25 jaar gas aan den Langendijk Duitschlands nieuwe luchtreus nadert zijn voltooiing. Maandag 7 Januari 1935. SCHAGER COURANT. Tweede Blad. No. 6931 Dalend verbruik door den slechten toestand Proeven aan den Langendijk Men heel f echter steeds de moeilijkheden het hoofd weten te bieden en ook nu zal men ze weer overwinnen. Ondanks den slechten economischen toestand, waarin de Langendijk en St. Pancras verkeeren, heeft de Commissie van Beheer der Gemeenschappelijke Lichtbedrijven voor Langendijk en St. Pancras beslo ten, het 25-jarig bestaan der Gasfabriek niet onop gemerkt te laten voorbijgaan. Het feit is ook wel de vermelding waard, als men bedenkt, dat deze gemeenten, die nog geen 9000 in woners telden, tot de stichting dui'fden besluiten, toen veel gVootere gemeenten er nog niet aan dach ten tot stichting van een gasfabriek over te gaan. Het is ongetwijfeld van belang iets uit de geschiedenis ervan mee te deelen. Bij het besluit tot de stichting der gasfabriek was gerekend op een beginproductie van 300.000 M3., uit te breiden tot 500.000 M3. Men schatte het aantal aansluitingen op 600. Den 24sten Augustus 1909 werd de eerste steen ge legd en 22 December van dat jaar volgde de officieele opening met een aantal verbruikers van ruim 1000, welk aantal in den loop van 1910 steeg tot 1128. In 1910, het eerste jaar van de exploitatie, bedroeg de productie reeds ruim 350.000 M3., zoodat de reserve oven moest worden ingebouwd. In 1911 was de in houd van den gashouder gedaald tot 5S pet. der hoog ste etmaalproductie. In het volgend jaar moest dan ook een nieuwe gashouder van 1500 M3. inhoud bij geplaatst worden en werd de gemeente St. Pancras aan het gasbuizennet aangesloten. In, 1913 was de gasproductie tot 600.000 M3. gestegen met het ge volg, dat de ovens moesten worden vergroot en nieuwe toestellen bijgeplaatst. De oorlogsjaren brach ten geen verandering als gevolg van de omstandig heid, dat de Langendijker tuinbouwstreek was aan gewezen voor de voedselvoorziening van ons land, waardoor de aangevraagde steenkolen in het geheel werden toegewezen door de Kodibu. In de hooischu ren werd daardoor veel gas gebruikt. Het gevolg was, dat de gasproductie steeg van 612.480 M3. in 1914 tot 1.082.190 M3. in 1919. De grootste etmaalproductie werd met 45S0 M3. bereikt in 1918 cn het hoogste et- maalverbruilc met 4460 M3. De heer W. J. Smit was sedert de oprichting directeur van het bedrijf. In 1919 kon de gasproductie slechts met de groot ste moeite in stand gehouden worden en stond het er herhaalde malen hachelijk voor^. gelukkig kon stagnatie worden voorkomen. Weldra bleek ook het terrein veel te beperkt, zoodat zelfs de cokes niet meer konden worden geborgen. In 1920 werd wegens den onhoudbaren toestand besloten tot den bouw van twee kamerovens met cokestransportbaan, vergroo ting van het terrein en uitbreiding van kantoor ruimte. In 191S had de oprichting van het G.E.B. plaats; niettemin bleef de gasproductie stijgen. In 1921 ech ter kwam een aanmerkelijke terugslag tengevolge van de devaluatie in Duitschland. De tuinbouw werd daardoor ernstig getroffen. Door de verbeterde gas- kwaliteit tengevolge van het in-gebruik-stellen der ka merovens op 24 October 1921, viel een aanmerkelijke teruggang van het gebruik te constatceren. Vermel ding verdient, dat de kamerovens buiten opgesteld zijn, alzoo zonder stokerij gebouw, de eerste bouw van dien aard in ons land. In 1922 daalde de productie tot 722.580 MS., terwijl besloten werd tot invoering van oen afzonderlijk tarief voor verwarming met gas kachels. Door dit nieuwe tarief werd de achteruit gang omgezet in een gestadigen vooruitgang, terwijl de gasvoorziening werd uitgebreid door aansluiting van een groot deel der gemeenten Koedijk en Oudorp in 1927, zoodat de gasproductie in 1929 weer Bteeg tot 945.000 M3. Doch in 1930 zette de malaise in den tuinbouw in, waardoor de gasproductie het volgend jaar daalde tot 881.000 M3. De strijd tegen dezen achteruitgang werd opnieuw aangebonden door de invoering van een vastrechttarief met het gevolg van een stijging tot 900.000 M3. in 1933. Door den steeds slechter wor denden economischen toestand in den tuinbouw en de hevige concurrentie van de petroleum, daalde het verbruik in 1934 tot ongeveer 850.000 M3. Het verloren terrein zal men trachten te herwin nen door een verlaging van den gasprijs van 2 cent en een van 1 cent voor kachclgas. Het aantal gas- verbruikers, dat in 1931 tot 2526 was gestegen, is thans door de genoemde oorzaken iets achteruit geloopcn. Uit dit korte overzicht blijkt wel, hoe men de moeilijkheden het hoofd heeft weten te bieden en wel met succes. Het belangrijkste aandeel hierin heeft ongetwijfeld gehad de heer W J. Smit, die vanaf de oprichting als directeur aan het bedrijf verbonden was. Al ziet de toekomst er dan ook niet rooskleurig uit, het Luctor et Emergo zal ongetwij feld het devies van den directeur en de. commissie van Beheer zijn, om de opkomende moeilijkheden ce overwinnen. Een kleine voorgeschiedenis. Alvorens de stichting van de .gasfabriek een feit was geworden, is er in de diverse gemeenteraden heel wat gediscusieerd over de mogelijkheid, wen- schelijkheïd en noodzakelijkheid. Hevig was boven dien nog de strijd over het vraagstuk, of er een steenlcolengasfabriek of een 'acyteleenfabriek zou worden gesticht. Den 23 October 1908 besloot de raad van Broek op Langendijk tot het benoemen van een commissie voor gasvoorziening. In hetzelfde jaar werd een concessieaanvraag ingediend voor de stichting van een fabriek door T. C. Bakker c.s. te Den Helder. Óp 28 Januari 1909 werd te Broek op Langendijk een vergadering gehouden door de commissie uit de raden, die met algemeene stemmen besloot, den ge meenteraden te advisecren tot oprichting van een gemeenschappelijke gasfabriek, ieder voor K. Er meldden zich bij een voorloopigen oproep 762 ver bruikers aan. Op 16 Februari werd de heer C. Berk hof te Alkmaar tot adviseur benoemd. Kort daarna werd de bouw opgedragen aan het Centraal Bureau van Technische Adviseurs, de hoeren Wouter Cool, Rutgers en Blauwpot ten Cate. God. Staten verleen den op 24 Februari hun machtiging. Den 19 Maart 1909 had een gecombineerde vergadering der gemeen teraden plaats met de adviseurs. De gasprijs werd op 9 en 10 cent (voor muntgas) bepaald, de kosten op f200.000 begroot. Den J.6dcn Juni had de aanbe steding plaats. Het laagst werd ingeschreven door Waijer en Wind voor de Gebouwen met f46817, Toe stellen door Zeester M. T. voor f33S10, Gashouder door Neuman met f15750, Buislciding enz. door Wil- son met f49000 en voor Gashouders door Elster met f 10.630, alzoo te zamen voor f 156.010. Ook de tegenwoordige stoker viert met het 25-jarig bestaan der Langendijker gafabriek eenzelfde jubileum. Van links naar rechts: De Commissie van Beheer voor de Gemeenschap pelijke Gasfabriek voor Langendijk en St. Pan cras. Zittend: C. Kramer, J. du Burck, Zuidscharwoude; W. J. Smit, Directeur; K. G. Rcinders, secretaris; A. J. Wijnveld, burgemeester, Oudkarspel; J. Kronen burg, St. Pancras, voorzitter, Jhr. A. L. van Spengler, burgemeester, Zuid- en Noordschar- woude, P. Slot, burgemeester, Broek op Langen dijk, J. Ootjcrs, Noordscharwoude, P. Kostelijk, Oudkarspel. Staande: H. van Zuidam, Broek op Langendijk, C. Ooije- vaar, Broek op Langendijk, C. Koelemij, St. Pan cras, A. Barten, Noordscharwoude, II. Snel, Sint Pancras, H. Bakker, Oudkarspel. Zijn grootsche bestemming: een vaste dienst tusschen drie werelddeelen. - Verken ningsvluchten boven de Brazi- liaansche oerwouden en het Noordpoolge bied. Aan het Bodcnmeer in Friedrichshafen ligt de Zer- pelinwerf, de plek van het voortdurend en tot dus ver niet geschokte geloof aan de toekomst van het luchtschip in dienst van het vredelïevepde verkeer tusschen de volkeren. Daar nadert dan ook weer op het oogenblik het grootste luchtschip ter wereld, de „L.Z. 129" zijn voltooiing. In 1935 zullen zijn proef tochten een aanvang kunnen nemen. Om zich een beeld te kunnen vormen van zijn uit wendige afmetingen, kan men het best eenige ver gelijkingen opstellen. De „L.Z. 129" met een gasvolu- me van 190.000 M3., 248 meter lengte bij een groot sten diameter van 41,2 meter, zal het momenteel grootste Noord-Amerikaansche luchtschip „Maco.V' met 184.000 M3. gasinhoud, 240 meier lengte en 40 meter grootste diameter, dus nog met een kleinig heid overtreffen. Veel grooter is het verschil met het wereldbekende Duitsche luchtschip „Graf Zeppe lin", dat maar 105.000 M3. gasinhoud heeft. De op de beproefde wijze geconstrueerde scheeps romp zal uit met spanten versterkte hoofdringen, tusscbenliggende onversterkte hulpringen en dra gend langsverband bestaan. Hierbij worden de nieuwste vindingen in toepassing gebracht. De grondstof voor het geraamte bestaat uit de bijzonder stevige duraluminium-legeering, die zich bij do Graf Zeppelin" zoo voortreffelijk gehouden heeft. De gas- vulling wordt in zestien van elkaar onafhankelijke ruimten geborgen. Voor de gasvulling komt zoowel het in Duitschland gebruikelijke waterstofgas, als het in Noord-Amerika toegepaste heliumgas in aan merking. Helium heeft het voordeel onbrandbaar te zijn, als nadeel echter een 10 geringer draagver mogen. De machine-installatie bestaat uit vier Diesel-mo toren met een uiterste capaciteit van 4400 P.K. Zij zijn opgesteld in 4 motorgondels, die buiten den scheepsromp aan schoren en trossen opgehangen zijn en waarin ruimschoots plaats voor bediening, observeeren en repareeren aanwezig is. Die motorgondcls zijn van uit liet luchtschip door speciale toegangen bereikbaar. De grootste snelheid van het luchtschip zal 135 K.M. bedragen. Wegens de bestemming voor de vaart op lange trajecten moet zulks als zeer aanzienlijk geacht worden. De stuurgondel van het luchtschip bevindt zich in den boeg. Zij bevat voorin dc ruimte voor den bestuurder, voorzien van de modernste instrumen ten. Daarachter kaartenkamer en bovenop aange bracht de cabine voor den marconist, met de nieuw ste apparaten voor draadloos verkeer en radio-pei ling. Het gedeelte voor passagiers omvat twee groote series van verblijf ruimen met wandelgangen, verder vijf en twintig slaapcabines, ieder met twee bedden. Dan een tegen alle gevaren beveiligde rooksalon, een kantoor voor do scheepsadministratie, keuken, manschappenruimte en officiers-mcssroom. Het ge heel is verdeeld over twee boven elkaar liggende dekken en wel zoodanig, dat het uitzicht overal zoo gunstig mogelijk is. Verlichting, verwarming, keu kenbedrijf, alles clectrïsch. Daartoe generatoren, elk door een Dieselmotor aangedreven, in een spe ciaal beveiligde ruimte midscheeps. Voor zoover tot heden bekend, zal het reusachtige nieuwe vaartuig in geregelden dienst gesteld worden van Europa op Amerika en op het traject Europa Batavia. Naar heide richtingen zijn de voorberei dingen voor het arrangecren van een vaste dienst regeling aan den gang. Bovendien heeft men met het luchtschip een serie van buitengewone krachttoeren voor, zooals immers zijn voorganger „Graf Zeppelin" ook volbracht heeft. In de eerste plaats behoort daartoe een verkennings vaart over het reusachtige en zoo goed als onbeken de gebied in het binnenland van Brazilië, waarin reeds zoo menig ontdekkingsreiziger verloren ge raakt is. Deze expeditie zal haar weg nemen over een afstand van 26.000 K.M., waarvan na aftrak van de uit- en thuisreis, van en naar Europa, wel 12.000 K.M. over terra incognita. Dc voorbereidingen worden nu al getroffen. In Rio de Janeiro doet dc Braziliaansche regeering voor het nieuwe luchtschip een reusachtige hal bouwen, die tegen het midden van 1935 voltooid zal zijn. De bouw van deze hal was van Duitsche zijde als conditio sine qua non gesteld voor het uitvoeren der verkennings-expeditie. Voor taan zal zij de transatlantische luchtvaart ten gocdo komen. De voorgenomen expeditie, waarschijnlijk door meerdere gevolgd, zal aan het binnenland van Brazilië stellig ëen groot deel zijner geheimenissen ontrukken en belangrijke aanwijzingen opleveren voor het verdere ontsluiten van dat gebied. Verder vernemen wij, dat een tocht tot grondige exploratie van het Noordpool-gebied op het programma staat. Proeven ter bestrijding van knol voet. Deze proef is genomen bij den heer C. Koedijk te St. Pancras, op een terrein, waar deze kwaal elk jaar in sterke mate heerscht. Er werd een veldje voor gebruikt, dat als voorvrucht beteeld werd met vroego aardappelen en als tweede gewas met gele savoye kool. De middelen, waarmede de proef is genomen zijn sublimaat en Üspulun, die ten deele voor het plan ten in de plantgaten zijn gegoten en voor een ander deel, eveneens voor het planten, over de grondoppcr- vlakte werden gegoten Dit laatste is echter alleen met sublimaat gebeurd, dus niet met Üspulun. Het proefveld word verdeeld in 7 perceelen, elk' met een oppervlakte van ongeveer are. De sterkte der oplossing was: tJspulun en sublimaat 0.1 Bij het gieten in de plantgaten werd van elke oplossing y4 liter per plant gehbuikt, Ier- wijl hij de verspreiding over de geheele oppervlakte van den grond deze met 25 liter sublimaatoplossing 0.1 per M2. werd begoten. Gedurende de groeiperiode werd het gewas meer dere malen beoordeeld, waarbij het sublimaat in de plantgaten zeer gunstig op den stand van het gewas bleek te werken, beter dan het begieten van de op pervlakte van den grond met hetzelfde middel. De Üspulun gaf vrij goede uitkomsten, doch minder dan het sublimaat. Vooral korten tijd na het uit- planten was de stand slechts matig. Bovendien zijn op de uspulunpercoclen meerdere planten niet aan geslagen. Op do onbehandelde perceelen was de stand slecht' te noemen. Begin December werd de kool geoogst, waarbij de stronken uit den grond werden getrok ken en onderzocht op de aanwezigheid van knolvoet. Zwak aangetast werden die planten genoemd, wel ke een goede wortelpruik hadden gevormd, waarhij slechts weinig wortels de knolvoetverdikkingen te zien waren, zoodat de geheele plant zich nog nor maal ontwikkelde. Bij de sterk aangetaste planten waren weinig normale wortels aanwezig, zoodaf de ontwikkeling van die planten zeer achter bleef. De verkregen uitkomsten zijn in onderstaande la bel aangegeven. O bQ c O N O r- bc s O 6X1 6p.g 3 «s - 6C S c ,2 a d 72 d 73 d C3 cS C O do, z "3 3.2 O cS cS *5 c3 73 Ci a - O 3 O s; ci 'z "3 ca <5 U N 1. Sublimaat i.d. 2. plantgaten 108 6 29 46 27 26.4 Onbehandeld 90 7 5 8 70 84,3 3. Üspulun in plantgaten 108 14 27 31 36 38.7 4. Sublimaat over de oppervlakte 90 5 25 17 43 50,5 5. Sublimaat in plantgaten 108 4 59 37 18 17.3 6. Onbehandeld 90 9 10 7 64 79.- 7. Üspulun in plantgaten 108 15 6 15 72 77.4 Bezien wij de getallen in de kolommen, waarin de hoeveelheden en percentages der sterk aangetaste planten voorkomen, dan blijkt dat de perceeltjes 1 en 5, beide behandeld met sublimaat in de plantga ten, het minste knolvoetaantasting te zien geven (17.3 en 26.4 - De Uspulunbchandeling heeft minder voldaan (38.7 cn 77.4 Ook 't veldje waar sublimaat over de geheele oppervlakte is gegoten heeft een hoog percentage planten, die sterk zijn aangetast (50.5 De onbehandeld gebleven veldjes geven een sterke knolvoetaantasting te zien met respectievelijk 79 cn 84.3 Opmerkelijk is het dat de pcrcecltpcs, met; hetzelfde bestrijdingsmiddel behandeld, in aantas ting sterk uiteen loopen, zooals b.v. zeer duidelijk' hot-geval is bij dc beide Uspulunperceeltjes No. 3 en No. 7. Vermoedelijk moet de oorzaak hiervan gezocht worden in een ongelijkmatige besmetting van den grond. Van elk perceeltje is het gewicht van dc to tale hoeveelheid geoogste kooien nagegaan. De perceeltjes 2 cn 6, welke onbehandeld geble ven zijn gaven een totale opbrengst van lli/2 en 19 Kg. Dc perceeltjes 1 en 5, met sublimaat in de plant gaten gaven resp. 55*4 cn 69 Kg. De perceeltjes 3 en 7 leverden 34 en 43, terwijl het. perceeltje 4, waarbij sublimaat over den grond werd uitgegoten 40 Kg. opbracht. Aan deze cijfers behoeft wel niets te worden toe gevoegd. Ze laten aan duidelijkheid niets te wen schcn over. de Secr. v. d. Commissie, St. Pancras VAN HER WIJNEN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 5