Een stokje Perzische geschiedenis. Iedereen kan vlieger worden. Ce jfirataaardige opmarsch van Reza Khan. Zaterdag 23 Maart 1935. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. De stoutmoedige tocht van een handvol hel den. - Hoe Engeland een protectoraats- gebied verloor. - Hofintrigen tegen een hervormer. - De ondergang van een bloedig konings huis. - De redder en zijn zoon. (Van onzen reizenden correspondent.) TEHERAN. In Maart. ER is in de nieuwere geschiedenis geen ge beurtenis, die zoo sterk herinnert aan de meest grootsche daden uit de geweldigste heldendichten, als de opmarsch van het handjevol soldaten onder kapitein Reza Khan naar de Perzi sche hoofdstad. Door een verlaten, droefgeestig berglandschap ging de marsch. Voorop reed, hoog te paard, de aanvoer der met de groote lichtende oogen, die in de toekomst kunnen zien. Maar wat wilde hij met zijn weinige get,rouwen te genover een algemeene anarchie, geschapen door de lafhartigheid of de omkoopbaarheid van krachte- looze regeerders? Wat kon hij, zonder krijgskans, met zijn handjevol soldaten hopen tegenover twee wereld machten, die elk voor zich desnoods konden beschik ken over millioenen krijgslieden on milliarden aan geld? Er is een geloof, dat bergen verzet en in den stout moedigen aanvoerder van het kleine legertje, in den eenvoudigen officier met zijn gloeiende vaderlands liefde en de vlammende verontwaardiging over de vernederingen, Perzië aangedaan, was het een on- schokbaar geloof aan zijn roeping, die het wonder tot stand bracht en het oude Iran bevrijdde uit nood en onderdrukking en het den weg wees naar een nieuwe lichtende toekomst. Een jubelende geestdrift bruiste te Teheran den bevrijder tegemoet Het zwaar beproefde, ongelukkige volk zag in den moedigen ondernemenden krijgs man vanaf het eerste oogenblik zijn eenige hoop cn dit vertrouwen werd niet beschaamd. Reza Khan zette de steeds weifelende, omkoopbare ministers af en benoemde een ministerie van meer betrouwbare en bekwamer mannen, voor wie niet eigen belang het zwaarst woog. Een minister, die niet voldeed, werd op zijn bevel dadelijk door een ande ren vervangen. Hijzelf werd generaal, minister van oorlog, later eerste minister. Hij ontbond de door bui tenlanders georganiseerde cn gecommandeerde troe pen en begon aan de schepping van een werkelijk Perzisch leger. Sjah Achmed keek verbaasd toe en schonk aan alles zijn goedkeuring, volgend de aanwijzingen van den redder, die tegelijk met verrassende staatsmans kunst Rusland en Engeland tegen elkander uitspeel de. De Engelsche troepen, die zich van alle zijden be dreigd gevoelden, trokken terug naar Engelsch-Indië en Irak; de Russische troepen, die onder de muren van Teheran stonden, achtten het beter hun eigen grenzen weder op te zoeken. Met Turkije en Afgha nistan werden door Reza Khan bondgenootschappen gesloten. Nog niet ten volle vier maanden na den gedenk- waardigen opmarsch van Reza Khan's kleine legertje naar Teheran zegde het Perzische parlement het ver drag van 1919, waarbij Perzië tot niet veel meer dan een Engelsch protectoraat was geworden, onder ra zende geestdrift op. Doch in het binnenland dreigden nog ernstige ge varen. Hier en daar begonnen tot nu toe zoo goed Reza sjah. Pachlevi van Iran. De kroonprins van Iran, Mohamed Reza. als onafhankelijke stammen in verzet te komen tegen een centrale regeering, die werkelijk zijn macht deed gevoelen ook ver buiten de hoofdstad. Dat bij dit verzet van stammen ook buitenlandsche invloed een rol speelde, is niet aan twijfel onderhevig. Reza Khan, opperbevelhebber van het door hem zelf geschapen leger geworden, sloeg alle verzet met ijzeren hand neder. De jonge sjah Achmed vervulde bij dit alles de rol van een werkeloos toeschouwer. Een Amerikaansche missie werd gesteld aan het hoofd van de hopeloos verwarde financiën; Reza Khan zelf nam de hervorming der administratie ter hand. Hoewel hij de werkelijke heerscher van Perzië was geworden, stelde hij zich tevreden met den hem IL HET VOLK VAN VLIEGERS IS *N APART VOLK; EEN VOLK, AAN GETAST DOOR VLIEGKOORTS, DAT ZIJN AFKOMST NIET VER LOOCHENT. INDERDAAD; het volk van vliegers is een zeer apart volk. Want het is in zijn geheel aange tast door de vliegkoorts. Men begrijpe ons vooral goed! Wij bedoelen hier geenszins koorts als gevolg van een infectie, teweeggebracht door een venijnigen beet van een verradelijk insect, maar een koortsroes, ont staan door het gedaver van knetterende en spette rende motoren, door het jachten van suizelende en tollende schroefbladen en door het gedonder van knallende uitlaatgassen. Want de volgelingen van dit volk spreken op den wind, jachten met de snelheid van een propeller op maximum toerental en zijn onberekenbaar in de conversatie. Want zelfs, als ze oogenschijnlijk rustig zitten weg gedoken in een gemakkelijken clubstoel, de onaf scheidelijke sigaret achteloos in een mondhoek ge klemd en een geurig kop thee voor zich op tafel, dan nog spitsen ze als waakzame honden de ooren bij motorgeluid, gaan ze met een ruk rechtop zitten, als zij het gieren van den schroefwind hooran. Neen, ook in het gezellige restaurant van de Amsterdamsche Aeroclub verloochent de vlieger zijn afkomst niet. Maar zij die behooren tot de stam van dit volk zijn gastvrij, rondborstig en oprecht Drie mooie eigenschappen! Langs hangars en werkplaatsen naar t kantoor der N.L.S. Het was nog een heele wandeling langs al die hangars, waar vliegtuigen stonden van allerlei vorm, grootte en nationaliteit. Kleine rooie kisten van Engelsch origine; zwart met witte machines, het Hakenkreuz op den staart, welker nationaliteit niet nader behoefde te worden onderzocht en natuurlijk de bekende frisch-blauwe „P(iet) H(azen)" van on ze K.L.M., luisterend naar de namen van vlugge, rappe vogels, die met gestrekte vleugelen de luchten veroveren. Wij passeerden werkplaatsen waar hoog de rosé vuren brandden; de laaiende vlammen spookachtig dansend in het geheimzinnige duister der loodsen. Waar zware hamers de aambeelden beukten en vonken spetterden en bleven nagloeien als vuur vliegjes in donkeren nacht. Tot ineens we ontwaarden het doel van onzen tocht, het kantoor van de Nationale Luchtvaart- school, weggestopt in den hoek van een hangar, een smal ijzeren trapje op. Van achter de zorgvuldig ge sloten deur met het naambordje NX.S. erop, klonk dof stemmengezoem. Ja binnen! Twee gestalten wip ten omlaag van de tafel waarop ze gezeten hadden; er kwam iemand met een soort sprong op ons af. O, aardig dat U gekomen bent Toe, geef me neer even een stoel; excuseert U een moment Nee, de landing was nog niet in orde, goed: straks overdoen. Zou maar eerst wat rusten. Vanmiddag geen tijd meer voor een nieuwe leerling. Ik ben zoo dadelijk tot Uw dienst meneer; een oogenblikje. Goed; wie gaat er nu eerst mee de lucht in? O, ja, U wou die hoogteproef overdoen. Zeg, als jij met meneer hier meeging en je liet hem de boel eens zien, dan ga ik nog wat „lessen." En luitenant de Meul, chef van de afdeeling Am- door den sjah verleenden titel-van „sardar sepah", legerbevelhebber, maarschalk. In 1925 kwam de sjeich van Mohammcrah (in het zuiden, aan de Chatt-el-Arab), een groot vriend der Engelschen en een zeer machtig man, in opstand. Het gevaar was zeer ernstig. In ijlmarschen trok de „sardar scpah" tegen het goed gewapende leger der opstandelingen op, versloeg het en nam den we- derspannigen sjeich gevangen. Een zucht van verlichting ging in geheel Iran (Per zië) op. Bij zijn terugkeer in Teheran werd de „sar dar sepah" voor de tweede maal als een redder in hoogsten nood ontvangen. Algemeen verwachtte men, dat dien dag Reza Khan aan den toch eenigszins zonderling geworden toestand een einde zou maken en den sjah zou afzetten om met de hoogste macht die-hij reeds uitoefende, ook den hoogsten titel aan te nemen, maar Reza Khan onttrok zich aan alle huldebetuigingen cn begaf zich alleen naar een buiten de stal gelegen moskee, waar hij uren peinzend en in gebed verzonken doorbracht. De verwachte 'staats greep bleef uit. In de omgeving van den sjah bad de redder des vaderlands evenwel vele vijanden, vooral onder hen, die zich vroeger ten koste van liet volk de zakken vol konden stelen, wat nu door de hetere organisatie en de strenge controle onmogelijk was geworden. Aan het hof werd zwaar geïntrigeerd tegen den opperbe velhebber, die geen bedrog, geen oneerlijkheid duldde overal een wakend oog had cn op de belangrijkste posten niet de oude hoogwaardigheidsbekleders, maar steeds de meest bekwame en eerlijkste mannen benoemde. Sjah Achmed was zwak van karakter en het gevaar bestond, dat deze intriges van hovelingen op den duur invloed op hem konden oefenen. Om dit gevaar te beperken nam het parlement in Febr. 1925 een wet aan, waarbij Reza Khan werd benoemd tot „algemeen administrateur van alle troepen, be stemd voor de verdediging en de zekerheid van het land" en hem alle volmachten werden gegeven bin nen de grenzen der wetten zijn zending te vervul len. Deze benoeming, zoo bepaalde deze wet nog, zou. slechts bij parlementsbesluit weder ongeldig kun nen worden gemaakt. Hiermede was het parlement feitelijk in de bevoegd heden van den sjah getreden, daar laatstgenoemde eigenlijk de benoeming en afzetting van de legerbevel hebbers toekwam en de intriges aan het hof vermin derden dan ook niet, maar namen een nog scherper vorm aan. Voor liMintriges had de „sardar sepah", op wiens schouders zulk een enorme taak rustte, geen tijd en geen lust. Aan alle zijden dreigden nog gevaren zoo wel van buiten als van binnen, duizenden hervormin gen op velerlei gebied moesten worden ontworpen en sterdam der N.L.S., stelde ons voor aan den heer Sluiter, die even opstond van zijn stoel om de ge bruikelijke hand te schudden en het gebruikelijke „aangenaam" te prevelen en ging dan weer voort met haastig schrijven. Ik ben dadelijk tot uw dienst meneer; even die lijst verder invullen. Luitenant de Mul hulde zich in zijn lange leeren jas, sjorde de vliegkap vast onder z'n kin. Kom hee- ren, we gaan! Plots viel de stilte over het kleine kantoor, waar de administrateur aan zijn schrijftafel propvol pa pieren en bescheiden nu alleen achterbleef, want de heer Sluiter was opgestaan en noodde ons uit tot een rondgang. Vanuit het half duister der loods traden we plot seling zonder eenigen overgang in het daverende zonlicht, waaronder zich de vliegvelden uitstrekten. We stevenden af op een klein vliegtuigje, dat voor ons te wachten stond. Hier is de barograaf! De drie proeven voor het brevet. De heer Sluiter morrelde even in de ingewanden van den kleinen Pander AIA en hield ons dan een voorwerp in den vorm van een sigarettenbusje voor. Hier is de barograaf, zeide onze geleider. We keken, haalden de schouders op. Begrepen niet! Geeft het verloop van de vlucht weer, welke de leerling als eerste proef maakt. Loopt in vier uur rond en teekent automatisch op dit. papier de hoogte aan, welke het toestel heeft bereikt. We hoorden een zacht getik als van een klokje cn zagen hoe de heer Sluiter de barograaf bij het instrumentenbord bevestigde. En waaruit bestaat de eerste proef? Uit een hoogte- en glijvlucht. Voor hun brevet moeten de leerlingen stijgen tot 2000 meter; het uur, dat ze in de lucht moeten blijven, volmaken en dan, zoo dicht mogelijk bij een aangegeven punt, landen, maximum 150 M. er vandaan. En dan, als ze dien proef hebben doorstaan? Dan volgt de tweede proef. De leerling moet vijf landingen maken. Stijgen tot 600 NI.; gas dicht en landen in een door vlaggen aangeduide strook van 200 M. breed en 300 M. lang. De motor mag daar bij niet worden gebruikt. De derde proef tenslotte bestaat in het vliegen van vijf achten op een hoogte van maximum 200 M. tussehen twee punten op den grond, welke 500 M. van elkaar verwijderd zijn. Daarna moet geland worden zoo dicht mogelijk bij een aangegeven punt; maximaal 50 M. er vandaan stilstaan. Bii deze proef mag wel gas worden ge bruikt; op het laatst bij het aanraken van den grond moet echter de motor geheel worden Tiitgeschakeld. Als de leerlingen deze proeven met goed gevolg hebben afgelegd en bovendien nog eenige theoreti sche kennis hebben van de luchtvaartwet, de ver keersregelen in de lucht, van landingsterreinen en van navigatie, krijgen ze hun brevet. En wanneer mogen ze dat examen dan doen? Als ze vijf uur alleen gevlogen hebben. De lestoestellen. Worden voor de lessen alleen Pander-toestellen gebruikt? vroegen we. Nee, antwoordde do beer Sluiter, we hebben twee Panders van 80 P.K. en twee Koolhovens van 130 P.K. Het benzineverbruik is pl.m. 25 L. per uur. Daar de kruissnelheid 1-iO K.M. ner uur is, is het benzineverbruik ongeveer 1 op 6. Dat is dus niet onvoordeelig. in aanmerking nemende, dat de weg door de lucht steeds veel korter is dan over land. De beide Panders en een van de Koolhovens zijn voorzien van een hoogtemeter, welke in honderden meters steeds de hoogte aangeeft, van een toeren- teller welke het aantal omwentelingen van den doorgevoerd. De verpletterende meerderheid van heï Iranschc volk wist, dat slechts één man beschikte over de tallooze hoedanigheden, welke noodig waren om de nog wachtende reusachtige taak te vervullen. Op 3 November 1925 vond het Iransche parlement den eenig mogelijken uitweg. Het verklaarde sjah Achmed vervallen van den troon cn riep den „sardar sepah" tot sjah uit onder den naam Reza sjah Pach levi, wat door het volk met jubelende ingenomenheid werd begroet. Met het verdwijnen van sjali Achmed en daarmede liet verdwijnen van het vorstenhuis der ICadsjaren verloor' Iran, Perzië, niets. Honderd-dertig jaar heeft dit vorstenhuis geregeerd. De eerste vorst uit dit huis was Agha Mohamed, die den laatsten vorst uit het huis der Zends gevangen nam en zichzelf tot sjah uitriep. De Nederlander Dunlop, die een buitengewoon goed, in 1913 verschenen werk over Perzië heeft ge schreven, zegt over dezen eersten vorst uit het huis der Kadsjaren: „Deze onuitsprekelijke eller/-leling, wiens kwaadaardige wreedheid door die van Nero niet werd overtroffen, liet zijn eindelijk overwonnen vijand op de schr^kkclijksto wijze martelen; het schijnt dat de eerste Kadsjarenvorst nimmer voor cenig menschelijk gevoel toegankelijk is geweest". Uit bloed en misdaad is het vorstenhuis der Kadsjaren opgekomen; in verwording, vernedering en schande is het ondergegaan en er was een reu zenvuist als die van den tegenwoordigen sjah noo dig om het eeuwenoude Iran te redden van den af grond, waarheen de Kadsjarenvorsten het hadden ge voerd. In vele artikelen heb ik reeds beschreven wat Reza sjah Pachlevi deed voor zijn land en zijn volk. In de zeven maanden, dat ik in Iran vertoef, heb ik bijna eiken dag nieuwe verbeteringen, nieuwen vooruitgang kunnen waarnemen, doch over de verbazingwekkende geschiedenis van den merkwaardigen vorst, onder wiens krachtige en wijze leiding al deze hervormin gen plaats vonden, had ik tot nu toe niet geschreven en in Europa is deze geschiedenis weinig of niet be kend, want in den tijd, dat in Iran de beslissende ge beurtenissen plaats grepen, was de aandacht van het door den wereldoorlog uitgeputte Europa elders ge vestigd. Reza sjah Pachlevi leidt een teruggetrokken leven van hard werker, die geen minuut voor eigen genoe gen of voor uiterlijk vertoon over heeft en, den kend aan de toekomst en de enorme taak, welke nog wacht, heeft hij zijn zoon, kroonprins Mohamed Reza, naar Europa gezonden om er een volkomen moderne, wetenschappelijke opleiding te ontvangen. J. K. BREDERODE. motor registreert; van een oliedrukmeter, een com- pas voor vliegen op compaskoersen en van een snel heidsmeter. welke de snelheid ten opzichte van de lucht aangeeft. Een van de Koolhovens is bovendien uitgerust met blindvlieginstrumenten, welke worden gebruikt bij xle,opleiding voor het blindvliegbewiis. De instructeur zit zooals U ziet, vóór in het toestel, de leerling achter. Door middel van een spreekbuis kunnen beide verband met elkaar krij- gen. Een van de Koolhoven-toestellen is ingericht voor het optrekken van zweefvliegtuigen. Hoeveel instructeurs zijn er aan de school hier verbonden? We hebben hier in Amsterdam drie instruc teurs, drie mecaniciens en een administrateur. Gaat U mee, dan gaan we naar de loods. Zweefvliegtuigen. Heeft do school ook zweefvliegtuigen? Nee, die welke U hier ziet zijn óf van de 'Am sterdamsche club voor zweefvliegen óf van parti culieren. Om do leden van de club te helpen, trekt onze Koolhoven de zweefvliegtuigen tot op een hoogte van 1000 M. en dan kunnen ze hun gang gaan. Moet U '6 Zaterdagsmiddags of 's Zondags morgens eens komen, dan is het hier een heele lief hebberij. O ja, de school heeft toch nog één tweepersoons zweefvliegtuig. Gaat U er maar in, voeten in de beugels, rechterhand aan den stuurknuppel. Aardig toestelletje, vindt U niet? Kijk, bier heeft U een particulier luxe zweefvlieg- tuige. Is te koop; 3000 gulden, niet te duur. Hier heeft U het toestel voor de beginnelingen, waarmee kleine sprongetjes worden gemaakt. We ontwaarden een vleugelstel met daarachter een klein bankje, waarombeen een jutezak gebonden was. Voorts veel touwwerk. Gek, zoo'n ding, meen den. we. Hadden ons dat heel anders voorgesteld. Ja, veel moois is er niet aan zoo'n „Zögling", zooals dit toestelletje wordt genoemd. Na dit eerste toestel, mogen de leerling-zweefvliegers in deze Grünau-machine 150 M. de lucht in. Kijk, hier heeft U „de Adelaar", de P.H. 17, waarmede Neijenhoff ziin prachtige vluchten maakt. Een mooi, solied toestelletje, even eenvoudig als alle andere. We zagen voorts de autolier, waarop een auto met haar achterste wielen komt te staan. Een staalkabel aan het zweefvliegtuig gebonden, wordt op de lier afgerold en op deze wijze trekt men het toestel de lucht in. In de zuidelijke werkplaats was een mecanicien bezig een 5-cylinder Walther-motor na te zien. Als die 150 uur heeft gedraaid, moet hij uit el kaar worden genomen. Een Gipseymotor kan 750 uur draaien. Een heel verschil dus! En ziezoo, nu heeft U alles gezien. We zouden nog gaarne het aantal" leerlingen der school weten. Gaat U maar mee, naar 't kantoor. Als U maar noteeren wilt! De school in Amsterdam 68 leerlin gen, waarvan 52 gebrevetteerd; Rotterdam 71 en 63 gebrevetteerde; Twente 22 en 16; Eindhoven 21 en 5 en Eelde 9 en 3. Dat was eind Februari 1935. En nu mag ik U zeker wel een kop thee aan bieden. In het restaurant van de Amsterdamsche Aero club, gezeten voor 't raam, hebben we genoten van de lessen welke de leerlingen kregen, de een na den ander. Steeds weer opnieuw ging er een toestel de lucht in, daverden de motoren. Later op den middag voegde ook de heer de Mu! zich bij ons. Wekt U alle jonge menschen maar op, eens te komen kijken hier, want van de jeugd moe ten we het hebben. Bent U volkomen ingelicht? Komt U nog eens terug als het niet zoo drek is met „lessen"? Ik moet nog een paar maal de lucht in. Laten wij U beiden dan niet ophouden. Tot ge noegen en dank voor Uw vriendelijk ontvangst en de uitvoerige inlichtingen. C. L B.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 5