Heeft Lehar plagiaat gepleegd? 13 sport rI Schagen-nieuws. VAN ZONDAG Maandag 14 Januari 1935. SCHAGER COURANT. Tweede Blad. No. 9636 Ingezonden stukken. Exploitatie van Radio-Centrales. f I Schagen, 12 Januari 1935. Als toehoorder hij de propagandistische knalavond van de V.A.R.A., afd. Schagen, op 10 Januari j.1., werd •ik buitengewoon onaangenaam getroffen door de simplistische voorstelling, welke de spreker van dien avond, den heer Hof meende te moeten geven van de exploitatie van Radio-Centrales. De voorstelling alsof de exploitanten van Radio- Centrales dagelijks diefstal plegen en parasiteeren op de Omroepvereenigingen, is wel zeer ongewoon uit gedrukt, om het maar zacht te zeggen. Het is trou wens in het algemeen ongebruikelijk om zich aan der gelijke kwalificaties in een -openbare bijeenkomst te buiten, te gaan. Of moeten deze kwalificaties wel licht verklaard worden door het feit dat genoemde redenaar geen steekhoudende argumenten kan vin den voor de blijkbaar niet te omschrijven „zedelijke rechten" waarop hij meende aanspraak te moeten maken? Er bestaat tusschen de Omroepvereenigingen en de B.E.R.C. (Bond van Exploitanten van Radio-Cen trales) een zuiver juridisch wetenschappelijk verschil van meening over het al of niet bestaan van een recht tot betaling van een vergoeding aan de Om roepvereenigingen. Nu heeft men van de zijde der Omroepvereenigingen nooit met steekhoudende ar gumenten aangetoond dat er een verplichting tot het betalen van een vergoeding bestaat. Terwijl de Radio- Centrales met tal van voorbeelden, gesteund door eminente juristen, hebben aangetoond, dat vergoeding op geen enkele basis kan worden gevorderd. De fei ten zijn, dat nergens ter wereld door de radio-cen trales een bijdrage aan de Omroepvereenigingen wordt betaald, ook niet in die landen waarvan men beweert, dat het recht zou zijn erkend. De natuur schijnt dus sterker dan de leer te zijn. Hoe Prof. Mr. Gerbrandy er over denkt blijkt uit de volgende zin snede, waarin in het kort de vraag behandeld wordt of de radio-distribuanten, zooals de V.A.R.A. het placht uit te drukken, de broodjes van de Omroepver eenigingen uitventen, moge hier volgen. „Exploiteert de exploitant der radio distributie centrale den geestelijken arbeid, het vernuft, de nijverheid, de kunst, de wetenschap der Omroep- 1 organisaties, die haar programma's opbouwen en via den aether aan de tallooze luisteraars te ge nieten geven? Het antwoord is toch eigenlijk hoogst eenvoudig: middellijk doet hij dat, onmid- delijk niet. De exploitant der radio-centrale exploiteert de naam duidt dat reeds aan een toestel, hij is toestel exploitant. Inderdaad, deze exploitatie is ondenkbaar zon der de omroep-programma's, maar heel de toe stel-verkoop, de gansche fabricage van Philips ontvangtoestellen is daarvan afhankelijk. Indi rect hangt deze fabricatie aan de verzorging van den omroep, zooals de drukker afhankelijk is van de copie der auteurs. Ten slotte steunt elke exploitatie middelijk op anderer arbeid, in ventie, nijverheid. Het is echter een gansch nieuw eisch, deze middelijke exploitatie tot een rechts grond voor vergoeding te benutten. Invoering van dit beginsel beteekent een omwenteling op heel het gebied der rechteverhoudingen ïn productie en distributie. Men vindt hier ook onze meening in enkele regels samengevat. Trouwens is mij ten eenenmale onduide lijk waarom men ,b.v. van den exploitant van een ra dio-centrale wel een vergoeding eischt, en dit niet doet bij een leverancier of verhuurder van ontvang apparaten, wat toch in wezen precies hetzelfde is. En waar juristen als Mr. Hellema, Mr. Witteman en Prof. Mr. Gerbrandy het niet over eens zijn, daar acht ik den heer Hof zeer zeker niet compe tent een conclusie te trekken in dit zoo uiterst moei lijke vraagstuk. De exclamatie aan het slot van zijn rede moge wellicht gewenscht geweest zijn voor een goedkoope retorische climax, zakelijk bestaat daar toe niet de minste aanleiding. Het zou wel zoo be scheiden zijn om een beetje meer oog te hebben voor de feilbaarheid van zijn inzichten en niet voor recht en zedelijk verklaren wat naar zijn meening zulks is en wat het meest in z'n kraam te pas komt. Het getuigt toch wel van een zonderlinge menta liteit, dat men als voorwaarde voor een samenwer king stelt, dat men eerst zijn standpunt zou moeten prijsgeven, zonder van het tegendeel overtuigd te kunnen worden. Om op die wijze te komen tot er kenning van een „zedelijk recht" nadert m.i. beden kelijk het onzedelijke. Het libretto van Lehar's operette „Giuditta" zou volgens Helène LanlkLaval voor een groot deel plagiaat zijn. Lehar eischt twee schilling schadevergoeding. Momenteel wordt te Weenen een straf zaak behandeld, tevens civiel proces, waarin de beroemde componist Franz Lehar een rol speelt. TEGEN de schrijfster Helène LanikLaval heeft de ambtenaar van het Openbaar Mi nisterie dr. Neumann een aanklacht wegens .Jleodiging ingediend. Dit is geschied op grond van iwetsende uitingen, door genoemde schrijfster via de autoriteiten aan Lehar gericht. Sinds de zooge naamde „Ehrenbeleidigungsnovelle" van 1934, bestaat er een precedent, dat het mogelijk maakt om aan de overheid ter kennis gebrachte beleedigingen tegen een derde gerechtelijk te vervolgen. Zoo kon men dan dezer dagen Lehar in de recht zaal zien als een der partijen in een civiel proces, dat onmiddellijk voortvloeide uit de openbare aan klacht tegen mevrouw Lanik. Het heeft den compo nist eenige moeite gekost tot de rechtzaal te worden toegelaten (als deelnemer); hierover zoo dadelijk. Onze Minister-President had met evenveel of lie ver met even weinig recht kunnen vorderen dat de leden van den Ministerraad alvorens tot een gemeen schappelijke bestrijding van de crisiseuvelen over te gaan, geloofsgenoolen zouden worden. Het resultaat van de rede van den heer Hof is nu, dat door zijn stekelige uitlatingen, waar aan deze avond zoo bijzonder „rijk" was, een ze kere stemming ontstaat tegen den exploitant van de radio-centrale, waarvoor geen aanleiding bestaat en die het eendrachtig samenwerken zal belemmeren. Evenals de in klasse-strijdtheorieën opgevoerde ar beider in iederen ondernemer een uitbuiter ziet, zoo ziet dank zij deze eenzijdige beschouwingen 'n deel van de daar aanwezige V.A.R.A.-vrienden de radio distribuant als „parasiteerend ook op hun Omroep vereniging." En als de afdeeling Schagen nu meent weer eens in een openbare bijeenkomst de alarmklok te moe ten luiden, dan verzoek ik hun den spreker met De vastgestelde wedstrijden Schagen I—B.K.C. I, Schagen aHelder a en Schagen bHelder f konden wegens terrein-afkeuring geen doorgang vinden. Ook de ontmoeting S.R.C. 1—Z.A.P. ging om dezelfde redenen niet door. Zoo was het dan over alle linies een voetballoozen dag in Schagen. Daarom willen we deze keer eens de verrichtingen van de verschil lende elftallen van de v.v. Schagen bekijken en ook die van onze plaatselijke voetbalvereniging S.R.C. Laten we beginnen met Schagen I. Dit elftal neemt momenteel een goede plaats op de ranglijst der 4e klasse KN.V.B. in. Schagen I is een zeer wisselvallig elftal. Uit hebben de geel-zwarten het tot geen en kele overwinning weten te brengen. Alleen tegen het zeer zwakke Vrone werd gelijk gespeeld. Thuis daar- 1 entegen heeft nog geen enkele bezoekende vereni ging het tot een overwinning weten te brengen. De Spartanen zullen er een eer in zien om dit te hand haven. Schagen 2 hangt in de 2e klasse N.H.V.B. ook mid den in. Ook dit elftal speelt zeer wisselvallig. Het wint de eene keer met zeer hooge cijfers, de daarop volgende week is een sprekende nederlaag hun deel. Schagen 3 staat er momenteel slechter voor. Dit is het eenigste elftal der V.V. Schagen, dat er minder goed voorstaat. Ze nemen de op een na onderste plaats in in de 4e klasse N.H.V.B. Kom jongelui, de tanden op elkaar. Dit kan anders. Schagen a, dat verleden jaar kampioensadspiraties had, staat nu ook op een goede plaats. Midden in is geen slechte plaats. Door overgang van adspiranten naar de leden in dit ploegje zeer verzwakt. Schagen b speelt dit seizoen ook aardig in haar groote afdeeling. Ook de jongste baby's staan midden in. Houdt vol jongelui, doet jullie leiders, de hee- ren van Haren en Anneveldt een plezier en ziet nog. wat overwinningen uit het vuur te slepen. We zijn dan gekomen bij de R.K. V.V. S.R.V. Dit elftal maakt het dit seizoen al heel slecht. De op een na onderste plaats is hun deel. Dit kan anders hee- ren! We komen den eerstvolgenden thuiswedstrijd eens een kijkje nemen hoe jullie het maken. PROGRAMMA K.N.V.B. 20 Januari. K.N.V.B.-Beker: 4e ronde: Roermond—H.B.S.; Be Quick—Alphia; B.F.C.—.NO.A.D.; N.A.C.—Z.F.C.; FluksZ.V.V.; TubantiaBlauw Wit; Terneuzen Vlissingen. Competitie: Afd. I eerste klasse: Feijenoord—H.F.C. R,C.H.Xerxes. 2 A: O.V.V.O.Alcmaria; D.O.S.Hercules; Zee- burgiaT.O.G. 2 B: BloemendaalSpartaan; E.D.O.Velox. 3 A: MeteoorHollandia. 4 A: Alkmaar—N. Niedorp. (Sportkroniek). FRANZ LEHAR. De affaire begon in Juni 1934, toen mevrouw Lanik- Laval Lehar's vriend en rechtskundig adviseur dr. Otto Mahler een brief schreef, waarin zij mededeel de, dat de librettisten v. „Giuditta": dr. Fritz Löhner- Beda en Paul Knepler, de ideeën voor hun manuscript hadden geput uit een werk van haar hand, dat zij Lehar ter lezing had gegeven. In deze zelfde brief annonceerde mevrouw Lanik dat zij het betreffende feit schriftelijk aan alle bekende persoonlijkheden te Weenen en voorts per brochure zou doen weten en openbaar maken. Op 6 October j.1. richtte zij een adres aan de over heid, waarin zij o.m. schreef: „Lehar heeft zich tot op den huidigen dag niet verplicht gevoeld zich van blaam te zuiveren, hoewel ik mij door zijn houding genoodzaakt zie niet te verhelen, hoe ik over een steekhoudende argumenten zijn woorden te laten bevestigen. Tenslotte wil ik er nog op wijzen, dat de m.i. zoo ten onrechte gesmade radio-centrales de Omroepver eenigingen tienduizenden trouwe leden hebben be zorgd. Mij is een geval bekend dat èèn colporteur in één radio-distributiebedrijf, door den exploitant aan de adressen zijner abonné's geholpen, in korten tijd enkele honderden leden voor en der grootste omroepvereenigingen verkreeg. Mocht er in de toekomst nog eens een spreker in Schagen komen, die dit onderwerp wil behandelen, dan mag ik er wellicht de aandacht op vestigen, dat ik steeds genegen ben mijn standpunt te verde digen. Dat gaat met minder gerucht dan het luiden van de alarmklok in een openbare bijeenkomst, ter wijl men bovendien de klepel toch het beste vindt als de klok stil hangt. J. WILLEMSE. DIVERSEN. Overschrijving. Gevraagd: S. C. Duinmayer van Alcmaria naar Alkm. Boys; Jb. Tuvn van Bergen naar Schoorl. Verleend: B. A. Koeleman van Alkmaar naar naar Oudorp; N. J. Stikkel van Altius (Utr. Prov. Bond) naar Helder (Sp.kr.) Straffen Naar aanleiding van Spartaa—H.R.C. a op 14 Oct. geschorst J. Bakker, H.R.C., voor een wedstrijd we gens aanmerkingen op de leiding. N.a.v. K.R.C. 6Kolhorn op 4 Nov. een berisping aan C. J. FranQois, H.R.C., wegens ruw spel. N.a.v. Alkmaar 2Alkm. Boys 3 op 4 Nov. C. Schoonhoven een berisping (Alkmaar) wegens ruw spel; H. de Jong (Alkmaar) een berisping wegens beleediging van den scheidsrechter; P. Nierop Groot (Alkmaar) schorsing voor één wedstrijd wegens drei gende houding; A. J. Smeets (Alkm. Bovs) schorsing voor twee wedstrijden wegens ruw spel en onjuiste voorlichting aan de commissie van onderzoek; J. Roos (Alkm. Boys) schorsing voor een wedstrijd we gens ruw spel. N.A.v. H.R.C. 3Held. Boys op 11 Nov., waarschu wing aan F. Kuiper (Held. Boys) wegens een wei nig te ruw spel; J. Post (Held. Boys) waarschuwing wegeng het zich bemoeien met de leiding. N.a.v. WieringerwaardWatervogels op 18 Nov. aan J. van Ham (Wieringerwaard) schorsing voor een wedstrijd wegens natrappen. N.a.v. J.V.C. 2Kolhorn 1 op 25 Nov. aan D. v. d. Klooster (Kolhorn) schorsing voor een wedstrijd we gens onbehoorlijk gedrag tegenover een tegenstander. Na.v. Ursem—Alkmaar 3 op 25 Nov., aan Freek Stroomer schorsing voor drie wedstrijden wegens natrappen; aan C. Masereeuw schorsing voor twee wedstrijden wegens ruw spel. (Beiden waren al eens eerder gestraft). N.a.v. B.K.C. 2H.R.C. 6 op 2 Dec. aan P. J. Bruul (H.R.C.). een ernstige berisping wegens onbehoorlijk gedrag. (Alg. Sportblad). In eer hersteld. We vernamen, dat op het ingestelde beroep van de Alkm. Boys-leden C. Hoek én M. Michels, die belden wegens wangedrag geroyeerd waren, een beslissing is afgekomen. Het beroep van beiden is toegewezen. Het royement van Hoek is geheel opgeheven, terwijl de speler Mi chels geschorst blijft tot 20 September 1935. Protest. De vereeniging „Alkmaar" heeft geprotesteerd te gen het feit, dat de scheidsrechter in den laatsten wedstrijd tegen D.T.S. na het eindsignaal weder ge bood te spelen, omdat hem was gebleken, dat hij 2 minuten te kort had gerekend. Onder protest heeft Alkmaar die 2 minuten gespeeld. Nu er in dat tijds bestek geen verandering van den stand is gekomen (11) had het protest geen zin meer. We lezen dan ook in de Sp.kr. dat het niet in behandeling zal worden genomen. Aangaande het protest van Texel n.a.v. D.T.S. Texel, bij de behandeling waarvan de scheidsrechter ontbrak, is nog niets naders bekend. man denk, die het ontvreemde boek als grondslag voor zijn compositie gebruikt heeft en voortgaat zich er van te bedienen, teneinde daaruit financieel voor deel te trekken." Na deze brief werd door het Openbaar Ministerie een aanklacht ingediend. De beschuldigde neemt de volle veranwoordelijkhcid op zich voor haar bezwaar schrift, dat door een advocaat is opgesteld. Daar haar verdediger, dr. Horn, zich tegen de toelating van Franz Lehar als partij verklaarde, heeft de advocaat van den componist, dr. Mahler, een eisch tot scha devergoeding ingediend, en wel een van twee schil ling. Eén schilling, meende hij, had hij cliënt wel aan porti en vervoerkosten uitgegeven en een schilling bedroeg minstens de prijs van het nemen van een advocaat. Daarop besloot de rechter Lehar als partij te erkennen. Mevrouw Lanik deelde o.m. mede, dat zij de eer ste was geweest, die Lehar een idee voor een opera aan de hand had gedaan. In November had zij ver der en manuscript geschreven, waarvan de hande ling een arme vrouw betreft, die getrouwd is en in benarde omstandigheden leeft. Zij verlangt naar meer, zij wil iets in de wereld bereiken. Het thema stemt overeen met persoonlijke belevenissen van de schrijfster. Zij had alles opgeschreven, alleen de dia loog ontbrak. Op de vraag van den rechter, wat zij met het werk gedaan had, antwoordde ze: „Ik heb het aan mijnheer Lehar laten overhandigen. Later heb ik herhaaldelijk met hem gesproken en verzekerde hij mij, dat het werk zeer poëtisch was." Lehar; „Zij heeft nooit meer met mij gesproken". Mevrouw Lanik verklaarde hierop, dat Lehar haar toen een kaart had gestuurd, waarin hij schreef zich voorloopig niet met de zaak te kunnen ophouden. Lehar: „Zulke kaarten heb ik in den loop der jaren'zeer dikwijls geschreven: meer dan vijf honderd maal." De schrijfster had naderhand het manuscript laten terughalen. Toen ze daarop den korten inhoud van PROGRAMMA N.H.V.B. 20 JanuarL 1 A: BergenW.F.C. 4. 1 D: PettenHelder 3; Held. Boys—H.R.C. 3; Suc ces 2Schoorl, WatervogelsJ.V.C.; M.L.D.Wierin gerwaard. 2 D: A.S.V.—Koedijk; Alkm. Boys 2—D.T.S. 2; Alk maar 2Alcmaria 4. 2 E: N. Niedorp 2Hoogkarspel 1. 2 F: Helder 4Atlas 1; Sparta 2Helder 5; Texel 3 C: V.C.L.—Strandvogels 2; O.K.B.Flevo; Schel linkhoutHauwert. 3 D: Ursem 1—Schoorl 2; Alkm. Boys 4—Bergen 2; Vrone 2—Alcmaria 5. 3 EJVC 2B K C 2 4 E: Ursem 2Oudorp; Koedijk 3A.S.V. 2; Oter- leekKoedijk 2. 4 G: Held. Boys 2—Sparta 3. 4 H: Atlas 2—Watervogels 2; Oudeschild 2—Hel der 6; Atlas 3Cocksdorp 1. 4 J: Twisk—Flevo 2. 4 L: Wieringerwaard 2H.R.C. 7; B.K.C. 4Cal* lantsoog 2; Helder 7—J.V.C. 3; Watervogels 3—Dirks- horn 2. Adspiranten: Bergen a—Alcmaria a; Vrone a— C.S.V. a; N. Niedorp aAlkmaar a; A.S.V. aKoe dijk a; Alcmaria dVrone b; Alkm. Boys cSchoorl a; V.C.L. aHem a; Helder bSparta a; Succes a Helder c; H.R.C. b—H.R.C. a; B.K.C. a—Helder a; Sparta bHelder d; Succes b—Helder e; Helder f— J.V.C. a; H.R.C. d—H.R.C. a; Texel a—Texel b; Oude schild aTexelsche Boys a. (Alg. Sportblad). Jan of Henk? Willen de verslaggevers er even op letten bij hun beoordeeling van den scheidsrechter, dat er twee Augusteijn's zijn. n.1. H. C. en J. Men begrijpt dat de goede het wel eens met de kwade ontgelden moet. NederlandEngeland. Er is een kansje dat het Engelsche elftal, op den doorreis naar Scandinavië, in Mei een wedstrijd te gen Nederland speelt. De K.N.V.B. voelt er veel voor. Oefening Ned. Elftal. Op Woensdag 23 Januari speelt te Rotterdam het Ned. Elftal tegen Queens Park Rangers, een Engel sche prof-club. De Scheidsrechter. Nederland—Duitschland wordt geleid door den Zweed Olsson, die ook de laatste ontmoeting in Diis- seldorf geleid heeft. Ter herinnering merken we op, dat Nederland toen met 20 won. Bonsema en Adam maakten elk een goal. j Ernie Nott. Mr. Lamberts Hurrelbrinclc geeft in de Sportecho een beschrijving van den bekenden Rudge-motor- renner Ernie Nott. Over diens kalmte gesproken: Hoe weinig Not gedurende een wedstrijd zijn kalmte verliest en hoazeer hij zelfs in heeten strijd met groot overleg te werk gaat, bewijst een in de rengeschiedenis beroemd gebleven voorval tijdens een „Grooten Prijs van Zwitserland". Daar zagen de voortrazende renners plotseling tot hun stomme verbazing een deelnemer in een boom klimmen, als of hij bezig was een vogelnestje uit te halen. Het was Nott, van wiens machine onder het rijden een moer was losgetrild en zich op een moeilijk bereik bare plaats had -vastgezet. Nott klom in den boom om een tak af te breken, waarmede hij de weer barstige moer uit zijn schuilplaats kon lospeuteren. Niettegenstaande dit oponthoud eindigde hij tweede, na niemand minder dan Handley. Nog snellere T.T.'s. Ernie Nott meent dat als de frames van de motor rijwielen anders kunnen worden gebouwd, zoodat aan de machines gelegenheid wordt gegeven om op volle kracht te drdaien, dan zullen de bestaande tij den nog aanmerkelijk worden verkort. Hij gelooft in meer cylinder motoren. Sterrit Monte Carlo. De N.R.Ct. somt op dat er 22 Nederlandsche wa gens meedoen op een totaal van 166. Wat het meerijden van de 23-persoons Ford-bus van den heer Weber uit Leeuwarden betreft, kan gemeld worden, dat deze 10 passagiers krijgt. De route Amsterdam—Monte Carlo is 1496 K.M. De rit tot 1000 K.M. vóór Monte Carlo moet met een gemid delde van 40 K.M. per uur, de laatste 1000 K.M. met een gemiddelde van 50 K.M. per uur worden gere den. Voor die bus zal de rit dus 32 uur mogen be< dragen. Ze kregen ons er niet in! „Giuditta" las, zag zij onmiddellijk de volledig® overeenstemming: onderwerp hetzelfde, milieu even eens. Vervolgens had zij de première bezocht cn had haar vermoedens bevestigd gezien. Zij had zich' inniiddels tot Lehar om tantième gericht en van hem een brief ontvangen, waarin hij haar sommeer de binnen de achtenveertig uur alles te herroepen. Frau Lanik verklaarde dan verder, dat het eerste bedrijf can „Giuditta" aan haar eerste werk ont leend was, terwijl het tweede en derde bedrijf over eenstemde met een ander manuscript, dat zij naar een roman van Dekobra had geschreven. Dr. Mah ler: „Waar had U het thema voor Uw eerste werk vandaan?" Mevr. Lanik: „Ik zei al, dat ik het zelf beleefd heb." Dr. M.: „Is het U bekend, dat de ge broeders Grimm dit avontuur al in hun sprookje „De visscher en zijn vrouw" bewerkt hebben?" Mevr. Lanik: „Daar heb ik in mijn manuscript immers zelf op gewezen!" De schrijfster gaf verder te kennen, dat zij Lehar er van verdacht gemeene zaak met de plagiaatple gers gemaakt te hebben, welke uiting dr. Mahler opteekende, teneinde eventueel een nieuwe aanklacht wegens beleediging te kunnen indienen. Mevrouw Lanik: „Ik heb Zijne Excellentie Minister HeinI verzocht te intervenieeren. Dat heeft hij ook gedaan.* Lehar: „Hij heeft zich later bij mij verontschul digd." Tenslotte deelde mevrouw Lanik-Laval mee, daf zij achttien personen van naam verzocht had een oordeel over „Giuditta" uit te spreken en alle acht tien hadden een attest verstrekt waarin zij ver klaarden, dat het een geval van plagiaat betreft. Tot deze deskundigen behooren Hofrat dr. Ipold en en professor Kienzl. De laatste heeft, volgens Le har, echter zijn uitspraak herroepen. De rechter verlangde ten laatste, dat mevrouw Lanik binnen de vier weken haar bewijsmateriaal schriftelijk inlevert.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 5