VAN DIT EN VAN DAT EN VAN ALLES WAT De afschuwelijke zonde van Marinus Braafmoed Kruiswoordraadsel. DE AVONTUREN VAN PROFJE EN STRUISJE Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 16 Maart 1935. No. 9680. ZATERDAGAVONDSCHETS (Zijnde de getrouwe afschildering van de folteringen van een slecht geweten). Oorspronkelijke vertelling door SIROLF. ^Nadruk verboden Alle rechten voorbehouden). HET noodlot heeft vreemde kronkelwegen. Dat zal men niet mij eens zijn, als men kennis zal hebben genomen van de tragische lotgevallen van Mari nus Braafmoed. Daar had nu Ma rinus Braafmoed een bijna gansch menschenleven geëerd en geacht in de kleine stad gewoond en ge werkt, althans zijn daagsche uren gesleten achter een schrijftafel op het gemeentehuis aan de afdee- ling, die de voor oningewijden si nistere, overigens onschuldige naam van Kadaster draagt. Vreemd woord, dat kadaster. Er zit iets on heilspellends in, iets dat aan ka daver herinnert en zoo. Maar Ma rinus Braafmoed had het kadaster met eere gediend, was met eere met, pensioen gegaan, hij had prompt zijn belasting betaald, kort om, had alles altijd promnt ge daan, had de wetten geacht en geëerd en nageleefd, had steeds leder het zijne gegeven, had kin deren ongevoed en het leven in gestuurd, had zijn kleinkinderen vertroeteld, als ze hij hem thuis kwamen En nu was haar on eens de schande, de vurige schan de gekomen. Want Marinus Rraaf- moed moest voor het gerecht ko men. Ja, ot) een zekeren dr*g was er een rijksveldwachter gekomen, in streng blauw uniform, met vreeselijke klewang op zij. en hn<1 hem, „snrekende met gedaagde in persoon", een exploit heteekend, waarhij hem gelast werd voor de rechtbank te verschijnen, dan en dan, wegens overtreding van arti kel nis en zoo om te worden gehoord te hooren recht spre ken en nog eenige van die somber-dreigend0 offlcieele ternv-«'. Want Marinus Braafmoed, de al om geachte Marinus Braafmoed, had onlangs de wet overtreden, had iets in een openhaar plant soen gedaan, iets wat blijkbaar het daglicht niet kon velen, iets wat niet mocht, en waarhij hij op heeterdaad betrapt was, door een agent, die subiet proces-verhaal had opgemaakt. En nu lag dat dreigende panier, die dagvaarding, dag aan dag in de la van het pe nantkastje te wachten, tot den fa talen datum, tot den dag. waaron Marinus Braafmoed voor zijn rech ters moest verschiinen. En nu was he* de laatste nacht als het ochtend zou zijn geworden, dan was het de morgen, waaron Mari nus Braafmoed wegens zijn af schuwelijke zonde voor het gerecht zou moeten verschijnen. Om en om wiern hij zich op zijn legerstede, traag kropen de uren voort en langzaam, doch onweerstaanbaar kroon de vreeselljke morgen aan Het was of er brand was, zó6 hevig schalde de hel door het huis. Gerinkel van kettingen klonk voor de deur en gebrom van zwart, stemmpn. Bleek en sidderend trad Mnrïnus Braafmoed naar buit°n. Nog voordat hij den mond bed kunnen openen, wierppn vier ge wei rlige veldwachters z'ch op h°ni en boeien kliffen d'eht om zijn polsen. Terwijl hij onwezenlijk tusschen hen voortschreed, voelde, Marinus B'-aafmoed. hoe hij elk huis dat zij nasseerdon, afkeuren de blikken van achter vitrage-gor dijnen op hem geworpen werden, en hij voelde als het ware hef oor deel. dat de mensehen fluisterend uitspraken: Wie had dat noff van Marinus Braafmoed gedacht?! Ja, wie hijzelf allprmïnst. Er was een toenemende drukte op straat. Menschen dromden om hen heen, dreigende uitroepen klonken op en deden Marinus sidderen. On de treden van het gerechtshof stond een dubbele haas: van tot de tanden gewaoende militairen, die dreigend met hun geweren rammel den. In een droomtoestand werd Marinus Braafmoed de zaal binnen geleid, de beklaagdenbank in, ge flankeerd door veldwachters. Van de publieke tribune steeg een drei gend, onheilspellend gejoel op. Tot zijn panische schrik zag Ma rinus Braafmoed, dat de rechter met een zwarte baret getooid was, evenals de griffier, en de ambte naar van het Openbaar Ministerie. Met een ijskoude blik, die Marinus Braafmoed deed verstijven, begon do ambtenaar, na eenige formalitei ten, de dagvaarding te lezen, die de toehoorders met afgrijzen ver vulde. Hij, Marinus Braafmoed, was op die en die dag op ver dachte wijze aangetroffen in het duister van het plantsoen, waar hij op heeterdaad betrapt werd bij zijn luguber werk. Volgens getui genverklaringen begroef verdachte iets, dat den vorm had van een verminkt menschelijk lichaam, al thans van een met zaagsel gevulde pop van het vrouwelijk geslacht, al thans van een pop Te zijner verontschuldiging had verdachte wel beweerd, dat het een oude pop was, waarmee zijn kleinkind placht te spelen en die het heele huis met zaagsel besmeurde vanwege on herstelbare wonden, en dat het eenig afdoende middel om het ding te doen verdwijnen was begra- Horizontaal: Grieksch filosoof Waarschuwingssignaal Visch Hoofdstad v. e. Zuid-Ameri- kaansche staat Soort steltlooper Grassoort Fluweel Duitsch astronoom Mee,r Perzische rivier Jongensnaam Troef Trommelslager li: Verticae t. Borgtocht 2. Noord Hollandsch stadje 3. Waterkeering 4. Klein plantje 5. Verwaande kwast 6. Traag 8. Lichaamsdeel 9. Wapen in den schoonmaak tijd 11. Van salpeter afgeleid zout 12. Boom 14. Drinkbeker 17. Bijbelsche figuur 18. Sukkel 20. Badgelegenheid 22. Rivier in Roemenië 23. Ontwikkelingsvorm van in secten 24. Gepelde granen 26. Stuurinrichting 27. Deel v. e. boerderij 29. Friesche meisjesnaam 30. Stad in Finland. Oplossing van de vorige week. Horizontaal: 1. Dadel; 5. Einir, 7. Eens; 10. Teek; 11. Kiel; 12. Jol; 13. Els; 14. Roe; 16. Enkel; 18. Ta fel; 20. Stern; 24. Assen; 27. Oor; 28. Erf; 29. Pad; 30. Goot; 32. Vair; 34. Asch; 35. Adel; 36. Hekla. Verticaal: 1. Die; 2. Arkel; 3. Eekst; 4. Lei; 5. Eton; 6. Melk; 8. Nerf; 9. Sloe; 12. Jesso; 15, E'and; 17. Eer; 19. Als; 21. Toga; 22. Eros; 23. Nethe; 21 Afval; 25. Spie; 26. Earl; 31. Och; 33. Ada. ven, doch dat waren natuurlijk slechts uitvluchten. Het was im mers glashelder dat Marinus Braaf moed een dubbel leven leidde, en bij nacht en ontij zijn slachtoffers bpgroef. Bovendien er was een lijk gevonden, een levend lijk als het ware, of duidelijker, een lijk van een levend wezen, dat onge twijfeld kort te voren nog geleefd had. Nu beweerde beklaagde wel, dat dit een muis was, die hij in een val had gevangen, en die hij te vens hier wilde verbergen in den grond, doch wie kon een laag in dividu als Marinus Braafmoed gelooven, waar het zonneklaar be wezen was, dat hij in vorige instan tie ook gelogen had? Marinus Braafmoed, klappertan dend, zag hoe de rechter hem met afschuw aankeek en somber knik te, de griffier lachte wreed, het ge mompel op de publieke tribune werd al dreigender. Minstens twin tig jaar hoorde hij den rechter mompelen. Marinus wilde iets zeg gen, hij stond op, doch op hetzelf de oogenblik grepen de veldwach ters hem aan, rukten woest aan zijn armen zoodat hij eens klaps wakker schokte. Zijn vrouw stond aan zijn bed, en zei knorrig: Word toch eens wakker, Marinus; je moet straks naar het kanton gerecht. Soezerig, beverig kleedde Mari nus Braafmoed zich aan, ontbeet en ging naar het kantongerecht, waar hij na lang wachten een boete van 50 cent tegen zich hoorde eischen, omdat hij in het plant soen van de gemeente een kuiltje had gegraven. Dat was de zonde van Marinus Braafmoed. HIJ ZETTE DOOR. De inrichting voor het automa tisch tellen van de telefoonge sprekken herinnert aan een aardig voo-val, hetwelk eenige jaren gele den plaats had tusschen de Fran- sche postadministratie en een klant, meneer Jules Nardin. De laatste was door de post aange sproken voor een bedrag, dat hen» niet juist voorkwam. Hij recla meerde, ma* zijn protest hielp niets. Hij moest het in rekening gebrachte bedrag betalen. Toen verklaarde Nardin dat hij er voor zou zorgen, dat de post aan hem zou denken en hem het teveel zou restitueeren. Men lachte hem uit om deze opsnijderij, maar al spoe dig begon men er anders over te denken. Nardin kocht n.1. een stuit land in de Fransche Alpen, 27 K.M. van het naaste postkantoor, liet een houten hut bouwen en liet daarin een ouden schaapherder wonen. Voor dien schaapherder nam hij een abonnement op een Pa rijsch dagblad. Daar uren in den omtrek niemand woonde, zag de Fransche postadministratie zich verplicht een brievenbesteller aan te stellen om te zorgen, dat de schaapherder eiken dag zijn krant kreeg. Zij begon met Nardin te on derhandelen en eindelijk kwam men tot een overeenkomst, waarbij Nardin het bedrag, dat hij naar zijn meening ten onrechte had be taald, terugkreeg. De oudé schaap herder werd schadeloosgesteld en hij trok weer naar een minder een zame buurt. En Nardin zegde het abonnement op. WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: dat een kikker 12 maanden zon der voedsel kan leven? d a t een rups elke dag twee keer zijn eigen gewicht aan bladeren opeet? dat een aardappeltor per dag minstens vijf keer zijn eigen ge wicht aan bladeren opeet? dat er in Londen 45 straten zijn die „Highstreet" (Hoogstraat) hee- ten? dat zc evenwel dikwijls door toe voeging van een anderen naam on derscheiden worden, zooals Ken- sington Highstreet, Holborn High street, etc.? d a t de afstand tusschen New- York en Ctncago ongeveer 2500 K. M. bedraagt.? dat de afstand AmsterdamMün- chen ongeveer 1000 K.M. beloopt? HUMOR. Een zeer sentimenteels moeder bracht haar dochter naar een kostschool en vertelde den direc teur alle mogelijke „lieve" staal tjes van de wonderbaarlijke eigen schappen van haar zeer modieus gekleede dochter. „Mijn dochter", zei ze, kon zich al heelemaal aan- kleeden toen ze drie jaar was!" „Hm", zei de directeur, een wei nig uit het lood geslagen, met een blik op de schaarsch gekleede dochter, „zoudt U denken, dat die bekwaamheid weer terug zal kec- ren?" Ze stapten naar binnen en kwa men meteen in de gelagkamer, waar al heel wat menschen zaten. Het waren lieden die in de streek thuishoorden, groote mannen met baarden en snorren en vreemde kleeren aan, die Profje nooit eerder gezien had. Maar ze zagen er erg goedig uit en hij dacht, dat hij wel wat aan hun zou kunnen vragen omtrent hun kleeren, huizen en levens wijze. 227. De bril op het puntje van zijn neus en de loupe in de hand, naderde hij ae groote baardige kerels, die het man netje vewonderd aankeken. Zoo iemand hadden zo in hun land nog nooit ont moet. Maar de vragen die Profje hen deed, konden ze niet verstaan en toen ze zagen, hoe ze bekeken werden, nog wel met een loupe, barstten ze in een luid gelach uit. Ze schreeuwden alle maal door elkaar en Profje wist niet wat er van te denken. Hij begon nu toch wel een beetje bang te worden. S. Maar gelukkig kwam de kapitein er aan, die kamers voor den nacht voor hen had besteld en die de menschen vertelde, wie Profje eigenlijk was en waar hij vandaan kwam, en wat hij wil de en zoo was de storm van pleizier gauw bedaard en was Profje gerust gesteld, want de mannen hadden heusch niets kwaads in den zin en hadden er niets op tegen, dat een beroemde Pro fessor eens een onderzoek naar hun le ven instelde. Integendeel, ze vonden het wel aardig en waren allen bereid Profje in te lichten. 229. Natuurlijk moest de kapitein voor tolk spelen en Profje toekende ijverig aan wat hem verteld werd. Zoo hoorde hij, dat deze menschen voornamelijk leefden van de paarden, die in groote getale in de vlakten rondliepen, in wil den of halfwilden toestand. Ze vingen die dieren dan en probeerden ze te dres- seeren en daarna werden ze verkocht. Profje wilde dat dolgraag eens zien. 230. Maar daar was het nu geen tijd voor. Eerst moest er nu eens gegeten wor den. Het maal werd aangericht en do mannen waren net als overal, heel ver baasd toen ze den Struisvogel ook. aan tafel zagen zitten, netjes etende, van de zelfde gerechten als de menschen. Profje was trotsch op zijn bediende on vertel de via den kapitein, wat Struisje alle maal voor hem gedaan had. Maar Struisje zelf had niet veel te vertellen Hij was een beetje treurig, want hij dacht aan het eenzame jong op het schip en af en toe rolde er een traan langs zijn lange hals.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 21