VERMICELLI
GRATIS
Mwtqemsfitwreit
leder pak HONIG'S
I tf,T de OMGEVING
ANNA PAU 10WNA
NATIONAAL SOC. BEWEGING.
Met een bij den lieer Slikker gehouden vergadering
besloot de N.S.B. haar reeks van bijeenkomsten in
liet winterseizoen '34-'35. Spreker was de heer C.
Stet. Na een kort oDeuingswoord sprak de heer Stet
over de a.s. verkiezingen van de Prov. Staten en
beantwoordde daarna in een vlotte rede de vraag:
Wat zal de toekomst brengen en wat zal het fascis
me doen? Het zal het begin van het einde zijn van
het leven der politieke partijen, zei spr., want het
blijkt steeds weer, dat ze niet tegen de huidige
moeilijkheden zijn opgewassen, ia zelfs van zoo
funesten invloed zijn op onze samenleving cn voor
uitgang der maatschappij, dat ze zoo spoedig moge
lijk moeten verdwijnen.
Spr. betoogde, dat de wijze, waarop do partijen
ziin ontstaan, noodwendig onderlingen strijd mee
brengt en dat daarvan het eenig resultaat is. dat
zij. die het best de elleboog- en schouderpolitiek toe
passen, de groote brokken naar zich toesleepen en
vrienden aan vette baantjes helpen, terwijl het ove
rige deel der bevolking cn zelfs het eigen stemmen-
leger wordt vergeten en gebrek moet lijden. Mei
name de plattelandsbevolking en daarvan vooral de
arbeidende stand zegt spr.. wordt van den strijd
van groep tegen groep de dupe. Zou ooit b.v. de S.
D.A.P. meerderheid in ons parlement krijgen om de
zen grooten nood te lenigen? Onmogelijk, want an
dere groepen met andere belangen, werken hier
geweldig tegen. Aan deze verdeeldheid zal een ein
de moeten komen en wel zoo spoedig mogelijk, voor
er van onze welvaart, niets is overgebleven. De N.S.
B.. het nationaal socialisme, heeft zich tot taak ge
steld het volk weer tot een eenheid te maken en
een gemeenschap te stichten, waarin een ieder, die
werken wil en werken kan door eerliiken avbeid ziin
dageliilcsch brood zal kunnen verdienen. Men zegt
wel: Fascisme is moord en belemmering der vrij
heid. Is ons Nederlandscbe volk, vraagt spr., wel
ooit erger in ziin vrijheid beknot dan in onze hui
dige samenleving?
In den Nat. Socialistischen Staat, zal de klasse-
strijd ten einde ziin. Schouder aan schouder zal men
arbeiden aan datgene, wat zal strekken tot heil der
natie, tot opbouw van het geheele volk. En uit de
breedc lagen van de Nat. Socialistisch gezinde be
volking zullen de deskundigen naar voren komen,
niet om hun eigen egoïstische belangen te dienen,
maar om te zorgen voor die lagen der bevolking,
waarvan zij de belangen en behoeften op deskun
dige wijze kunnen beoordeelen. Deze deskundigen
zullen in den Nat. Soc. Staat de in hun handen ge
legde belangen vlugger en afdoender kunnen rege
len en verdedigen dan nu geschiedt. Het Nat. So
cialisme zal de menschen opvoeden tot liefde en
medegevoel voor elkaar en het evangelie van den
haat, dat momenteel welig tiert in onze vermolmde
samenleving, uitroeien. De haat. die ontstaan is.
doordat de eene groep bevoorrecht werd boven de
andere, omdat de eerste toevallig grooter is dan de
laatste, de eene mensch meer relaties heeft dan de
andere. Dat alles, zegt snr.. zal in den nieuwen
staat uitgesloten ziin en blijven. Velen onder u en
ons zullen een veer moeten laten en egoïstische be
langen op zijde zetten. Allen dienen te offeren voor
den naaste, die minder kansen had. allen ook het
algemeen belang boven groeps- en eigen belang te
stellen.
Spr. wekte op. de ca.ndidafen van de Nat. Soc. Bew.
te stemmen en eindigde ziin rede met: Weest
mensch. zooals gij dat behoort te ziin. Laten uw
zuiver Christelijke gevoelens, onverschillig welke
religie go beleidt. den boventoon voeren. Wordt me
destrijder, bouwer aan de nieuwe maatschannii.
voor Volk en Vaderland, waarvan dan pas recht
aan 't hoofd zal staan onze geëerbiedigde Vorstin.
Koningin Wilhelmina.
Na het daverend applaus, dat op de rede volgde,
werd het'Wilhelmus ingezet 911 vervolgens de ver
gadering door den kringleider gesloten.
Zaterdagavond hield de plaatselijke afdeeling der
S.D.A.P. een openbare vergadering Ui de concertzaal
van den heer C. Slikker.
De heer Micliels, de spreker, zegt over de verkie
zingen voor de Provinciale Staten, op 17 April a.s.
slechts weinig te zullen zeggen. I-Iij wenscht het
meer te hebben over de beteekenis dezer verkiezin
gen en over enkele der partijen, die zich daarbij
thans op den voorgrond dringen. Spr. zet daarbij
allereerst in korte trekken het doel uiteen, dat door
de sociaal-democraten wordt nagestreefd, n.1. het
brengen van grond- en productie-middelen in han
den der gemeenschap. Dat doel wordt echter niet in
hardnekkig voortgezette scheuring op religieus ge-
een slag bereikt, vooral niet in ons land, met zijn
bied tusschen groepen, die bij elkaar behooren. Voor
al de arbeidersklasse komt door deze scheuring in
het nadeel. Intusschen streeft de sociaal-democratie,
zonder haar eigen doel uit het oog te verliezen, ook
naar verbeteringen binnen het kapitalistisch raam.
Ondanks strijd, soms ook hoon, tracht zij daarbij
haar positie in de verschillende organen van regee-
ringsbeleid te versterken, daarbij steeds hare begin
selen uitdragende, welke gericht zijn op het voeren
eener actieve welvaartspolitiek. Hij vindt daarbij de
thans taan de regeering zijnde partijen, welke allen
nog zweren bij het kapitalistisch stelsel, tegenover
zich. De crisis, welke echter thans heerscht, toont
ons wel duidelijk, waartoe het kapitalisme leidt.
Hoewel spr. ervan overtuigd is, dat ook de thans
aan de regeering zijnde partijen het goede met ons
volk voor hebben, zal een voortgaan in de richting
van aanpassing en versobering als thans wordt ge
volgd, ons in steeds deipere armoede leiden. Daarbij
is wel eens een tijdelijke opleving mogelijk, doch
deze zal door nog grooter misère worden gevolgd.
Een der nieuw opstrevende machten, die meent
de maatschappij te kunnen redden, is de N.S.B. Men
zie hierin echter niet eene nieuwe richting; veeleer
is het een voortzetting van het kapitalisme, dat
zich in een ander kleed gestoken, tegenover de op-
strevende arbeidersklasse plaatst en, gebruik maken
de van de radeloosheid, waarin velen thans verkee-
ren; deze politiek volkomen ongeschoolden, voorna
melijk voortgekomen uit de z.g.n. kleurlooze midden
stof en uit jeugdige personen, die thans niet aan
den slag kunnen komen, om zich tracht te verzame
len, om, wanneer zij tot voldoende macht zou zijn
gekomen, de democratie en daarmee de invloed,
welke van de arbeidersbeweging uitgaat, neer te
slaan en voor eene dictatuur te doen plaats maken.
Geestelijk, dus moreel, is de nationaal-socialistische
beweging zwak, zij wordt echter financieel door ver
schillende industrieele grootmachten gesteund.
Spr. toont hierbij door tal van voorbeelden aan,
welke dwaze fiascologie door verschillende woord
voerders der N.S.B. bij het voeren hunner propagan
da, naar voren wordt gebracht. Deze frasen worden
ondersteund oor strijd middelen als knokploegen. mi
litaire oefeningen, schending van briefgeheim e.d.,
leiden dus tot verstoring der orde, terwijl de geweld-
prediking steeds nader voert tot oorlogsgevaar, in
sommige gevallen soms ontaardt tot oorlogsverheer
lijking.
Spr. is hier iets dieper op ingegaan, om een dui
delijk beeld te geven van wat uit het nationaal-so-
cialisme voort kan vloeien, al acht hij het gevaar,
dat ons volk hiervoor zou bezwijken, niet zoo groot.
De tegenwoordig gevolgde regeeringspolitiek leidt
echter tot een toestand, waardoor nog meerderen
kunnen worden ontworteld en vergroot dus, indien
hieraan geen tijdig halt wordt toegeroepen, het ge
vaar.
Na ook de andere dictatuur-verheerlijkende partij
de C.P.H. nog even in korte trekken te hebben be
sproken, zet spr. uiteen, dat slechts een actieve wel
vaartspolitiek verbetering in den toestand kan bren
gen. Verschillende openbare werken dienen te wor
den ondernomen, meer juist, dan in normalen tijd.
Daardoor wordt de werkloosheid bestreden en be
reikt men verlaging van het voor steun uit te kee-
ren bedrag, maar tevens verhooging van koopkracht,
die voor den middenstand weer tot verbetering leidt,
om tenslotte weer voor een deel terug te vloeien naar
de overheidsorganen, in den vorm van verhoogde
belastingopbrengsten.
Daarnaast zullen nieuwe bronnen dienen te wor
den aangeboord. Een wetenschappelijk orgaan, als
b.v. een economisch instituut, geleid door deskun
digen op allerlei gebied, kan hierbij goede diensten
bewijzen. Sociale ordening dient -tegenover de ka
pitalistische vrijheid, die tot een hinderlijke vrijheid
verworden is, te worden geplaatst.
Het bankgeheim, dat in normale tijden goed is,
doch in tijden als deze geheel misplaatst, dient te
worden opgeheven; een industriehank zou moeten
worden opgericht, terwijl als voorloopige ondersteu
ning dezer maatregelen een heffing van 1 pet. van
de vermogens zou kunnen worden geëischt, kortom
een stelsel van actieve handelspolitiek als in Noor
wegen, Zweden en Denemarken, thans wordt toege
past en die de ook déar voor enkele jaren terug
nog zwaar drukkende crisis sterk heeft doen ver
minderen, dient ook in ons land te worden toege
past. Ook de burgerlijke bladen, erkennen de verbe
teringen, welke het gevolg zijn der daar toegepaste
koerswiiziging. Zelfs Mu=sort snreekt over de
„flinke kerels, die rlaar aan het roer zitten, al zegt
hij er niet hij dat die flinke kerels sociaal-democra
ten zijn.
Spreker komt daarna tot de a.s. verkiezing voor de
Provinciale Staten en haar invloed. Met een opwek
king om rood te stemmen, eindigt spr..
In debat kwam de heer A. Glim, die zijn communis
tisch standpunt uiteen zette.
De heer Michels diende echter van antwoord,
waarna na muziek en zang de sluiting volgde.
BREEZAND.
KATH. DEM. PARTIJ.
De afd. van de K.D.P. hield Zaterdagavond een
vergadering bij den heer .Tb. Borst. In zijn openings
woord noemde de heer C. Weiiers de a.s. Statenver
kiezing een belangrijke krachtmeting, waarin tot
uiting kan komen hoe men over het regeerinesbe-
Ieid van de laatste paar jaren denkt en waarbij te
vens zal blijken boever de Kath. Dem, Partij na
twee jaar propaganda is gekomen.
De heer Van Engelen sprak daarna over: Waarom
een Kath. Dem. Partij? Spr. begon er op te wijzen,
dat de uitslag der Statenverkiezing ook zal beslis
sen of de Kath. Democraten een zetel in de Eerste
Kamer kunnen veroveren. Wat de Prov. Staten
aangaat, is de eerste zetel voor Noordholland ver
zekerd. Men verwacht zelfs beslag te leggen op twee
of drie zetels, in Limburg op vier of viif. Hoofdzaak
blijft echter, dat de uitslag zal toonen. dat er een
eind moet komen aan het huidige bewind.
Na op de beteekenis van de Prov. Staten zelf te
hebben gewezen (elec.-tarieven, drinkwatervoorzie
ning. t.b.c.-bestriiding, zuigelingenzorg, schoolartsen-
dienst, vakonderwijs), kwam spr. tot ziin eigenlijke
onderwerp. Het verwiit. dat de Kath. democraten de
eenheid verscheuren, wierp hii ver weg en gaf eeni-
ge voorbeelden, om aan te toonen. dat die eenheid,
de K.D.P. er buiten gelaten, er toch niet is. Spr.
voorspelde een tiid, waarin men blii zou ziin over
het optreden van cje K.D.P.. omdat deze de men
schen bewaart of terugvoert naar het Katholicisme
fin Tilburg viel het aantal zetels van de S.D.A.P. na
het optreden van P. Artz, van 8 op 3 terug).
Fel becritiseerde spr. de voorlichting in de Kath.
pers en de houding van de fractie van de Kath.
Staatspartij bii de behandeling van belangrijke on
derwerpen in Eerste en Tweede Kamer. Hii hechtte
weinig waarde aan de bewering, dat er geen geld
is voor verbetering van het volksbestaan. Men wiist.
er wel op, dat het nationaal vermogen sinds 192.9
met 4 milliard teruegeloopen is. maar zegt er niet
bij, dat het nu nog 4 milliard meer is. dan aan het
begin van den oorlog. Bovendien werden millioenen
besteed aan het militaire apparaat, waaraan spr.
geen waarde toekent.
De heeren Winnubst en Van Bostelen stelden
vragen en maakten opmerkingen. Omdat we dit nunt
in 't bijzonder noemden, vermelden we daarvan
nog, dat de heer Van B. er op wees, dat tegenover
de vermeerdering van het nationaal vermogen sinds
den oorlog, ook gesteld moet worden de verhoogde
levensstandaard en de toename der bevolking.
De heer Weiiers sloot op de gebruikelijke wiize de
vergadering.
VAN EWIJCKSLUIS.
Zondagavond gaf de Gvmnastiekvereeniging D.O.
K.E.V. een openbare uitvoering in de zaal van den
heer W. Waiboer.
De verschillende oefeningen, een zeventiental,
werden als altijd, in vlugge volgorde uitgevoerd. Te
gelijk met het afmarcheeren der eene groep, stond
veelal een andere grqep weer gereed.
Over heft gebodene 'kan niet anders dan met lof
worden gesproken. Zeker, niet ieder werkte even
mooi en er gebeurde ook wel eens een klein onge
lukje. maar over het algemeen is er prachtig werk
geleverd. Vastgesteld mag worden." dat D.O.K.E.V.
nog altijd (of moeten wii zeggen „weer opnieuw"?)
over vele goede krachten beschikt.
Vooral de K.N.G.V.-Seriën ..1935-136" trokken ieders
volle aandacht, die van de heeren om de groote
mate van kracht en geoefendheid, welke er uit
sprak, die van de dames naast geoefendheid, om
hare bevalligheid.
Ook de rhythmische oefening, uitgevoerd door de
dames Oostdiik en de Greef.werd met zeer voel gratie
uitgevoerd, waarbij tevens de hierbij zoo goed pas
sende costuumpjes het effect nog verhoogden.
Alles bijeen zullen zoowel leider als leden van
D.O.K.E.V., evenals de aanwezigen, ongetwijfeld met
groot genoegen op dezen avond terugzien.
BARS1NGERH0RN
Vrijdagavond hield de Vrijzinnige Kiesvereeniging
„Barsingerhorn" een ledenvergadering ten huize van
den heer A. de Graaf.
Aanwezig 19 leden.
Voorzitter de heer Jb. Bakker Az.
De voorzitter stelde voor op deze vergadering een
standpunt in te nemen ten aanzien van de rang
schikking van de candidaten ten opzichte van de
candidaten te stellen door de kiesvereeniging te Kol-
horn, waarmee steeds samenwerking is bereikt.
De heer G. v. Stipriaan, Haringhuizen, zegt, dat
men in Haringhuizen weer gaarne een vertegen
woordiger in den Raad zou zien. De vergadering
zegt daarvoor de medewerking toe.
De heer Blom, Haringhuizen, zou gaarne gezien
„Ik weet het niet", zei hij. „Dan was het iemand
die erg op u leek. Natuurlijk zag ik het gezicht
maar even, doch ik had er een eed op kunnen doen
dat..."
„En wat deed je?" vroeg ze.
„Wat ik deed?" Hij boog zich voorover en' zijn
handen waren tot vuisten gebald. „Ik ging den ke
rel te lijf."
„Beresford", klonk het verschrikt.
Hij knikte, en bij de gedachte aan het bewuste
voorval kwam er een sombere gloed in zijn oogen.
„Ja, ik ging hem te lijf. Wat had ik anders kunnen
doen? Hij was echter een krachtige, breedgeschou
derde man, en ik kon hem niet aan. Hij omvatte me
in een ijzeren greep, waardoor ik de lantaarn liet
vallen cn we in de duisternis doorvochten. Ik kan
u verzekeren dat ik buiten mezelf van razernij was,
want ik had het gevoel dat u voortdurend dicht bij
me was."
„Hoe kom je aan dien onzin", riep ze uit. „En wat
gebeurde er verder? Hij deed je toch geen pijn?"
„Nee, ik geloof niet datv het in zijn bedoeling lag
me bewusteloos te slaan, want hij had het gemak
kelijk genoeg kunnen doen. De schoelje." Er was
een bittere klank in zijn stem. „Wie zou die duivel
geweest zijn?"
„Ik zou wel eens willen weten wie die vrouw
was", zei zijn moeder. „Wat gebeurde er met haar?
Zag je haar nog terug?"
„Nee ze verdween spoorloos. Hij hield me als een
beer vast zoolang hij het noodig achtte: daarna duw
de hij me van zich af en ging er zelf ook vandoor.
Het was zoo afschuwelijk donker dat er eigenlijk
niets duidelijk viel te onderscheiden. Ik kon hem
later niet meer te pakken krijgen."
„Dat is maar goed ook" merkte ze op.
„Misschien", zei hij peinzend. „Ik verzeker u dat
ik lust had den kerel te vermoorden, ofschoon ik
'.onder twijfel ook vermoord was geworden. Hallo,
liefste. Wat is er aan de hand?"
Ze was plotseling zoo heftig gaan trillen, dat hij
heftig schrok. Ze legde haar hand echter op zijn
arm alsof ze hem gerust wilde stellen.
Niets, beste jongen, niets. Ik kan de gedachte ech
ter niet verdragen, dat je in gevaar verkeerde." Haar
stem beefde. „Ik hoop... dat de man veilig en wel
kon ontkomen... onverschillig wie het ook was."
„Natuurlijk is dat gebeurd", zei Beresford. „Der
gelijke kerels ontkomen altijd. Tob er maar niet
over, moeder: ik zal hem vermoedelijk nooit meer
in mijn leven zien. Ik zocht nog overal naar hem,
hij viel nergens meer te bekennen."
hebben, dat ook de kiesvereeniging uit Kolhorn aan
wezig was geweest.
Bij de nu volgende gedachtenwisseling wordt de
mogelijkheid van het indienen van een alphabeti-
sche lijst overwogen, doch daarvoor was geen meer
derheid te vinden.
Ten slotte wordt besloten, dat de nummers 1, 3, 4,
6, 8 en 10 van de candidatenlijst, candidaten zullen
zijn uit Barsingerhorn en Haringhuizen, terwijl de
overige plaatsen dan bezet kunnen worden door can
didaten uit Kolhorn en te stellen door de kiesver.
aldaar. In dien geest zal samenwerking worden ge
zocht.
Bij stemming wordt uitgemaakt dat no. 1 ge
plaatst wordt C. Smit Gz., 3. W. Kooijman Jr., 4. J.
A. Schenk; 6. P. Kater; 8. W. v. d. Oord Cz. en 10. A.
Wiedijk.
Tot bestuursleden van de kiesvereeniging worden
vervolgens herbenoemd de heeren Jb. Bakker Az.
A. van der Oord en Jn. Smit Gz., terwijl de heer U.
Bosma, Haringhuizen na stemming aan het bestuur
wordt toegevoegd.
Bij de rondvraag bepleit de heer Blom algeheele
samenwerking met Kolhorn. Spr. zou liever één kies
vereeniging willen.
De vergadering schaart zich eenparig achter dit
idee, zoodat het bestuur stappen in die richting zal
doen. Hierna sluiting.
LA N G E N D IJ K
BROEK OP LANGENDIJK.
VEREENIGING VAN VRIJE ZIEKENHUIS-
VERPLEGING IN NEDERLAND.
In café De Boer werd Zaterdagmidag de faarver-
gadering gehouden van het Streekverband van ver-
eenigingen voor vrije ziekenhuisverpleging. onder
voorzitterschap van den heer L. J. van der Kuijl te
Barsingerhorn, wegens ongesteldheid van den heer
Schuur.
Spr. heette de 18 opgekomen afdeelingen welkom,
en memoreerde het heengaan van burgemeester Kos
ter van Winkel. Dit afscheid heeft het bestuur ge
speten. Spr. hoopte dat de heer Koster nog langen
tijd van zijn welverdiende rust mag genieten. Door
den dood zijn de federatie ontvallen de heeren P. v.
Dijk te Noordscharwoude en P. Visser te Oudkar
spel. Staande werden deze beide bestuursleden her
dacht. Voorzitter wijdde eenige waardeerende woor
den aan hun nagedachtenis.
De notulen werden onder dankzegging aan den
samensteller, den heer H. G. Rijs. goedgekeurd en
vastgesteld.
De afdeeling Oudkarspel deelde mede. dat in de
plaats van wijlen den heer Visser is gekozen, de
heer P. Volkers, die Voorz. harteliik welkom heette.
De agenda voor de vergadering van de federatie
Nederland welke te Utrecht wordt gehouden, was
ingekomen.
Aangeraden werd, deze vergadering te bezoeken.
Naar aanleiding van een schrijven van de fa. Met
ried de Voorzitter aan, van de ziekenauto dier fir
ma gebruik te maken.
Het jaarverslag van den secretaris werd vastge
steld. Het streekverband heeft thans 19 afdeelingen.
Tot de groote federatie zijn 21 afdeelingen toegetre
den, waarvan 8 uit Noordholland. Deze ziin nog
niet tot het streekverband toegetreden. Er wordt
door het streekverband wel veel voor de vereeni-
gingen gedaan. Spr. deelde mede. dat de Onderlinge
Operatie Kas thans 1500 leden telt. Het nut van de
O K.K. werd door den secretaris uiteengezet.
Een encruête wordt gehouden, of men gevoelt voor
verzekering tegen hoogere bedragen, dan de vast
gestelde.
Het financieel verslag van den heer Van der
Sluiis te Schagerbrug werd hierna uitgebracht. De
ontvangsten waren f 187.23. uitgaven f78.12. Het ver
band is f 105.37 vooruitgegaan.
Een nieuwe contributieregeling werd aangenomen.
Dit is thans voor elke 500 leden of gedeelte daar
van f2.50. met een maximum van f10 per jaar.
De beschrijvingsbrief voor de federatie van Ne
derland werd hierna behandeld.
De heer Eiser, 't Zand. vroeg of ook leden naar
Friesland kunnen worden overgeschreven, welke
vraag bevestigend beantwoord werd.
De. heer P. Hart Koedijk bracht een voorstel van
Alphen aan den Rijn ter sprake voor deze vergade
ring.
De secretaris lichtte het standpunt van heit H.B.
toe.
Het werd aan het. bestuur overgelaten, een afge
vaardigde aan te wijzen voor de federatie vergadering
Hierna werd de rondvraag gehouden.
Er werd o.m. een kwestie tusschen de afdeelingen
Winkel en 't Zand besproken.
Daarna sluiting.
„En daarna kwam je naar huis?" vroeg ze.
„Ja, langs den hoofdweg. Ik was zonder lantaarn
natuurlijk in de weilanden verdwaald geraakt. Je
kon eenvoudig geen hand voor de oogen zien."
Ze zuchtte even. „Ik ben heel dankbaar dat je
niets overkwam, Berry. Ga nu een bad nemen en
je verkleeden. Bied daarna je oom dadelijk je ver
ontschuldiging aan. Hij heeft nu eenmaal ontzettend
het land aan laatkomers."
„Ditmaal was er toch een motief voor", protes
teerde Beresford.
„Misschien is het ook beter dat je heelemaal geen
verontschuldigingen aanvoert." zei ze ineens.
„Natuurlijk zou ik dat ook niet doen, moeder. Ik
heb met een kerel gevochten die een vrouw aan
randde. Dat is op zichzelf toch al een excuus om
te laat te zijn. Een zeer verklaarbare reden."
Ze keek hem volmaakt rustig in de oogen. „Praat
heelemaal maar niet over de bewuste ontmoeting",
raadde ze aan. „Hij zou er misschien over gaan tob
ben, cn daardoor vannacht niet slapen. Hij is al oud,
moet je niet vergeten. Ik vermijd altijd zooveel moge
lijk over dingen te spreken, die zijn nachtrust kun
nen verstoren."
„Onzin moeder", riep de jonge man uit. „Hij is
nog ijzersterk. Veel sterker dan u bijvoorbeeld."
„En toch zou ik het hem niet zeggen" drong ze
aan. „Met welk ^oel? En in het bijzonder niet om
dat je hem niet aan kon. Hij zou het ellendig vin
den te moeten hooren dat je het onderspit moest
delven."
Dit was eigenlijk een regelrechte uitdaging voor
iemand van Beresford's leeftijd, en het sloeg in. Hij
werd bloedrood en stond op. „Ik ga een bad nemen
en zal een stukje eten. U gaat zeker naar bed? Mag
ik u straks nog even goedennacht komen wen-
schen?"
„Zeker, beste iongen," zei ze. haar gezicht ophef
fend voor zijn kus. „Ik zal de eerste uren nog wel
niet kunnen slapen."
Hij verliet haar 'met een gevoel van onbevrediging.
.,Ik wilde dat ze maar wat sterker werd", dacht hij
terwijl hij zich naar zijn kamer begaf.
In enkele minuten was dat gevoel evenwel ver
dwenen, en terwijl hij in zijn bad plaste, waren zijn
gedachten allerminst bij zijn moeder in de brocaat
slaapkamer, of den vreemdeling van het kerkhof, en
evenmin bij den ouden Admiraal, die op zijn veront
schuldiging wachtte. De herinnering aan Sallv
kleine Sally tegenover wie hij zich zoo grof had
gedragen, liet zich uitsluitend gelden.
Wordt vervolgd.
16.
„Mijn beste Teddy-Bear", zei ze zacht, „wat wilde,
je hier doen?" Als kind had zo hem zoo genoemd,
doch den laatsten tijd was dit zelden meer voorge
komen. Ze glimlachteterwijl ze dien lievelingsnaam
uitsprak, maar hij was hiertoe zelf niet in staat.
Het leek hem voor een kort oogenblik toe alsof hij
tegenover een vreemde stond. Hij had haar nog nooit
zoo gezien, ze was onnatuurlijk en haar glimlach ge
dwongen. Oh, ja, hij zag het heel duidelijk.
„Moeder... ze zeiden... oude Crawley zei. dat u zich
niet goed voelde", stamelde hij. „Scheelt er wat
aan?"
Ze bleef glimlachen. Oh, waarom deed zo dat?
„Mij scheelt niets, beste jongen," zei ze. „Dat wil
zoggen een beetje hoofdpijn, meer niet. Ik heb het
raam wijd open gezet en ben wat gaan rusten. Ik
voel me al weer veel beter."
Beresford sloot de deur daar zij op den tocht stond
en keek haar aan. Hij had het gevoel op armslengte
te worden gehouden: niettemin was er niets kouds
in haar houding. Het kwam hem zelfs voor dat ze
er jonger en levendiger uitzag dan in tijden het ge
val was geweest. Ze wekte tenminste allerminst den
indruk ziek te zijn.
„Ik... maakte me erg ongerust over u", zei hij.
angzaam, liep ze naar het einde van de kamer.
„Dat was niet noodig, beste jongen. Ik wilde wat
door ÉT ETHEL M. DELL
uitrusten, meer niet. Ik verzocht Crawl ey een bord
soep naar boven te laten brengen. Je bent erg laat,
is het niet? Moet je je niet verkleeden? Wat zal
je oom er wel van zeggen als hij moet wachten?"
„Oh, dat komt er minder op aan", antwoordde Be
resford ongeduldig. „Hij dineert in de studeerkamer,
dus hoef ik me hierom niet druk te maken. Moe
der... vertelt u me eens... is u na de thee nog uit
geweest?"
Ze stond thans voor het open raam, hetwelk ze
sloot. Langzaam wendde ze zich om en zag hem
aan. „Uit geweest? Met dit weer? Beste jongen, hoe
kom je er bij? Dat zou toch groote dwaasheid we
zen."
Haar glimlach was thans verdwenen. Ze sprak
weer op gewonen toon en hij bekeek haar thans ook
op de oude manier. Natuurlijk had hij zich alles
maar verbeeld, en was ze aldoor heel rustig tegen
hem geweest, volstrekt niet anders dan gewoonlijk
Ze ging op den divan zitten en hij nam naast
haar plaats.
„Weet u wel dat ik een afschuwelijke nachtmerrie
had? Het spijt me ontzettend dat u niet heelemaal
in orde is. Is u dus aldoor in uw kamer geweest?"
„Natuurlijk, beste jongen. Waar had ik anders
kunnen zijn?"
Het haardvuur brandde heel flauwtjes. Hij stond
op en wierp er nog een paar blokken in. Daarna
ging hij weer naast haar zitten.
„Ik wilde Joan naar huis brengen" vervolgde hij.
„En toen ik op den tenigweg was... op het kerkhof...
hoorde ik iemand om hulp roepen. Ik zag een vrouw
die zich heftig verweerde tegen eer; bruten kerel.
Het was pikdonker, maar ik had een lantaarn bij
me, en voor een kort oogenblik kon ik haar gezicht
onderscheiden. Het was vrij duidelijk zichtbaar, en
ik dacht dat u het was, moeder."
Zc keek hem kalm in de oogen. „Hoe eigenaardig
mijn jongen", mompelde ze. „Iloe kon je zooiets ver
onderstellen?."
bevat ter kennismaking een
HONIG's BOUILLONBLOKJE