T( e •Jroote Tergissing Raad Wieringen. Dereidt Uw jus met HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent De verliezen bij de hooiwinning en andere conserveeringsmethoden van gras. (Vervolg. De heer Ir. Lienesch vervolgt zijn voordracht als volgt: Na hetgeen ik kon laten zien, zal het U niet ver wonderen dat cr zo vasthoudend gezocht wordt naar betere conserveringswijze voor gras. Na het kunst mar tig drogen komt vooral het Inkuilen naar voren. Het zou mij te ver voeren op het kuilen even ver in te gaan als op de hooikwestie. Ik wil mij dan ook beperken tot enkele cijfers uit het belangrijke onder zoek dat in Hoorn werd en wordt verricht en overeen komende onderzoekingon uit Ztlrich, om daarna nog even een oogenblikje stil te staan bij de beweidings- verliezen en een paar algemene zaken, waarna ik dan voor heden mijn deel heb gehad. Allereerst de conclusies van Hoorn na het eerste onderzoek in 1930 gepubliceerd: van 1925—1928 zijn voederproeven met melkvee genomen om de voeder- waarde van hooi- en kuil gras van gelijkwaardig uit gangsmateriaal te vergelijken. De proefnemingen zijn onder practlsche omstan digheden gehouden, hoewel het materiaal misschien iets zorgvuldiger is bewerkt dan de practijk dat doet. Het bleek dat: Je. Bij ongunstig weer voor het hooien, zorgvuldig inkuilen, buitenshuis, in ondiep gegraven kui len en onder dikke aardhedekking (60—85 cm) op boven- en zijvlakken, aanmerkelijk voordeli- ger was dan hooien. 2e. Bij gunstig hooiweer is het op zijn minst geno men twijfelachtig of inkuilen op de genoomde wijze ook dAn nog voordeel brengt. 3c. Ook wanneer op bovengenoemde wijze wordt ge werkt bij inkuilen van gras, kunnen de verlie zen, zelfs bij weinig kantafval, zeer uiteen lopen. De totale verliezen aan droge stof liggen tussen 15 en 30 4e. De verliezen aan droge stof gaan zowel bij hooien als inkuilen gepaard met kwaliteitsver mindering. Latere onderzoekingen in Hoorn gedaan, leerden dat: le. In voorjaarskuilen, „op de grond" ongeveer 1/3 van de droge stof verloren gaat. 2e. Rij kuilen „in de grond" ongeveer 1/4 15 verloren gaat. 3e. De kwaliteitsverliezen bij beide methoden onge veer gelijk zijn. 4e. De droge-stol-verliezen (afgezien van kantafval) in het inwendige van beide typen kuilen onge veer 15 bedragen. 5e. Op grond van de verteringscoefficienten het verlies aan zetmeelwaarde bij kullen „Ln de grond" geraamd wordt op meer dan 30 en bij kuilen „op de grond" op meer dan 40 Zei men nu eens hiernaast de overeenkomstige Zwitserse cijfers, dan krijgt men het volgende beeld voor de uitkomsten van inkuilen ter verkrijging van een zoete kuil (in een silo) met weinig kantafval dus. Vergelijking van voedsolverlies bij hooiwinning en kuilen tot zoet voer (70 lucerne en 30 gras) Verlies in van de voedingswaarde in vors materiaal. Hooi zoet kuilvoer Droge stof 14.2 21,5 Hoorn 20-25 Vertb ruw eiwit 23.8 46.4 Vertb. werk. eiwit 40.3 60,3 Zetmeelwaarde 40.9 413 Hoorn meer dan 39 Men ziet dat hier het verlies aan zetmeelwaarde vrijwel gelijk was. Deze proef werd genomen onder uitstekende weersomstandigheden voor de hooiwin ning. Opgemerkt moet worden dat het hier een zeer eiwitrijk mengsel betrof en zo'n mengsel geeft ge woonlijk ongunstige resultaten betreffende de eiwit- verliezen, wat de cijfers ook tonen. Proeven met gewone grasbestanden gedaan, ga ven een resultaat dat liet zien ongeveer gelijke ver liezen aan voedingswaarden voor hooi en warme kuil. Wel te verstaan onder gunstige condities voor de hooiing. Men heeft dan ook dezelfde conclusie getrokken als in Hoorn, namelijk bij slecht hooiweer la kuilen voordeliger. Bij kuilen in Hoorn toch vond men ver liezen tussen de 30 tot 50 aan zetmeelwaarde en hetzelfde cijfer kwam in Ziirirh naar voren. BIJ goed hooiweer verloor men ln Hoorn aan zetmeel waarde in het hooi 40 tot 45 alweer een typisch Juiste overeenstemming met Zw. onderzoek, evenals dn reeds eerder genoemde ovorenkomst voor hooi ver liezen aan droge stof, met de cijfers van Hoorn 12 en Zürich 10 en Hoorn =fc 26 en Zürich =t 30—25, respectievelijk voor best hooiweer en slecht hooiweer. Men maakt door middel van gewoon graskuilen dus niet zo maar meer voedingswaarde per ha, maar men moet dc omstandigheden mee heoben om dit te bereiken. Evenals bij ons gewaarschuwd wordt om voorzichtig to zijn met kuilvoer in verband met de verdere verwerking van de zuivel op volvette kaas, wordt in Zwitserland gewaarschuwd voor kuilvoer voor de Emmenthaler kaasbereiding. Men heeft in Zwitserland nog geprobeerd met be hulp van doorvoering van electrisch opgewekte warmte een beter rendement te krijgen voor de war me inkuilerij, maar dit is niet gelukt. De verliezen bleken nog minstens zo groot te zijn als bij 't gewone kuilen o.a door het feit dat deze kunstmatig opge warmde kuilen in het begin een sterkere ademha ling van de plantendelen te zien gaven. In dit verhand past nog een kort oponthoud bij de tegenwoordig toepassing vindende Finse inkuil- methodc. Hierover is al zó veel geschreven in blad en tijdschrift dat het haast oude kost zou worden. Een enkel cijfer uit Mededeling No. 2 van de Landbouwvoorlichtingsdienst moge hier nog laten zien dat Inderdaad meer voedsel Dchouden blijft dan bij het oude inkuilsysteem. Verliezen in zetmeelwaarde bij Kunstmatig drogen 10/15 Hooien met best weer 40/46 Hooien met slecht weer 50/60 Ruiteren m. best weer 35 Ruiteren m. slecht weer 40/46 Kuilen op de grond ruim 40 Kuilen in de grond ruim 30 Kuilen met zuur 10-20 Kuilen in silo (geen zuur) 20/30 Verliezen (ln in HolL kuil en Finse silo's 1932/33). Gemiddelde van 5 silo's en 3 kuilen. SILO HOLL. KUIL Droge stof - 11,5 16.4 F.iwitachtige stof - 16,0 39,3 Werkelijk eiwit - 32.2 503 Vet en zetmeel- - 12,2 15,6 ach. st Minerale bestdd 14.0 6.9 Zetmeclwaardo -113 -22,8 U ziet hieruit dat de besparing vooral ligt bij de eiwitachtige stoffen, de duurste bestanddelen dus. Maar U ziet ook dat tengevolge van de zuurtoevoe- ging meer minerale bestanddelen verdwijnen en het dus geen weelde is om tijdens het voeren van Finse kuil de dieren de voorgeschreven portie krijt en fos- forturc kalk te geven. Ook moet echter niet vergeten worden dat dc hier vergeleken Holl. kuilen zeer goed waren ln hun soort. In de practijk zullen ze wel meer verliezen geven. Ik maak van deze gelegenheid gebruik om op te merken dat wtt tegenwoordig proheren de silo toe te passen op het bedrijf en de silo te vullen met gras, zonder toevoeging van zuur, soms onder toevoeging van zure wei of karnemelk. In ieder geval voorkomt men bij gebruikmaking van een silo de grote kans op kantverlies, een verlies dat bij enigszins tegenlo- pen gauw 15 van de droge stof betekent. Een laatste overzicht van de verschillende verlie zen geeft ik nog in het volgend staatje, waarbij al leen op de zetmeelwaarde is gelet. Wij zien dat ruiteren van gras dat tot hooi moet worden, de verliezen beperkt tot die, welke gele den worden bij hooien onder beste omstandigheden en verder dat kuilen in de grond of in een silo, zon der zuurtoevoeging, nog weer iets voordceliger is. Natuurlijk staan deze cijfers niet vast voor alle om standigheden. Wil men echter vergelijkingscijfers voor deze verschillende werkwijzen, dan is het vo renstaande een aardige basis. Nog een enkel cijfer over de verliezen tijdens de weidegang van het vee. Op grond van uitvoerige onderzoekingen, gedaan in Duitschland, Zweden en Zwitserland, werd door prof. Wiegner geconstateerd dat van alle geproduceerde voederwaarden ln dc weide slechts de helft door de dieren tot waarde wordt gebracht. Daarbij wordt echter uitgegaan van de hoogste waarde die gras geeft, dus indien het oordeelkundig op stal aan de dieren wordt gegeven. Vooral bij nat weer ivordt veel gras vertrapt, doen de dieren aan luxe-consumptie en is meer nodig voor het op temperatuur en in beweging blijven dan in droge jaren. Om het meeste profijt te trekken van een perceel land is dus een juiste weidetechniek een belangrijke zaak, iets wat de practijk ook wel weet en soms toepast. Daaruit mag weer niet besloten worden dat men dus net zo goed kan hooien als weiden. Bij het wel den toch wordt veel meer voedsel geproduceerd, of beter gezegd, meer en krachtiger gras ter beschik king gesteld van de dieren dan bij 1 X hooien. Men krijgt, per ha gerekend, dan ook het meeste voedsel van het land bij beweiding. Bovendien biedt de voed selvoorziening in do vorm van beweiding zo vele voordelen tegenover welke andere vorm ook, dat wij daarvan ook niet te licht moeten afstappen. Ik noem o.a.: werkbesparing, gunstige invloed op de zode, be- tere onkruidbestrijdlng, gezondheid van het vee, lan- gere levensduur van de dieren en winning van de beste melk uit een oogpunt van zuivelbereiding. Vooral door een juiste beweiding is het verlies aan voedselwaarde op het veld, ten bedrage van 50 nog wel terug te brengen. Na het technische gedeelte toont spr. dan nog enige plaatjes van het land dat hem stof heeft ver leend tot zijne uiteenzettingen en spr. eindigt met de opmerking, dat hij hoopt de indruk mede te geven dat men zich in Zwitserland, ondanks alles, meer voor de graslandkwesties interesseert en moeite geelt dan men oppervlakkig soms meent. (Applaus.) Bij de gelegenheid tot het stellen van vragen, merkt de heer Ir. Muntinga op, dat hem bij een ver blijf in Engeland gebleken is, dat men daar in de bergstreken ruiters gebruikt, die in plaats van een driepoot te vormen, met draden omspannen zijn. Spr. is ook gebleken, dat in Engeland het kunstmatig drogen betrekkelijk veel toegepast wordt, niet al leen wat het grasland betreft, maar ook t.a.v. het bouwland. De Voorzitter merkt op dat tegenover de uitgaven, voor de ruiters en het extra loon, het ruiteren toch gering voordeel biedt. De heer Ir. Lienesch zegt niet tè weten of het rui teren bij ons voordeel biedt en daarom wil spr. een nader onderzoek met finantieelen steun van de Ver eniging van Oudleerlingen. Spr. weet wel dat er menschen zijn die jaarlijks ruiteren en dat elk jaar doen. Dat weegt bij spr. tenslotte zwaarder dan enige cijfers. Niemand verlangt meer het woord, zoodat de Voor- zitter de bijeenkomst sluit, doch daartoe niet over gaat voor en aleer hij den heer Ir. Lienesch harte lijk dank zegt voor de aangename wijze waarop hij zijn belangrijke mededeelingen heeft gedaan en voor de toekomst gaarne een beroep doet op zijn welwil lendheid. Spr. dankt ook de heeren Waiboer en Muntjewerf, de stille krachten dezer vereeniging en wekt de aanwezigen op aanwezig te zijn op de eerst» volgende cursusvergadering op 7 Januari a.s. Spoedeischende vergadering van den Raad op Don derdag 20 December, 's morgens om 11 uur. Voorzitter de heer P. Kaan, loco-burgemeester, secretaris de heer C. F. Duin. Voorzitter opent de vergadering en spreekt den wensch uit dat de burgemeester weer spoedig zijn oude plaats mag innemen. De notulen worden na lezing onveranderd goedge keurd. Ingekomen stukken. Ingekomen is o.a. de maandstaat der Zeegrasexploi tatie over October 1984, waaruit blijkt dat geen zee gras is verkocht. Medegedeeld wordt dat op hun verzoek eervol ont- slag wordt verleend aan G. van Steenbergen, als lid der commissie tot wering van schoolverzuim en aan S. Blaauboer, als lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs. Verder is juist nog ingekomen een schrijven van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, afd. Wieringen, waarin wordt gewezen op de wenschelijk- heid, dat de veearts, alhier cenige werkzaamheden zou kunnen verrichten als ambtenaar van den Vlceschkeuringsdienst. Dit zal wel eenige kosten met zich meebrengen, doch daar staan ook verschillende voordeelen tegen over, o.a. dat de ambtenaren uit Den Helder dan niet naar Wieringen behoeven te reizen. Bovendien brengt het den slagers een groot voordeel. Voorzitter zegt dat do gemeente een contract heeft loopen met Den Helder inzake den VIecschkeurings dienst: dit contract loopt tot 1 Januari en wordt al tijd stilzwijgend voor een jaar verlengd. Spr. zegt, dat het gemeentebestuur wel zijn me dewerking wil verleenen, doch dat de autoriteiten er tegen zijn. Opgemerkt wordt, dat er nu snel besloten dient te worden, want met 1 Januari gaat het nieuwe contract weer automatisch in. De heer M. Kooij informeert nog naar de inkom sten van den veearts; de boeren moesten zoo'n man netje aan den gang houden, merkt spr. op. Besloten wordt nog voor Nieuwjaar te vergaderen om een beslissing te nemen. Belastingverhooging. De kleine man het zwaarst getroffen! B. en W. stellen voor: a. op de hoofdsom der ge meentefondsbelasting 55 opcenten op alle aanslagen te heffen; b. de gemeente voor de heffing dier be lasting te rangschikken in de derde klasse. Dit voorstel wordt door B. en W. als volgt toege licht: Reeds bij de voordracht tot het opnieuw vaststellen der begrooting 1934 heeft de Voorzitter van B. en W. een overzicht gegeven van den financieelen toe stand der gemeente, welke tengevolge van de ahnor- "^maal hooge kosten van werkverschaffing en armen zorg verre van rooskleurig is te noemen. Daarbij werd reeds aangekondigd, dat in de toekomst aan be lastingverhooging niet zou zijn te ontkomen. Het verheugt ons intusschen te kunnen mededeelen, dat het gelukt is de ontwerp-begrooting voor 1935 slui tend te maken, zonder dat de belastingen tot het uiterste worden opgevoerd, terwijl voorkomen kan worden, althans voorloopig, dat de gemeente onder directe controle van de Regeering komt te staan. Dit is voornamelijk te danken aan de indiening door de Regeering van een wetsontwerp tot het in stellen van het werklooshelds9ubsidiefonds. Volgens dit ontwerp zal de gemeente over 1935 recht hebben op een uitkeering uit het fonds ten beloope van 90 van de kosten van werkverschaffing. Daartegenover staat, dat aan het fonds zullen ten goede komen: 25 opcenten op de hoofdsom der gemeentefondsbe- lasting; i FEUILLETON door JOAN SUTHERLAND. 32. „De taxi staat voor, straks mis je jc trein nog,"' zei re kortaf. „Kom. Dag David. Binnenkort kom ik eens terug!"' Mnrilyn, die er altijd naar streefde de hoofdfiguur van de schilderij te zijn en te blijven, ergerde zich ontzettend. dat ze op zoo'n hevelenden toon werd weggewerkt, maar nu ze zoo zenuwachtig was, voel de ze zich niet opgewassen tegen Suzanne, dus keek ze David enkel met haar groote, omfloerste oogen aan en stak hem de hand toe. „Bonjour, David ik je je vindt het toch niet erg dat ik gekomen ben?" „Bonjour." Hij liep mee het trottoir op, maar deed of hij haar uitgestoken hand niet zag en nauwelijks had de taxi twintig yard geloopen of Suzanne liet stoppen en doed het portier open. „Ik ga terug," zei ze. „Ga jij maar alleen. Bon- Jour." En zonder antwoord van de verbaasde Mari- lyn te wachten, sprong ze er uit en spoedde zich te rug naar de studio. Stebbert deed haar open en toen ze zijn verbaasde gezicht zag, drong ze hem voorbij. „Ik heb iets in mijn broers studio laten liggen. Ik zal hot zelf wel even halen", zei ze, holde de trap op, deed de deur van de studio open. sloot die weer achter zich en liep om het groote scherm heen. Ze wist zelf niet wat ze vreesde, maar ze voelde zich ontzettend opgelucht, toen ze David bij do groote klei-figuur zag staan, waaraan hij bezig was. Ver baasd keek hij haar aan en toen ze hem zoo kalm zag, kwam ze zichzelf eensklaps heel dwaas voor. „Ik ik kwam terug", zei ze zwakjes. „David ik ik moest je even zien. Om je te zeggen dat „Wat?" vroeg hij ijskoud. „Heb jc me vandaag al niet genoeg gehinderd?" De stam, de woorden, zeiden Suzanne, dat Dij niet zoo onaangedaan was als hij scheen. Ze gooide haar hoed, handschoenen en taschje op een stoel, liep op hem toe en keek hem in het gelaat. „David, ik wist heelemaal niet dat Marllyn in de stad was. Ik vond haar hier, bij jou op de stoep. Ik ben teruggekomen, omdat ik je wilde zeggen ik kon het niet uitstaan, dat je denken zou, dat ik haar hier inec naar toe genomen had en haar bij je had laten komen, zonder je vooruit te waarschuwen. Ik probeerde haar tegen to houden, maar het was al te laat. Ze dacht, dat jullie elkaar vandaag of morgen toch zouden moeten ontmoeten en ze zag niet in waarom dat nu dan niet even goed kon. Ze ze is niet heelemaal normaal dezen tijd ze Terwijl ze sprak stond David doodstil en keek vanaf een hemelhoogte op haar neer. Toen ze aarze lend zweeg, siste hij tussehen de tanden: „Dat heb ik gemerkt. Waarschijnlijk zal zc nog willen, dat ik peet wordt ook. Is het noodig, dat we daar langer over ju-aten?" „Neen, niet noodig", zei Suzanne zoo onverschil lig mogelijk. „Tenminste ik geloof van niet en het was natuurlijk onzin van me, me over jou be zorgd te maken en terug te komen. Neem mo niet kwalijk. Ik zal Je niet langer storen." Ze liep naar den sloel, waarop ze haar kleercn had neer laten vallen en voelde zich ellendig en to voel. Zelfs David hield haar op een afstand, ver langde noch haar medelijden, noch haar gezelschap. Eerst liet do man van wien ze dacht, dat hij van haar hield, haar in den steek, nu haar broer wie zou de volgende wezen? Enfin, er was immers geen volgende, ze was al heelemaal alleen. Even had ze ontzettend meelij met zich zelf, toen kwam haar moed weer terug, ze gooide haar hoofdje in den nek, greep haar hoed. liep naar den C.hippendale spie gel om hem onder den juistcn hoek op te zetten en keerde zich weer tot David. „Dag David, 't spijt me, dat ik jc lastig gevallen ben." „Bonjour", zei hij en nam dc hem toegestoken hand. Even aarzelde ze, toen stak ze hem haar ge zichtje toe. „Wil je me geen zoen geven?" zei ze. „Toe David. Ik ben er zelf ook zoo ellendig aan toe." Een seconde aarzelde hij, toen bukte hij zich cn kuste haar. Zoodra ze de aanraking zijner lippen voelde sloeg zo de armen om hem heen. „David laat me vijf minuutjes blijven. Ik ben zoo verschrikkelijk moe. Kom even zitten." Tot haar verbazing maakte hij geen tegenwerpin gen, maar kwam naast haar op den divan zitten. Ze wierp een steelschen blik op hem, zag zijn gezicht hard en strak, zijn oogen glinsterden fel onder de gefronste wenkbrauwen. Ze nam zijn hand en hield die in de hare. „David, toe... sluit me er niet buiten!" Plotseling keerde hij zich naar haar om, hij scheen wat te willen zeggen, maar eensklaps sloeg hij de armen om haar heen en verborg zijn gezicht aan haar hals. Ze nam hem in haar armen, troost gevend en troost vindend en voor een oogen blik was Davids trots gebroken en liet hij zich heelemaal gaan. Intusschen werd Lionel. slechts twee mijlen bij hen vandaan, net toen hij naar zijn East Side kli niek wilde gaan, door Harker aan de telefoon geroe pen. „Mijnheer Dighton is aan de telefoon sir. Hij zegt, dat hij u persoonlijk moet spreken -— 't is van veel belang." „Mijnheer Dighton? Goed Hij ging naar de lmll en nam do telefoon van den haak. „Hallo, Dighton. Met Moreton moet je me heb ben?" Van de andere zijde van de lijn kwam Dighton's effen, beschaafde stem. „Ja. Ik moet je spreken. Hoe laat schikt het je?" Lionel fronste de wenkbrauwen hij had een drukken middag. „Vandaag niet meer, vrees ik. Ik ben al zoo Iaat voor de kliniek. Is het dringend?" „'t Is van belang. Ben je vanavond soms op Woods Crossing?" „Ja. Daarom hen ik Juist tot zes uur zoo druk." „Dus kan ik je vanavond even spreken? Als je het goed vindt kom ik direct na den eten. Dan heb je zeker wel even tijd voor me onder vier oogen." „Zeker. Kom je niet bij ons eten?" „Ik ben bang, dat dat niet gaan zal. Dank je. Nou, tot vanavond dan!" Lionel belde af, liep naar zijn auto en reed zoo snel het drukke verkeer hem dat maar mogelijk maakte, naar zijn kliniek. Pas toen hij in den trein naar Oakthorpe zat en het aardig© zomerlandschap voorbij zag glijden, dacht hij weer aan het geval. Dighton wilde zeker een of andero beroepsaangelegenheid met hem bespreken, maar 't was wel gek, dat hij geen reden had opgegeven voor de spoed, die hij er er achter zette. Te Oakthorpe wachtte Marilyn's two-seater hem op en toen de chauffeur vlak bü het hek van de Manor kwam, moesten ze even langzamer rijden voor een paar koeien op den weg. Op hetzelfde oogen- blik sprong een man behendig over een weide-hek en bleef staan wachten om den weg over te steken. Het was een lange, forsche man, in een tennispak; blootshoofds stond hij in den gloed der ondergaand© zon en Lionel, die toevallig zijn kant uitkeek, slaak te een uitroep van verbazing, want het was David David, dien hij het laatst gezien had, dien avond voor zijn vertrek uit Parijs, den avond, toen hij het bericht van overlijden van Walter had gekregen. AJsof de strakke blik hem hinderde, keek David eensklaps op van de koeien, waarnaar hij ongedufc dig had staan kijken en staarde naar de auto, een eindje verderop. Hij zag Lionel, die hem strak aan bleef zien. Even staarden de beide mannen elkander nan. Lionel's gezicht werd hard en scherp. David verbleekte 91 zijn oooren schitterden fel toen wa ren de koeien voorbij en de chauffeur reed mot ver dubbelde snelheid door. David bleef doodstil staan en tuurde den wagen na. De auto liet het nieuwe, nan de zeekust grenzende gedeelte van Oakthorpe links liggen, klom langs den met hoornen begroeiden weg door d© heuvels, reed de buitenplaats op en bleef voor de stoep van het huis staan. Lionel vond het oude huis weer zoo rustig en ge zellig, het scheen hem altijd te verwelkomen, als hij thuis kwam. Hij stapte uit den wagen en ging de ruime, koele hall binnen, met de roomkleurige paneelen, de hreede ouderwetsc.he trappen, de twee boogvensters, die uitzich' gaven op den ouderwet- schen tuin en het mooie berglandschap, violet ge tint door het licht der ondergaande zon in de rui me vallei. Door de tochtdeur, die naar de dienstbodenvleugel leidde, kwam een meisje en van haar vernam hij» dat Marilvn lag te rusten. Hij besloot dus, haar voorloopig maar met rust te laten, doch even een brief te schrijven, voor hij zich «ring kleeden. Dus ging hij naar de huiskamer en zette zich achter dc schrijftafel. Hij hoorde voetstappen, keek op en zag op den drempel Suzanne in een Jurkje van zacht lila stof, de tint waar ze zoo van hield. Even beet ze op haar lip en kwam toen de kamer in. „Ik kom juiat van Marilyn", zei ze, „en als ik

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 14