T(
e •Jroote Tergissing
Raad Wieringen.
Dereidt Uw jus met HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent
De verliezen bij de hooiwinning en andere
conserveeringsmethoden van gras.
(Vervolg.
De heer Ir. Lienesch vervolgt zijn voordracht als
volgt:
Na hetgeen ik kon laten zien, zal het U niet ver
wonderen dat cr zo vasthoudend gezocht wordt naar
betere conserveringswijze voor gras. Na het kunst mar
tig drogen komt vooral het Inkuilen naar voren. Het
zou mij te ver voeren op het kuilen even ver in te
gaan als op de hooikwestie. Ik wil mij dan ook
beperken tot enkele cijfers uit het belangrijke onder
zoek dat in Hoorn werd en wordt verricht en overeen
komende onderzoekingon uit Ztlrich, om daarna nog
even een oogenblikje stil te staan bij de beweidings-
verliezen en een paar algemene zaken, waarna ik
dan voor heden mijn deel heb gehad.
Allereerst de conclusies van Hoorn na het eerste
onderzoek in 1930 gepubliceerd: van 1925—1928 zijn
voederproeven met melkvee genomen om de voeder-
waarde van hooi- en kuil gras van gelijkwaardig uit
gangsmateriaal te vergelijken.
De proefnemingen zijn onder practlsche omstan
digheden gehouden, hoewel het materiaal misschien
iets zorgvuldiger is bewerkt dan de practijk dat doet.
Het bleek dat:
Je. Bij ongunstig weer voor het hooien, zorgvuldig
inkuilen, buitenshuis, in ondiep gegraven kui
len en onder dikke aardhedekking (60—85 cm)
op boven- en zijvlakken, aanmerkelijk voordeli-
ger was dan hooien.
2e. Bij gunstig hooiweer is het op zijn minst geno
men twijfelachtig of inkuilen op de genoomde
wijze ook dAn nog voordeel brengt.
3c. Ook wanneer op bovengenoemde wijze wordt ge
werkt bij inkuilen van gras, kunnen de verlie
zen, zelfs bij weinig kantafval, zeer uiteen lopen.
De totale verliezen aan droge stof liggen tussen
15 en 30
4e. De verliezen aan droge stof gaan zowel bij
hooien als inkuilen gepaard met kwaliteitsver
mindering.
Latere onderzoekingen in Hoorn gedaan, leerden
dat:
le. In voorjaarskuilen, „op de grond" ongeveer 1/3
van de droge stof verloren gaat.
2e. Rij kuilen „in de grond" ongeveer 1/4 15
verloren gaat.
3e. De kwaliteitsverliezen bij beide methoden onge
veer gelijk zijn.
4e. De droge-stol-verliezen (afgezien van kantafval)
in het inwendige van beide typen kuilen onge
veer 15 bedragen.
5e. Op grond van de verteringscoefficienten het
verlies aan zetmeelwaarde bij kullen „Ln de
grond" geraamd wordt op meer dan 30 en bij
kuilen „op de grond" op meer dan 40
Zei men nu eens hiernaast de overeenkomstige
Zwitserse cijfers, dan krijgt men het volgende beeld
voor de uitkomsten van inkuilen ter verkrijging van
een zoete kuil (in een silo) met weinig kantafval
dus.
Vergelijking van voedsolverlies bij hooiwinning en kuilen tot zoet voer
(70 lucerne en 30 gras)
Verlies in van de voedingswaarde in vors materiaal.
Hooi
zoet kuilvoer
Droge stof
14.2
21,5
Hoorn 20-25
Vertb ruw eiwit
23.8
46.4
Vertb. werk. eiwit
40.3
60,3
Zetmeelwaarde
40.9
413
Hoorn meer dan
39
Men ziet dat hier het verlies aan zetmeelwaarde
vrijwel gelijk was. Deze proef werd genomen onder
uitstekende weersomstandigheden voor de hooiwin
ning. Opgemerkt moet worden dat het hier een zeer
eiwitrijk mengsel betrof en zo'n mengsel geeft ge
woonlijk ongunstige resultaten betreffende de eiwit-
verliezen, wat de cijfers ook tonen.
Proeven met gewone grasbestanden gedaan, ga
ven een resultaat dat liet zien ongeveer gelijke ver
liezen aan voedingswaarden voor hooi en warme
kuil. Wel te verstaan onder gunstige condities voor
de hooiing.
Men heeft dan ook dezelfde conclusie getrokken
als in Hoorn, namelijk bij slecht hooiweer la kuilen
voordeliger. Bij kuilen in Hoorn toch vond men ver
liezen tussen de 30 tot 50 aan zetmeelwaarde en
hetzelfde cijfer kwam in Ziirirh naar voren. BIJ
goed hooiweer verloor men ln Hoorn aan zetmeel
waarde in het hooi 40 tot 45 alweer een typisch
Juiste overeenstemming met Zw. onderzoek, evenals
dn reeds eerder genoemde ovorenkomst voor hooi ver
liezen aan droge stof, met de cijfers van Hoorn 12
en Zürich 10 en Hoorn =fc 26 en Zürich =t 30—25,
respectievelijk voor best hooiweer en slecht hooiweer.
Men maakt door middel van gewoon graskuilen dus
niet zo maar meer voedingswaarde per ha, maar
men moet dc omstandigheden mee heoben om dit te
bereiken. Evenals bij ons gewaarschuwd wordt om
voorzichtig to zijn met kuilvoer in verband met de
verdere verwerking van de zuivel op volvette kaas,
wordt in Zwitserland gewaarschuwd voor kuilvoer
voor de Emmenthaler kaasbereiding.
Men heeft in Zwitserland nog geprobeerd met be
hulp van doorvoering van electrisch opgewekte
warmte een beter rendement te krijgen voor de war
me inkuilerij, maar dit is niet gelukt. De verliezen
bleken nog minstens zo groot te zijn als bij 't gewone
kuilen o.a door het feit dat deze kunstmatig opge
warmde kuilen in het begin een sterkere ademha
ling van de plantendelen te zien gaven.
In dit verhand past nog een kort oponthoud bij
de tegenwoordig toepassing vindende Finse inkuil-
methodc. Hierover is al zó veel geschreven in blad
en tijdschrift dat het haast oude kost zou worden.
Een enkel cijfer uit Mededeling No. 2 van de
Landbouwvoorlichtingsdienst moge hier nog laten
zien dat Inderdaad meer voedsel Dchouden blijft dan
bij het oude inkuilsysteem.
Verliezen in zetmeelwaarde bij
Kunstmatig
drogen
10/15
Hooien met
best weer
40/46
Hooien met
slecht weer
50/60
Ruiteren m.
best weer
35
Ruiteren m.
slecht weer
40/46
Kuilen op
de grond
ruim 40
Kuilen in
de grond
ruim 30
Kuilen met
zuur
10-20
Kuilen in
silo
(geen zuur)
20/30
Verliezen (ln in HolL kuil en Finse silo's 1932/33).
Gemiddelde van 5 silo's en 3 kuilen.
SILO
HOLL. KUIL
Droge stof
- 11,5
16.4
F.iwitachtige stof
- 16,0
39,3
Werkelijk eiwit
- 32.2
503
Vet en zetmeel-
- 12,2
15,6
ach. st
Minerale bestdd
14.0
6.9
Zetmeclwaardo
-113
-22,8
U ziet hieruit dat de besparing vooral ligt bij de
eiwitachtige stoffen, de duurste bestanddelen dus.
Maar U ziet ook dat tengevolge van de zuurtoevoe-
ging meer minerale bestanddelen verdwijnen en het
dus geen weelde is om tijdens het voeren van Finse
kuil de dieren de voorgeschreven portie krijt en fos-
forturc kalk te geven. Ook moet echter niet vergeten
worden dat dc hier vergeleken Holl. kuilen zeer goed
waren ln hun soort. In de practijk zullen ze wel meer
verliezen geven.
Ik maak van deze gelegenheid gebruik om op te
merken dat wtt tegenwoordig proheren de silo toe te
passen op het bedrijf en de silo te vullen met gras,
zonder toevoeging van zuur, soms onder toevoeging
van zure wei of karnemelk. In ieder geval voorkomt
men bij gebruikmaking van een silo de grote kans
op kantverlies, een verlies dat bij enigszins tegenlo-
pen gauw 15 van de droge stof betekent.
Een laatste overzicht van de verschillende verlie
zen geeft ik nog in het volgend staatje, waarbij al
leen op de zetmeelwaarde is gelet.
Wij zien dat ruiteren van gras dat tot hooi moet
worden, de verliezen beperkt tot die, welke gele
den worden bij hooien onder beste omstandigheden
en verder dat kuilen in de grond of in een silo, zon
der zuurtoevoeging, nog weer iets voordceliger is.
Natuurlijk staan deze cijfers niet vast voor alle om
standigheden. Wil men echter vergelijkingscijfers
voor deze verschillende werkwijzen, dan is het vo
renstaande een aardige basis.
Nog een enkel cijfer over de verliezen tijdens de
weidegang van het vee. Op grond van uitvoerige
onderzoekingen, gedaan in Duitschland, Zweden en
Zwitserland, werd door prof. Wiegner geconstateerd
dat van alle geproduceerde voederwaarden ln dc
weide slechts de helft door de dieren tot waarde
wordt gebracht. Daarbij wordt echter uitgegaan van
de hoogste waarde die gras geeft, dus indien het
oordeelkundig op stal aan de dieren wordt gegeven.
Vooral bij nat weer ivordt veel gras vertrapt, doen
de dieren aan luxe-consumptie en is meer nodig voor
het op temperatuur en in beweging blijven dan in
droge jaren. Om het meeste profijt te trekken van
een perceel land is dus een juiste weidetechniek een
belangrijke zaak, iets wat de practijk ook wel weet en
soms toepast.
Daaruit mag weer niet besloten worden dat men
dus net zo goed kan hooien als weiden. Bij het wel
den toch wordt veel meer voedsel geproduceerd, of
beter gezegd, meer en krachtiger gras ter beschik
king gesteld van de dieren dan bij 1 X hooien. Men
krijgt, per ha gerekend, dan ook het meeste voedsel
van het land bij beweiding. Bovendien biedt de voed
selvoorziening in do vorm van beweiding zo vele
voordelen tegenover welke andere vorm ook, dat wij
daarvan ook niet te licht moeten afstappen. Ik noem
o.a.: werkbesparing, gunstige invloed op de zode, be-
tere onkruidbestrijdlng, gezondheid van het vee, lan-
gere levensduur van de dieren en winning van de
beste melk uit een oogpunt van zuivelbereiding.
Vooral door een juiste beweiding is het verlies aan
voedselwaarde op het veld, ten bedrage van 50
nog wel terug te brengen.
Na het technische gedeelte toont spr. dan nog
enige plaatjes van het land dat hem stof heeft ver
leend tot zijne uiteenzettingen en spr. eindigt met
de opmerking, dat hij hoopt de indruk mede te geven
dat men zich in Zwitserland, ondanks alles, meer
voor de graslandkwesties interesseert en moeite geelt
dan men oppervlakkig soms meent. (Applaus.)
Bij de gelegenheid tot het stellen van vragen,
merkt de heer Ir. Muntinga op, dat hem bij een ver
blijf in Engeland gebleken is, dat men daar in de
bergstreken ruiters gebruikt, die in plaats van een
driepoot te vormen, met draden omspannen zijn. Spr.
is ook gebleken, dat in Engeland het kunstmatig
drogen betrekkelijk veel toegepast wordt, niet al
leen wat het grasland betreft, maar ook t.a.v. het
bouwland.
De Voorzitter merkt op dat tegenover de uitgaven,
voor de ruiters en het extra loon, het ruiteren toch
gering voordeel biedt.
De heer Ir. Lienesch zegt niet tè weten of het rui
teren bij ons voordeel biedt en daarom wil spr. een
nader onderzoek met finantieelen steun van de Ver
eniging van Oudleerlingen. Spr. weet wel dat er
menschen zijn die jaarlijks ruiteren en dat elk jaar
doen. Dat weegt bij spr. tenslotte zwaarder dan enige
cijfers.
Niemand verlangt meer het woord, zoodat de Voor-
zitter de bijeenkomst sluit, doch daartoe niet over
gaat voor en aleer hij den heer Ir. Lienesch harte
lijk dank zegt voor de aangename wijze waarop hij
zijn belangrijke mededeelingen heeft gedaan en voor
de toekomst gaarne een beroep doet op zijn welwil
lendheid. Spr. dankt ook de heeren Waiboer en
Muntjewerf, de stille krachten dezer vereeniging en
wekt de aanwezigen op aanwezig te zijn op de eerst»
volgende cursusvergadering op 7 Januari a.s.
Spoedeischende vergadering van den Raad op Don
derdag 20 December, 's morgens om 11 uur.
Voorzitter de heer P. Kaan, loco-burgemeester,
secretaris de heer C. F. Duin.
Voorzitter opent de vergadering en spreekt den
wensch uit dat de burgemeester weer spoedig zijn
oude plaats mag innemen.
De notulen worden na lezing onveranderd goedge
keurd.
Ingekomen stukken.
Ingekomen is o.a. de maandstaat der Zeegrasexploi
tatie over October 1984, waaruit blijkt dat geen zee
gras is verkocht.
Medegedeeld wordt dat op hun verzoek eervol ont-
slag wordt verleend aan G. van Steenbergen, als lid
der commissie tot wering van schoolverzuim en aan
S. Blaauboer, als lid der commissie van toezicht op
het lager onderwijs.
Verder is juist nog ingekomen een schrijven van
de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, afd.
Wieringen, waarin wordt gewezen op de wenschelijk-
heid, dat de veearts, alhier cenige werkzaamheden
zou kunnen verrichten als ambtenaar van den
Vlceschkeuringsdienst.
Dit zal wel eenige kosten met zich meebrengen,
doch daar staan ook verschillende voordeelen tegen
over, o.a. dat de ambtenaren uit Den Helder dan
niet naar Wieringen behoeven te reizen. Bovendien
brengt het den slagers een groot voordeel.
Voorzitter zegt dat do gemeente een contract heeft
loopen met Den Helder inzake den VIecschkeurings
dienst: dit contract loopt tot 1 Januari en wordt al
tijd stilzwijgend voor een jaar verlengd.
Spr. zegt, dat het gemeentebestuur wel zijn me
dewerking wil verleenen, doch dat de autoriteiten er
tegen zijn.
Opgemerkt wordt, dat er nu snel besloten dient te
worden, want met 1 Januari gaat het nieuwe contract
weer automatisch in.
De heer M. Kooij informeert nog naar de inkom
sten van den veearts; de boeren moesten zoo'n man
netje aan den gang houden, merkt spr. op.
Besloten wordt nog voor Nieuwjaar te vergaderen
om een beslissing te nemen.
Belastingverhooging. De kleine man
het zwaarst getroffen!
B. en W. stellen voor: a. op de hoofdsom der ge
meentefondsbelasting 55 opcenten op alle aanslagen
te heffen; b. de gemeente voor de heffing dier be
lasting te rangschikken in de derde klasse.
Dit voorstel wordt door B. en W. als volgt toege
licht:
Reeds bij de voordracht tot het opnieuw vaststellen
der begrooting 1934 heeft de Voorzitter van B. en
W. een overzicht gegeven van den financieelen toe
stand der gemeente, welke tengevolge van de ahnor-
"^maal hooge kosten van werkverschaffing en armen
zorg verre van rooskleurig is te noemen. Daarbij
werd reeds aangekondigd, dat in de toekomst aan be
lastingverhooging niet zou zijn te ontkomen. Het
verheugt ons intusschen te kunnen mededeelen, dat
het gelukt is de ontwerp-begrooting voor 1935 slui
tend te maken, zonder dat de belastingen tot het
uiterste worden opgevoerd, terwijl voorkomen kan
worden, althans voorloopig, dat de gemeente onder
directe controle van de Regeering komt te staan.
Dit is voornamelijk te danken aan de indiening
door de Regeering van een wetsontwerp tot het in
stellen van het werklooshelds9ubsidiefonds. Volgens
dit ontwerp zal de gemeente over 1935 recht hebben
op een uitkeering uit het fonds ten beloope van 90
van de kosten van werkverschaffing. Daartegenover
staat, dat aan het fonds zullen ten goede komen:
25 opcenten op de hoofdsom der gemeentefondsbe-
lasting;
i
FEUILLETON
door
JOAN SUTHERLAND.
32.
„De taxi staat voor, straks mis je jc trein nog,"' zei
re kortaf. „Kom. Dag David. Binnenkort kom ik
eens terug!"'
Mnrilyn, die er altijd naar streefde de hoofdfiguur
van de schilderij te zijn en te blijven, ergerde zich
ontzettend. dat ze op zoo'n hevelenden toon werd
weggewerkt, maar nu ze zoo zenuwachtig was, voel
de ze zich niet opgewassen tegen Suzanne, dus keek
ze David enkel met haar groote, omfloerste oogen
aan en stak hem de hand toe.
„Bonjour, David ik je je vindt het toch
niet erg dat ik gekomen ben?"
„Bonjour."
Hij liep mee het trottoir op, maar deed of hij haar
uitgestoken hand niet zag en nauwelijks had de taxi
twintig yard geloopen of Suzanne liet stoppen en
doed het portier open.
„Ik ga terug," zei ze. „Ga jij maar alleen. Bon-
Jour." En zonder antwoord van de verbaasde Mari-
lyn te wachten, sprong ze er uit en spoedde zich te
rug naar de studio.
Stebbert deed haar open en toen ze zijn verbaasde
gezicht zag, drong ze hem voorbij.
„Ik heb iets in mijn broers studio laten liggen.
Ik zal hot zelf wel even halen", zei ze, holde de trap
op, deed de deur van de studio open. sloot die weer
achter zich en liep om het groote scherm heen. Ze
wist zelf niet wat ze vreesde, maar ze voelde zich
ontzettend opgelucht, toen ze David bij do groote
klei-figuur zag staan, waaraan hij bezig was. Ver
baasd keek hij haar aan en toen ze hem zoo kalm
zag, kwam ze zichzelf eensklaps heel dwaas voor.
„Ik ik kwam terug", zei ze zwakjes. „David ik
ik moest je even zien. Om je te zeggen dat
„Wat?" vroeg hij ijskoud. „Heb jc me vandaag
al niet genoeg gehinderd?"
De stam, de woorden, zeiden Suzanne, dat Dij niet
zoo onaangedaan was als hij scheen. Ze gooide haar
hoed, handschoenen en taschje op een stoel, liep op
hem toe en keek hem in het gelaat.
„David, ik wist heelemaal niet dat Marllyn in de
stad was. Ik vond haar hier, bij jou op de stoep. Ik
ben teruggekomen, omdat ik je wilde zeggen ik
kon het niet uitstaan, dat je denken zou, dat ik
haar hier inec naar toe genomen had en haar bij je
had laten komen, zonder je vooruit te waarschuwen.
Ik probeerde haar tegen to houden, maar het was
al te laat. Ze dacht, dat jullie elkaar vandaag of
morgen toch zouden moeten ontmoeten en ze zag
niet in waarom dat nu dan niet even goed kon. Ze
ze is niet heelemaal normaal dezen tijd ze
Terwijl ze sprak stond David doodstil en keek
vanaf een hemelhoogte op haar neer. Toen ze aarze
lend zweeg, siste hij tussehen de tanden:
„Dat heb ik gemerkt. Waarschijnlijk zal zc nog
willen, dat ik peet wordt ook. Is het noodig, dat we
daar langer over ju-aten?"
„Neen, niet noodig", zei Suzanne zoo onverschil
lig mogelijk. „Tenminste ik geloof van niet en
het was natuurlijk onzin van me, me over jou be
zorgd te maken en terug te komen. Neem mo niet
kwalijk. Ik zal Je niet langer storen."
Ze liep naar den sloel, waarop ze haar kleercn
had neer laten vallen en voelde zich ellendig en to
voel. Zelfs David hield haar op een afstand, ver
langde noch haar medelijden, noch haar gezelschap.
Eerst liet do man van wien ze dacht, dat hij van
haar hield, haar in den steek, nu haar broer wie
zou de volgende wezen? Enfin, er was immers geen
volgende, ze was al heelemaal alleen. Even had
ze ontzettend meelij met zich zelf, toen kwam haar
moed weer terug, ze gooide haar hoofdje in den nek,
greep haar hoed. liep naar den C.hippendale spie
gel om hem onder den juistcn hoek op te zetten en
keerde zich weer tot David. „Dag David, 't spijt me,
dat ik jc lastig gevallen ben."
„Bonjour", zei hij en nam dc hem toegestoken
hand. Even aarzelde ze, toen stak ze hem haar ge
zichtje toe.
„Wil je me geen zoen geven?" zei ze.
„Toe David. Ik ben er zelf ook zoo ellendig aan
toe."
Een seconde aarzelde hij, toen bukte hij zich cn
kuste haar. Zoodra ze de aanraking zijner lippen
voelde sloeg zo de armen om hem heen.
„David laat me vijf minuutjes blijven. Ik ben
zoo verschrikkelijk moe. Kom even zitten."
Tot haar verbazing maakte hij geen tegenwerpin
gen, maar kwam naast haar op den divan zitten.
Ze wierp een steelschen blik op hem, zag zijn gezicht
hard en strak, zijn oogen glinsterden fel onder de
gefronste wenkbrauwen. Ze nam zijn hand en hield
die in de hare.
„David, toe... sluit me er niet buiten!"
Plotseling keerde hij zich naar haar om, hij scheen
wat te willen zeggen, maar eensklaps sloeg hij de
armen om haar heen en verborg zijn gezicht aan
haar hals. Ze nam hem in haar armen, troost gevend
en troost vindend en voor een oogen blik was Davids
trots gebroken en liet hij zich heelemaal gaan.
Intusschen werd Lionel. slechts twee mijlen bij
hen vandaan, net toen hij naar zijn East Side kli
niek wilde gaan, door Harker aan de telefoon geroe
pen.
„Mijnheer Dighton is aan de telefoon sir. Hij zegt,
dat hij u persoonlijk moet spreken -— 't is van veel
belang."
„Mijnheer Dighton? Goed
Hij ging naar de lmll en nam do telefoon van den
haak.
„Hallo, Dighton. Met Moreton moet je me heb
ben?"
Van de andere zijde van de lijn kwam Dighton's
effen, beschaafde stem. „Ja. Ik moet je spreken. Hoe
laat schikt het je?"
Lionel fronste de wenkbrauwen hij had een
drukken middag.
„Vandaag niet meer, vrees ik. Ik ben al zoo Iaat
voor de kliniek. Is het dringend?"
„'t Is van belang. Ben je vanavond soms op Woods
Crossing?"
„Ja. Daarom hen ik Juist tot zes uur zoo druk."
„Dus kan ik je vanavond even spreken? Als je het
goed vindt kom ik direct na den eten. Dan heb je
zeker wel even tijd voor me onder vier oogen."
„Zeker. Kom je niet bij ons eten?"
„Ik ben bang, dat dat niet gaan zal. Dank je. Nou,
tot vanavond dan!" Lionel belde af, liep naar zijn
auto en reed zoo snel het drukke verkeer hem dat
maar mogelijk maakte, naar zijn kliniek. Pas toen
hij in den trein naar Oakthorpe zat en het aardig©
zomerlandschap voorbij zag glijden, dacht hij weer
aan het geval. Dighton wilde zeker een of andero
beroepsaangelegenheid met hem bespreken, maar 't
was wel gek, dat hij geen reden had opgegeven voor
de spoed, die hij er er achter zette.
Te Oakthorpe wachtte Marilyn's two-seater hem
op en toen de chauffeur vlak bü het hek van de
Manor kwam, moesten ze even langzamer rijden
voor een paar koeien op den weg. Op hetzelfde oogen-
blik sprong een man behendig over een weide-hek
en bleef staan wachten om den weg over te steken.
Het was een lange, forsche man, in een tennispak;
blootshoofds stond hij in den gloed der ondergaand©
zon en Lionel, die toevallig zijn kant uitkeek, slaak
te een uitroep van verbazing, want het was David
David, dien hij het laatst gezien had, dien avond
voor zijn vertrek uit Parijs, den avond, toen hij het
bericht van overlijden van Walter had gekregen.
AJsof de strakke blik hem hinderde, keek David
eensklaps op van de koeien, waarnaar hij ongedufc
dig had staan kijken en staarde naar de auto, een
eindje verderop. Hij zag Lionel, die hem strak aan
bleef zien. Even staarden de beide mannen elkander
nan. Lionel's gezicht werd hard en scherp. David
verbleekte 91 zijn oooren schitterden fel toen wa
ren de koeien voorbij en de chauffeur reed mot ver
dubbelde snelheid door. David bleef doodstil staan
en tuurde den wagen na. De auto liet het nieuwe,
nan de zeekust grenzende gedeelte van Oakthorpe
links liggen, klom langs den met hoornen begroeiden
weg door d© heuvels, reed de buitenplaats op en
bleef voor de stoep van het huis staan.
Lionel vond het oude huis weer zoo rustig en ge
zellig, het scheen hem altijd te verwelkomen, als
hij thuis kwam. Hij stapte uit den wagen en ging
de ruime, koele hall binnen, met de roomkleurige
paneelen, de hreede ouderwetsc.he trappen, de twee
boogvensters, die uitzich' gaven op den ouderwet-
schen tuin en het mooie berglandschap, violet ge
tint door het licht der ondergaande zon in de rui
me vallei.
Door de tochtdeur, die naar de dienstbodenvleugel
leidde, kwam een meisje en van haar vernam hij»
dat Marilvn lag te rusten. Hij besloot dus, haar
voorloopig maar met rust te laten, doch even een
brief te schrijven, voor hij zich «ring kleeden. Dus
ging hij naar de huiskamer en zette zich achter dc
schrijftafel.
Hij hoorde voetstappen, keek op en zag op den
drempel Suzanne in een Jurkje van zacht lila stof,
de tint waar ze zoo van hield. Even beet ze op
haar lip en kwam toen de kamer in.
„Ik kom juiat van Marilyn", zei ze, „en als ik