De sprong in
de ruimte*
Tusschen
hemel en aarde*
Lief en leed uit de wereld
van het valscherm*
Het hoogterecord parachute
springen 8200 M.
G. Th. van der Woude.
„Wanneer je het noodig hebt en j'e hebt
het niet, dan heb je 't geen tweede keer
noodig wat is dat?"
Iedere nieuweling in de lucht wordt dit
raadseltje, waaruit de galgenhumor van
de vliegwereld spreekt, voorgelegd, want
het is om zoo te zeggen een „onmisbaar
onderdeel" van het vliegonderricht. Dat
het antwoordt luidt: „de parachute",
leert hij heel spoedig inzien. Wij kennen
het water al als een onbetrouwbaar, ver-
radelijk element, dat den schipbreukeling
in nood geen enkel steunpunt biedt, maar
toch kan het op de duizend gevallen nog
wel een enkele maal gebeuren, dat de
schipbreukeling op den Oceaan het red
dende steunpunt vindt in den vorm van
een stuk wrakhout, dat hem er voor be
hoedt in de diepte te worden meegesleurd.
Doch hoeveel te gevaarlijker is dan nog
het element van den piloot: het ijle lucht
ruim zoh'der iets, dat zijn val bij een
„schipbreuk" kan stuiten. Wanneer het
tot het uiterste komt gelukkig komt het
tegenwoordig slechts zelden meer zoover
heeft de luchtschipbreukeling slechts
één redmiddel om zich op te verlaten, na
melijk de parachute en dan moet hij nog
geleerd hebben, hoe dit apparaat te gebrui
ken. Menschen met zwakke zenuwen be
hoeven zich bij voorbaat al niet met dit
toestel in te laten, zij zouden het op het
critieke moment toch niet op de juiste wij
ze weten te gebruiken. Want in de oogen-
blikken, voordat het scherm zich opent en
ook nog daarna, worden de zenuwen van
den parachutist op een gruwelijke proef ge
steld. Ook als het scherm zich geopend
heeft, is het gevaar nog niet geweken, al-
ierlei onvermoede verrassingen kunnen zich
nog voordoen, waar wij straks nog nader
op zullen terugkomen. Gevallen, waarin de
■parachute volslagen weigerde of stuk
scheurde, behooren gelukkig tot de uitzon
deringen. Daartoe zijn de eischen, die aan
materiaal en mechanisme gesteld worden,
te streng en is de controle, die er geregeld
op de werking der parachutes wordt uitge
oefend, te nauwgezet.
Wie was de eerste parachutespringer?
De Chineezen beweren, dat bij de kro
ningsplechtigheden van hun Keizer Fo-
Kien in het jaar 1306 parachutesprongen
van hooge gebouwen af werden uitgevoerd.
Ook Indische tooverkunstenaars moeten
volgens middelceuwscheberichten ten
aanschouwe van den Franschen gezant in
Siam dergelijke sprongen hebben ver
toond. Uit het avondland weten we, dat
niemand minder dan Leonardo da Vinei
zich met de theoretische constructie van
dergelijke zwevende reddingsapparaten
heeft beziggehouden. De eerste mensch
intusschen, die voor een publiek van tien
duizenden een parachutesprong uitvoerde,
was een moordenaar.
In het jaar 1777 speelde zich het volgen
de af: In Port-Louis in Bretagne was een
zekere Dominicus Dufort wegens moord
ter dood veroordeeld. Men stelde den mis
dadiger echter de vrijheid en een aanzien
lijke belooning in het vooruitzicht onder
voorwaarde dat hij van het dak van een
gebouw zou neerspringen, voorzien van 'n
valscherm, teneinde de „kracht van de
lucht in het dragen van een zwaarder ge
wicht te onderzoeken."
Op 29 September van genoemd jaar klom
de gevangene op het dak van het tuig
huis, 145 voet boven de aarde (ongeveer
50 M.) gekleed in een rok van veren. Een
talrijke menschenmenigte had zich verza
meld om de gebeurtenis mee te maken en
ook de autoriteiten en vertegenwoordigers
der wetenschap waren aanwezig. De kro
niekschrijvers geven de Volgende schilde
ring van deze gebeurtenis:
„Nadat men hem van den dakstoel van
het gebouw had afgestooten en Dufort
eenige minuten in den krach-
tigen wind had heen en weer
gefladderd, begon hij in een vast, ge
lijkmatig tempo te dalen. Ongeveer tien
voet van den muur van den toren kwam
hij neer onder luid gejubel van het volk.
De luchtreis had twee minuten en
dertien seconden geduurd. De ge
lukkige misdadiger werd onmiddellijk
adergelaten en vervolgens in optocht met
trommels en fluiten naar het raadhuis ge
bracht, waar de gemeenteraad den adel en
de tallooze vreemdelingen een banket aan
bood. Er werd onder de genoodigden een
geldinzameling gehouden, waarvan de op
brengst den in vrijheid gestelden misdadi
ger ter hand gesteld werd."
Merkwaardig is, dat men zich in den
eersten tijd met betrekking tot de toepas
singsmogelijkheden van de parachute ge
heel andere voorstellingen maakte dan la
ter. Men hoopte namelijk de parachute te
kunnen benutten voor het redden van
menschen bij brandgevaar. Het valscherm
is daardoor eigenlijk als de voorlooper
van 't tegenwoordige spring-
z e i 1 te beschouwen.
Nog geen tien jaar later vinden de eer
ste parachutesprongen van enkele hon
derden meters hoogte plaats. De Montgol-
fière, de met warme lucht gevulde ballon,
wordt uitgevonden en Blanchard reist met
dit „toestel" geheel Europa door en brengt
zijn tijdgenooten met zijn verbluffende op
stijgingen steeds opnieuw in verbazing.
Bij deze gelegenheden voerde hij ook het
gebruik van het valscherm in. Weliswaar
vertrouwde hij het apparaat nog niet vol
doende om er zijn eigen „waardevolle" per-
Linkst
Uitvindersnoodlot.
Een Parijsche aapjes
koetsier, die met een
valscherm, van eigen
vinding in 1908 van de
Eiffeltoren sprong en
daarbij den dood
vond.
soonlijkheid aan te hangen (hij liet zich
bij al zijn demonstraties altijd hooge en
treegelden betalen) doch koos het zekere
voor het onzekere en liet er slechts leven
de dieren aan neer. Van een dezer neer
dalingen vertelt Blanchard zelf nog het
volgende „roerende" verhaal: „Eens liet ik
mijn lievelingshond, zooals ik al meerma
len gedaan had, weer met de parachute
naar beneden springen. De hond verdween
snel in de onderliggende wolkenlagen.
Toen trok ik het ventiel uit de ballon,
waardoor ik sneller dan de hond begon te
dalen. Ik haalde hem spoedig in en pas
seerde hem midden in een wolk. In het
oogenblik dat ik hem voorbijging gaf hij
duidelijk teekenen, dat hij zijn meester
herkende, want hij begon vroolijk te blaf
fen en kwispelde met zijn staart van blijd
schap over het onverwachte weerzien"
Een lange weg van uitvindingen en ver
beteringen ligt tusschen deze eerste proe
ven met het gebruik van valschermen en
de thans bereikte trap van ontwikkeling.
Toen in het jaar 1931 de Belg Coppens
van 6400 M. hoogte neersprong, meende
men reeds, dat daarmede een record ge
vestigd was, dat wel niet te overtreffen
zou zijn. Intusschen heeft Rudolf Boehlen
uit Bazel in Augustus van het vorige jaar
het onwaarschijnlijke reeds tot werkelijk-
Het valscherm aan de luchtballon. De
van een valscherm voorziene luchtballon
van den luchtschipper Blanchard, waar
mee de eerste vlucht van Frankrijk naar
Engeland werd uitgevoerd.
heid gemaakt en dit wereldrecord verbe
terd. Hij is namelijk van een hoogte van
8200 M. neergesprongen; 8200 M. dat is niet
veel minder dan de hoogte van den hoog-
sten bergtop ter wereld (de Mount Everest
in het Himalayagebergte is zooals bekend
8840 M. hoog). De temperatuur daarboven
bedroeg volgens de waarnemingen van de
zelfregistreerende instrumenten 31 gr. Cel
sius onder nul! Gestoken in een soort
„luchtduikerpak", dat den parachutist in
de eerste plaats tegen koude en luchtdruk
moet beschermen en dat, voorzien van een
zuurstofmasker, bovendien de in die hooge
règionen zoo schaarsche zuurstof verschaf
te, legde hij den geheelen afstand in 20
minuten af. Hij had nog zooveel tegen
woordigheid van geest, om tijdens deze
nederdaling filmopnamen te kunnen ma
ken met een daartoe door hem meegeno
men filmcamera. Op ongeveer 4000 M.
hoogte voelde hij plotseling, hevige, ste
kende pijnen in de borst, waarschijnlijk
een gevolg van de te snelle daling voor
dat het scherm zich ontplooide. Het scheel
de niet veel, of hij had door deze pijnen
het bewustzijn verloren. Een duizend me
ter verder kon hij het zuurstofmasker van
zijn gezicht nemen en de rest van den
tocht verliep zonder moeilijkheden.
Doch niet altijd gaat het zoo voorspoe
dig. Zelfs al komt de springer behouden
op den grond, toch kan hij tijdens de af
daling zulke hachelijke oogenblikken be
leefd hebben, dat hij ze zijn leven lang
niet meer vergeet.
Een dergelijk avontuur, dat hem gevaar
lijker toescheen dan zijn latere Oceaan-
vlucht ondervond ook Charles Lindbergh
eens, toen hij nog eenvoudig postvlieger
op het traject St. LouisChicago was.
Moederziel alleen stuurde hij zijn ma
chine door den duisteren nacht. Van de
aarde beneden stegen Septembernevels op,
die al dichter en dichter werden en ein
delijk een ondoordringbaar neveldek vorm
den, dat het den vlieger onmogelijk maak
te, zich te oriënteeren. Een mat lichtschijn
sel werd zichtbaar, hetgeen een aanwijzing
kon zijn voor het naderen van het eind
doel van de reis. Nu was het maar de
vraag, waar te landen. Het vliegterrein
was niet te zien. Het neveldek strekte zich
onafzienbaar ver uit, nergens was er een
opening te bekennen. En daar kwam nog
bij, dat de benzinevoorraad bijna op was.
Lindbergh cirkelde daar eindeloos in 't
rond, altijd maar om het schijnsel heen,
in de hoop een opening te ontdekken.
Vergeefs, nergens was een gat in den
mist te zien, als onder een dikke watten
deken bleef het begeerde einddoel verbor
gen. Een afgeschoten lichtkogel bleef zon
der uitwerking, geen antwoord kwam er
van beneden. De reservetank was ook al
aangesproken en zou weldra leeg zijn.
Toen bleef er maar één uitweg over: de
sprong in het duister. Het valscherm
werkte voortreffelijk. Wel viel Lindbergh
eerst met het hoofd naar beneden, doch
spoedig trokken de riemen hem rechtop.
Plotseling een geluid, een geruisch wat
was dat? De motor van het door hem
verlaten vliegtuig liep immers! Hij was
niet afgezet en blijkbaar hield een laatste
restje benzine, dat door den loodrechten
stand van de machine kon toevloeien, hem
nog een oogenblik aan den gang. Onge
veer 400 M. voor zich kreeg de vlieger zijn'
machine in het oog. Ze brandde, draaide
en wervelde in het rond, beschreef vurige
spiralen van verscheidene honderden me
ters middellijn en dreigde ieder oogenblik.
met zijn valscherm in aanraking te ko
men. Door te slingeren en te zwaaien met
zijn beenen, trachtte Lindbergh uit de ge
vaarlijke zöne te komen. Vijf van die spi
ralen kon hij nog waarnemen, daar val
scherm en vliegmachine met ongeveer ge
lijke snelheid daalden. Daarna onttrok de
nevel ook het brandende vliegtuig aan zijn
blik. Lindbergh kwam ongedeerd in een
korenveld te land. Ongeveer een kilometer
daar vandaan stortte het brandende vlieg
tuig neer.
Intusschen is het niet altijd een drei
gend gevaar dat tot gebruikmaking van
de parachute drijft.
Sinds kort heeft de parachute zich ook
een plaats onder de sporttoestellen ver
over. Slechts door onder de meest
verschillende omstandigheden parachute
sprongen uit te voeren, kunnen de noodi-
ge gegevens verzameld worden, om deze
„reddingsgordel der lucht" nog veiliger en
betrouwbaarder te maken en de capaciteit
ervan nog op te voeren. En dan zijn er
behalve deze sportieve parachutespringers
nog de parachute-acrobaten, wier voorstel
lingen met allerlei trucs en sensationeele
bijkomstigheden worden aangevuld. Zoo
is er bijv. een jonge man, die de zooge
naamde „dubbelsprong met twee valscher
men uitvoert. Nadat het eerste scherm
zich geopend heeft, snijdt de springer de
touwen door, zoodat hij opnieuw met ver
hoogde snelheid omlaag stort. Een klein
scherm, dat besloten zit in het omhulsel
van scherm no. 2, opent zich nu. Dit klei
ne scherm heeft uitsluitend tot taak, zoo
veel lucht te verzamelen, dat daardoor het
groote tweede scherm uit de verpakking
wordt getrokken. Het verdere verloop is
dan als bij een gewone parachute.
Een ander bravourstukje is dat van den
Amerikaan, die zich als hij is afgespron
gen met opzet 1000 tot 1500 M. met gesloten
valscherm als een steen laat vallen en
eerst daarna aan den ring trekt, die het
scherm doet ontplooien. Zijn toeschouwers
want dergelijke toeren wordén natuur
lijk alleen voor een op sensatie belust pu
bliek uitgevoerd hebben dan kunnen
„genieten" van de dertig tot veertig salto's,
die het neerstortende lichaam tijdens zijn
val onvrijwillig maakt. Het zijn oogenblik
ken van de huiveringwekkendste span
ning, want de springer mag geen secon
de zijn tegenwoordigheid van geest verlie
zen. Als zijn zenuwen hem slechts een
oogenblik de baas worden, kan het nood
lottig voor hem worden. Ook moet hij den
Rechts:
Het opwindende oogen
blik: de leerling-pilote
springt ai. Een pa-
rachutiste bij haar
„eindexamen". Voor
dat het valscherm zich
automatisch opent, valt
het lichaam gewoonlijk
50 M. in de ruimte
omlaag.
Een dubbel valscherm. Deze parachute
met een „verdieping", geconstrueerd door
den Amerikaan Baker, moet onder de
meest verschillende omstandigheden guns
tige resultaten hebben opgeleverd, hoewel
zij in omvang slechts half zoo groot is als
een gewone parachute.
afstand met volmaakte zekerheid weten te
schatten, want het duurt toch altijd nog
enkele seconden eer het scherm „open
gaat". En bovendien kunnen er beneden
de duizendmetersgrens plotseling valwin
den optreden, die het opengaan van het
scherm beletten.
Madame Poitevin, die in de dagen van
onze grootouders als „primadonna der
lucht 'n Europeesche vermaardheid genoot,
heeft op een zeer merkwaardige wijze ken
nis gemaakt met zulk een onverhoedsche
windstoot: Toen ze op zekeren keer in Par-
ma van 2000 M. hoogte neersprong, opende
het valscherm zich op de gewone wijze, het
ging ook eenige honderden meter normaal
naar beneden, doch toen hield de daling
op, en ondervond de parachutiste de sen
sationeele gewaarwording te worden opge
heven en zachtjes te worden afgedreven.
Zelfs een ruk aan de ventiellijn bleef zon
der resultaat. Als de stijging ten slotte
niet tot staan was gekomen, zouden we
de ongelukkige vrouw misschien thans
nog aan den hemel zien zweven! Zooals
het nu ging duurde de onvrijwillige tocht
toch altijd nog drie kwartier.
DE GRAPHOLOOG.
Balzac, de groote Fransche schrijver,
hield zich een tijd lang bezig met de gra-
phologie en hij verbeeldde zich op dit ge
bied heel ywat te presteeren. Op een dag
kwam er een dame bij hem, welke een
schoolschrift met zich bracht. Zij vroeg
hem:
.Meester, zeg mij het karakter van deza
knaap, die dit geschreven heeft. En mees
ter, vertel mij, wat hem in de toekomst te
wachten staat."
Balzac nam het schrift in zijn handen,
en bestudeerde het handschrift eenigen tijd
Tenslotte vroeg hij:
„Mevrouw, zijt gij de moeder van dezen
knaap?"
Zij antwoordde hem:
„Neen, Meester. Ik ben zelfs heelemaaï
geen familie van hem."
„Nu mevrouw, dan kan ik het U zoo wel
zeggen. Deze knaap is een doeniet. Hij zaf
nooit wat kunnen presteeren in de maat
schappij."
„Meester," zei de dame toen, en zij glim
lacht. „Gij zijt inderdaad een groot grapho-
loog..." (Hier zweeg de spreekster even
stil, om haar woorden de juiste uitwerking
te laten hebben). Balzac glimlachte gevleid
en boog even, hoffelijk!
„Maar het is wonderlijk", zoo ging de
dame voort, „dat U uw eigen handschrift
van toen U een jongen was, niet her
kent..."
(Helaas is het antwoord van Baleac niei
bekend.)