De Tehnow aan da Kaspische Zee Tinnen soldaatjes. "".ABDIJSIROOP Zaterdag 27 April 1935. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9709 Een millioenen kostende havenbouw bij een klein dorpje BOTER IN MARGARINE. UW BRIL KAPOT? W. C. VAN GEELEN Geheime slagerij te Baarn. De provinciale duinen onder de Egmonden. Joodsch koopman pleegt zelfmoord. De herbewapening van Duitschland. Het gehucht, dat een stad zal worden. - Een levend teddybeertje - Paniek in een slaapkamer. - Aardbeving. (Van onzen reizenclen correspondent.) Dehnow (aan de Kaspische Zee), In April. INDIEN iemand de reis van het zuiden door de bergen naar de Kaspische Zee niet heeft gemaakt en hij komt te Dehnow, zal hij zich verbaasd afvragen hoe men ertoe is gekomen bij dat vergeten, onbeduidend dorpje een haven te wil len bouwen. Hij, die meer naar het zuiden het enor me werk heeft gezien aan den spoorweg, die binnen weinige jaren de kust van de Kaspische Zee niet slechts met de hoofdstad van Iran, maar ook met de Perzische Golf zal verbinden, zal deze vraag niel meer stellen. Inderdaad, op het eerste gezicht is het eenigszins verwonderlijk, deze millioenen kostende havenbouw bij een dorpje, dat feitelijk meer een gehucht is van meest leemen huisjes met rieten daken en slechts het nog zeer schuchtere begin van wat eenmaal een meer modern stadje zal worden, om dan zeer zeker uit te groeien tot een havenstad van beteekenis. Veel gemakken en veel weelde moet men te Dehnow thans nog niet verwachten, maar acht kilometer van het gehucht, aan den kortsten, thans nog door de sneeuw versperden weg naar Teheran, ligt te Jaloes een hotel, dat in deze streken een verrassing is; een hotel, dat ook in een der hoofdsteden van Europa geen slecht figuur zou maken en tot de eerste-rangs hotels zou kunnen worden gerekend. Alle kamers hebben er hun eigen badkamer; de groote salon is er belegd met Perzische tapijten, die hier reeds onge veer zeventig gulden per vierkanten meter kosten. Het hotel heeft electrisch licht van een eigen instal latie en men eet er op Europeesche wijze, voorge recht, soep, twee gangen en naspijs. Eén ding her innert er evenwel aan, dat men zich hier in een bijzondere streek bevindt. Nu en dan ziet men name lijk ook in den salon verschijnen een klein beertje, een grappig teddybeertje, maar dan levend. Het dier tje is in de omstreken gevangen, want in de bergen nabij de Kaspische Zee houden zich nog vele beren, maar ook tijgers op. Schuw is het beertje allerminst. Het speelt graag en vooral houdt het er van het kleine, nog tandelooze bekje te plaatsen op de hand van een mensch en dan uit alle macht te zuigen. Ook als het zich aan zuigflesschen met melk vol heeft gedronken, geeft het deze liefhebberij niet op. Het is niet honger, maar de natuurlijke neiging tot levend vleesch, dat het diertje daartoe brengt, zoo beweert de directeur van het hotel, die deze streken reeds lang kent en vele beertjes heeft groot gebracht. Tot den leeftijd van één twee jaar blijven zulke bij men- schen groot gebrachte beertjes ongevaarlijk, ten min- ste indien er voor wordt gezorgd, dat de dieren in dien tijd geen vleesch of bloed te proeven krijgen en geheel met melk en meelspijs worden gevoed, maar zelfs indien men zich daaraan houdt, ontwaakt toch na één a twee jaar het natuurlijke instinct der dieren en kan men ze niet geheel meer vertrouwen. In dit weelde-hotel met het levende teddy-beertje, wonen voorloopig de meeste ingenieurs en ook enkele dames, die reeds nu met hun mannen medegekomen zijn. Het aantal woningen bij de havenwerken is na melijk nog te gering om aan allen een onderdak te verleenen, doch men is druk aan het bouwen en bin nen afzienbaren tijd zal hierin verandering komen Mijn makker van drie werelddeelen woont evenwel in een der huisjes bij de havenwerken, waar hij, te zamen met een Nederlandsch gewezen officier ter koopvaardij, die eveneens bij den havenbouw ver bonden is, één kamer heeft. Voor mij is daar voorloopig geen plaats en daar ik voor een verblijf in het acht kilometer verder gelegen hotel niet veel gevoel, heb ik mijn intrek genomen in het eenige hotel te Dehnow zelf. In tegenstelling met het hotel te Jaloes is hotel Iran te Dehnow allerminst een weelde-hotel, maar In het kustland aan de Kaspische Zee. een zwervend journalist, die als oorlogscorrespondent aan verschillende fronten heeft vertoefd en ook den burgeroorlog in Rusland medemaakte, heeft het ge leerd zich met zeer weinig tevreden te stellen en van alles de goede zijden te zien. Dat er in de kamer, waar ik slaap, nog drie andere bedden staan, welk getal soms nog met twee wordt uitgebreid, is niet zoo heel prettig, doch evenmin heel erg. Aan het hoofd eind van mijn bed hangt echter de eenige lamp, een keuken-petroleumlampje met spiegeltjes, zoodat ik in mijn bed lezen kan, indien ik daartoe lust ge voel. Eiken avond lig ik rookend en lezend ïn bed en kijk belangstellend welke andere gasten nog onder dak komen zoeken in de kamer, waar ik slaap. De laatste gast, die binnenkomt., krijgt van den hotel houder de opdracht de deur, die dadelijk naar buiten voert, met een grendel te sluiten. Een waschtafel en andere voor ons noodzakelijk schijnende gerieflijk heden ontbreken, 's Morgens kleed ik me in mijn dicht bevolkte slaapkamer slechts voorloopig aan om me dan zoo snel mogelijk te begeven naar het ge bouwtje der havenwerken, waar mijn oude makker zijn kamer heeft, om me daar aan een Europeesche waschtafel eens grondig te wasschen. In die kamer kan ik overdag werken. Zoo'n dichtbevolkte slaapkamer heeft ook zijn voor- deelen. Men kan er namelijk dingen beleven, die niet voor beter gehuisvesten zijn weggelegd. In den afge- loopen nacht beleefde ik er een paniek. Voor een pa niek zijn nu eenmaal meerdere menschen noodig. In mijn dichtbevolkte slaapkamer waren we hedennacht met ons vijven en de andere vier waren zoo vriende lijk voor de paniek te zorgen, waarbij ik me kon be perken tot de rol van belangstellend toeschouwer. Laat in den nacht, ongeveer half drie (ik 6liep den vasten, rustigen slaap, die het deel is van men schen met een goed geweten en van menschen ge heel zonder geweten) droomde ik, dat mijn oude makker van drie werelddeelen binnenkwam en krach tig aan mijn bed schudde. Droomend nog protesteer de ik heftig, maar langzamerhand drong tot mijn be wustzijn door, dat er werkelijk in de kamer vreemde dingen gebeurden en toen ik eindelijk de oogen op sloeg, ontdekte ik bij het schijnsel van het petroleum lampje, dat er om mij een wilde paniek heerschte. Een paniek in een slaapkamer! Voor panieken ben ik nooit bijzonder vatbaar ge weest, anders zouden in mijn veelbewogen leven door bombardementen, schipbreuk, brandende steden, ijs gang midden op zee, scheepsmuiterij, e.d. mijn ze nuwen hopeloos in de war zijn geraakt. Ik keek dus rustig toe hoe mijn vier kamerge- nooten in allerijl de noodigste kleederen aanschoten en daarna zich nog een oogenblik verdrongen aan de deur alvorens ze in de nachtelijke buitenlucht ver dwenen. In verschillende talen had ik den opgewon den menschen, twee Tsjechen en twee Iraniërs, ge vraagd, wat er gaande was, maar geen hunner had in de angstige haast om weg te komen tijd gevonden me in te lichten. Eén ding was zeker: brand was er niet, want ik zag nergens vlammen en bespeurde geen rook. Bo vendien kon brand geen persoonlijk gevaar voor me beteekenen, want de deur van de kamer gaf dadelijk uitgang naar buiten en bovendien was er aan de andere zijde van het gelijkvloersche vertrek nog een venster, waardoor ik zou kunnen ontkomen. Ik greep dus naar een doosje sigaretten en luci fers op een tafeltje naast mijn bed en stak een sigaret op en rustig onder de dekens liggend, wachtte ik een verklaring van het vreemde gedrag mijner ang stige kamergenooten. Na enkele minuten stak een hunner, blijkbaar de moedigste, zijn hoofd binnen de deur en vroeg in het Fransch: „Komt u er niet uit? Er is aardbeving". Op hetzelfde oogenblik voelde ik inderdaad een nieuwen aardschok. Den eersten had ik alleen in mijn droom waargenomen. Het geheele huis schudde en ik in mijn bed werd medegeschud. De asch van mijn brandende sigarei viel op mijn deken. Dit was het eenige, wat er ge beurde. De kamergenoot, die even den moed had gehad zijn hoofd door de deur te steken, was ech ter weder plotseling verdwenen. Ik bleef onder de dekens en rookte zonder me al te ongerust te maken. Zoo gingen weder eenige mi nuten voorbij. Toen verscheen voor de tweede maal de dapperste mijner kamergenooten aan de deur, terwijl de andere drie blijkbaar buiten stonden. De man aan de deur raadde me sterk aan toch mijn le ven niet noodeloos bloot te stellen en naar buiten te vluchten, doch ik lachte hem uit en wees hem op het niet denkbeeldig gevaar in zijn dunne kleeding in de nachtlucht een longontsteking op te loopen. Tevens betoogde ik, dat in het hotel met alleen be nedenverdieping, een planken zoldering en een luch tig pannedakje, het gevaar zelfs bij instorting, die dan toch niet ineens volkomen zou zijn, niet zoo erg hoog moest worden geschat. De man aan de deur bracht deze logische beschouwingen over aan de drie buiten en ik had het viertal zoover gekregen dat ze toch ook liever weder binnen wilde komen, toen zich nieuwe schrik verspreidde, door een nieu wen aardstoot en door de verschijning van een man, die mededeelde, dat het hotel te Jaloes, waar de meest ingenieurs wonen, volkomen was ingestort. Op een vraag mijnerzijds hoe hij dat wist, antwoord de de ongeluksbode, dat dit uit het hotel telefonisch was medegedeeld. Toen heb ik den man in vele talen uitgescholden cn hem gevraagd of hij dacht, dat men uit volko men ingestorte hotels nog kon telefoneeren. Wat er verder in den nacht gebeurde, weet ik niet uit eigen ervaring, want nadat ik mijn tweede sigaret had gerookt, ben ik weder ingeslapen. An deren hebben me echter verteld, dat nog twee uur lang telkens steeds zwakker aardschokj es waren ge voeld. Wat wel waar zal zijn geweest, want terwijl ik in de namiddag dit artikel schrijf, heeft de aar de nog eenmaal zwak gebeefd. In het hotel te Jaloes, een gebouw van twee ver diepingen, waar de meeste ingenieurs en eenige der dames verblijf houden, was dien nacht het plafond van den grooten salon door de aardbeving met ge weldig lawaai nedergestort, doch daarbij was het dan ook gebleven, al hadden dan de bewoners het veiliger gevonden de rest van den nacht door te brengen in het nabij gelegen lage bureau van po litie. Er dient bij gevoegd te worden, dat aardbevingen te Dehnow en naaste omgeving, uiterst zeldzaam zijn. Een Franschman, die hier al meer dan tien jaar woont, had er tot nu nimmer ook slechts den minsten aardschok gevoeld. J. K. BREDERGDE. n Lichtstraal bij KINKHOEST leder, wiens kinderen aan Kinkhoest lijden, moet gebruik maken van Akker's Abdijsiroop, op bijzondere wüze bereid met die bestanddeelen. die rechtstreeks op een Kinkhoest- aanval inwerken. Abdijsiroop werkt grondig, want ze bevri|dt de adem halingsorganen van slijm en andere ziekte-verwekkende stoften. Akker's Abdijsiroop verruimt de ademhaling, neemt benauwdheden weg, heelt de aangedane en ontstoken plekken. Geef dus in vol vertrouwen aan Uw kleine en groote kinderen bij: Hoesl-Griep-Bnndüll&-Asllun<t Mengpercentage van 15 tot 25 pet. verhoogd. Met ingang van 6 MeL De exportpositie van onze boter heeft gedu rende de afgeloopen weken een wijziging in ongunstigen zin ondergaan, ten gevolge waar van de commissienoteering terugliep. De pro ductie beweegt zich nog in stijgende lijn en heeft haar toppunt blijkbaar nog niet be reikt. Onder deze omstandigheden is een verhoo ging van het mengpercentage van boter in de margarine thans noodzakelijk. Besloten is met ingang van 6 Mei a.s. bedoeld percen tage te verhoogen van vijftien tot vijf en twin tig procent. CLINCSWEtl G/tfountlruf Niets geen bezwaar, want gij dan even naar VAN GEELEN, daar kunt U op alle reparaties desnoods wachten. Wij repareeren Uw bril spoedig, goed en goedkoop. Ook op het gereedmaken van een nieuwe bril kan worden gewacht. Gediplomeerd Opticien V.v.O., LA.GEZIJDE B 40. TEL. 26. - SCHAGEN. Oogonderzoek geheel gratis. Vleesch verspreidde bij het braden een at- schuwelijken stank. Door eenige ingezetenen van Baarn, zoo meldt het „U. D.", was vleesch betrokken van iemand, die geen slagerij meer had, een zekeren H. Dit vleesch bleek in slechten staat te verkeeren. De keuringsdienst, bij gestaan door de rijkspolitie, stelde een onderzoek in bij een inwoner dezer gemeente, eveneens H. gehee- ten, wonende aan den Amsterdamschen Straatweg. In diens perceel werd in den kelder een volledig in gerichte slagerij ontdekt. Daar trof men een groote hoeveelheid rundvleesch aan, gedeeltelijk onder den pekel en voor een deel voor gebruik geschikt. Een nader onderzoek wees uit, dat pooten, ingewanden en enkele andere lichaamsdeelen van een koe in den tuin begraven waren. Het bleek, dat dit dier, dat aan koudvuur gestorven was, in dooden staat gekocht was in een aangrenzende gemeente. Alle ingezetenen die van dit vleesch gekocht hadden, zijn nog zooveel mogelijk gewaarschuwd. Enkelen hadden het vleesch al weggegooid, omdat het bij het braden een afschuweliiken stank ver spreidde. De politie zet het onderzoek in aangrenzende ge meenten voort. Wat speel je met tinnen soldaatjes? Toe, geef ze aan grootmoeder, kind. En zie, of je ginds in je hoekje Wat beters en aardigere vindt. Ik weet wel, 't lijkt alles zoo kleurig, En jij, ach, je bent nog zoo klein, Zeg, wil je er een heel enkel keertje M'n jongske eens lief voor me zijn?! Maar grootmoe, ze moeten marcheeren, Ze moeten elkander verslaan, Ik laat ze in rijen van vieren Hier vlak langs den tafelrand gaan! Dan komt er een tank aangereden, 'n Machine met zóó 'n groote bom, Dan blaas ik eens hard langs de tafel, Da's gas en dan vallen ze om! M'n jongen, geef grootmoe je handje, En kom eens heel dicht bij me staan, Ik wil j' een verhaaltje vertellen, En zul je goed luisteren gaan?, Het is al van jaren geleden, Maar 'k weet het nog heel,... heel precies. Toen was er eens werkelijk oorlog, We wonnen! Was dat nu verlies?, En grootmoeder had ook een Jongen, Een echte, een groote 6oldaat, Zoo dapper, zoo ferm en zoo eerlijk, Met een frisch en een open gelaat. Hij lachte en trok naar den oorlog, Ik kreeg soms een brief, nu en dan, Hij speelde in zijn jeugd net als jij nu, Daar zijn die soldaatjes nog van! De menschen vergeten, m'n jongske, De menschen vergeten zoo snel, Maar grootmoeder blijft het onthouden, En, kijk, nu begrijp je het wel Want toen ik hem eindelijk weerzag, Zoo mager,... zoo hulp'loos... en... blind..., Wat speel je met tinnen soldaatjes, Toe, geef ze aan grootmoeder, kind! April 1935. (Alle rechten .voorbehouden.)' KROES. i Het provinciaal landgoed Egmond, zal voortaan als één geheel beschouwd worden met dat te Bakkum, omdat de gebieden thans volkomen bij elkaar aan sluiten. In verband daarmede zullen voortaan de pro vinciale duinen onder de Egmonden.tot nu toe alleen toegankelijk voor badgasten, voor iedereen worden opengesteld. Er zullen toegangskaarten verkrijgbaar worden gesteld tegen een matige vergoeding, die per jaar gesteld is op f 1.50 per persoon. Deze kaarten zijn dan geldig voor het geheele pro vinciale landgoed Bakkum en Egmond. De kaarten zullen verkrijgbaar zijn bij den rent meester van het provinciale landgoed aan diens kan toor' Fochteloo, gelegen aan het begin van de Zee weg te Bakkum en tevens aan het bureau van de Vèreeniging voor Vreemdelingenverkeer te Egmond aan Zee. In een Duitsche gevangenis. De justitie te Frankfort deelt mede, dat Julius Kahn, een Joodsch koopman, die onder beschuldiging van moedwillige brandstichting in voorarrest was, Zaterdag 1.1. in de gevangenis zelfmoord heeft ge- pleegd. Volgens het communiqué hebben zoowel de advo* caa't-generaal als de rechter van instructie geconsta* teerd, dat de beschuldigde zich heeft opgehangen zon der dat dit geweten kan worden aan een fout van het; gevangenispersoneel. Julius Kahn was mede-eigenaar van een groot mo de-magazijn aan de Zeil, een der voornaamste win kelstraten van Frankfort. Op 3 Februari j.1. brak; brand in dit magazijn uit en werden de beide eige naars onder beschuldiging van brandstichting ge arresteerd. De andere eigenaar werd echter spoedig daarna in vrijheid gesteld. Tengevolge van den zelf moord van den eenig overgebleven beklaagde zal de brandstichtingszaak in het geheel niet in behande ling komen. Ook de Rijnzöne reeds versterkt? New York, (Havas)„Duitschland versterkt intensief de gedemilitariseerde zóne aan den Rijn en hoopt er geweldige hoeveelheden oorlogsmateriaal op", verklaart Philipp Sims, specialist in kwesties van buitenlandsche politiek, in een artikel in „World Telegram" te New York. Steunend op inlichtingen, die hij zegt gekregen te hebben uit zeer zekere bronnen, verklaart Stins, dat de gedemilitariseerde Rijn-zóne reeds geheel versterkt is en dat de Hitler-militie in deze streek in 't geheim in een permanent leger is omgezet. Volgens Sims bedragen de gemilitariseerde politie machten 60.000 man en 36.000 man elitetroepen zijn in kazernes ondergebracht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 5