Waar ons drinkwater vandaan komt*
Zaterdag 16 Februari 1935.
SCHAGER COURANT.
Vierde Blad. No. 9660
Een kijkje op het terrein
van het Provinciaal Water
leidingbedrijf van Noord-
Holland.
Deskundige voorlichting
W ij vernemen tal van
interessante bijzonderheden
BERGEN.
WIJ zitten er om zoo te zeggen met den
neus bovenop en wat weten wij er
feitelijk van, dachten wij voor de
zooveelste maal, toen we onlangs
de Staatsbosschen ingingen en
het terrein van de waterleiding
passeerden? Wij weten dat daar op dit uitgestrekte
terrein het water wordt opgepompt, dat bij ons en
bij U allen uit de kraan stroomt om er ons mede te
wasschen; om er mede te schrobben en te boenen en
om er ons aan te laven als we donstig zijn of verhit
Maar wat er zooal met dit water gebeurt voor eri
aleer het in de buis komt, welke het onze woning
binnenvoert, daarvan zijn we althans wat de fi
nesses betreft totaal onkundig.
En het was om die reden, dat we tot de directie
van het Provinciaal Waterleidingbedrijf van Noord-
Holland te Bloemendaal het verzoek richtten, of ons
kon worden toegestaan het bedrijf in de duinen van
Bergen te bezichtigen
En ziet; niet selchts werd op ons verzoek goed
gunstig beschikt, doch de hoofdingenieur van het
bedrijf, de heer ir. W. Mensert kwam naar hier, ten
einde ons rond te leiden en van voorlichting te die
nen. Een geste van de directie, welke wij op hoogen
prijs hebben gesteld en waarvoor wij haar hier van
deze plaats gaarne onzen oprechten dank betuigen.
En zoo geviel het, dat wij dan heer Mensert voor het
directiegebouwtje op het terrein ontmoetten en hij
ons verzocht binnen te treden, teneinde ons voor de
rondwandeling een en ander over het bedrijf te ver
tellen.
Het totaal grondbezit van het P.W.N. en
wat het pompstation Bergen ervan heeft.
De heer ir. Mensert dan begon ons een kaart te
toonen, waarop waren aangegeven alle duingebieden
waar het P.W.N. over beschikt om er het water aan
te onttrekken. Die gebieden beslaan een totale op
pervlakte van niet minder dan 3261 H.A., t.w. 254
H.A. in de gemeente Bergen; 985 H.A. in Egmond
aan Zee en Egmond-Binnen; 744 H.A. in Castricum;
303 H.A. in Heemskerk en 989 H.A. duinterrein te
Bakkum.
Voorts 'wordt nog beschikt over een terrein van
3 HA. te Laren en van 3 H.A. te B^nnebroek.
Indien we de kaart bekijken, dan Springt onmid
dellijk in het oog, dat het duingebied tusschen het
oude tramlijntje te Egmond aan Zee en de grens der
gemeente Heemskerk geheel in handen is van het
P.W.N.
Op 4 April 1933 had namelijk de overdracht aan
de Provincie plaats van een tweetal, tezamen rond
.985 H.A. groote duinterrein met onderscheidene per-
ceelen wei- en bouwland in de gemeenten Egmond
aan Zee en Egmond Binnen. Deze terreinen behoor
den toe, wat een 705 H.A. groot complex betreft aan
den heer C. D. van der Vliet te Bloemendaal en wat
een complex van 280 H.A. aangaat, aan mevr. C. C.
T. WilsonBunge te Bloemendaal.
Deze, voor het bedrijf zeer belangrijke bezitsver-
meerdering werd in den loop van 1933 gevolgd door
den aankoop van het rond 744 H.A. groote duinter
rein, in hoofdzaak gelegen onder Castricum en voor
een klein gedeelte in Heemskerk, dat toebehoorde
aan de N.H. Hollandsche Duinmaatschappij te Ber
gen.
Deze uitgestrekte duinterreinen zullen, voor zoo
ver zij niet in cultuur gebracht zijn of worden, be
halve voor de waterwinning ook dienstbaar gemaakt
worden voor recreatieve doeleinden.
Het geheele voorzieningsgebied van het P.W.N. is
verdeeld in drie afdeel ingen, t.w. de af deeling Noord
met het pompstation te Bergen; de af deeling Mid
den, welke het water ontvangt van de pompstations
te Castricum en bij Wijk aan Zee en de afdeeling
Zuid, met pompstation te Bennebroek en te Laren.
De afdeeling Noord omvat het Noordelijk deel der
provincie met als Zuidgrens de lijn Heiloo-Ouden-
dijk; de afdeeling Midden is het gebied ten Zui
den van deze lijn tot aan het Noordzeekanaal en
alle bij het P.W.N. aangesloten gemeenten, welke in
de provincie beneden dit kanaal liggen, vormen de
afdeeling Zuid.
De totale lengte van het buizennet bedraagt niet
minder dan 2000 K.M. rond, hetgeen een afstand
beteekent van Amsterdam tot de Sahara.
De afdeeling Noord met het pompstation
te Bergen.
Aangezien wij het meeste interesse hebben bij de
wijze, waarop de afdeeling Noord der provincie van
water wordt voorzien, bepalen wij ons in dit arti
kel tot het pompstation te Bergen.
Zooals wij reeds zeiden, wordt dé Zuidelijke grens
van deze afdeeling gevormd door een lijn, welke is
te trekken tusschen Heiloo aan de Westzijde en
Oudendijk aan den Oostkant gelegen. Van dit Noor
delijk gedeelte heeft alleen Den Helder op Am
sterdam na de oudste waterleiding in Nederland!
nog een eigen pompstation. Het wingebied is echter
te kein om Den Helder geheel van water te voor
zien en daarom krijgt deze gemeente jaarlijks onge
veer 400.000 kub. M. water ongeveer de helft ha-
rer totale be/hoefte van het P.W.N.
Het buizennet van de afd. Noord heeft een totale
Overzicht terrein pompstation van het P.W.N. te
Bergen.
De vóórfilters, waar de ongewensche bestanddeelen
uit het water gehaald worden.
lengte van 950 K.M. Aan 57 gemeenten wordt in
deze afdeeling het water geleverd. Hieronder ressor
teert ook de Wieringermeer en nu reeds worden de
leidingen gelegd naar het nog in aanbouw zijnde
dorp Wieringerwerf, om straks de nieuwe bewoners
dadelijk van water te kunnen voorzien. Vlugger kan
het al niet!
Zooals wij reeds zeiden, beslaat het duingebied te
Bergen, waar het water wordt gewonnen, een opper
vlakte van 254 H.A. Het is gelegen aan het einde
van den Zwarteweg, leunt aan de Noordzijde tegen
de Staatsbosschen en aan den Zuidkant grenst het
voor een gedeelte aan het Natuurreservaat en voor
een ander deel aan het bezit van de Bouw-Exploita-
tie-Maatschappij „Bergen aan Zee".
Het ontstaan van het bedrijf. De Alk-
ma arsehe Waterleiding; later het P.W.N.
Het lijkt ons niet ondienstig hier thans een en
ander mede té deelen over het ontstaan van het
bedrijf.
Met het winnen van water uit de duinen werd in
1882 begonnen door de Maatschappij tot Exploitatie
van Waterleidingen in Nederland, hier meer bekend
onder den naam van Alkmaarsche Waterleiding
Maatschappij. Het terrein, ter oppervlakte van 6
H.A., had genoemde Maatschappij in erfpacht van
de familie van Reenen en uit de geringe oppervlakte
moge reeds blijken, dat vroeger geen omliggende
gemeenten van water konden worden voorzien.
Op het terrein stond een pompstation het thans
nog bestaande oude gebouw waarin zich twee
stoommachines bevonden. Voorts' bevonden er zich
eenige woningen voor de machinisten.
Achter het pompstation lag in een duinkom een
bassin, waaruit het water werd gepompt, alleen om
Berden en Alkmaar te voorzien.
De hoeveelheid water echter was tenslotte onvol
doende en de Maatschappij ging er daarom toe over
een 25-tal putten te maken op een diepte van 30 M.
Het spreekt vanzelf, dat op het kleine terrein van 6
H.A. de putten veel te dicht op elkander lagen en
dat daardoor de capaciteit onvoldoende bleef.
In 1919 werd het bedrijf in zijn geheel overgeno
men door de Provincie voor de exploitatie van Pro-
vineiewege door het op 1 Januari van dat jaar opge
richte Provinciaal Waterleidingbedrijf van Noord-
Holland.
Er werd beslag gelegd op een terreip ter grootte
van 254 H.A.. hetwelk werd aangekocht van de
familie van Reenen.
Dit terrein bestaat uit 44 H.A. bosch, 5 H.A. weg,
<*rf en water en 205 H.A. duin en heide. Het leve-
ringsgebied bepaalde zich uitsluitend tot Bergen en
Alkmaar. Thans brengt het pompstation Bergen het
water in geheel West-Friesland, Drechterland en de
Wierineermeer.
Het P.W.N. begon met het boren van diepere
outten en in den loop der jaren zijn er 36 putten
gebouwd, ter diepte van gemiddeld 60 M. en gelegen
op een onderlingen afstand van 50 M.
Daar de laatste putten te ver van het pompstation
aflagen, werd op 1500 M. afstand van dit station een
secondair pompstation gebouwd, dat van het hoofd
station uit geheel automatisch wordt bediend en
het water uit 20 putten haalt.
Het spreekt vanzelf, dat al heel spoedig het oude
station met de twee stoommachines niet meer aan
de eischen voldeed en reeds in 1923 kwam het mo
derne electrische pompstation in werking.
Het water komt uit de putten en wat
dan? Naar het. terrein der winning.
Ofschoon het niet op den weg ligt van een dag
blad om in technische bijzonderheden te treden in
zake de waterwinning, willen wij niettemin toch wel
'ets mededeelen over de wijze, waarop het water uit
de putten komt en hoe het dan verder zijn weg vindt
naar den consument. De nuttpn kunnen op zeer
"■roote diente gemaakt worden, want eerst op 130 M
onder de oppervlakte komt men op brak water.
hebben de putten geen grootere diepte
dan 60 M.
In de put nu wordt een zuigbuis neergelaten,
waardoor het water door de pompen wordt aange
zogen. Op elke put bevindt zioh een afsluiter, waar
mede de watertoevoer kan worden geregeld.
Het spreekt vanzelf, dat het uit de putten gewon
nen water voor de consumptie ongeschikt is, omdat
het o.m. ijzer en mangaan in opgclosten toestand
bevat. De ongewenschte bestanddeelen nu dienen
uit het water te worden verwijderd.
De reiniging van het water door de filters.
Om deze ongewenschte bestanddeelen uit het wa
ter te krijgen, wordt het rijkelijk met zuurstof
dus met de lucht in aanraking gebracht. Bij deze
oxydatie worden onoplosbare producten verkregen.
Deze onoplosbare stoffen nu worden uitgefiltrcerd
en dit filtreeren geschiedt tweemaal
Eerst door z.g. grof- of grintfilters welke het wa
ter vóórfiltercn, daama door de z%. zand- of nafil-
ters.
Bij een rondgang over de terreinen konden wij
deze filters in oogenschouw nemen. De voorfilters
bestaan uit 8 bakken, elk met een nuttig werkend
filter-oppen-lak van 100 M2. en 4 bakken met een.
oppervlak van 200 M2. Tcsamen derhalve 1600 M2.
nuttig werkend voorfilter-oppervlak.
Het water uit de putten komt door middel van z.g.
sproeiers in de filterbakkon In de bakken van 100 M2
bevinden zich twee; in de hakken van 200 M2. be
vindt zich één sproeier.
Van de vóórfilters wordt daarna het water ge
bracht op de nafilters. Het is dan reeds voor een'
groot deel van zijn ongewenschte bijmengselen ont
daan, omdat het door een grintlaag is heengedron
gen. Er zijn 5 nafilters, elk ter oppervlakte van 800
M2. en 9 nafilters ter oppervlakte van 600 M2. Totale
oppervlakte der nafilters derhalve 9400 M2.
De regeling van de filtersnelheid dezer nafilters
geschiedt door automatisch werkende regulateurs,
waarvan er vijf zijn van het geheel gesloten type
„Siemens". De op de regulateurs aangesloten elec
trische registreerapparaten zijn in de machinekamer
van het hoofdpompstation aangebracht.
Indien een der filters vuil is, wordt de water
toevoer daarvan tijdelijk stop gezet. De vóórfilters
worden schoongespoeld; de nafilters afgekrabd.
Wij vroegen staande voor de groote bakken
water aan den heer Mensert, of er nooit kans be
stond, dat het water daarin bevroor. Dat is practiscK
gesproken onmogelijk, antwoordde de heer Mensert.
Vergeet u niet, dat het water niet koud is, als he€
uit den bodem- komt. Het heeft een temperatuur
van 8 graden en in de filterbakkon heeft het geen
tijd gehad om te bevriezen. Zelfs in den strengen
winter van '28.op '29 hebben we van bevriezen geen
last gehad.
Het water gereed voor de consumptie.
Zuiver en gezond.
Wanneer nu eindelijk het bodemwater door de
vóór- en nafilters behoorlijk is gereinigd, wordt het
afgevoerd naar den reinwatprkelder. Deze kelder
heeft een inhoud van 1500 M3.
Het zuivere en hygiënische water wordt van den
kelder uit door z.g. hoogdriïk-pompen opgepompt eit
in het net geperst om te worden vervoerd naar de
plaatsen, waar men het noodig heeft.
En de watertorens dan?
En de watertorens dan?, vroegen we, komt het
water niet eerst daarin?
Neen, zeide de heer Mensert. Er zijn natuurlijk
oogenblikken, waarop de consumenten niet zooveel
water gebruiken als er wordt opgepompt. Dit sur
plus nu wordt opgezameld in watertorens of in
waterreservoirs. Een watertoren kan dus worden
beschouwd als een accu.
In de geheele provincie bevindt zich een surplus
van 20.000 M3. water in de torens en in de reser
voirs, waarvan 10.000 M3. in de hoogreservoirs.
En waar bevinden zich in de Noordelijke afdee
ling die hoogreservoirs? was onze vraag.
Het pompstation Bergen pompt het water naar
de torens te Alkmaar, Hoorn, Hoogkarspel en Wie-
ringerwaard. De gemeente Den Helder heeft een
eigen watertoren omdat daar zooals in den aan
hef gezegd naast het P.W.N. een gemeentelijke
waterleiding bestaat.
In de machinekamer is het ons altijd mogelijk
den waterstand in de reservoirs te controleeren. Wij
kunnen steeds op grafische tabellen zien, hoe hoog
of hoe laag het water staat in de verschillende to
rens en regelen dan ons pompen naar de behoefte.
De hoeveelheid water welke per jaar alleen door
het pompstation Bergen wordt opgepompt, bedraagt
pl.m. 6 milioen M3.
Dat is bijzonder veel, meenden we. Bestaat er
nooit kans, dat de bodem uitgeput raakt?
Neen; zeide de heer Mensert, daarvoor behoeft
bij de tegenwoordige wijze van waterwinning voors
hands geen vrees te bestaan. Bij een normalen re
genval valt er rond 700 m.M. water per jaar, waar
van een groot deel naar de diepere lagen zakt.
Het grondwater in de uitgestrekte duinterreinen
van Bergen en Schoorl wordt jaarlijks met dat deel
van den regelval aangevuld.
In de machinekamer.
Het spreekt welhaast vanzelf, dat ook het hart van
het bedrijf onze belangstelling trok en daarom volg
den wij gaarne den heer Mensert in de machine
kamer.
Zooals wij reeds zeiden, wordt het pompstation
evenals trouwens alle andere pompstations van 't
P.W.N. geheel electrisch gedreven door den
stroom, welke van het P.E.N. wordt betrokken. En
dat het P.W.N. een goede klant is, moge blijken
uit het feit, dat in 1933 in totaal het verbruik aan