Twee oude Meesters
Handel en Chopin
Hun aard
en die van
hun muziek
Bouwer van Amerika's eersten
wolkenkrabber.
o
n)a£ Kf
ASPfRIN
CHOPIN.
O
HANDEL WF.P.D 23 FEBRUARI
1085 GEBOREN.
In de diepste armoede te Chioago ovei*
leden.
In de diepste armoede is in den nacht van Zondag
op Maandag j.1. te Chicago de man overleden, dia
Amerika's eersten wolkenkrabber ontworpen heeft.
Acht jaren lang was Frederick Philip Dinkelberg
door zijn vele bewonderaars volkomen vergeten en
eerst zijn dood was in staat de herinnering aan hem
weder wakker te roepen.
Veertig jaren geleden kreeg Dinkelberg de opdracht
teekeningen te ontwerpen voor een gebouw, dat moest
komen te staan op een belachelijk klein stukje grond
in New York, waar de Broadway Fifth-avenue en
Twenty-Thirdstreet kruist. Het gebouw van twintig
verdiepingen, dat volgens zijn plannen werd opge
trokken, kreeg wiedra den naam „Flat Iron Building"
en werd een der wereldwonderen van dien tijd.
Met één slag was Dinkelberg beroemd en de op
drachten stroomden hem toe. Tal van reusachtige ge
bouwen in alle groote steden der Vereenigde Staten
werden door hem ontworpen.
Toen hij oud begon te worden en de 70 naderde,
werden de opdrachten echter minder en hij was ge
dwongen zuiniger te gaan leven. De crisis van 1929
trof ook Dinkelberg cn de overblijfselen van zijn ver
mogen werden in den chaos weggevaagd. Hij was
verplicht te gaan leven in een klein kamertje in een
der groote huurkazernes van Chicaso. Zondag j.1. zou
hij, naar de „Daily Express" meldt, zijn 50-jarig hu
welijksfeest vieren. Tpen zijn vrouw hem des ochtends
wilde wekken, gaf hij haar geen antwoord meer. Fre
derick Dinkelberg was in zijn slaap overleden.
Zijn vrouw had zelfs geen geld, om hein het graf
van den ariüe te besparen
BEETHOVEN heeft eens gezegd, dat hij, van
de oude meesters, behalve Bach, alleen
Handel geniaal vond. Waarin verschilde de
„blinde reus" van zijn componeerende tijd-
genooten? Hij liet de verbruikte vormen, die alle in
zijn tijd levende en gedeeltelijk nu nog bekende mu-
ziekscheppers uitgezonderd Bach zijn blijven
toepassen, voor goed in de steek, en hij verrijkte
de toonkunst niet een nieuw genre: het 'muzikale hel
dendicht. In Italië al, gooide hij veel van de hem
bijgebrachte schoolsche formules overboord. In Enge
land schafte hij de rest af, hiermee de drang naar
vrijheid, die hij een der voortreffelijkste eigenschap
pen van de Britten vond, door zijn muziek tot uiting
brengend. Hoewel hij, als ieder, op het werk van
voorgangers bouwde en in zekere zin niet zuinig
wist hij aan veel conventioneels te ontkomen.
Daar hij in hetzelfde jaar ter wereld kwam als
.Tohann Sebastian Bach, heeft men hem vaak met
den laatstgenoemde vergeleken. Naumann zegt o.m.
het volgende: Beiden zijn meesters der polyfonie.
Beiden grepen in hun jeugd al naar ander geestes
voedsel dan de pruikenstijl hun kon leveren. Beiden
waren organisten van zeer groote Europeesche ver
maardheid. Beiden werden, een omstandigheid van
treurige aard, op hooge leeftijd blind. Maar daarnaast
verschilden ze in veel. Bach was zeer in zichzelf ge
keerd. Handel had een open oog voor de buitenwe
reld. Terwijl Bach het teruggetrokken leven van een
eenvöudigen Duitschen cantor leidde, was Handel
nu eens in Italië of Duitschland, dan weer in Brit-
tannië of Ierland, overal zich mengend in muzikale
kwesties en strijdvaardig zijn tegenstanders te lijf
gaande. Bach liet zich berispingen meestal welgeval
len, al kon hij zich soms hardnekkig verzetten.
Handels hoog gestemd gevoel van eigenwaarde en
snel ontvlammende toorn konden geen verzet dul
den. Voorts interesseerde het. Bach niet, of men in
ruime kring zijn werk op prijs stelde, maar Handel
had behoefte aan de goedkeuring van het publiek en
de vereering van een heel volk.
Johann Scbastiaan, deelt Naumann verder mee,
was in de eerste plaats een lyricus, George Friedrich
een epicus. In de regel is Handels stemming heroïsch,
Bachs inslag daarentegen beschouwend-godsdienstig.
Handel is door zijn eigenaardigheden in hooge mate
populair geworden en gebleven, Bachs muze „ver
langt aangezocht en ernstig bemind te worden voor
tij een toenadering permitteeert".
Handel schrijft zoowel voor koor- als solostemmen
zeer zangerig en lost liever een zinrijke polyfone
combinatie op dan duister of onbegrijpelijk te wor
den. Hij is een toepasser van de consonant en een
heldere, doorzichtige stemvoering. Bach heeft een
voorliefde voor de dissonant en stelt de idee dikwijls
boven de welluidendheid.
Handel behandelde hooggeplaatste personen als zijn
gelijken. Bach was tevreden met een bescheiden
plaats in de maatschappij.
Levensloop.
Handel is geboren op 23 Februari 1685 te Halle aan
de Saaie. Hij was de zoon van een barbier en heel
meester, die door hard werken het tot hoogwaardig
heidsbekleder had gebracht Hoewel de zoon op zeer
jongen leeftijd al groote muzikale begaafdheid toon
de, moest toch de hertog van Saksen-Weissenfelt den
vader overhalen voor muziekonderricht zorg te dra
gen. Toen hij acht jaar was kreeg Georg Friedrich les
van den organist Zachau. In 1702 liet hij zich, of
schoon zijn vader toen al gestorven was, aan de Fre-
deriksuniversitcit te Halle inschrijven, omdat het zijn
vaders wil was geweest, dat hij zou studeeren. Maar
tevens oefende de jonge Hfindel het beroep van orga
nist uit.
Na een jaar in de rechten gestudeerd te hebben,
ging hij naar Hamburg, waar vier opera's van hem
werden opgevoerd. In dien tijd wijdde hij zich nog
niet aan het oratorium, welk genre door het nage
slacht als zijn fort zou worden beschouwd. Prins Gian
Gastone de Medici, die hem in Hamburg leerde ken
nen, overtuigde hem van de noodzakelijkheid, dat hij
Italië zou bezoeken. Zoo ging hij dan in 1706 naar
Florence en reisde een paar jaar later naar Napels en
Rome. Zijn hartstocht voor schilderkunst kon hij in
het land van Da Vinei en Michelangelo botvieren en
Facsimile van H&ndels schrift.
Tot op het oogenblik dat hij in de gelegenheid
werd gesteld om te musiceeren verried niets Chopiii's
bijzonderen aanleg. Zijn eerste meester, de Bohemer
Zywny, die een groot bewonderaar van Bach ge
weest zou zijn, ontdekte de capaciteiten van zijn
leerling.
Diens gevoelig pianospel trok de aandacht van
vorst Antone Radziwill. Chopin hoorde niet tot een
gegoede familie, zoodat het moeite kostte hem een
behoorlijke opvoeding te doen krijgen. Maar de vorst
plaatste zijn beschermeling op een van de beste
Warschausche scholen en voorzag in alle uitgaven,
die voor de studie noodzakelijk waren. Door den om
gang met jonge Poolsche edellieden, maakte Chopin
zijn vader was trouwens een Franschman zich
de beschaafde manieren eigen, die hem later zoo goed
te pas kwamen. Zacht van aard en beleefd, en niet
heelemaal zonder berekening, wist hij zijn makkers
voor zich in te nemen. Prins Barys Czetwertynsky
nam hem meermalen in de vacantie met zich mee
naar huis van zijn Czetwertynsky's moeder. Die
vrouw, die met een buitengewoon helder verstand en
een groote mate van fijn gevoel bedeeld was, leidde
de toekomstige musicus in aristocratische kringen bin
nen.
Toen Chopin vijftien jaar oud was leerde hij de
theorie van het harmoniseeren en de beginselen van
compositie. Hij stond daarbij onder leiding van Els-
ner, directeur der Warschausche muziekschool.
Kort daarna bezocht hij Berlijn, Dresden en Praag,
waar hij zijn muzikale opvoeding voltooide door het
hooren van beroemde musici. Eindelijk ging hij naar
Weenen om zelf partij te trekken van zijn talenten.
Hij liet zich voor het eerst hooren op een concert
van mejuffrouw Veltheim, een kunstenares die toen
zeer in de mode was. Volgens Liszt oogstte de jonge
virtuoos bij die gelegenheid noch bij verdere voor
eigen rekening gegeven concerten het succes, dat hij
billijkerwijze had mogen verwachten. Een gunstige
kritiek kreeg hij van de „Musicale Zeitung" van
Leipzig.
In 1831 ging Chopin uit Weenen weg. De rampen
die zijn vaderland getroffen hadden, deden hem be
sluiten zich in Londen te vestigen, maar in Parijs
had hij een oponthoud van ongeveer achttien jaar.
Hij bleef er namelijk tot aan zijn dood.
De eerste keer, dat de Parijsche muziekwereld op
het spel van den Poolschen kunstenaar onthaald
werd, speelde Chopin bij Pleyel, den vermaarden
pianofabrikant. Over het algemeen erkenden de ar
tisten, die zich onder Chopins gehoor bevonden,
zijn exceptioneel talent, hoewel sommigen eenige
bedenkingen tegen zijn spel hadden. Field, een
vijand van het romantisme, noemde hem een zie-
kcnkamertalent. Chopin beoordeelde zichzelf beter
dan ioder ander het kon doen. Hij voelde dat zijn
spel geen effect in concertzalen zou maken en be
paalde zich daarom tot het geven van recitals in
solons. De aristocratische wereld van Parijs, waar
veel aanzienlijke Poolsche bannelingen leefden,
Nief allesn
pijn verzachten,
maar bestrijden:
het product van vertrouwen.
s
g Friedrich Handel
zijn verblijf aldaar moet hebben bijgedragen tot zijn
muzikale bevrijding. Een opera en twee oratoria,
door hem gecomponeerd, beleefden in Italië opvoerin
gen.
Hofkapelmeester te Hannover was zijn volgende
functie, maar eerst maakte hij een reis naar Lon
den, waar zijn roem als componist van Italië uit was
doorgedrongen. Na enkele jaren in Hannover te heb
ben gewerkt; ging hij opnieuw naar Londen, waar hij
met' twee opera's maar matig succes oogstte, doch
zijn „Te Deum" ter gelegenheid van de vrede van
Utrecht, maakte veel opgang.
Engeland bleef van dien tijd af zijn officieele ver
blijfplaats. Hij maakte nog wel ettelijke reizen naar
het vasteland, maar zijn hoofdzetel had hij in En
geland, waar hij op goeden voet met koning en ko
ningin kwam te staan en een zeer belangrijke figuur
werd.
Een groot aantal opera's en talrijke instrumentale
werken schreef hij, voor hij de oratoria schiep, die
tot algemeene erkenning van zijn genie leidden. Prac-
tisch man als hij was, heeft hij geruimen tijd een
operatroep gedirigeerd. Voor de „Royal Academv of
Musïc" stelde hij het solistenensemble samen. Eeni-
laten, kwamen in handen van 'n Bristolschen boek
handelaar, die ze ondanks den tegenstand van de En-
gelsche Vereeniging voor gewijde harmonie, tegen een
vergoeding van veertig pond sterling aan een
Franschman afstond. Deze Franschman, Victor
Schoelcher, heeft nadien een biografie van Handel
geschreven.
Maar niet alleen manuscripten en portretten liet
Handel na, ook zijn bibliotheek bleef behouden. En
daarin bevonden zich de werken van de componisten,
aan wien Handel eon niet onbelangrijk deel van zijn
motieven ontleend heeft.
Zoo is het thema: „Hij leidde hen weg als schapen",
dat als een van de prachtigste specimen van Han-
dcliaansche kunst beschouwd wordt, overgenomen uit
eon serenade van Stradella. Maar.... terwijl het bij
Stradella, naar deskundigen verzekeren, een triviaal
deuntje blijft, heeft Handel er een muzikaal poeem
van gemaakt. Iets dergelijks geldt voor het „Hail-
stone chorus", dat aan Stradella's deurklop-ouverture
ontleend is. De korte carillonkoren uit „Saul" zijn be
werkingen naai motieven van Urio.
En zoo zijn er talrijke voorbeelden gegeven. Han
del was dus wat dat betreft een Molière van de mu
ziek. Maar, zooals Tovey. zegt, een plagiator is al
leen hij die copieert zonder oorspronkelijkheid.
FRÉDÉRIC FRANCOIS CHOPIN
WERD 22 FEBRUARI 1810 GE
BOREN.
gen tijd lang vocht hij tegen concurrentie, die ont
stond, toen een uiteengevallen troep zich tot een nieu
we onderneming ontwikkelde. Handel stichtte toen
voor eigen rekening een gezelschap en kreeg men
kan het zich misschien indenken door het inge
spannen werken een beroerte. Na enkele dagen was
hij heelemaal hersteld. Zijn opera-ensemble was ont
bonden, maar de concurrentie had het eveneens afge
legd.
Met „The Messiah" (1742) begon zijn blijvende
roem. Dit oratorium werd in Dublin en Londen met
groot succes gegeven en sinds 1749 ieder jaar voor 'n
liefdadig doel uitgevoerd. Een reeks niet minder ge
apprecieerde en in later tijden bewonderde oratoria
volgden hierop. In zekeren zin hebben wij het be
staan van die werken aan een toeval te danken: hij
schreef ze, daar zijn populariteit als operacomponist
tanende was.
De laatste acht jaren van zijn leven beschikte Han
del niet meer over het volkomen gebruik van zijn
oogen, maar dat verhinderde hem niet tot het einde
toe actief te blijven. Hij staakte het geven van con
certen niet en bij de uitvoering der oratoria bespeel
de hijzelf het orgel.
Op 14 April 1759 overleed hij. Een eereplaats in
de Westminster-abdij werd aan dezen grooten gena-
turaliseerden Duitscher, wiens naam de Engelschen
als George Frederic Handel spellen, naast de Britsche
nationale helden ingeruimd.
Werken.
Handel schreef een-en-veertig opera's, twintig ora
toria, een aantal Te Deum's en vele kleine instrumen
tale en vocale werken. Hij componeerde snel; zoo
legde hij „The Messiah" in drie weken vast.
Tot zijn beroemdste scheppingen behooren thans
behalve „The Messiah": de oratoria „Israël in Egyp
te", „Samson", „Judas Maccabaeus" en „Jephta". Deze
opsomming is zeer beknopt.
In de geheele westersche wereld
«vorden Handel's* oratoria geregeld
uitgevoerd en zij genieten overal
veel populariteit.
Na zijn dood.
Van Handel zijn, behalve zijn
werken, handschriften en roem,
ien aantal portretten overgeble
ven, die niet veel op elkaar lijken.
Houbraken heeft zijn beeld gegra
veerd, Cipriani heeft het geteekend
en Hudson heeft het geschilderd.
Zeven boekdeelen vol manuscripten
die hij aan zijn secretaris had na-ge-
Links:
De markt te Halls met Handei's
standbeeld.
Frédéric Francois Chopin.
waardeerde hem zeer. De émigrés voelden het na
tionale karakter van zijn composities aan. Hier ko
men we te spreken van Chopin als componist. Op
zijn negentiende jaar was hij, naar experts verze
keren, een volkomen kunstenaar. Een hevige ont
wikkeling van denkbeelden en stijl, zooals die bij
voorbeeld bij Beethoven te constateeren is, kan men
in zijn werk niet aantreffen. Maar zijn composities
zijn er niet minder om. Chopin is de lyrische com
ponist bij uitnemendheid. Vaak heeft men hem ver
geleken met Heinrich Heine, die voor de litteratuur
in menig opzicht beteekendo wat Chopin voor de
muziek beduidde.
Het meest worden zijn pblonaises, mazurka's, noc
turnes, balladen en walsen op prijs gesteld. Voor
zijn orkestwerken heeft men, hoewel die zeer melo
dieus zijn, minder waardeering en belangstelling.
In 1837, twaalf jaar voor zijn dood, werd Chopin
ernstig ziek. De geneesheeren, die tering vaststel
den, stuurden hem tijdons den winter naar Mal-
lorca, waarheen de beroemde schrijfster George
Sand, een van zijn warmste bewonderaarsters, hem
vergezelde. Dat was een opoffering, die zwaarder
werd, dan zij zich misschien had voorgesteld. De
zachtmoedige pianist werd onder invloed van zijn
ziekte despotisch en wrevelig, zoodra hij ontslagen
was van de dwang, die de Parijsche salons heb op
legden. Intusschen, veronderstelt Clément, was het
met Chopins humeur toch niet zoo erg als mevrouw
Sand het afschildert. In „Elle et lui'' beschuldigt ze
Alfred de Musset, dien ze óók aan zijn ziekbed ge
zelschap hield, eveneens van een moeilijk karakter.
Er zal wel waars in schuilen, maar, meent Clément,
misschien is het eenvoudiger om aan te nemen, dat
George Sand niet voor pleegzuster in de wieg was
gelegd.
Het klimaat van Mallorca had in zooverre heil
zame gevolgen, dat Chopin in den zomer naar
Frankrijk terug kon keeren. Maar eenige jaren la
ter begon hij opnieuw onder zijn borstkwaal te lij
den en tot aan zijn dood ging hij daaronder gebukt.
Toen in. 1848 Parijs door de onlusten onveilig werd,
maakte Chopin een tocht naai* Engeland en Schot
land. Daarbij werd hij zoo toegejuicht, dat hij da
zorg voor zijn gezondheid vergat.
Toen hij naar Parijs teruggekeerd was, stierf hij
spoedig na aankomst. Zijn zuster kwam juist bijtijds
uit Poten om hem nog levend te zien. Het lijk werd.
door Chopins trouwe vriendinnen in balcostuum in
een kist vol rozen gelegd en daarna werd in de Ma-
deleinekerk een plechtige lijkdienst gehouden, waar
bij de koren der Opéra het Requiem van Mozart zon
gen.
Hij werd begraven op Père Lachaise.
Tot Chopins beroemdste composities behooren
eenige walsen, polonaises en mazurka's, benevens
de Berceuse en de treurmarsch uit zijn Sonate in
B-mol, die vroeger wel als zijn meesterstuk werd be
schouwd.
De bewondering voor Chopin is na zijn dood niet
altijd even groot geweest, maar tegenwoordig wordt
bij tot de allergrootste meesters gerekend.
OP 22 Februari 1810 en niet zooals vroeger
werd verondersteld op den 8sten of op 1
Maart 1809 werd Frédéric Franqois
Chopin te Zelazowawola geboren, zoodat die
geboorte de volgende week honderd-vijf-en-twintig
jaar geleden is.
Hij was een zwak en ziekelijk kind, waarvan men
dacht, dat het spoedig zou overlijden. Met dat al is
Chopin toch negen-en-dertig jaar geworden; hij stierf
op 17 October 1S49.