fabrieken echter gaan ook nog
andere producten, b.v. gecondenseerde melk leve
ren. De hond van zuivelfabrieken kan niet zeggen:
wij vertegenwoordigen den hoer; de bond vertegen
woordigt slechts een gedeelte daarvan.
Aan dc waarde van het advies van het Hoofdbe
stuur bij de regeering, hecht spr. niet zooveel waarde
Hij weet van een geval, waar juist anders werd be
sloten dan geadviseerd. Spr. dringt nog eens aan
op meer organisatie; alles hangt in elkaar als los
zand.
Do heer G. Appel heeft dezelfde grieven als de
Dc Lange. Hij geeft echter toe, dat er in het Hoofd
bestuur leden uit verschillende bedrijven zitting
hebben en niet alleen koeboeren. Indertijd heeft het
Hoofdbestuur gevraagd naar een advies om invoer
rechten op het graan te heffen. Wat heeft de verga
dering toen geadviseerd?
Voorzitter antwoordt dat er heelemaal niet gead
viseerd is.
Do lieer C. Marees wil hoogo invoerrechten op
buitenlandsche vetten heffen.
Voorzitter zegt nog dat men indertijd was voor
steun aan den akkerbouw Wanneer wij in de pe
narie zouden komen, zou de akkerbouw ons weer
helpen.
De lieer J. L. Kuiper: In geen geval mag de ver
gadering het bestuur verwijten, dat dit zicli destijds
voor een tarwewet en (of) graanrechten heeft uit
gelaten. Hadden we geen blokkecring van den
grnan-invoer gekregen, dan was de positie van de
veeboeren thans veel slechter geweest. Tegen de
buitenlandsch afbraakprijzen was de binnenlandsche
graanbouw absoluut niet bestand. Met den steun
aan do tarwebouw in de allereerste plaats en ook
door den steun op de andere granen, is voorkomen,
dat do akkerbouwers 2 en 3 jaar geleden zich gin
gen toeleggen op de veehouderij. Zelfs is bereikt,
dat een gedeelte van het grasland met succes is om
gezet in bouwland. De veehouders in deze omgeving
mogen zich gelukkig prijzen, voor zooverre dan dit
is toegostaan, dat een gedeelte van hun land ge
schikt is om te scheuren, opdat dit nog een loonend
onderdeel van het bedrijf kan worden.
De heer De Lange bestrijdt deze redeneering ge
deeltelijk en noemt de margarineproductie het groo
te kwaad.
Do heer G. Appel bespreekt de drie slroomingcn,
waarvan men hier de beste moet kiezen; daar is in
do eersto plaats het Hoofdbestuur van onze Mij.,
die beperking van den veestapel wil, dan de F.N.Z.,
welks ideeën zijn gebaseerd op betere internationale
verhoudingen en de „Landbouw en Maatschappij",
die hoogcro invoerrechten op het graan wil, die dan
ten goede zullen komen aan de veehouderij.
De heer G. van der Siuijs is van oordeel, dat bij
dezen voortgang, de veehouderij ten gronde gaat; ze
is veel te stiefmoederlijk bedeeld. Spr. wil dan ook
bij liet Hoofdbestuur aandringen op een verbetering
in dc positie van de veehouderij. Bovendien vindt
spr. het niet goed .dat zij die al ingekrompen -zijn,
nu nog eens moeten inkrimpen op hun veestapel.
Do hoer Do Lange merkt op dat dc Wicringermecr
wordt bevoorrecht.
Do heer Vries: Moeten we hier inkrimpen voor de
Wicringermeer?
De heer G. v. d. Siuijs zou er verder op nan wil
len dringen bij bet Hoofdbestuur, dat wordt gepro
testeerd tegen de uitvoering van de aanstaande in
krimping van 50.000 kalveren in den omtrek.
I)e heer Vries zegt. dat wnar de handel zoo sterk
staat, de veehouderij niet veel zal hereiken.
De heer J. L. Kuiper weet, dat de directeuren der
speculatieve fabrieken aandeden hebben in den
margarinchandel, en spr. wijst op het gebrek aan
„organisatie-talent" bij de boeren. Over dc aparte
regeling voor de Wicringermecr kunen we hier be
ter zwijgen.
Dc heer N. Hopman zou ook' onder de oogen wil
len brengen do hooge melkprijzen (cn daardoor
minder gebruik van melk) in de steden en werpt
zich tevens op als een verwoede melkbrood-voor-
vochter. Misschien stijgt de broodprijs, maar die is
al eens eerder verhoogd.
Ook de heer G. v. d. Siuijs voelt daar wel voor;
men zou dan echter moeten komen tot een algeheel
waterbrood verbod.
De heer Winkel bepleit nog de opheffing van dc
consumptiemelkregeiing.
De heer G. Appel wil door sprekers te laten ko
men, propaganda maken voor oprichting van groote
coöperatieve zuivelfabrieken.
Melkbrood is wel mooi, maar spr. oordeelt dat het
leven niet duurder gemaakt mag worden.
Na cindelooze discussies, die evenwel geen nieuwe
perspectieven openen, wordt dan besloten, een
schrijven te zenden aan het Hoofdbestuur, waarin
de volgende vijf punten vermeld staan:
1. De vergadering gaat accoord met beperking;
dat vooral geen hoogere invoerrechten op de gra
nen worden geheven.
2. Bij de rnclktoeslag moeten onbillijkheden uit
den weg genomen worden, zoodat de veehouders,
die door den cconomischen toestand reeds hebben
ingekrompen, niet meer gedwongen worden nog
eens in to krimpen.
3. Met de aanstaande inkrimping van 50.000 kal
veren, wordt verzocht Noord-Holland vrij te laten.
4. Do vergadering is voor opheffing van do con
sumptiemelkregeiing.
5. Anngedrongen wordt op een algeheel verbod
van waterbrood-hakken.
Tot bestuurslid wordt gekozen de heer H. 't Hart,
na tweede vrije stemming.
Rondvraag.
Do heer Hopman vraagt medewerking van de af
deeling Zijpe cn Omstreken van de Holl. Mij. van
Landbouw aan een bijeenkomst, waarop Ir. De Vries
zal spreken over Veevoeding. Het initiatief is ge
nomen door de Vcrcenigng van Oud-leerlingen der
Landhouwcursus.
Besloten wordt medewerking to verleenen. Het
vraagstuk wie de leiding op zich zal nemen, zal nog
nader worden opgelost.
Verder dringt de heer Hopman aan op hooionder-
zoek.
De heer G. Appel constateert dat weliswaar 20 pet,
der leden aanwezig is, maar het betreurt hom toch
ook dat maar 60 pet. van de bestuursleden aanwe
zig is. Voorzitter betreurt dat. met hem.
Do heer Bremer vraagt medewerking van don no
taris inzake do onkosten hij publieke verhuring. De
huurder betaalt de onkosten, doch volgens de wet
behoeft dat niet.
Het bestuur zal de zaak bestudeeren.
De heer Rens is van meening. dat de agent der
Onderlinge Brandverzekering te ver woont (W. Nie-
man te Noordschanvoude).
Ook deze kwestie zal het bestuur onder oogen
zien. Hierna sluiting
'T ZAND.
MET KIJKER EN CAMERA.
Zaterdagavond gaf de bekende ornitholoog J. P.
Strijbos een lezing met lichtbeelden getiteld :„Met
kijker cn camera onder de vogels" voor de vereen.
„Nut en Genoegen" alhier. Hoewel de verwachting
ten opzichte van het aantal bezoekers nogal hoog
gespannen was, gezien dc geweldige belangstelling
voor de lezingen van don heer Strijbos in de om
liggende plaatsen gehouden, was de opkomst thans
niet zoo buitengewoon groot. De groote zaal van den
heer Schriekcn was voor pl.m. 2/3 bezet, terwijl het
grootste gedeelte der aanwezigen bestond uit kin
deren. O.a. hadden een tweetal onderwijzers van de
school te Julianndorp mot oen groot aantal kinde
ren de reis naar hier gemaakt, om deze, ook voor
de kinderen, buitengewoon interessante dingen over
do vogels, te hooren en te zien. Door afwezighoid
van den Voorzitter, werd de avond geopend door den
heer W. Jimmink, als vice-voorz. van het Nut. Spr.
deelde even do wisseling van bestuursfuncties mede.
In de plaats van Dr. Oterdoom, die door drukke
werkzaamheden niet als voorz. meende te kunnen
aanblijven, is thans in diens plaats benoemd de
heer N. D. M. Dekker. De heer Jimmink heet ver
„Moeder! Ga je Suzanne hield plotseling op,
sloot de oogenen bleef een oogenblik stijf en stil
zitten. Weer zag ze het doode gelaat van haar vader
met al die wanhoop, die het leven daarop gegrift
had. Toen ontspanden haar spieren zich, ze deed
de oogen weer open en lachte een kort, vreemd
vreugdeloos lachje:
„Wat handig van uj" zei ze. „Bent u verliefd
op hem?"
„Mijn beste kind er zijn no§ andere dingen, dan
do verliefdheid der jeugd, die iemand tot een huwe
lijk kunnen brengen", zei Alicia met een hooghartig
glimlachje, dat haar dochter helsch driftig maakte,
„Bobert en ik zijn heel goede vrienden en daar
je kinderlijke geest zulks schijnt te vragen, wil ik je
wel zeggen, dat hij verliefd is op mij en dat al jaren
lang. Hij heeft er nooit eerder met me over gespro
ken, maar ik heb het geraden. Ik moet toegeven, dat
je het recht hebt je te verbazen, dat dit alles zoo
gauw gaat, maar waarom zouden we wachten?"
„Hcelemanl niet noodig", zei Suzanne half fluis
terend. „Hoe zijn do verdere plannen, moeder?"
„We zullen tot eind April in Californië blijven
en daar we toch in ierier geval binnen de maand uit
dit huis moeten, komt het heel goed uit; dat ik nu
eerder kan gaan. Als we terug komen trekken we
een paar maanden in Roberts huis en dan naar
zijn buiten in do buurt van Woods Crossing. Wat
zei je Suzanne?"
„Ik? Niets. Ligt het buiten van Mr. Dighton in de
buurt van Woods Crossing? Dat wist ik niet."
„Ja, Maar een paar mijl van Lionel en Marilyn.
Hij heeft daar een oud huis, Woods Crossing Manor.
't Is echt een bof, dat Bobert juist dat plekje van
Connecticut voor zijn buitenverblijf koos. Maar
«•nfin, dat doet er niet toe. Waar ik het over wilde
hebben, is dit: Bobert vindt dat je er heelemaal
niet goed uitziet, en hij heeft het plan geopperd, dat
je eens een poosje naar Mianmi of zoo moet gaan, als
je er zin in hebt. En als je dan terugkomt had Mari
lyn graag, dat je een beetje toezicht hield op het
moderniseeren van Lioncl's huis hier en ik heb Bo
bert voorgesteld, dat je dan voor hem hetzelfde
maar moest doen. Zooals alle vrijgezellen, hebben
ze alle twee van die afschuwelijke ouderwetsche
dingen. In Lionel's geval is dat natuurlijk to verge
ven, want hij is zoo lang weg geweest. Zou je dat
willen doen?"
Suzanne haalde eens diep adem. Het duizelde
haar van al de plannen, die er blijkbaar waren ge
maakt toen ze haar tijd versliep. Maar ze wist pre
cies, wat haar moeder bedoelde met haar: zou jo
dat willen doen? Alicia had bedacht, dat Suzanne
haar op die manier van nut zou kunnen wezen en
daarom had ze haar dan ook in haar verder levens
plan opgenomen. Maar als ze dit nu toevallig eens
niet zou willen doen, dan werd er van haar verwacht,
dat ze maar liefst zoo gauw mogelijk zou trouwen,
om zelf een tehuis in te richten, daar ze zich anders
wel eens heel erg de trop zou kunnen voelen in liet
nieuwe huishouden. Alicia dulde nooit iemand in
haar leven, die niet het noodise bijdroeg tot haar
gemak en genoegen en haar dochter maakte geen
volgens allen hartelijk welkom, in het hijzonder den
heer Strijbos en gaf vervolgens het woord aan laatst
genoemde.
Deze begon met een korte inleiding, waarbij reeds
ras bleek diens kwaliteiten van vlotte, duidelijk
sprekende en af en toe zeer geestige causeur. Ver
volgens werd de projectielantaarn, door zijn helper
voor dezen avond, den heer Van Honschotcn, in
werking gesteld. Bij elk beeld op het witte doek gaf
spr. dan vervolgens een alleszins begrijpelijke uit
eenzetting. Uit een en ander bleek nu overduidelijk
onder welke, vaak uiterst moeilijke omstandigheden,
de meeste photo's van de vogelwereld tot stand
kunnen worden gebracht en waarbij men dan een
geduld moet hebben als een ijzeren pot. Achtereen
volgens liet spr. verschillende soorten vogels de re
vue passeeren. Vooral de vogels der kust- en duin
streken van Holland, maar ook opnamen van do
Shettlandsche Eilanden, Zuid-Frankrijk, Spanje, enz.
zoomede de herten en wilde zwijnen op de Vcluwe,
werden ons aanschouwelijk voorgesteld en toege
licht. Spreker sprak aan het einde van den avond
de verwachting uit, dat het hem zou zijn gelukt
do aanwezigen een kijk to hebben gegeven op het
vogelleven in de natuur cn hoopte dat een cn ander
zou hebben bijgedragen tot versterking van da
liefde tot de natuur.
Het slotwoord werd gesproken door de, in den loop
van den avond verschonen Voorzitter, den hcci
Dekker, welke den heer Strijbos dank bracht voor
de op waarlijk eminente wijze gehouden causerie,
zoo ook voor de schitterend mooie lichtbeelden.
Dank werd voorts gebracht aan den heer v. Hon
schotcn voor diens hulp en aan de aanwezigen voor
hun belangstelling.
OUDESLUIS.
Zaterdagochtend werd een zoontje van den heer
Kok bij het naar school gaan, door den scholier P.
de C. met de fiets aangereden, en wel zoodanig, dat
hij niet meer in staat was te loopen. Door den jon
genheer V. naar school gedragen, werd daar 'n voor-
loopig verband gelegd, waarna de heer de Vries zoo
bereidwillig was het jongetje per auto naar Dr.
Oterdoom te brengen, welke overbrenging naar het
ziekenhuis te Alkmaar noodzakelijk achtte.
In de zaal van den heer Buisman werd Zater
dagavond door de Soc. „Burgerkring" de eerste fees
telijke bijeenkomst in dit seizoen gehouden.
De heer Jippes, voorzitter, heette de vele aanwe
zigen van har(e welkom, waarna met het program
ma, hetwelk geheel door eigen krachten werd ver
zorgd, werd begonnen. Het was een programma vol
afwisseling, een paar komische tooneelstukjes, een
lezing van den heer Jippes. zang van Mevr. Hoep en
den heer Veltman, enz. De grimagc werd op keu
rige wijze door Mevr. Hoep verzorgd, en de muziek
niet minder door Bakker en Stipriaan.
Een gezellig dansje besloot dezen zeer genoegelij-
ken avond,
LANGEND IJ K
BROEK OP LANGENDIJK.
De anti-revolutionaire kiesvereeniging kwam .in
vergadering bijeen onder presidium van den heer
Schelhaas.
Medegedeeld werd dat op 22 Jan. a.s. het Tweede
Kamerlid C. Smeenk hoopt op te treden voor de
vereeniging. Aangedrongen werd op meerder bezoek
van de propaganda-club.
Door den heer J. Wagenaar werd verslag uitge
bracht van de gehouden vergadering der Prov. Com
missie te Amsterdam.
Betreffende candidaatstcling voor de a.s. Staten
verkiezing, werd besloten de Staten-ccntrale te ad
viseeren de navolgende heeren in volgorde van bo
ven af op de lijst te plaatsen: A. Gravestein, P. Slot
A. P A. Lever, A. Barten Pz., J. Wagenaar Cz.,
L. Doekes, J. Balder Jbz. cn S. Steensma.
Hierna werd door J. Wagenaar Sz. een onderwerp
ingeleid: „Bedrijfsorganisatie en Overheidsbemoei
ing", waarop een levendige gcdachtenwisseling volg
de. Hierna sluiting.
Vanwege de Chr. Zondagschool vereeniging werd
de Mentanci-Zendingsfilm vertoond in de Ned. Hcrv.
Kerk. Op boeiende wijze werd weergegeven do ze
den en gewoonten der natuurvolkeren en hoe to
dien opzichte door het brengen van het Evangelie
daarvan een krachtige* cn zegenrijko werking uit
ging.
uitzondering op dien regel. Suzanne was dadelijk
bereid, haar wat Dighton's huis betrof, ter wille
te wezen. Ze mocht Dighton wel en ze kende de smaak
van haar moeder en was cr dus tamelijk zeker van,
te doen wat beiden goed vonden. Maar met Lionel's
huis was het wat anders. Dat kon en wilöo zo niet
veranderen noch op verzoek van Marilyn, noch op
aandringen van haar moeder. Het was al erg ge
noog, dat Dighton's huis in Connecttcut bij Woods
Crossing lag, zoodat ze gedwongen werd, daar
uren door te brengen de gedachte daaraan schudde
haar als het ware wakker uit haar gesoes. Als ze niet
bij haar moeder en stiefvader bleef, wat moest ze
dan? Waar moest ze van leven?
In dergelijke moeilijkheden had ze zich nog nooB
bevonden. Brilliac was indertijd verhuurd, zooals
het heette uit geldgebrek. Maar toch had het geld
nooit schijnen te ontbreken in huize Lanier en het
was nooit bij Suzanne opgekomen, eens tc infor-
meeren, hoe de zaken er voor stonden, na den dood
van Guy Lanier. Nu echter werd zo wakker geschud
uit haar dommel. Ze ging eens rechtop zitten eti
staarde haar moeder aan.
„Moeder vertel me eens; hoe heeft vader over
zijn geld beschikt? Ik bedoel, heb ik eigen middelen?"
„Mijn beste Suzanne!" Alicia's toon was ijskoud.
„Wat ben- je toch een eigenaardig kind! Jo stelt
absoluut geen belang in bijzondere omstandigheden.
Je laat alles maar ovpr je kant gaan en dan wacht
je een oogenblik als dit af, om met zulk oen pijnlijke
vraag bij me aan te komen. Ja, je hebt wat eigen
geld. Je vader liet jou en Marilyn ieder een klein
kapitaaltje na, dat als het weer op rente staat, jul
lie ongeveer duizend dollar per jaar zal opbrengen
Hot was bedoeld als zakgeld. En nu ik jou ant
woord heb gegeven, stel je misschien wel genoeg
belang in een cn ander om ook mij te zeggen, wat ik
weten wil".
Suzanne gooide het hoofd in den nek en de oude
uitdaging schitterde weer in haar oogen.
„Ik vind het een schitterend plan zei ze een
beetje luid. „Jo hebt alles schitterend bedacht, moe
der, en ik feliciteer je wel. Natuurlijk ben ik van
plan het toezicht te houden op het moderniseeren
van het huis van den heer Dighton. Alleen ben ik
bang, dat ik dan niet van mijn duizend dollar rond
zal kunnen komen met al dat heen en weer trekken.
Ziet u, ik heb niet erg veel verstand van geldzaken.
Maar wat dat andere betreft ik vind. dat Marilyn
best in staat is, haar eigen hoeltje op te knappen
ik zal er geen vinger naar uitsteken. Nu weet u het".
„Sedert Marilyn's engagement hen je eigenaardig
vooringenomen tegen haar", zei Alicia koeltjes en
staarde haar dochter koud aan. „Als ik jou was,
beste kind, zou ik daar wat voorzichtig mee wezen,
anders denken de menschen nog dat je jaloersch
bent".
„Misschien ben ik dat ook wel", antwoordde Su
zanne oven koel. „Zij heeft tenminste een tehuis en
het lijkt er veel op, dat ik dat binnenkort niet meer
zal hebben."
Wordt vervolgd.
FEUILLETON
door
t JOAN SUTHERLAND.
24.
„Je bent een wonderlijk kalme bruidegom!" zei ze.
„Gewoonlijk zijn zo op van zenuwen. Ben jij heele
maal niet zenuwachtig?"
„Absoluut niet", antwoordde hij effen. „Ik zal blijk
baar de eenigc uitzondering zijn op alles wat jo tot
nu toe hebt ervaren."
„Ünnr heb je gelijk in. Maar op een andere manier
ben je ook oen uitzondering een in het oog loo-
pendo zcifs."
Haar toon klonk zoo veelhetcekenend, dat het hem
niet ontgaan kon cn ze vond er een wreed genoegen
in, te merken, dat hij haar steek voelde, want zijn
oogen kneep hij dicht en ze zog zijn kaakspieren
spannen. Even dacht ze, dat hij vlug wat. terug zou
zeggen, maar hij hoog enkel en wendde zich om, ten
einde iemand anders aan te spreken. Toen do men
schen weg begonnen te gaan. merkte Suzanne, dat ze
hem vo<>r nicis had trachten le kwetsen; hij gunde
haar zelfs het genoegen niet, haar te antwoorden.
Het verdere verloop van den dag was één opwinding
en gehaast, lot bruid en bruidegom eindelijk weg wa
ren en ze geen gelegenheid meer had iets tegen hem
le zeggen, zelfs al zou ze het gewild hebben. Toen
do auto weg reed overviel haar een gevoel van groole
leegte en toen de lontsto gasten waren vertrokken,
zei ze tegen mevrouw Lanier: „Ik hen doodop, cn
ga naar mijn kamer tot thoetijd." Ze ging, want
zo verlangde niets liever dan nu eindelijk eens al
leen tc zijn.
HOOFDSTUK XIII.
„De thee is klaar. Miss Suzanne."
Suzanne ontwaakte uit een dommcligen slaap, zag
Jowett \oor zich staan cn vroeg zich een oogenblik
verbaasd nf, waar zo was. Na de bruiloft, nu tweo da
gen geleden, had zo halve dagen verslapen en zich
afgevraagd, hoe dat toch kwam. Ze begreep niet, dat
de natuur probeerde haar overspannen zenuwen en
geschokte wilskracht to herstellen, door vergetelheid
te brengen.
„O, ia. Dank jo wel. Jowett Ik wist heelemaal
niet dat ik in slaap gevallen was."
Jowett waagde het zich mensohelijk te gedragen.
„Het is het beste, wat u doen kunt, Muss Suzanne.
Als ik het zoo eens zeggen mag, u ziet er niets goed
uit."
Suzanne strekte haar armen boven haar verwarde
krullekop, onderdrukte een geeuw en zei:
„Ik zou best eens een paar weekjes weg willen,
Jowett ik geloof dat ik liet maar eens doen moest
Is cr iemand bij mevrouw?"
„Mijnheer Dighton is juist weggegaan, Miss Su
zanne."
„Weggegaan? Vlak voor theetijd?"
„Ja, Miss Suzanne."
Zo fronste de wenkbrauwen, stond op, bekeek zich
eens in den spiegel, zei zoo maar in dc ruimte: „Wat
een gezicht!" en begon haar neus to poederen en
haar haar met een bespottelijk klein zakkammetje
glad to strijken. Toen verliet ze do bibliotheek en
ging tiaar de huiskamer, waar mevrouw Lanier haar
wachtte met do thee.
Het was een schittcrendo dag. Een koude wind
veegde alle wolkjes weg van den hemel cn het zon-
netió leek meer op een Maart- dan op een winterzon
netje. De huiskamer was echt in ientedos, met al
dien zonneschijn, tiet groote balkon vol tulpen en
hyacinthen cn de lange, ranke vazen met narcissen.
Suzanne bleef even op den drempel staan en snoot
vol welbehagen den geur op. Toen liep ze op do thee
tafel toe en liet zich tegenover haar moeder in den
stoel neervallen.
„Heb je op me gewacht? Dat spijt me. Ik 8licp.
„Sliep je?" Mevrouw Lanier trok do wenkbrauwen
op. „M'n beste kind, je schijnt tegenwoordig al je
tijd tc verslapen. Wat scheelt er aan? Je bent toch
niet ziek?"
„Neen. Heelemaal niet Ik ben alleen maar moe
en suf. Ik heb er nog eens over gedacht, of ik die
invitatie van Celia Carew, om met hen mee te gaan
naar Santa Barbara, maar niet aan moest nernen.
Wat denkt u ervan? Californië lijkt me wel."
,,'t Zou leuk voor je wezen. Ik moet je iets ver
tellen. Suzanne. Misschien dat het invloed op jo
besluit heeft, dus vertel ik het je liever nu maar,
in plaats van later, zooals ik eerst van plan was."
Ken zeker iets in Alicia's toon deed Suzanne snol
opkijken.
„Wel. moeder, was Is het? Goed nieuws, of slecht
nieuws?"
„Ik weet niet hoe jij het op zult nemen. Rohert
Dighton heeft me ten huwelijk gevraag en ik heb
hem geaccepteerd. We zullen zoo spoedig mogelijk
trouwen en dan gaan we zelf de rest van den winter
naar Santa Barbara".