Geestelijk Levên Groote menschen. KIJKEn isKQ0l>En bij CLOECK MODERNE FOÏO's EN VERGROOTINGEN Fotogr. Atelier ARPAD MOLDOVAN - Nieuwe Niedorp Schager Handeldrijvende- en Industriëele Midden- standsvereeniging. De a.s. te houden Verkoop week» Zaterdag 9 Maart 1935. 78ste Jaargang. No. 9675 Postrekening No. 23330 SCHAGER COURANT. Int. Telet. No. 20 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Vrijdags Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Advertentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst Uitgave der N.V. v.h. P. Trapman Co., Schagen. 20 PAGINA'S. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent ADVRRTEN- TlëN van 1 tot 5 regels f 0.85, Iedere regel meer 15 cent vbewtjsno. inbegrepen. Groote letters worden naar plaatsruimte berpkend. door Astor. WANNEER wij de geschiedenis van het ver leden bestudeeren treft het ons, dat een relatief zeer klein aantal menschen wor den waardig gekeurd om groot te worden genoemd. Wij kennen uit de historie b.v. Alexander de Groote, Karei de Groote, Frederik de Groote, Napoleon de Groote en wij weten eveneens dat onder de pausen o.a. met eere vermeld wordt Gregorius VII, aan wien dan ook de eerebijnaam van de Groote wordt gege ven. Het is interessant om zich te verdiepen in de vraag, waarom deze menschen groot worden genoemd, want. daaruit kunnen we de mentaliteit van de menschheid in bepaalde tijden beoordeelen. Immers groot worden zij genoemd, die in 't oog der wereld een bijzondere vereering waardig werden gekeurd. Zij golden als helden en voor helden heeft men altijd en volko men terecht! bewondering gehad. Waarom werd Alexander (pijn. 333 voor Chr.) gróót genoemd? Omdat hij een buitengewoon bekwam veld heer en politicus was. In een bijna fabelachtig kor ten tijd wist hij als koning van Macedonië allerlei volken (Grieken en Aziaten) aan zich te onderwer pen en stichtte hij een geweldig wereldrijk en werd daardoor tegelijkertijd de meest invloedrijke verbrei der van het hellenisme (d.i. de Grieksche bescha ving). Zijn naam werd het symbool van macht en heroïsme en in de geschiedenis leeft hij voort als een der figuren in wie men het heldendom belichaamd zag. Erl is 't niet evenzoo voor West-Europa, het geval gewèest met Karei den Groote? Hebben we niet, toen wij nog op de schoolbanken zaten, met spanning geluisterd naar al wat van hem werd verhaald? Want wij leefden in die jongens (en meisjes) jaren nog in den tijd, dat het heroïsche, het heldhaftige voor ons bewustzijn vooral tot uiting kwam in phv- sieke kracht, in durf, in machtsverovering. Daarom konden wij ook dwepen met Frederik den Groote, den koning der Pruisen, die van een onbe- duidenden, half-barbaarschen staat een mogendheid wist te maken, welke straks een rol gaat spelen in de Europeesche politiek. En Napoleon? Stond hij niet voor ons als de ge niale wereldbeheerscher, als de man die het stoute woord durfde te uiten: „wie wil, die kan!" en die dit woord verwerkelijkt in zijn leven? Hadden wij geen diep respect voor dien wereld veroveraar, voor wien heel Europa sidderde, wiens naam een magi- schen, betooverenden klank kreeg. Boeken zijn er in groote hoeveelheid geschreven over dien licha melijk kleinen man en in die boeken kunnen wij de bewondering voelen welke gekoesterd werd voor de zen krachtmensch. Er is ten allen tijde eerbied geweest voor het groo te; eerbied, die soms deed denken aan devotie, ja zelfs aan de goddelijke vereering, welke men in den bloei tijd van het Romeinsche rijk bewees aan hen die als imperatoren het geweldig groote imperium beheersch- ten. En was het niet precies hetzelfde met den in de historie beroemden paus Gregorius VII. Waarom werd hij de Groote genoemd? Omdat hij het paus dom tot een ongekend hooge macht wist te verhef fen. Al zijn energie, al zijn scherpzinnigheid en po litieke vaardigheid gebruikte hij om het pausdom op te voeren tot de glorie welke het in de, middel- eeuwsche wereld heeft omstraald. Ik wil niet een zijdig zijn in mijn oordeel over Gregorius. Ik wil gaarne aannemen dat hij een innerlijk vroom man is geweest, wien ook het geestelijk welzijn der ka tholieke wereld na aan het hart lag en die veel heeft gedaan voor den godsdienst en de kerk, welke hij vertegenwoordigde. Maar als hij daarbij niet te vens geweest was de man, die het pausdom sterk en en machtig gemaakt had, dan zou hij den. naam van „de Groote-' nooit hebben verkregen. Is het niet-tee kenend, dat b.v. Franciscus van Assi'si dien naam nooit heeft ontvangen? Deze kreeg een anderen naam. Deze. word „il poverello", d.i. de arme. Deze voorbeelden mogen voldoendezijn om ons de overtuiging te schenken, dat men eeuwenlang als groot heeft beschouwd die menschen, die mach tig zijn geweest, die door hun talent, door hun sterken wil, door hun ongebroken volharding gewor den zijn tot heerschende persoonlijkheden. Ze geven ons een kijk op de geestesgesteldheid der mensch heid, welke vóór alles de kracht vereerde. Dit is een typisch mcnschelijk verschijnsel, waar mede wij altijd rekening hebben te houden. Kracht imponeert ten allen tijde. En zoo is het nóg. Niemand kan ontkomen aan den indruk, welke krachtige personen maken. Intusschen gaat de evolutie haar stillen gang. Voor de meeste menschen is dit evolutieproces na genoeg onmerkbaar. Wel hebben zij oog voor de groote veranderingen en vorderingen op technisch gebied, maar dat er ook iets verandert in den geest der menschen schijnt aan de meesten te ontgaan. Dit is een gevolg van het feit, dat de groote meer derheid teveel in beslag genomen wordt door de ma- terieele zorgen en daardoor weinig of geen aan dacht schenkt aan wat er omgaat in den geest der menschheid en hoe in dien geest ongemerkt nieuwe ideeën opleven en oude ideeën worden verdrongen. Wie echter de werkelijkheid heeft leeren doorgron den, weet met absolute zekerheid, dat de mensch heid in haar eeuwig groeiproces ook in geestelijk opzicht nooit hetzelfde blijft. Het is van zelfsprekend dat dit ook moet blijken uit de heldenvereering of om het anders uit te drukken uit de motieven, waarom men iemand als groot beschouwt. Wij verkeeren tegenwoordig in het stadium dat wij in wereldveroveraars, in machtsbegeerlingen niet meer „de grooten" zien. Wel is het respect voor de krachtigen en sterken, voor de energieken en volhardenden gebleven, maar de beoordeelingsmaatstaf is een andere geworden. Wie zijn de „grooten" in onzen tijd? Het antwoord kan niet twijfelachtig zijn. De maatschappelijke veranderingen hebben de men- schelijke waardeering grondig gewijzigd. De grooten van onzen tijd zijn niet meer de wereldveroveraars, niet meer de generaals, de wereldlijke of geestelijke vorsten, maar de op economisch gebied op den voorgrond tredenden, die door hun sterke intelli gentie, hun onverzettelijke wilskracht tot machtige heerschers zijn geworden. En gelijk voorheen de vorsten poogden om el kaar de heerschappij te betwisten, zoo zien wij in onze dagen, dat de diverse groot-kapitalisten zich inspannen om tot zoo- groot mogelijke macht te komen. Wij kennen allen het tegenwoordige veel gebruikte woord imperialisme. Imperialisme beteekent »het streven naar wereld heerschappij. Welnu, zöoals de Romeinsche keizers, zooals Alexander de Groote zooals Karei V en Fi Iips II, zooals Napoleon I streefden naar het stielv- ten van een geweldig en machtig imperium wereld rijk), zóó streven thans de grootmachten op econo misch gebied eveneens naar een imperium, maar dan niet in politiek, maar in economisch opzicht Het is de strijd om de wereldmarkt. En daaruit wor den de pijnlijke conflicten geboren en de angstige spanningen, welke tegenwoordig de wereld beroeren. De groote mannen van thans zijn de bankmagna ten, de financiers, de industrieelen. En het is bijna belachelijk, maar in wezen diep treurig, dat de groote massa nog altiid de neiging toont om deze menschen te bewonderen. Wij kunnen dat in het kloin waarnemen dikwijls in onze naaste omgeving. Ligt er niet, naast een verborgen afgunst, ook bewondering in de wijze, waarop men spreekt over „die kranige kerels, die het zoover hebben gebracht in de wereld, die van niets zi.in begonnen en tot millionair of zelfs tot milliar- dair zijn geworden." Zco'n Rockefeller b.v. die tot petroleumkoning is geworden! Dat zijn dan toch maar de mannen, die wat beteekenen. Spreekt men niet bij voorkeur van staalbaronnen, van katoen-, van kranten-, van bier-, van spoorwegkoningen-? Wel dringt zich daarbij soms even de gedachte op dat hun grootheid gebouwd is op meedoogenloo- zen strijd en dat in dien strijd niet al te nauwkeurig werd gelet op de middelen, waarmede deze werd gevoerd, maar ten laatste zegeviert toch bij talloos velen die andere gedachte: het zijn de groote man nen van onze eeuw. En als een Deterding of een Rockefeller, een Ford of een Schneider een toespraaak houdt of een ge schrift in de wereld zendt, dan luistert de menigte als naar een moderne messias. En de groote couran ten beijveren zich om de eersten te zijn, die hun woorden aan de menschheid bekend maken. Niettemin gaat de evolutie door en wijzigt zich de waardeering. Het moge waar zijn, dat ongetwijfeld nog vele duizenden, levende in dezen tijd, staan onder de suggestie van de economische grootheid en macht en de helden van kapitalisme en imperialisme be wonderen, het is even waar dat groeiende is het aan tal van hen, die voelen dat er iets anders is waar door de mensch aanspraak kan maken op den naam van groot. En het is met innerlijke vreugde, dat ik het hier neerschrijf. Ik zie hoe in de wereld een nieuwe opvatting zich langzaam maar onverbiddclijk-zeker baanbreekt. Er vormt zich een andere opvatting ten opzichte van het groot-zijn. Laat ik een bekenden naam noemen: Ferdinand Domela .Nieuwenhuis. Ik zou vele andere namen kunnen noemen, maar ik kies dezen, omdat hij voor de lezers van de Schager Courant bekend is en in de herinnering voortleeft. Daar is een tijd geweest, dat hij verguisd werd. Maar thans? Kunnen wij niet in allo kringen met waardeering over hem hooren spreken? Wat. is daar van de reden? Geen andere dan deze, dat men in hom ziet den onbaatzuchtige, den mensch, die niet zocht naar heerschersmacht, naar economisch overwicht, naar rijkdom, maar naar gerechtigheid Hij ging niet tot de massa om haar iets te belooven, maar om in die massa een hooger levensbeginsel te wekken, om in haar de begeerte te doen ontwaken naar eeri samenhang van waarachtige broederschap. Hierin ziet men zijn grootheid. Dat hij iemand was met een scherp verstand, met een ontzaglijke belezenheid, met een zeldzame werk kracht is voor de groote meerderheid bijzaak. Zulk* menschen zijn er meer. Maai dat. hij een hart bezat vol liefde voor de menschheid, dat hij zijn heele leven lang gedreven werd door de begeerte den rt-ang van zijn hart te volgen, dat en dat allóén heeft hem de vereering van duizenden geschonken. Ik beschouw dit als een verschijnsel van zeer groo te beteckenis. Het is voor mij het bewijs dat er iets verandert in den geest der menschheid. Ik maak mij geen illusies, ik weet maar al te goed dat alle geestelijke veranderingen zich niet anders dan langzaam kunnen voltrekken. Maar het begin van de verandering is er. Men gaat anders oordcelen over menschelijke grootheid En dat is van buitengewoon groote beteekenis en dat doet ons zelfs in deze verwarde en rampspoedige tij den ons vertrouwen in de toekomst niet verliezen! Ja, ik geloof dat de nood der tijden er toe zal medewerken om de nieuw-opkomende grootheids- waardeering in hooge mate te beverderen. Niet meer de geldvorsten, maar de grooten van geest, maar de warmen van hart zullen hoe langer hoe meer beschouwd, worden als de edelste verte genwoordigers der menschheid. Tot hen zal men op zien als tot lichtende voorbeelden. Want hun is het niet te doen om zich macht te verwerven om hun leven van glorie en rijkdom op te bouwen op de el lende hunner medemenschen, maar om aller leven levenswaardig te maken. Zóó zal de meening steeds meer ingang vinden, dat de ware grootheid niet anders is dan zuivere menschelijkheid. En de zuivere menschelijkheid zetelt allereerst in het hart. De l:efde-raensch is de hoogste mensch. En de waarachtige liefdemensch is niet. de senti- mentcele, die meent dat hij genoeg doet, wanneer hij liefdadigheid beoefent, wanneer hij vriendelijk en hartelijk is tegenover zijn medemenschen. De waarachtige liefdemensch is de groote, de sterke, die strijden durft voor gerechtigheid, voor vrede, die de onverzoenlijke vijand is van alles wal do menschen verdeelt, die hunkert naar een maat schappij, waarin verwerkelijkt wordt de gedachte: één voor allen en allen voor één. ASTOR. van buitengewone kwaliteit, Ook 's Zondags geopend. EEN bun ENGE WONE LEDENVERGADERING. De ernstige overstrooming in 't Zuid-Westen straat in van Frankrijk. Een geheel ondergeloopen Cadillac. In „Cérès" van den heer J. Schenk werd Donderdag avond een buitengewone ledenvergadering gehouden van de Schager Handeldrijvende en Industriëele Mid- denstandsvereeniging. De Voorzitter, de heer M. C. Tuinman, opent met. een woord van welkom de vergadering, zich daarbij in het bijzonder wendende tot de aanwezige leden die vorig maal als nieuwe leden zijn aangenomen. Met. inbegrip van de te balloteeren leden op deze vergade ring, telt, onze vereeniging thans juist 150 leden, een respectabel aantak Spr. hoopt dat het lidmaatschap zich niet zal bepalen tot het prompt betalen van de contributie en het lezen der verslagen in de courant, doch dat de leden zpoveel mogelijk de vergaderingen zullen bezoeken, opdat er actie van de vereeniging zal uitgaan. Het doet spr. genoegen dat ruim 30 le den aanwezig zijn en spr. hoopt dat de besprekingen in prettige, aangename geest plaats zullen hebben. De notulen worden door den eersten secretaris, deri heer W. D. Niestadt gelezen, ze worden onder dank zegging aan den samensteller goedgekeurd. Door den Voorzitter wordt medegedeeld, dat een ad vertentie in de Schager Courant van een incasso- bank zijn aandacht had getrokken en aanleiding had gegeven informaties in te winnen. Reflectanten raatlt spr. aan eerst kennis te nemen van de verkregen in lichtingen, terwijl bovendien nog wordt gewezen op het in de Schager Courant geplaatste bericht, waarin tegen dergelijke praktijken wordt gewaarschuwd. De Verkoopweek. Waar geen ingekomen stukken zijn te behandelen, komt aan de orde de bespreking over een eventueel te houden verkoopweek. Door den Voorzitter wordt medegedeeld dat, ge volg gevende aan de opdracht der vorige algemeene vergadering, het Bestuur in overleg met de heeren J. H. Schene en C. D. Schmalz een plan van attrac tie heeft opgemaakt. Dat plan houdt in een soort be hendigheidsspel, teneinde niet in conflict te komen met de loterij wet. Bij het door den Secretaris opgemaakte schema is rekening gehouden met de vorig maal gemaakte op merking, dat niet alle middenstanders een even groot, belang hebben bij het houden van een verkoopweek, en voor bakkers, slagers, kruideniers, bandelaars in brandstoffen, groentenhandelaars, melkslijters en han delaren in zuivelartikelen is de prijs van de aan de deelnemende winkeliers te verstrekken bonnen op 1 cent gesteld, voor de overige winkeliers op 2 cent. De verkoopweek zal beginnen Vrijdagsmorgen en ein digen op Zaterdagavond van de daaron volgende week. Gerekend is op een uitgifte van 50.000 bonnen. n.1. 20.000 a 1 cent en 30.000 2 cent. Er zullen weer dagprijzen en één of meer hoofdprijzen beschikbaar worden gesteld. Met het ontworpen plan kon het bestuur van „De Hanze" zich vereenigen, maar de algemeene verga dering dier vereeniging moet nog plaats hebben. Uit het door den Secretaris opgemaakte schema blijkt, dat de aan de winnaars te verstrekken geld- bonnen bij de deelnemers moeten worden besteed, dat geen bonnen aan niet-leden der vereeniging mo gen worden verkocht en dat het aan de deelnemende winkeliers verboden is gedurende de verkoopweek een neven-attractie op touw te zetten. Bij de bespreking komt naar voren dat leden van de Vereeeniging van brondstoffenhandelaren. siga renzaken en ook handelaren in zuivelproducten van hun organisaties geen bonnen of cadeaux mogen verstrekken. Door den Voorzitter wordt toegezegd, dat wanneer de betrokken winkeliers iiun wensch om deel te ne men aan de verkoopweek, hebben te kennen gege ven, de vereeniging bereid is van dat verbod onthef fing aan die organisaties te vragen Wordt eenerzijds door.een brandstoffenhandelaar betoogd, dat met het oog op de concurreerende prij zen van brandstoffen, de prijs voor de uit te reiken bonnen nog te hoog is, anderzijds wordt opgemerkt, dat het verschil tusschen de beide percentages te hoog is en door den grooteren verkoop de eene cate gorie procentsgewijze te veel in de kosten moet bij dragen, vergeleken bij de andere categorie. De Voorzitter weerspreekt deze opvatting en wijst er op, dat het gewenscht is, dat alie winkeliers zoo veel mogelijk aan de verkoopweek deelnemen. De heer K. S. Leguit wijst op het offer dat de mid denstanders door deze verkoopweken weer moeten brengen en acht het gewenscht, dat door den heer Niestadt als districtsvoorzitter getracht wordt ge daan te krijgen dat het houden van dergelijke ver koopweken wordt verboden. Door den Voorzitter wordt gewezen op het succes van de eerste verkoopweek. Mocht onverhoopt vol gend maal dat succes uitblijven, dan zal vanzelf d verkoopweek verdwijnen, terwijl zij, als het succes blijft, bestendigd zal worden. Spr. wijst er op. dal als Schagen het niet. doet, onze buren het wel doen. Na eenige bespreking wordt het voorstel van den heer J. H. Schene, om een verkoopweek te houden, aangenomen met 20 stemmen voor, 9 stemmee tegen en 4 blanco. Als commisieleden worden wederom aangewezen de heeren J. H. Schene en C. D. Schmalz, die deze benoeming aannemen. Wat de deelname door de Hanze betreft, werd meegedeeld, dat dit bestuur tot medewerking wel bereid was, maar dat de algemeene vergadering nog 1 moest beslissen. Deze zal a.s. Maandag worden ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 1