WEN VAN De oliebollen Kruiswoordraadsel. 3. DE AVONTUREN VAN PROFJE EN STRUISJE ZATERDAOAVONDSCHETS Oorspronkelijke oudejaarsvertol- ling door SIROLF. (Nadruk verboden alle rechten voorbehouden). DAT stond vast: Margje had het buskruit niet uitge vonden. Margje, de spin- nekop oftewel het meisje voor hal ve dagen van de familie Spreeuw, die het benedenhuis-met-bel-étage bewoonden. Margje kon mevrouw Spreeuw af en toe zoo wezenloos aanstaren, als mevrouw haar iets opdroeg, dat mevrouw er soms ra deloos van werd. Maar aan den anderen kant draafde en ploeter^ de Margje met al de werkdrift van haar vijftien jaren, zij het te vens met de veulenachtige onbe holpenheid ervan, zoo onverdroten door het huis, dat het aan den an deren kant mevrouw Spreeuw weer vermurwde. „Ze is wel ongeloof lijk stom", placht ze te zeggen, maar ze wil wel goed en ze is ijverig en dat vergoedt veel." En zoo had Margje het dan, ondanks vele drama's van gebroken kopjes en theepotten en stapels borden, reeds zeven maanden in haar be trekking bij mevrouw Spreeuw uitgehouden. Wat een record was. Want daar had jo nu bijvoorbeeld mevrouw Vink, die op de tweede étage woonde, boven de Spreeuwen Die was dit jaar al aan haar vierde dagmeisje toe. O, niet dat me vrouw Vink dat aan mevrouw Spreeuw verteld had, o nee. Want de Vinken en de Spreeuwen spra ken eenvoudig niet met elkaar. Als mevrouw Vink een glimp van mevrouw Spreeuw »ag, dan stak ze haar neus in den wind en veinsde lucht te zien. En toch waren ze nauwelijks een jaar ge leden nog dikke vrienden geweest, do Spreeuwen en de Vinken. Het waren beide jonge echtparen, en ze gingen aardig met elkaar op. De Vinken kwamen geregeld bij de Spreeuwen beneden op visite en de Spreeuwen bij de Vinken bo ven. De mannen mochten elkaar ook wel en praatten over eikaars werk, terwijl de vrouwen over hoedjes en japonnetjes en de dag meisjes en de dure groenten praat ten. En met Kerstmis plachten de Vinken beneden bij de Spreeuwen te komen eten, en met Oudejaar brachten de Spreeuwen den avond bij de Vinken boven door. Het was alles even gezellig en aardig. Tot Margje was gekomen, in het be gin van dit jaar. Ze was er nog geen twee dagen, of ze had ruzie met het dagmeisje van mevrouw Vink over het schoonhouden van de stoep. Dat gaf al eenige geprik keldheid tusschen mevrouw Vink en mevrouw Spreeuw, die haar nieuwe dienstbode bijviel. Toen, op een boozen dag, klopte het meisje van mevrouw Vink een stofdoek uit boven het hoofd van Margje. Toen werden de moeilijk heden tusschen de Vinken boven en de Spreeuwen beneden eerst goed geopend. En het gevolg was, dat mevrouw Vink en mevrouw Spreeuw elkander niet meer ken den, terwijl van de weeromstuit meneer Vink en meneer Spreeuw elkaar negeerden. Wat ze in hun hart deksels vervelend vonden, want ze mochten elkaar gaarne. Natuurlijk waren de Vinken dit jaar met Kerstmis niet beneden bij de Spreeuwen komen eten, en het was nogal logisch, dat de Spreeu wen liever het puntje van hun tong afbeten, dan er maar over te denken om oudejaar bij de Vinken boven te gaan vieren. Nee, ze zou den het dit jaar heol kalmpjes met zijn beidjes vieren, misschien met nog een vriend van kantoor, die meneer Spreeuw zou uitnoodigen. Het zou dan een, knus avondje worden, op speciaal verlangen van meneer Spreeuw op zijn gezellige studeerkamer boven gevierd. Want in zijn kamer stonden van die gröo te leeren fauteuils, en hij had voor zijn eigen liefhebberij er een open haardje laten maken, en als hij nu eens echt op zijn gemak wilde zijn, dan ging hij niet beneden in de woonvertrekken zitten, maar op zijn eigen studeerkamer, boven. Het was dan ook een heel ding, dat er dit jaar in zijn heiligdom oudejaar gevierd zou worden. Mevrouw Spreeuw was dien mid dag van oudejaar als gewoonlijk begonnen met oliebollen bakken. Ze kon dat bijzonder lekker. Ze spaarde kosten noch moeiten en ze waren dan ook verrukkelijk, heerlijk luchtig en met allerlei lekkers erin, als sucadesnippers en vanille en ik-weet-nlet-wat voor geurige andere ingrediënten. Met een rood hoofd en een doek om haar blonde krullen gebonden, stond ze voor het keukenfornuis en bakte. Toen ze een eerste schaal vol had, riep ze Margje, om die schaal vast boven op meneer zijn kamer te zetten. „Margje, hier, vlug, breng die naar boven!", riep mevrouw en bakte aandachtig vor der. Margje staarde haar bezige mevrouw onnoozel en verschrikt aan, doch mevrouw merkte dat al long niet meer. En Margje nam de schaal, deed de keukendeur dicht voor de baklucht, en bracht de oliebollen naar boven. Tien minuten later werd er ge beld. Margje deed open en kwam even later met een toegedekt schaaltje, met een briefje erbij in de keuken. Mevrouw Spreeuw zette groote oogen op. Ze maakte het briefje open, dat luidde: „Uw oliebollen zijn heerlijk. Hartelijk van U om me te laten proeven. Maar proeft U nu de mijne eens. Die zijn ook lekker geloof ik, mevrouw Vink." „MargjeI", riep mevrouw Spreeuw uit, „wat heb je in vredesnaam uitgevoerd? Wat heb je met mijn oliebollen gedaan?!" „Naar boven gebracht, net zooalj U zeil" „Maar ik bedoelde, naar me- neer's studeerkamer!" „O, ik dacht naar mevrouw Vink Met een smak wierp mevrouw Spreeuw de keukendeur dicht. Ze lichtte het deksel van het Vink- sche schaaltje eens op en proefde een oliebol. Hm, lang niet slecht 1 s te» i s 9 10 m j 11 n 15 AS dfc IS 19 10 11 -« S. 15 IH V 13 1» iL ■l V Horizontaal: I. Plantenwereld 5. Meisjesnaam 6. Metaal 8. Beneden 9. Houding II. Zout water 14. Fruit 15 Stadje op Cicilië 16. Bijen-voortbrengsel 19. Moedig mensch 21. Hijschinstrument 23. Grieksch eiland 24. Voorkant 25. Verrichten 26. Europeaan 27. Nauwkeuriger Verticaal: L Voorzijde 2. Grond 3. Strook 4 Sleden 5. Heden 7. Hemellichaam 9. Aard 12, Dik touw 13. Opslagplaats 17. Eigenschap 18. Omstreeks 19. Diefjesmaat 20. Salaris 22. Rivier in Azië 23. Germaansche volksdrank Oplossing van de vorige week. Horizontaal: 2. Dan; 5. Inderdaad; 7. Adi; 8. Are; 10. Roest; 12. Da kar; 13. Chaos; 15. Wan; 16. Erg; 17. Boa; 18. Ommen; 19. Aroma; 22. Nubië; 25. Nar; 27. Een; 28. Satelliet; 29. Ems. Verticaal: 1. Unie; 2. De; 3. Arm; 4. Raak; 5. Ido; 6. Dra; 7. Arg waan; 9. Ervaren; 11. Thema; 12. Dagen; 14. Arm; 18. Om; 20.' Ras; 21. Oran; 23. Beer; 24. Iet; 28. Olm. Tja, mevrouw Vink kon het ook wel. 't Was toch wel een aardig mensch geweest, een leuke, harte lijke vriendin, 't Vervelende was, dat ze nu dacht, dat zij, mevrouw Spreeuw, de eerste was geweest om toenadering te toonen nu ja, maar ten slotte Maar wat een gekke streek was dit nu weer van Margje geweest, in wat een malle positie zat ze nu of zou ze maar net doen of ze... Eigenlijk waren het toch wel aardige lui, die Vinken Wacht, ze zou Margje naar boven sturen met een stuk van haar pas gebakken tul band. Ze deed er een leuk briefje bij aan To. Ja, ze noemde haar maar weer gewoon To, zooals vroe ger: „Beste To, Jouw oliebollen zijn nog lekkerder dan de mijne. Echt aardig van je. Maar hoe vin je mijn tulband. Is die biet zalig? Je Loes." Het duurde een poosje, voor Margje van boven terugkwam. Ze had een toegedekt bordje bij zich, en weer een brief van mevrouw Vink aan mevrouw Spreeuw, waarin stond: „Lieve Loes, Je tul band is gewoonweg verrukkelijk! Je bent een schat. Hoe vind je mijn saucijzenbroodjes? Ik heb er een reuzenwerk aan gehad. Je To. P.S. Eigenlijk moest je man ze ook kunnen proeven. Wat zou Je er van zeggen, als jullie vanavond bij ons kwamen, net als vorige jaren?" ,Wat is ze toch een dot, die To", dacht mevrouw en ze kreeg er tra nen van in haar oogen. En ze stuurde Margje gauw met een briefje naar boven: „Lieve To, Na tuurlijk komen we graag van avond. Echt dolletjes, zeg! We zullen mijn oliebollen en tulband ook meenemen, anders worden die oudbakken. En laten we dan over die heele ruzie met geen woord meer reppen. Ik ben toch zoo blij. Echte goede vrienden zijn zoo dun gezaaid. Tot straks hoor! Je lief hebbende Loes." Toen meneer Spreeuw thuis kwam en van het geval hoorde, deed hij natuurlijk hoogst ver- baasd, maar vond 't best, dat ze er heen zouden gaan. Die vriend van kantoor kon niet komen, dus dat kwam prachtig uit Hij had de Vinken altijd graag gemogen. En terwijl mevrouw Spreeuw bezig was, zich voor het eten te kleeden, sloop meneer naar de keuken en fluisterde Margje toe: ..Hier, Margje, heb je een riks. Jo hebt je prachtig van den domme gehouden. Alles is prachtig ge gaan, net zooals ik gedacht had.' Den volgenden dag na een hoogst geslaagd feest bij de Vinken Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 29 December 1934. No. 9626. boven, nam mevrouw Spreeuw Margje even apart en zei: „Hier Margje, in plaats van een gulden krijg je een rijksdaalder van mo. Jo bent wel weer ongelooflijk stom geweest, maar jo meende het goed „En het is heel, heel goed uit* gekomen," voegde ze er zacht, in zichzelf aan toe. Wetenswaardigheden. Is het U bekend: dat het waterhoentje (duiker- eend) met zijn zwarte kop en rug; en witte buik en korte vleugel-* stompjes feitelijk een zeevogel is?j dat zij in groote kolonies leven en hun ei op de kale rotsen leggenfj dat door den peervormigen vorm het ei door den wind niet weg waait maar in een kleine cirkel ronddraait? dat de eieren verschillende kleu ren hebben, als groen, blauw, geej bruin, gevlekt enz.? dat gedurende den oorlog een Amerikaansche vrouw aan 83 Ca<- nadeesche leerling-piloten het vlio- gen heeft geleerd? d a t de beroemde componist Han-* del niet minder dan 40 opera's na« liet? dat er In vele Iersche provincies een tekort aan vrouwen bestaat? - - -- - - dat het woord admiraal feitelijk afkomstig is van het Arabische „emir al omra", dat opperste krijgs bevelhebber beteekent? dat aluminium als bestanddeel der kleiaarde en kiezelzure kiel- aarde, tot de meest verbreide ele menten in de aardkorst behoort? Wijsgeerigheden. Waarvan zouden de motten tocli geleefd hebben, vóórdat Adam ea Eva kleeren droegen? Verlies van vermogen doet heel wat grooten dezer wereld tuimelen* Anderen trappen weer op een ba nanenschil. Volgens de dichters betaalt do' dichtkunst niet; volgens de kamer- verhuursters de dichters evenmin* 171. De kapitein geleidde hen na de eerste begroeting naar de kajuiten, die er echt gezellig uitzagen.Er was er één voor Profje om in te slapen, zoo gemakkelijk, dat hij het thuis niet beter hebben kon. Alleen was het raampje wat kleiner. Struisje ging hier dadelijk aan het werk om Profje's koffers uit te pakken, en het bed zoo te leggen als Profje dat gewoon was, want hier op het schip lagen alle dekens op een stapeltje 172. De kajuit, die als dagverblijf in go- bruik was, was veel grooter. Het was net een kamer in een deftig huis. Er hingen schilderijén aan de muren en er stonden kleine tafeltjes, met vaasjes er op vol mooie bloemen. Maar toen Profje er een wou opnemen, om aan de bloemen te ruiken, kwam hij tot- de ontdekking dat het vaasje, evenals het tafeltje, vast zat. En dat was maar goed ook, want het schip kon wel eens erg gaar slingeren. 173. Het duurde niet lang of Struisje kwam uit het slaapkamertje terug en de kapitein ging naar de brug. Opeens klonk een schel gefluit waarvan Profje en Struisje vreeselijk schrokken. Maar toen ze aan de deur van de kajuit verschenen om te vragen wat er aan de hand was. bleek het, dat alleen maar het sein was gegeven om te vertrekken. 174. Daar gingen ze dus de wildernis tegemoet. Profje stelde zich er veel van voor. Toen het etenstijd was, werd in de kajuit de tafel gedekt voor drie personen en gelijk met het eten kwam ook de kapitein binnen. De kapitein sprak Profje's taal zoo goed alsof het zijn eigen was en al etende hadden ze elkaar van alles te vragen en te zeggen Toen Profje hoorde wat er allemaal in dat mooie land te zien en te vinden was. werd hij heelemaal overstuur. 175. Hij lette niet meer op het eten dat hij zoo juist in den mond had gestoken, maar wilde iets uitroepen en daar bleef hem een graatje in den keel steken van de heerlijke visch waar hij Juist aan be zig was. Nu was Leiden in last. Be nauwd vloog hij overeind en stak de handen In de lucht. Allerlei geluiden stootte hij uit en werd heelemaal rood. Arme Profje!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1934 | | pagina 11