•ie •froote vergissing HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct ult de OMGEVING 7. IJ P E SCHAGERBRUG. HOLL. MIJ. VAN LANDBOUW. Zaterdag 8 December vergaderde de afdeeling Zij- pe en Omstreken van do Holiandsche Maatschappij van Landbouw in de zaal van Mej. do Wed. Broer te Schagcrbrug, 's morgens om half tien. Voorzitter is de heer H. Rezelman, secretaris de heer C. van der Siuijs. In zijn openingswoord vergelijkt de Voorzitter deze periode met die in de mobilisatie. Er is iets vreemds aan de hand. En daarom is deze vergadering uitge schreven. Overal wordt steen en heen geklaagd en er zijn veel ontevredenen. We zullen daarom eens kijken wat het Hoofdbestuur van onze Maatschappij zoo doet en wanneer wc het daarmee niet eens zijn, dan zullen we het Hoofdbestuur inlichten. Spr. be treurt liet, dat slechts 20 pet. der Inden (is 30) aan wezig is, vooral met zoo'n belangrijke agenda. Door den lieer C. van der Siuijs worden hierna de notulen voorgelezen en deze worden met een woord van dank aan den samensteller goedgekeurd. Medegedeeld wordt dat voor den landhouwcursus zich '-H deelnemers hebben opgegeven; op het nut van zoo'n cursus wordt nog eens gewezen. Bij monde van den heer K. Winkel wordt rapport uitgebracht door een commissie, belast met het na zien van de rekening van de Tentoonstelling. Alles was in ordo bevonden, het batig saldo bedroog f in.jö. Het bestuur is dan ook van meening. dat weer e<öi tentoonstelling moet worden gehouden, waarmee de vergadering volledig instemt. Ook zal er weer een verloting worden gehouden (behoudens goedkeuring). Aan de orde is nu verkiezing van een bestuurslid in de vacature- K. Winkel. Do heer O. Appel wil eerst een bestuurslid benoe men na hot volgende agendapunt: bespreking alge- luoeno toestand in de veehouderij, dan valt het kie zen hem makkelijker: andere leden zijn dit met hem eens, zoodnt aldus geschiedt. Voorzitter begint dan met te zeggen, dat de Hol iandsche Maatschappij van Landbouw en ook de Begoering in deze tijden nan scherpe critick bloot staan. Men vorgete echter niet, dat het onmogelijk is het een ieder nanr don zin tc maken. Spr. vindt het jammer, dat er menschen zijn, die zich afscheiden uit onze Mij., een andere vereeni- g ng oprichten en tegen ons ageeren. Veel beter ware hel. samen overleg te plegen, dan ondoordacht af te vallen en de versnippering in de hand te werken. Wc kunnen wel zeggen: het deugt zoo niet. maar als we dan proheeren zelf een beteren weg aan te geven, vinden wij dien weg niet. En dan moeten we wel erkennen, dat er niets beters van te maken is. Spr. vindt den weg die het Hoofdbestuur aan geeft.' toch nog dó weg. De heer I'. Vries vraagt naar de bedoeling van dit agendapunt. Voorzitter antwoordt, dat het Hoofdbestuur feite lijk om een advies vraagt. We kunnen, zoo wij dat wonschelijk achten, adviseeren om in een andere richting te werken. Do heer Vlam zag graag, dat het Hoofdbestuur moer tegen de Begeering in ging. Voorzitter zegt, dat liet Hoofdbestuur juist een adviseur is van dc Begoering. De heer De Lange wijst er op dat den nkkerbou- werd bevoordeeld wordt boven de koebocr; liever zag hij meer gelijke rechten, hij zoo'n achterstelling zal de koeboor onherroepelijk teniet gaan. Voorzitter zegt, dat liet gemakkelijker is iets voor den akkerbomver tc doen: de producten van den koolM>er kunnen onmogelijk verwerkt worden, d. i. niet het geval met de producten van den akker bouwer. Do heer K. Winkel meent te moeten opmerken, dat voor do steunregelingen de Mij. niet verant woordelijk is, dat zijn rcgceringsmaatregelen. Te veel verdeeling. In de groote vergadering te Hoorn, van de vorige week. waar spr. ook aanwezig was. werd dc vraag gestold: Halen do hoeren er uit. wat er uit te halen is, en het antwoord luidde: Neen. De boeren zijn nog steeds to verdeeld; het is of ze hun belang niet inzien. Langs een cn denzelfden weg rijden soms 4 A 5 melkwagens naar verschillende kleine fabrie ken. Veel verstandiger zou liet zijn, 1 groote fabriek to zotten; dan zouden ook de exploitatiekosten ver naar beneden gaan. In dit verband wijst spr. op de melk uit Friesland, die per auto naar Vlaardingen wordt getransporteerd. Die heeren zien wel hun be lang. Veel boeren leveren ook melk aan speculatieve fabrieken. Enorm veel melk trekken deze aan zich. Do directeuren van deze fabrieken hebben veel in dc melk te brokken. Hun belangen gaan echter lijn recht in tegen die der kocbocren. De boeren, die melk aan deze fabrieken, dus aan den handel leve ren. werken zich zelf tegen. Een kleine fabriek zal slechts boter en kaas kunnen produceeren. Deze groote speculatieve fabrieken echter gaan ook nog andere producten, b.v. gecondenseerde melk leve ren. De hond van zuivelfabrieken kan niet zeggen: wij vertegenwoordigen den hoer; de bond vertegen woordigt slechts een gedeelte daarvan. Aan dc waarde van het advies van het Hoofdbe stuur bij de regeering, hecht spr. niet zooveel waarde Hij weet van een geval, waar juist anders werd be sloten dan geadviseerd. Spr. dringt nog eens aan op meer organisatie; alles hangt in elkaar als los zand. Do heer G. Appel heeft dezelfde grieven als de Dc Lange. Hij geeft echter toe, dat er in het Hoofd bestuur leden uit verschillende bedrijven zitting hebben en niet alleen koeboeren. Indertijd heeft het Hoofdbestuur gevraagd naar een advies om invoer rechten op het graan te heffen. Wat heeft de verga dering toen geadviseerd? Voorzitter antwoordt dat er heelemaal niet gead viseerd is. Do lieer C. Marees wil hoogo invoerrechten op buitenlandsche vetten heffen. Voorzitter zegt nog dat men indertijd was voor steun aan den akkerbouw Wanneer wij in de pe narie zouden komen, zou de akkerbouw ons weer helpen. De lieer J. L. Kuiper: In geen geval mag de ver gadering het bestuur verwijten, dat dit zicli destijds voor een tarwewet en (of) graanrechten heeft uit gelaten. Hadden we geen blokkecring van den grnan-invoer gekregen, dan was de positie van de veeboeren thans veel slechter geweest. Tegen de buitenlandsch afbraakprijzen was de binnenlandsche graanbouw absoluut niet bestand. Met den steun aan do tarwebouw in de allereerste plaats en ook door den steun op de andere granen, is voorkomen, dat do akkerbouwers 2 en 3 jaar geleden zich gin gen toeleggen op de veehouderij. Zelfs is bereikt, dat een gedeelte van het grasland met succes is om gezet in bouwland. De veehouders in deze omgeving mogen zich gelukkig prijzen, voor zooverre dan dit is toegostaan, dat een gedeelte van hun land ge schikt is om te scheuren, opdat dit nog een loonend onderdeel van het bedrijf kan worden. De heer De Lange bestrijdt deze redeneering ge deeltelijk en noemt de margarineproductie het groo te kwaad. Do heer G. Appel bespreekt de drie slroomingcn, waarvan men hier de beste moet kiezen; daar is in do eersto plaats het Hoofdbestuur van onze Mij., die beperking van den veestapel wil, dan de F.N.Z., welks ideeën zijn gebaseerd op betere internationale verhoudingen en de „Landbouw en Maatschappij", die hoogcro invoerrechten op het graan wil, die dan ten goede zullen komen aan de veehouderij. De heer G. van der Siuijs is van oordeel, dat bij dezen voortgang, de veehouderij ten gronde gaat; ze is veel te stiefmoederlijk bedeeld. Spr. wil dan ook bij liet Hoofdbestuur aandringen op een verbetering in dc positie van de veehouderij. Bovendien vindt spr. het niet goed .dat zij die al ingekrompen -zijn, nu nog eens moeten inkrimpen op hun veestapel. Do hoer Do Lange merkt op dat dc Wicringermecr wordt bevoorrecht. Do heer Vries: Moeten we hier inkrimpen voor de Wicringermeer? De heer G. v. d. Siuijs zou er verder op nan wil len dringen bij bet Hoofdbestuur, dat wordt gepro testeerd tegen de uitvoering van de aanstaande in krimping van 50.000 kalveren in den omtrek. I)e heer Vries zegt. dat wnar de handel zoo sterk staat, de veehouderij niet veel zal hereiken. De heer J. L. Kuiper weet, dat de directeuren der speculatieve fabrieken aandeden hebben in den margarinchandel, en spr. wijst op het gebrek aan „organisatie-talent" bij de boeren. Over dc aparte regeling voor de Wicringermecr kunen we hier be ter zwijgen. Dc heer N. Hopman zou ook' onder de oogen wil len brengen do hooge melkprijzen (cn daardoor minder gebruik van melk) in de steden en werpt zich tevens op als een verwoede melkbrood-voor- vochter. Misschien stijgt de broodprijs, maar die is al eens eerder verhoogd. Ook de heer G. v. d. Siuijs voelt daar wel voor; men zou dan echter moeten komen tot een algeheel waterbrood verbod. De heer Winkel bepleit nog de opheffing van dc consumptiemelkregeiing. De heer G. Appel wil door sprekers te laten ko men, propaganda maken voor oprichting van groote coöperatieve zuivelfabrieken. Melkbrood is wel mooi, maar spr. oordeelt dat het leven niet duurder gemaakt mag worden. Na cindelooze discussies, die evenwel geen nieuwe perspectieven openen, wordt dan besloten, een schrijven te zenden aan het Hoofdbestuur, waarin de volgende vijf punten vermeld staan: 1. De vergadering gaat accoord met beperking; dat vooral geen hoogere invoerrechten op de gra nen worden geheven. 2. Bij de rnclktoeslag moeten onbillijkheden uit den weg genomen worden, zoodat de veehouders, die door den cconomischen toestand reeds hebben ingekrompen, niet meer gedwongen worden nog eens in to krimpen. 3. Met de aanstaande inkrimping van 50.000 kal veren, wordt verzocht Noord-Holland vrij te laten. 4. Do vergadering is voor opheffing van do con sumptiemelkregeiing. 5. Anngedrongen wordt op een algeheel verbod van waterbrood-hakken. Tot bestuurslid wordt gekozen de heer H. 't Hart, na tweede vrije stemming. Rondvraag. Do heer Hopman vraagt medewerking van de af deeling Zijpe cn Omstreken van de Holl. Mij. van Landbouw aan een bijeenkomst, waarop Ir. De Vries zal spreken over Veevoeding. Het initiatief is ge nomen door de Vcrcenigng van Oud-leerlingen der Landhouwcursus. Besloten wordt medewerking to verleenen. Het vraagstuk wie de leiding op zich zal nemen, zal nog nader worden opgelost. Verder dringt de heer Hopman aan op hooionder- zoek. De heer G. Appel constateert dat weliswaar 20 pet, der leden aanwezig is, maar het betreurt hom toch ook dat maar 60 pet. van de bestuursleden aanwe zig is. Voorzitter betreurt dat. met hem. Do heer Bremer vraagt medewerking van don no taris inzake do onkosten hij publieke verhuring. De huurder betaalt de onkosten, doch volgens de wet behoeft dat niet. Het bestuur zal de zaak bestudeeren. De heer Rens is van meening. dat de agent der Onderlinge Brandverzekering te ver woont (W. Nie- man te Noordschanvoude). Ook deze kwestie zal het bestuur onder oogen zien. Hierna sluiting 'T ZAND. MET KIJKER EN CAMERA. Zaterdagavond gaf de bekende ornitholoog J. P. Strijbos een lezing met lichtbeelden getiteld :„Met kijker cn camera onder de vogels" voor de vereen. „Nut en Genoegen" alhier. Hoewel de verwachting ten opzichte van het aantal bezoekers nogal hoog gespannen was, gezien dc geweldige belangstelling voor de lezingen van don heer Strijbos in de om liggende plaatsen gehouden, was de opkomst thans niet zoo buitengewoon groot. De groote zaal van den heer Schriekcn was voor pl.m. 2/3 bezet, terwijl het grootste gedeelte der aanwezigen bestond uit kin deren. O.a. hadden een tweetal onderwijzers van de school te Julianndorp mot oen groot aantal kinde ren de reis naar hier gemaakt, om deze, ook voor de kinderen, buitengewoon interessante dingen over do vogels, te hooren en te zien. Door afwezighoid van den Voorzitter, werd de avond geopend door den heer W. Jimmink, als vice-voorz. van het Nut. Spr. deelde even do wisseling van bestuursfuncties mede. In de plaats van Dr. Oterdoom, die door drukke werkzaamheden niet als voorz. meende te kunnen aanblijven, is thans in diens plaats benoemd de heer N. D. M. Dekker. De heer Jimmink heet ver „Moeder! Ga je Suzanne hield plotseling op, sloot de oogenen bleef een oogenblik stijf en stil zitten. Weer zag ze het doode gelaat van haar vader met al die wanhoop, die het leven daarop gegrift had. Toen ontspanden haar spieren zich, ze deed de oogen weer open en lachte een kort, vreemd vreugdeloos lachje: „Wat handig van uj" zei ze. „Bent u verliefd op hem?" „Mijn beste kind er zijn no§ andere dingen, dan do verliefdheid der jeugd, die iemand tot een huwe lijk kunnen brengen", zei Alicia met een hooghartig glimlachje, dat haar dochter helsch driftig maakte, „Bobert en ik zijn heel goede vrienden en daar je kinderlijke geest zulks schijnt te vragen, wil ik je wel zeggen, dat hij verliefd is op mij en dat al jaren lang. Hij heeft er nooit eerder met me over gespro ken, maar ik heb het geraden. Ik moet toegeven, dat je het recht hebt je te verbazen, dat dit alles zoo gauw gaat, maar waarom zouden we wachten?" „Hcelemanl niet noodig", zei Suzanne half fluis terend. „Hoe zijn do verdere plannen, moeder?" „We zullen tot eind April in Californië blijven en daar we toch in ierier geval binnen de maand uit dit huis moeten, komt het heel goed uit; dat ik nu eerder kan gaan. Als we terug komen trekken we een paar maanden in Roberts huis en dan naar zijn buiten in do buurt van Woods Crossing. Wat zei je Suzanne?" „Ik? Niets. Ligt het buiten van Mr. Dighton in de buurt van Woods Crossing? Dat wist ik niet." „Ja, Maar een paar mijl van Lionel en Marilyn. Hij heeft daar een oud huis, Woods Crossing Manor. 't Is echt een bof, dat Bobert juist dat plekje van Connecticut voor zijn buitenverblijf koos. Maar «•nfin, dat doet er niet toe. Waar ik het over wilde hebben, is dit: Bobert vindt dat je er heelemaal niet goed uitziet, en hij heeft het plan geopperd, dat je eens een poosje naar Mianmi of zoo moet gaan, als je er zin in hebt. En als je dan terugkomt had Mari lyn graag, dat je een beetje toezicht hield op het moderniseeren van Lioncl's huis hier en ik heb Bo bert voorgesteld, dat je dan voor hem hetzelfde maar moest doen. Zooals alle vrijgezellen, hebben ze alle twee van die afschuwelijke ouderwetsche dingen. In Lionel's geval is dat natuurlijk to verge ven, want hij is zoo lang weg geweest. Zou je dat willen doen?" Suzanne haalde eens diep adem. Het duizelde haar van al de plannen, die er blijkbaar waren ge maakt toen ze haar tijd versliep. Maar ze wist pre cies, wat haar moeder bedoelde met haar: zou jo dat willen doen? Alicia had bedacht, dat Suzanne haar op die manier van nut zou kunnen wezen en daarom had ze haar dan ook in haar verder levens plan opgenomen. Maar als ze dit nu toevallig eens niet zou willen doen, dan werd er van haar verwacht, dat ze maar liefst zoo gauw mogelijk zou trouwen, om zelf een tehuis in te richten, daar ze zich anders wel eens heel erg de trop zou kunnen voelen in liet nieuwe huishouden. Alicia dulde nooit iemand in haar leven, die niet het noodise bijdroeg tot haar gemak en genoegen en haar dochter maakte geen volgens allen hartelijk welkom, in het hijzonder den heer Strijbos en gaf vervolgens het woord aan laatst genoemde. Deze begon met een korte inleiding, waarbij reeds ras bleek diens kwaliteiten van vlotte, duidelijk sprekende en af en toe zeer geestige causeur. Ver volgens werd de projectielantaarn, door zijn helper voor dezen avond, den heer Van Honschotcn, in werking gesteld. Bij elk beeld op het witte doek gaf spr. dan vervolgens een alleszins begrijpelijke uit eenzetting. Uit een en ander bleek nu overduidelijk onder welke, vaak uiterst moeilijke omstandigheden, de meeste photo's van de vogelwereld tot stand kunnen worden gebracht en waarbij men dan een geduld moet hebben als een ijzeren pot. Achtereen volgens liet spr. verschillende soorten vogels de re vue passeeren. Vooral de vogels der kust- en duin streken van Holland, maar ook opnamen van do Shettlandsche Eilanden, Zuid-Frankrijk, Spanje, enz. zoomede de herten en wilde zwijnen op de Vcluwe, werden ons aanschouwelijk voorgesteld en toege licht. Spreker sprak aan het einde van den avond de verwachting uit, dat het hem zou zijn gelukt do aanwezigen een kijk to hebben gegeven op het vogelleven in de natuur cn hoopte dat een cn ander zou hebben bijgedragen tot versterking van da liefde tot de natuur. Het slotwoord werd gesproken door de, in den loop van den avond verschonen Voorzitter, den hcci Dekker, welke den heer Strijbos dank bracht voor de op waarlijk eminente wijze gehouden causerie, zoo ook voor de schitterend mooie lichtbeelden. Dank werd voorts gebracht aan den heer v. Hon schotcn voor diens hulp en aan de aanwezigen voor hun belangstelling. OUDESLUIS. Zaterdagochtend werd een zoontje van den heer Kok bij het naar school gaan, door den scholier P. de C. met de fiets aangereden, en wel zoodanig, dat hij niet meer in staat was te loopen. Door den jon genheer V. naar school gedragen, werd daar 'n voor- loopig verband gelegd, waarna de heer de Vries zoo bereidwillig was het jongetje per auto naar Dr. Oterdoom te brengen, welke overbrenging naar het ziekenhuis te Alkmaar noodzakelijk achtte. In de zaal van den heer Buisman werd Zater dagavond door de Soc. „Burgerkring" de eerste fees telijke bijeenkomst in dit seizoen gehouden. De heer Jippes, voorzitter, heette de vele aanwe zigen van har(e welkom, waarna met het program ma, hetwelk geheel door eigen krachten werd ver zorgd, werd begonnen. Het was een programma vol afwisseling, een paar komische tooneelstukjes, een lezing van den heer Jippes. zang van Mevr. Hoep en den heer Veltman, enz. De grimagc werd op keu rige wijze door Mevr. Hoep verzorgd, en de muziek niet minder door Bakker en Stipriaan. Een gezellig dansje besloot dezen zeer genoegelij- ken avond, LANGEND IJ K BROEK OP LANGENDIJK. De anti-revolutionaire kiesvereeniging kwam .in vergadering bijeen onder presidium van den heer Schelhaas. Medegedeeld werd dat op 22 Jan. a.s. het Tweede Kamerlid C. Smeenk hoopt op te treden voor de vereeniging. Aangedrongen werd op meerder bezoek van de propaganda-club. Door den heer J. Wagenaar werd verslag uitge bracht van de gehouden vergadering der Prov. Com missie te Amsterdam. Betreffende candidaatstcling voor de a.s. Staten verkiezing, werd besloten de Staten-ccntrale te ad viseeren de navolgende heeren in volgorde van bo ven af op de lijst te plaatsen: A. Gravestein, P. Slot A. P A. Lever, A. Barten Pz., J. Wagenaar Cz., L. Doekes, J. Balder Jbz. cn S. Steensma. Hierna werd door J. Wagenaar Sz. een onderwerp ingeleid: „Bedrijfsorganisatie en Overheidsbemoei ing", waarop een levendige gcdachtenwisseling volg de. Hierna sluiting. Vanwege de Chr. Zondagschool vereeniging werd de Mentanci-Zendingsfilm vertoond in de Ned. Hcrv. Kerk. Op boeiende wijze werd weergegeven do ze den en gewoonten der natuurvolkeren en hoe to dien opzichte door het brengen van het Evangelie daarvan een krachtige* cn zegenrijko werking uit ging. uitzondering op dien regel. Suzanne was dadelijk bereid, haar wat Dighton's huis betrof, ter wille te wezen. Ze mocht Dighton wel en ze kende de smaak van haar moeder en was cr dus tamelijk zeker van, te doen wat beiden goed vonden. Maar met Lionel's huis was het wat anders. Dat kon en wilöo zo niet veranderen noch op verzoek van Marilyn, noch op aandringen van haar moeder. Het was al erg ge noog, dat Dighton's huis in Connecttcut bij Woods Crossing lag, zoodat ze gedwongen werd, daar uren door te brengen de gedachte daaraan schudde haar als het ware wakker uit haar gesoes. Als ze niet bij haar moeder en stiefvader bleef, wat moest ze dan? Waar moest ze van leven? In dergelijke moeilijkheden had ze zich nog nooB bevonden. Brilliac was indertijd verhuurd, zooals het heette uit geldgebrek. Maar toch had het geld nooit schijnen te ontbreken in huize Lanier en het was nooit bij Suzanne opgekomen, eens tc infor- meeren, hoe de zaken er voor stonden, na den dood van Guy Lanier. Nu echter werd zo wakker geschud uit haar dommel. Ze ging eens rechtop zitten eti staarde haar moeder aan. „Moeder vertel me eens; hoe heeft vader over zijn geld beschikt? Ik bedoel, heb ik eigen middelen?" „Mijn beste Suzanne!" Alicia's toon was ijskoud. „Wat ben- je toch een eigenaardig kind! Jo stelt absoluut geen belang in bijzondere omstandigheden. Je laat alles maar ovpr je kant gaan en dan wacht je een oogenblik als dit af, om met zulk oen pijnlijke vraag bij me aan te komen. Ja, je hebt wat eigen geld. Je vader liet jou en Marilyn ieder een klein kapitaaltje na, dat als het weer op rente staat, jul lie ongeveer duizend dollar per jaar zal opbrengen Hot was bedoeld als zakgeld. En nu ik jou ant woord heb gegeven, stel je misschien wel genoeg belang in een cn ander om ook mij te zeggen, wat ik weten wil". Suzanne gooide het hoofd in den nek en de oude uitdaging schitterde weer in haar oogen. „Ik vind het een schitterend plan zei ze een beetje luid. „Jo hebt alles schitterend bedacht, moe der, en ik feliciteer je wel. Natuurlijk ben ik van plan het toezicht te houden op het moderniseeren van het huis van den heer Dighton. Alleen ben ik bang, dat ik dan niet van mijn duizend dollar rond zal kunnen komen met al dat heen en weer trekken. Ziet u, ik heb niet erg veel verstand van geldzaken. Maar wat dat andere betreft ik vind. dat Marilyn best in staat is, haar eigen hoeltje op te knappen ik zal er geen vinger naar uitsteken. Nu weet u het". „Sedert Marilyn's engagement hen je eigenaardig vooringenomen tegen haar", zei Alicia koeltjes en staarde haar dochter koud aan. „Als ik jou was, beste kind, zou ik daar wat voorzichtig mee wezen, anders denken de menschen nog dat je jaloersch bent". „Misschien ben ik dat ook wel", antwoordde Su zanne oven koel. „Zij heeft tenminste een tehuis en het lijkt er veel op, dat ik dat binnenkort niet meer zal hebben." Wordt vervolgd. FEUILLETON door t JOAN SUTHERLAND. 24. „Je bent een wonderlijk kalme bruidegom!" zei ze. „Gewoonlijk zijn zo op van zenuwen. Ben jij heele maal niet zenuwachtig?" „Absoluut niet", antwoordde hij effen. „Ik zal blijk baar de eenigc uitzondering zijn op alles wat jo tot nu toe hebt ervaren." „Ünnr heb je gelijk in. Maar op een andere manier ben je ook oen uitzondering een in het oog loo- pendo zcifs." Haar toon klonk zoo veelhetcekenend, dat het hem niet ontgaan kon cn ze vond er een wreed genoegen in, te merken, dat hij haar steek voelde, want zijn oogen kneep hij dicht en ze zog zijn kaakspieren spannen. Even dacht ze, dat hij vlug wat. terug zou zeggen, maar hij hoog enkel en wendde zich om, ten einde iemand anders aan te spreken. Toen do men schen weg begonnen te gaan. merkte Suzanne, dat ze hem vo<>r nicis had trachten le kwetsen; hij gunde haar zelfs het genoegen niet, haar te antwoorden. Het verdere verloop van den dag was één opwinding en gehaast, lot bruid en bruidegom eindelijk weg wa ren en ze geen gelegenheid meer had iets tegen hem le zeggen, zelfs al zou ze het gewild hebben. Toen do auto weg reed overviel haar een gevoel van groole leegte en toen de lontsto gasten waren vertrokken, zei ze tegen mevrouw Lanier: „Ik hen doodop, cn ga naar mijn kamer tot thoetijd." Ze ging, want zo verlangde niets liever dan nu eindelijk eens al leen tc zijn. HOOFDSTUK XIII. „De thee is klaar. Miss Suzanne." Suzanne ontwaakte uit een dommcligen slaap, zag Jowett \oor zich staan cn vroeg zich een oogenblik verbaasd nf, waar zo was. Na de bruiloft, nu tweo da gen geleden, had zo halve dagen verslapen en zich afgevraagd, hoe dat toch kwam. Ze begreep niet, dat de natuur probeerde haar overspannen zenuwen en geschokte wilskracht to herstellen, door vergetelheid te brengen. „O, ia. Dank jo wel. Jowett Ik wist heelemaal niet dat ik in slaap gevallen was." Jowett waagde het zich mensohelijk te gedragen. „Het is het beste, wat u doen kunt, Muss Suzanne. Als ik het zoo eens zeggen mag, u ziet er niets goed uit." Suzanne strekte haar armen boven haar verwarde krullekop, onderdrukte een geeuw en zei: „Ik zou best eens een paar weekjes weg willen, Jowett ik geloof dat ik liet maar eens doen moest Is cr iemand bij mevrouw?" „Mijnheer Dighton is juist weggegaan, Miss Su zanne." „Weggegaan? Vlak voor theetijd?" „Ja, Miss Suzanne." Zo fronste de wenkbrauwen, stond op, bekeek zich eens in den spiegel, zei zoo maar in dc ruimte: „Wat een gezicht!" en begon haar neus to poederen en haar haar met een bespottelijk klein zakkammetje glad to strijken. Toen verliet ze do bibliotheek en ging tiaar de huiskamer, waar mevrouw Lanier haar wachtte met do thee. Het was een schittcrendo dag. Een koude wind veegde alle wolkjes weg van den hemel cn het zon- netió leek meer op een Maart- dan op een winterzon netje. De huiskamer was echt in ientedos, met al dien zonneschijn, tiet groote balkon vol tulpen en hyacinthen cn de lange, ranke vazen met narcissen. Suzanne bleef even op den drempel staan en snoot vol welbehagen den geur op. Toen liep ze op do thee tafel toe en liet zich tegenover haar moeder in den stoel neervallen. „Heb je op me gewacht? Dat spijt me. Ik 8licp. „Sliep je?" Mevrouw Lanier trok do wenkbrauwen op. „M'n beste kind, je schijnt tegenwoordig al je tijd tc verslapen. Wat scheelt er aan? Je bent toch niet ziek?" „Neen. Heelemaal niet Ik ben alleen maar moe en suf. Ik heb er nog eens over gedacht, of ik die invitatie van Celia Carew, om met hen mee te gaan naar Santa Barbara, maar niet aan moest nernen. Wat denkt u ervan? Californië lijkt me wel." ,,'t Zou leuk voor je wezen. Ik moet je iets ver tellen. Suzanne. Misschien dat het invloed op jo besluit heeft, dus vertel ik het je liever nu maar, in plaats van later, zooals ik eerst van plan was." Ken zeker iets in Alicia's toon deed Suzanne snol opkijken. „Wel. moeder, was Is het? Goed nieuws, of slecht nieuws?" „Ik weet niet hoe jij het op zult nemen. Rohert Dighton heeft me ten huwelijk gevraag en ik heb hem geaccepteerd. We zullen zoo spoedig mogelijk trouwen en dan gaan we zelf de rest van den winter naar Santa Barbara".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 6