Brandstichting te Deemster
Het vergaan van de
,0rania
DE /rÜDEPUT!
Woensdag 6 Februari 1935.
SCHAGER COURANT.
Tweede Blad. No. 9653
Waarom de kapitein plotseling
Portugal verliet
DE DESTRUCTOREN IN NEDERLAND.
En de invoer van eiwitrijke
krachtvoeders.
Kindennoord te Zeist.
DE RANDFONTEIN.
Burgemeester beleedigd.
DE Mi VOOR MENEER PASTOOR.
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK
TE ALKMAAR.
RUZIE IN 'T GEZIN BRACHT HET MISDRIJF
AAN HET LICHT.
Beemster.
In den nacht van 14 Juni brak een felle brand uit
in een te Beemster staande dubbele, door 2 gezin
nen bewoonde en met riet gedekte arbeiderswoning,
bewoond door de arbeidersgezinnen Bakelaar en
Boomsma.
De brand was ontstaan in het door den 28-jarigen
arbeiders Gerrit B., geboren te Texel en sinds 1932
ingezetene der gemeente Beemster, bewoonde ge
deelte. Het geheele huis brandde met de respectie
ve inboedels tot den grond toe af. De bewoner
Gerrit B., schijnbaar in zijn slaap verrast had
vrouw en kinderen in veiligheid gebracht en deed
nog zijn best van den inboedel nog iets te kunnen
redden. Hij was echter voor 1500 gulden verzekerd,
wat zijn inboedel betrof, bij de onderlinge brand-
assurantie-maatschapij te Beemster, die na eenig
accordeeren met den verzekerde, hem f 1200 uitbe
taalde.
De familie Boomsma was niet geassureerd, doch
liefdadige Beemstenaren sloegen de handen ineen
en stelden dit arme gezin zooveel mogelijk schade
loos. Aan brandstichting werd absoluut niet ge
dacht, want Gerrit B. stond gunstig bekend en spo
ren van eenig imsdrijf konden niet worden aange
toond.
Maar 'n paar maanden later kreeg Gerrit ongenoe
gen met zijn vrouw, die hem niet geheel trouw was
en geen lust had met haar man naar Texel te ver
huizen. zooals zijn voornemen scheen te zijn.
In haar ontevredenheid gaf zij ruchtbaarheid aan
de werkelijke oorzaak van den brand, die haar man,
die ongeveer 200 gulden schuld had, in den bewus-
ten nacht zelf had gesticht, door met een lucifer het
rieten dak in het perceel aan te steken. Hij was
toen te bed gegaan, om later den schijn te wekken,
dat hij door het vuur in zijn slaap was verrast. De
loslippigheid van de vrouw had dan ook het gevolg,
dat Gerrit B. als verdachte van opzettelijke brand
stichting werd gearresteerd en in voorarrest werd
gesteld.
Gister stond deze beklagenswaardige man dan ook
voor de rechtbank te Alkmaar terecht. Hij erkende
openhartig en had niets ter zijner verontschuldiging
aan te voeren. Het verbrande perceel was eigendom
.van den heer J. Zweed te Heiloo.
De gemeenteveldwachter van Beemster, de Haan,
een geklofte jongen, zooals de term luidt, verklaar
de dat de verdachte in het dorp gunstig bekend
stond en niemand brandstichting vermoedde, tot de
.vrouw begon te roddelen.
Natuurlijk qualificeerde de officier het misdrijf als
zeer ernstig, gelet vooral op het groote gevaar dat
bet nauw belendende gezin had geloopen. Op het
misdrijf was gesteld een maximum van 4 jaar, doch
de officier wilde in aanmerking nemen het gunstige
strafrechterlijk verleden en de openhartige bekente
nis van verdachte en zich dus beperken tot een
eisch van 2 jaar gevangenisstraf.
Mr. v. d. Loos, verdediger van verdachte, bracht
naar voren het ongelukkige huwelijksleven van zijn
cliënt en wees op de vreemde apathische houding
,van den verdachte gedurende het onderzoek. De man
was door zijn eigen vrouw bedrogen en verraden en
geleek voor alles onverschillig. Mocht echter de recht
bank aannemen dat de verdachte geheel toereke
ningsvatbaar was, dan riep pleiter voor hem de cle
mentie der rechtbank in.
Heb je nog wat te zeggen? vroeg de president aan
den stil voor zich uitstarenden man op de beklaag
denbank.
Ik heb niets te zeggen, was zijn antwoord.
Uitspraak a.s. week.
99
99'
KANS, DAT HET SCHIP VLOT GEBRACHT
WORDT ZEER GERING.
Naar het persbureau Vaz Dias verneemt, heeft de
dezer dagen te Amsterdam teruggekeerde gezag-
voeder van het, na een aanvaring met het Portu-
geesche vrachtschip „Loanda" in de Portugeesche
haven Leixoes gezonken mailschip „Orania" van
den Koninklijken Hollandschen Lloyd, Portugal hals
over kop verlaten, omdat hem ter oore was ge
bracht, dat zijn vrijheid van beweging niet langer
gewaarborgd was. Men wilde hem namelijk gedu
rende den geheelen verderen gang van zaken met
de „Orania", welke zal moeten eindigen met het
bergen of doen springen van het schip, als gijzelaar
vasthouden, omdat men voor den geheelen verderen
ontwikkelingsgang als gevolg van deze ramp een
„pand" wenschte te hebben.
Zooals bekend heeft de Portugeesche raad voor de
scheepvaart, uitgemaakt, dat de „Loanda" de ge
heele schuld draagt van de op Portugeesch grondge
biedplaats gehad hebbende ramp.
De Portugeesche wet bepaalt echter, dat in zoo
danig geval aan schade niet meer kan worden uit
gekeerd dan de totale waarde van schip en lading
van het schuldig geachte schip. Aangezien de
waarde van het schip en lading van de „Loanda"
het 25ste gedeelte bedraagt van de totaal verloren
gegane waarde, ligt het voor de hand, dat de kwes
tie der algeheele schadevergoeding langs den weg
van een proces geregeld zal moeten worden. De
kapitein van de „Orania", die bijtijds van de tegen
hem opgevatte plannen op de hoogte was gebracht,
heeft daarop kans gezien Portugal zoo spoedig
mogelijk te verlaten en met de „Zeelandia" van den
Kou. Holl. Lloyd naar Amsterdam terug te keeren.
Oorspronkelijk lag het in de bedoeling, dat de ge
zagvoerder nog geruimen tijd te Leixoes blijven zou,
aangezien zich in het gezonken schip behalve het
goed van passagiers, bemanning en verschepers, de
\erwarmt en verkwikt U met 9ï(tUJtjis Bouillütl
mail en bovendien nog, in de kluis, o.m. waarde
volle aandeelen bevinden.
Kans tot vlot brengen van de „Orania"
gering.
De vraag of de „Orania" geborgen zal kunnen
worden of dat men het schip zal moeten opblazen,
is er niet alleen een tusschen de maatschappij en
de assuradeuren te Londen, ook de bergingsmaat
schappijen hebben hieromtrent een stem in het ka
pittel.
Verschillende bergingsmaatschappijen, waaronder
ook Nederlandsche, zijn bij het gezonken schip ge
weest, doch hebben alle pogingen, om het te lichten,
opgegeven.
Er is echter nog een Engelsche bergingsmaat
schappij, die alle kansen wil waarnemen om de
„Orania" te bergen. Zij heeft echter den eisch ge
steld, dat om te beginnen door de verzekering een
bedrag van 500.000 gulden zal worden gestort, terwijl
zij, voor het geval haar pogingen succes zullen heb
ben, een zeer groote som eischt. In geen geval
wenscht zij haar arbeid te verrichten op de basis
„no cure no pay", aangezien zij het risico te groot
acht. Hieruit blijkt wel duidelijk, dat de kans, dat
het mailschip zal worden vlot gebracht, als uiterst
gering kan worden beechouwd.
Wij vernemen voorts, dat, indien tot het doen
springen van het schip wordt overgegaan, de kosten
daarvan begroot, zijn op f 800.000. Dat het doen sprin
gen en het verwijderen van de wrakstukken een
enorm kanvei is, moge blijken uit het feit, dat men
daarvoor een jaar noodig denkt te hebben. Deze
arbeid moet namelijk in tempo's geschieden, aan
gezien garanties moeten worden gegeven, dat noch
de kostbare haven, welke Leixoes bezig is te worden,
noch eenig eigendom in de omgeving beschadigd
zal worden;
Verzoek tot het leggen van een heffing
op dezen invoer, teneinde uit de opbrengst
de destructoren te steunen.
De Federatie van overheids- en andere destructo
ren in Nederland heeft aan den voorzitter van den
raad van ministers een adres gezonden, waarin zij er
op wijst dat het hoofdproduct van de destructoren,
diermeel behoort tot de eiwitrijke krachtvoeders,
waarvan jaarlijks 3040 millioen kilogrammen wor
den geimporteerd, hoofdzakelijk door landen met ge-
deprecieerde valuta, die bovendien voor onzen ex
port van weinig beteekenis zijn. Daar de goudwaarde
van den gulden wordt gehandhaafd lijden de destruc
toren verliezen, die tot den ondergang van deza. in
dustrie leiden.
Terwijl momenteel de productie van diermeel on
geveer 15 pet. van den totalen invoer aan eiwitrijke
krachtvoeders bedraagt, zou deze, indien de destruc
tie voor alle gemeenten verplicht werd gesteld, zeker
kunnen worden opgevoerd tot 20 pet. In dit geval
zouden de producten bij de tegenwoordige zeer lage
prijzen nog een waarde vertegenwoordigen van ruim
f 800.000 bij zeer matige raming. Het nationale inko
men wordt dan met dit bedrag vermeerderd door ver
werking van waardeloozen afval, terwijl, indien dit
niet geschiedt, eenzelfde bedrag naar het buitenland
zou afvloeien om de producten, waarvan de eiwitrijke
kracht voeders voor de veehouderij (varkens, kippen)
onmisbaar zijn, te kunnen importeeren. Teneinde dit
inkomen voor Nederland niet verloren te laten gaan,
zou het noodig zijn de destructoren te steunen met
een bedrag, dat f150.000 a f200.000 niet te boven be
hoeft te gaan.
De daartoe benoodigde gelden zouden niet ten
laste van de schatkist komen, doch kunnen worden
verkregen door een heffing op den import van eiwit
rijke krachtvoeders van f 0.50—f 0.60 per 100 K.G.,
een heffing, die ofschoon laag, toch voldoende zal
blijven opbrengen omdat de import ook in de toe
komst veie malen grooter zal zijn dan de inheemsche
productie.
Adr. verzoekt den minister het daarheen te leiden,
dat de verliezen, die thans het bestaan der destructo
ren ernstig bedreigen, zooveel mogelijk worden be
perkt en de destructie, met de voor ons land daaraan
verbonden hygiënische en oeconomische voordeelen,
behouden blijft.
Vijftien jaar tegen een chauffeur geëlscht.
De officier van justitie bij de rechtbank te Utrecht
eischte gistermorgen vijftien jaar gevangenisstraf
tegen een dertigjarigen chauffeur uit Zeist, die op
20 Aug. jl. na een twist met zijn vrouw zijn beide
jonge kinderen den hals afsneed en daarna een po
ging deed tot zelfmoord.
Een stuk van den roersteven verloren.
De Randfontein heeft een vreemd avontuur ge
had, waarvan aanvankelijk, aldus het Hbld., nie
mand iets heeft bemerkt. Zij heeft namelijk een stuk
van den roersteven verloren.
Toen het schip zich eergisteren in de sluis van
IJmuiden bevond, op de thuisreis van Hamburg
naar Amsterdam, werd den gezagvoerder gevraagd
wat de diepgang van zijn boot was. Een der sluis-
meesters namelijk kon in de duisternis den diepgang
van den achtersteven niet aflezen. Aan de hand van
gegevens werd die diepgang toen berekend, waarna
de Randfontein naar de hoofdstad opstoomde.
Toen het schip aan de kade had vastgemaakt,
kreeg een der officieren opdracht, den diepgang aan
het achterschip af te lezen. Tot aller verwondering
bleek de roersteven, waarop de diepgangschaal
voorkomt, afgebroken en verdwenen te zijn.
Deze breuk moet op zee geschied zijn.
Niemand had een stoot gevoeld ook het perso
neel van de machinekamer niet zoodat uitgeslo
ten geacht moet worden, dat het schip ergens heeft
gestooten. Zeer vermoedelijk is een zwakke plek in
het metaal de oorzaak van deze breuk geweest. De
vitale deelen, als roer en schroef, hadden op reis
naar behooren gefunctionneerd.
De Randfontein is daarna opgenomen in een der
dokken van de Amst. Droogdok Maatschappij. De
reparatie zal naar schatting vier weken in beslag
nemen.
Het s.s. „Randfontein", dat op onverklaarbare wijze
den achtersteven verloor, is in een der dokken van
de Amsterdamsche Droogdok Maatschappij ter repa
ratie opgenomen.
RECHTBANK.
Opnieuw 1 maand gevangenisstraf ge-
eischt.
Verleden jaar verspreidden 3 personen in de ge
meente Oudkarspel het communistisch boerenblaadje
„De Ploeger'. Hierin kwam een artikel voor, dat naar
het oordeel van burgemeester Anton Jan Wijnveld
beleedigend voor hem was. Een 3-tal personen, een
arbeider, een visscher en een landbouwer zijn te de
zer zake voor de rechtbank te Alkmaar veroordeeld
en wel ieder tot 1 maand gevangenisstraf. Gister
diende deze zaak in hooger beroep voor het gerechts
hof te Amsterdam.
De verdachten zeiden, dat zij niet wisten, dat de
inhoud beleedigend was voor den burgemeester.
De procureur-generaal, mr. Bauduin, requireerde
bevestiging van de vonnissen der rechtbank te Alk
maar (veroordeeling van de verdachten tot 1 maand
gevangenisstraf). De verdediger, mr. P. van t' Hoff
Stolk, meende hier geen geval van opzettelijke be-
leediging te hebben. Pleiter drong aan op vrijspraak,
subsidiair niet-ontvankelijk-verklaring van den pro
cureur-generaal. Uitspraak 19 Fcbr. a.s.
Een buurpraatje tusschen Pijnenburg en Jan van Kempen op den Brusselschen Zesdaagsche.
GAT fN «-ET LAKEN..
MAAR...
Douwe Egberts Echte Fricsche Heeren-Baai «h
Baai-Tabak. Nederlands geurigste pijptabak.
Een kort, maar historisch verhaaL
Het geschiedde in een dorp aan de groote rivier,
dat een van de ingezetenen den tijd gekomen achtte
het varken, dat goed gemest was, te slachten, aldus
lezen wij in de „Msb." Dat is in Maas en Waal nog
de goede oude gewoonte, evenals overal elders: het
zijn dagen van overdadigheid aan werk en smake
lijk eten. De kuipen worden gereed gemaakt om
het vleesch in te zouten: de worstmachine maalt
vier en twintig uren, er wordt balkenbrij gemaakt,
de hammen worden ingezouten en in de pan kniste-
ren smakelijke versche karbonaadjes.
Zooals het besluit genomen was geschiedde. Het
gemeste zwijn werd gekeeld; het klaaglijk doods-
geschreeuw was in de buurt duidelijk te vernemen.
Een paar uren nadien hing het varken schoon en
versch op de leer. Het was een aanlokkelijk gezicht:
het wit en rood van vet en vleesch en de boer, die
het gemest had, had er deugd van.
Bij het slachten zijn meer goede gewoonten in
zwang gebleven. Er zijn in elk dorp geestelijke en
wereldlijke autoriteiten, die verblijd worden met een
of ander smakelijk stuk van het varken; en--.zoo
ook liet de boer van het geslachte dier er een schoo-
ne ham afsnijden, waarmede de pastoor van het
dorp werd verblijd.
Maar het varken bleef verder op de leer hangen,
want de controleurs van de crisiswetten werden ver
wacht. En zij kwamen. Maar aanstonds viel het hun
De juiste glazen voor uw oogen
Gezet in een fraai, modern montuur
Ga hiervoor naar van Geelen in Schagen
Want die is met z'n brillen niet duur.
op, dat het varken nog slechts drie pooten had. En
zij verwonderden zich zeer, den boer ondervragend,
waar de vierde poot wel was gebleven.
De boer antwoordde argeloos, dat hij dezen den
pastoor cadeau had gegeven, opdat ook deze eens
smakelijk zou kunnen eten van het heerlijke var
ken. dat met zorg en kunde gefokt was en gemest.
Den controleurs bedroefde dit zeer en met hun
oogen maten zij den afstand, die er was tusschen het
erf van den boer en de pastorie, waarin een deel van
het varken verdwenen was. En zij vroegen om het
geleidebiljet, dat noodig was voor het vervoer van
vleesch.
Daar de delinquent moest bekennen, dat hij deze
schenking zonder geleidebiljet had gepleegd, bleef
er den mannen van de wet niets over dan een pro
ces-verbaal op te maken, hetwelk geschiedde. De
boer kwam op den bon en de mannen gingen heen.
De weg der controleurs voerde dan naar de pasto
rie. Zij maakten den pastoor bekend, wie zij waren
en waarvoor zij kwamen. Dat de pastoor de crisis-
wetten met voeten getreden had, vleesch aannemen
de van een parochiaan, vleesch, dat niet voorzien
was van een geleidebiljet en dat daarvan noodza
kelijk proces-verbaal moest worden opgemaakt. De
pastoor verbleekte. En daarna vroegen zij om zijn
kelder te mogen inspecteeren, of daar de gewraakte
ham van het gewraakte varken aanwezig was.
Den pastoor kwam dat optreden toch wel wat erg
vergaand voor. Hij noodigde de heeren uit naar
huis te gaan en ging op hun verzoek niet in.
Maar de controleurs eischten, dat zij den kelder
van den pastoor wilden zien. Zij zouden niet gaan
voordat hun oogen den ham aanschouwd hadden.
Zij hadden recht om den kelder te onderzoeken.
Zeker heeren, zeide de pastoor, ten slotte kan ik U
niet tegenhouden, maar ge komt er niet in, voordat
ge den burgemeester haalt, die met zijn ambsketen
om bij mij komt en gebiedt jullie in den kelder
binnen te laten!
Hiermede was het laatste woord gezegd en de zeer
punctueele controleurs schoven de deur uit en deli
bereerden in de vrije lucht, of zij den burgemeester
annex ambtsketen zouden halen. Hetgeen zij echter
ten slotte niet deden.
De controleurs verschenen niet meer, de burge
meester verscheen niet, maar de proces-verbalen
staan in het boekje en aan de gerechtigheid is vol
daan. Hetgeen voor den pastoor aanleiding is ge
weest een request in te dienen, dat zulke haarklove
rijen toch wel niet in den zin zullen liggen van de
vele crisiswetten.
DE ROOFOVERVAL TE DEURNE.
De rechtbank te Roermond heeft gisterochtend uit
spraak gedaan in de zaak van den roofoverval te
Deurne. De beide verdachten P. de Bie en J. Cee-
len uit Oss werden wegens gebrek aan bewijs vrij
gesproken.
De Officier van Justitie had eveneens vrijspraak
geëischt.