GRATIS Vereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Hollands Noorderkwartier. leder pak HONIG's VERMICELLI In Hotel „De Beurs" van den heer C. Boontjes te Schagen werd Maandag 29 April 1935 de voorjaars vergadering gehouden, onder voorzitterschap van den heer P. Biermann. In zijn openingswoord wees deze er op dat een vereeniging als Noorderkwartier van groot belang is voor de opleiding van de jongere krachten uit den landbouw, die ervoor moeten waken dat er niet zon der hun over hun wordt beschikt. Daarom is het ge- wenscht, dat samenwerking bestaat tusschen de Vereeniging van Oudleerlingcn der R.L.W.S. en Noorderkwartier. Men hoort wel eens stemmen alsof Noorderkwar tier geen bestaansrecht meer zou hebben. Spr. wil deze gedachte met kracht bestrijden daar juist nu, nu de meeste zusterorganisaties overbelast zijn met crisiswerkzaamheden, Noorderkwartier de handen vrij heeft om studievraagstukken ten behoeve van den landbouw in behandeling te nemen. Noorder kwartier heeft steeds getracht om vrij van politiek de problemen objectief te beschouwen, en moet ook in deze richting verder gaan. Spr. verwijst naar de werkzaamheden der wegen-, kanalen-, werktuigen-, en bieten-alcohol-commissie, evenals naar de com. voor kalvertoewijzing samen met de H. M. v. L. en de Ver. van Oudleerlingen. Via deze commissie wordt contact gevonden met verschillende regceringsinstanties, die van haar kant blijk geven de adviezen van Noorderkwartier te waardeeren, getuige o.a. het feit dat mede naar aanleiding van het door de bieten-alcoholcommissie uitgebrachte rapport, thans door de regeering een commissie is ingesteld om dit vraagstuk nader te onderzoeken. Juist bij het samenstellen van dit voorwoord kreeg spr. het bericht onder oogen dat de regeering van den Ierschen Vrijstaat vijf fabrieken laat bouwen om aardappelen te verwerken op spiritus, welke laatste na vermenging met benzine dienst moet doen als motorbrandstof. Dit is dus dezelfde opzet als de bedoeling weergegeven in ons rapport alleen met dit verschil dat de alcohol niet uit bieten maar uit aardappelen zal worden vervaardigd. Moge dit een aanwijzing zijn voor de door de regeering ingestelde commissie. Spr. verzoekt om de krachtige medewerking van de bestuursleden, advisecrende leden en van de le den ora de ruim 60 jaar bestaande vereeniging krach- ting in stand te helpen houden in het belang van den landbouw. De medewerking van den heer Nobel, die reeds qiim 20 jaar sec. der vereeniging is, is van zelfsprekend omdat de heer Nobel de ver. een warm hart toedraagt. Als spr. enkele regeeringsbemoeiingen behandelt, wil hij niet uit het oog verliezen dat onredelijke cri- tiek moet worden vermeden, en de toestanden over de geheele wereld zeer ingewikkeld zijn. Echter brengt spr. als eerste punt naar voren, dat de re geering aandringt op verlaging der 'kosten en op ni velleering van de uitkomsten van het akkerbouw- en veeteeltbedrijf. Deze nivelleering zou zeer zijn toe te juichen indien werd uitgegaan van het standpunt dat de veeteelt moet worden opgetrokken tot het zelfde peil als dat van den akkerbouw en niet om gekeerd. Hiermede is niet gezegd, dat de akkerbouw er zoo rooskleurig voor staat, dit allerminst, maar het vcehoudersbedrijf met een melkprijs van 3 cent en een kaasprijs van 12 cent, steun inbegrepen, is zoo ruïneus dat het ergste is te vreezen, indien hier in niet spoedig verbetering komt. De akkerbouwers hebben dank zij eenige goede oogsten het hoofd eenigszins boven .water kunnen houden, hoewel de hypotheekboeren onder hun er niet veel beter aan toe zijn dan hun collega's de vee houders. Vervolgens is het voor het platte land zeer nadee- lig dat de regecring het groote verschil tusschen stad en platteland stimuleert. Dit blijkt o.a. uit de instelling van het werkfonds, waarbij de stedelijke arbeider zooveel hooger wordt uitbetaald, dan de landarbeider, terwijl het mij toch wil voorkomen dat juist de landarbeider meer ge schikt is voor het aanleggen van wegen en het gra ven van kanalen dan b.v. een werklooze sigarenma ker of koekenbakker uit de stad.' Bij het maken van een weg naar Zuidlaren wa ren arbeiders uit de stad en landarbeiders tewerk gesteld aan hetzelfde werk. De stadsman kreeg 50 en de landman 23.cent per uur. Er heerscht thans op het platte land een zeer ernstige geest van verzet en ontevredenheid, die te verklaren is door de steeds lager wordende inkom sten, waardoor velen tot den bedelstaf zijn gebracht en nog meerdere zullen volgen, terwijl er in het minst geen uitzicht schijnt te bestaan op een spoe dige verbetering. Deze geest van ontevredenheid kan een ernstige waarschuwing aan de regeering zijn, waartoe een achterstelling van het platteland kan leiden. Zoo veel mogelijk moet het gevoel van ambtena rij achterwege blijven en aanbeveling verdient 't dat het ingewikkeld samenstel van maatregelen voor de steunregeling zoo veel mogelijk vereenvoudigd wor de. In het feit dat door de regeering wederom is aan gesteld een Dir.-Gen. van Landbouw, waarvoor ook Noorderkwartier steeds heeft geijverd, zie ik een symptoom van meerdere waardeering voor den land bouw. Den heer Roebroek kennende, zijn wij ervan over tuigd dat hij al zijn invloed zal aanrenden om ook de organisatie der crisisinstellingen in goede banen te leiden. Door den Secretaris, den heer G. Nobel, worden de notulen gelezen; ze worden onder dankzegging vast gesteld. De ingekomen stukken geven geen aanleiding tot bespreking. Door den Secretaris worden verschillende mede- deelingen gedaan. We vermelden er het volgende van Het Bestuur heeft met bizondere belangstelling van de benoeming van den Directeur-Generaal van den Landbouw kennis genomen, omdat onze Ver eeniging steeds voor de aanstelling van een Direc teur-Generaal is geweest. Door de aanstelling van den heer Ir. A. L. II. Roe broek als zoodanig, dié in onze Provincie jaren werk zaam was in de Directie van de Wieringermeer, kunnen wij er van verzekerd zijn ,dat de bekendheid van den Directeur Generaal met de Noord-Holland- sche toestand alle aanleiding zal geven op de meest prettige samenwerking met den Directeur Generaal. 1-Ie Bestuur besloot om in overleg te treden met het Bestuur der Vereeniging van Oudleerlingen der Rijkslandbouwwinterschool voor het verkrijgen van een goede samenwerking voor Noorderkwartier, n.1. om te bevorderen dat de leden dezer Vereeniging lid worden van Noorderkwartier. Om de toetreding te vergemakkelijken werd beslo ten om hiervoor een bijzondere regeling te treffen, waarvoor het Bestuur het voorstel doet om de Con tributie voor hen te bepalen op f 7.50. Het Bestuur der Vereeniging van Oudleerlingen verklaarde zich bereid tot alle medewerking om le den te winnen voor Noorderkwartier. Veevoederbureau. Van het Veevoederbureau werd de mededeeling ontvangen dat de heer Inspecteur van den Land bouw een voorstel zal doen tot subsidieverleening aan het Noord-Hollandsch Veevoederbureau. Als voorwaarde werd gesteld finantieele bijdragen der Landbouworganisaties of belanghebbenden. De besprekingen in het Bestuur hebben er toe ge leid om te besluiten in te stemmen met het voorne men om van het Veevoederbureau een zelfstandige organisatie tc maken, zulks met ingang van den dienst 1935, wat ook blijkt uit de begrooting. Veebeperking. Een commissie voor de bestudeering van de Re- geeringsmaatregelen heeft het vraagstuk der kalver toewijzing bestudeerd en daarover een rapport uit gebracht, dat gepubliceerd werd. De Commissie heeft zeer verdienstelijk werk geleverd, waardoor de on gunstige kalvertoewijzing zeer goed is beoordeeld, met het gevolg dat voor deze toewijzing een billijker regeling voor Noord-IIolland is getroffen. Melkbrood-actie. Van het Koninklijk Ned. Landbouw-Comité kwam een rapport in van het Hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappij van Landbouw over de vraag: „of het uitsluitend bakken van mclkbrood inhet belang is van den Nederlandschen Landbouw." „Het onderwerp „Melkbrood" is in het Bestuur meerdere malen besproken en ofschoon van de zijde der Akkerbouwers wel bedenkingen werden geop perd tegen, het algemeen bakken van melkbrood, werd toch besloten om de hiervoor ingestelde Com missie eene bescheiden bijdrage voor de propagan da voor „Melkbrood" te geven. Het Bestuur deelt mede dat omtrent de overplaat sing van het Rijkslandbouwproefstation en van de Proefzuivelboerderij te Hoorn thans nog niets vast staat. Door den Rijkslandbouwconsulent voor Noord-Hol land, den heer Ir. Lienesch, wordt medegedeeld, dat er een plan in bewerking is om te komen tot een vruchtbaarder samenwerking van de Rijkslandbouw- voorlichtingsdienst met de groote organisaties in Noord-Holland. Hierbij moet nog afgewacht worden wat de opvat ting is van de Regeering. Eerstdaags zal hierover vergaderd worden. Dit jaar wordt op de oude wijze doorgewerkt: zoo zijn momenteel in exploitatie: 3 proefvelden mei wintertarwerassen, Anna Paulowna, Groetpolder en Haarlemmermeer; 1 proefveld met zomertarwerassen, Texel: 1 proefveld met zomer- gerstrassen. Texel; 2 proefvelden met aardappelras sen, Anna Paulowna en Haarlemmermeer; 1 proef veld met 3 suikerbietenrassen. Anna Paulowna: 3 kleine proeven met voederbietenrassen. Zijne: 1 klei ne proef met diverse roode-klaverrassen, Waardnol- der... 2 proeven met diverse riienafstanden bij win tertarwe. Waardpolder en Houtraknolder; 3 kleine proefjes met diverse zaaitijden H.N.K. De volgende proeven inzake grasland: Diverse N. meststoffen in Koegras 2. Beemster 1. Zijpe 1. Kali op grasland te Barsingerhorn en Krommeniediik; Fosforzuur on grasland in Ziine 2, -f onttrekkingspr. voor Zijne 1: Met de Ver. v. Oudl, cursus Anna Pau lowna orienteerende proeven inzake kalibemesting op tarwe; Met de Afd. Holl. Mij. v. Landbouw Waard en Groet orienteerende proeven over den invloed van diverse maatregelen bij tarweverbouw. In samen werking met een aantal landbouwonderwijzers oriën- teerend onderzoek inzake de meststof diammonfos- faat: 2 proefjes met de nieuwe meststof sulkaphos. De belangstelling van het gras kuilen is sterk toe- eenomen. Wat het gebruik van zure wei betreft moet spr. er op wijzen dat men hierbij voor alles dient te letten op zorgvuldig werken bij het gras optassen en besproeien, wil men voldoende kans op resultaat hebben. Wel was de analvse van het R.L.P.-station te Hoorn dit jaar gunstig, maar dat houdt geen zeker heid in dat men bij onvoldoende nauwkeurigheid eenzelfde succes mag verwachten. Dit jaar wordt een bedrijfsproef geëxploiteerd in St. Pancras en wel bij den heer Jb. Blom. Dit be drijf van 26 H.A. grootte zal trachten de voedsel voorziening zoo veel mogelijk te dekken van eigen bodem. Hoewel wij niet meenen daarbij alle kracht voer te kunnen missen, zoo ziin wfi toch er van over tuigd. dat door een juiste wijze van winning van best kuilgras en best hooi aanzienlijk te besparen moet zijn op de eiwit-aankoop. T. z. tijd zullen over deze interessante proef mededeelingen gedaan wor den in de pers. Alhoewel het bezoek aan de school zich weer in stijgende lijn bevindt, wil spr. niet nalaten op deze plaats nogmaals de aandacht te vestigen op de Rijks landhouwwinterschool te Schagen. De lokalen zijn groot genoeg om per klasse 24 leerlingen te kunnen bergen en daar zijn we nog lang niet aan toe. Ten einde de gelegenheid tot volgen van de school aan trekkelijk te maken, is spr. van plan het daarheen te leiden, dat er een voorbereidende klasse wordt ge vormd, die slechts 1 lesdag per week zal vragen, ter wijl dan de eigenlijk le klasse nog maar 4 lesdagen per week vragen zal. Deze mededeeling moet men beschouwen als een voorloopige. aangezien nog geen goedkeuring uit Den Haag is ontvangen inzake deze reorganisatie. Op verzoek van den Voorzitter deelt de heer Ir. Lienesch een een ander mede over borax-proeven te gen hartrot in bieten. Door den Voorzitter wordt opgemerkt, dat nimmer de tuinbouwconsulcnt op de vergaderingen aanwe zig is en hem zal een speciale uitnoodiging worden gezonden. De Najaarsvergadering zal in Alkmaar worden ge houden. Rekening en begrooting. De rekening 1934 wordt vastgesteld tot een be drag van f 2075.96, met een batig saldo van f 419.26. Zonder bespreking wordt vastgesteld de begroo ting voor 1935, waarbij wordt medegedeeld, dat het salaris van den secretaris-penningmeester op eigen verzoek van den heer Nobel van f200 teruggebracht is op f100. voor welke tegemoetkomende houding de Voorzitter den Secretaris hartelijk dank zegt. Verkiezing bestuursleden. In de plaats van de aftredende bestuursleden, de heeren P. Stapel Czn., D. P. Timmerman en C. Fok, worden gekozen de heer Joh. de Veer, Schagen. D. Nobel, Beemster en de heer Jm. Blaauboer Gz., Kol- horn. Tot onder-voorzitter wordt benoemd de heer P. Stapel Cz. Op voorstel van het. Bestuur wordt aan artikel 6 der Statuten toegevoegd, met de bepaling, dat voor de leden der Vereeniging van Oudleerlingen der R.L.W. S. te Schagen de contributie f7.50 zal bedragen. De heer Ir. Lienesch vroeg of thans het oogenblilc niet is aangebroken, om ook de contributie voor de leden met 10 te verlagen, terwijl de heer H. Re- zelman. Schagerbrug, beplèit om voor de leden van de landbomvwintercursussen een lagere contributie vast te stellen. Door het Bestuur zullen in de a.s. bestuursverga dering beide ideeën worden besproken en de aan vrage om de koninklijke goedkeuring zal dan ook achterwege blijven, tot na de a.s. najaarsvergadering, waarin over beide ideeën zal zijn beslist. De Bieten-Alcohol-commissie. De heer Ir. Lienesch wenscht de Vereeniging geluk met het bereiken van het doel dat zij beoogde bij de instelling van deze Commisie. Zonder onbescheiden te zijn, meent hij wel te mogen zeggen, dat de instelling van de Regeerings- commisie inzake de bestudeering van het Bieten- Alcohol-vraagstuk een gunstige stimulans heeft on dervonden in het werk van de Commissie. Het doel van het werk is bereikt en de Comm. zou kunnen volstaan met haar taak als beëindigd te beschouwen, ware het niet dat reeds nu een schrij ven is ontvangen van de Regeeringscommissie waar in deze laatste zich reeds tot de Commissie wendt. Juist het feit dat wij niet zijn vertegenwoordigd in hoogste instantie, maakt het noodzakelijk dat wij nog eenigen tijd ons leven rekken. Behalve van de zijde der Regeeringscommissie ziin nog verzoeken om informaties ontvangen van enkele groot-industrieelen, zooals Jaffa te Utrecht, terwijl eveneens uit Indië nadere gegevens werden verzocht. Spr. wenscht nog even te wijzen op de nieuw op te bouwen aardappelspiritus-indust.rie in Ierland. Hierbij doet zich het typisch feit voor. dat de lei ding voor het technisch gedeelte is opgedragen aan Nederlandsche deskundigen. Een van de Commissie-leden, de heer Visser, heeft nog mooie gegevens verzameld uit de litteratuur in zake het gehruik van alcohol-benzine mengsels in di verse landen. Hoewel de Commissie momenteel over meer ge gevens beschikt dan bij de publicatie van haar rap port.. meent spr. dat momenteel het beste een af wachtende houding kan worden aangenomen. Waar momenteel een objectief onderzoek staat te wachten is het z.i. de beste weg. rustig op de resul taten van het Regeeringsrapport te wachten en niet door onberaden publicaties vast te houden aan za ken die straks voor 100 duidelijk kunnen zijn. De heer Visser krijgt nog gelegenheid om uit zijn archief nadere mededeelingen te doen inzake de 1 li teratuurgegevens. Uit deze gegevens blijkt wel dat het gebruik van mengbenzine gunstig en voordeelig is, bijv. voor vliegmachines en schepen en wanneer dat dus het geval is de bietenteelt nog in veel be langrijker mate zou kunnen worden uitgebreid, dan waartoe de commissie aanvankelijk concludeerde. De heer P. Stapel Cz. spreekt er ziin teleurstelling over uit, dat in de regeeringscommissie niemand van de leden der commissie van Noorderkwartier zitting heeft. De Secretaris, die deze zaak nogal eens in Den Haag heeft besproken, deelt mede dat het wel in de bedoeling zal liggen om naast de huidige regeerings commissie met sterk commercieelen inslag een technische commissie aan te stellen en spr. heeft de overtuiging, dat in die technische commisie de com missie van Noorderkwartier zitting zal krijgen. De werktuinencommissie. doet mededeelingen bij monde van den heer Jm. Blaauboer Gz.. Bijzondere aandacht werd o.m. ge schonken aan den aankoop van landbouwwerktui gen via het werktuigenbureau, het gebruik van een molbord, het reinigen van dra in eerbuizen enz. De heer Joh. de Veer brengt in bespreking de wen- bevat ter kennismaking een HONIG's BOUILLONBLOKJE 1 sï k -f i/tfsgtë; wP* 25. Beresford had nu Croy's boord te pakken en hij schudde hem als een razende heen en weer. „Er uit" herhaalde hij, „anders worg ik je, ploert." Daar zijn greep zich versterkte bestond de groot ste mogelijkheid dat hij zijn bedreiging ten uitvoer zou brengen. Zijn vingers drongen zich al meedoo- genloos in Croy's nek, en diens gelaat zag bloedrood, terwijl hij heftige pogingen aanwendde zich los te maken. En het vreemde van alles was, dat het jonge meis je thans ingreep en de situatie redde. Ze had haar handen van de oogen weggenomen, boog zich over haar tegenstribbelende begeleider heen en duwde het deurtje van don wagen open. „Ga er uit", riep ze opgewonden uit. „Even opzij, Berry, anders heeft hij geen ruimte." Beresford voldeed aan haar verzoek, maar zijn greep om Croy's hals verslapte geen seconde. Hij sleepte hem op een vrij hardhandige manier uit den wagen, doch op dat oogenblik kwamen ze beiden in botsing met het nog steeds steigerende paard, waar door Beresford zijn tegenstander wel even los moest laten. Terwijl dit gebeurde zette het jonge meisje op een eenigszins onhandige wijze de auto in beweging, en met een scherp geknars der remmen, welk geluid vrijwel overstemd werd door een woedekreet van Phil Croy die in de modder lag te spartelen, ver dween ze uit het gezicht. De twist. Croy was echter reeds overeind voordat Beresford er op verdacht was, en hij liet zulk een stortvloed van schldwoorden hooren, dat Beresford werkelijk voor een oogenblik verbaasd stond en er stil van werd. „En nu komt iou beurt", zei hij grimmig. „Steek maar van wal: ik ben klaar." „Dat zal zeer zeker gebeuren", antwoordde Be resford bedaard. Hij bond zijn paard met den teugel aan een paal vast, die aan het eind van de laan stond. Intusschen liep Croy bleek van woede het smalle pad op en neer, naar een geschikt gevechtsterrein zoekend. Hij had weldra al iets ontdekt en baande zich een weg door het kreupelhout, op de hielen gevolgd door Be resford. Er werd niet veel tijd aan voorbereidende maatre gelen besteed. Beider bloed stond op het kookpunt, en ze trokken onmiddellijk van leer. Beresford die op school als uitstekend bokser bekend had gestaan, ging thans echter niet volgens de regelen der kunst te werk, aangezien hij hiervoor in een te opgewon den toestand verkeerde. Het was eenvoudig hem de volle laag te geven, zonder over bepaalde methodes na te denken, en dit gebeurde dan ook zonder voor behoud. Nadat de eerste schok echter achter den rug was, merkte Phil Croy maar al te goed, dat het verstan diger was indien hij een afwachtende houding aan nam. Kort tevoren had hij zich volkomen door zijn drift laten meeslepen, doch dit overkwam hem zelden of nooit. Zijn aard was vrij gemakzuchtig, bij het luie af, en er moest al heel wat gebeuren wilde hij driftig worden. Hij wachtte Beresford's woedende aanval in een verdedigende houding af, en daar hij de grootste en zwaarste van de twee was, gelukte het hem ten vol le hem op een afstand te houden. De jonge man had op school nimmer bepaalde methodes geleerd, zooals I met Berry het geval was, en hij had het trouwens nimmer noodig gevonden die in toepassing te bren gen. Zelf-verdediging was op het oogenblik zijn troef kaart en hij bleef kalm wachten totdat de ander in zijn nabijheid zou komen. De grond was drassig en glibberig en hierop was zijn onverdeelde aandacht gevestigd. Beresford scheen hiervan niets bemerkt te hebben, hield er al thans blijkbaar green rekening mede.Zijn eenig verlan gen was zijn tegenstander een harden slag in het gezicht te geven, en hierdoor vergat hij andere din gen. Het drong zelfs niet tot hem door dat Croy hem opzettelijk op een zekeren afstand hield, en even min begreep hij dus wat er eigenlijk gebeurde, voor dat het al te laat was. Gedreven door het verlangen het voor oogen gestelde doel te bereiken, sprong hij te ver. Hij gleed uit en maakte een flinke buiteling. Het volgende oogenblik lag zijn gezicht in de voch tige aarde gedrukt, Croy boven op hem, zijn knieën stevig in zijn rug gedrukt, hem intusschen met zijn rechtervuist op het achterhoofd hamerend. „Heb je nu genoeg gehad, of wil je soms nog wat meer?" spotte Croy, hem in zijn nek vattend. „Vuil zwijn dat je bent", brulde Beresford, terwijl hij zich geheel onverwacht met zulk een kracht op richtte, dat zijn vijand even van de wijs werd ge bracht. „Dit zal je duur komen te staan. Ik ga je vermoorden." „Oh, ja?" klonk het sarrend. „Dat zullen we eens zien mijn waarde." En toen liet zijn zwaarder lichaamsgewicht zich gelden, en Beresford was bovendien niet in een po sitie tot zelfverdediging. Dieper en dieper werd hij in de modder gedrukt, terwijl Croy op een onbarm hartige manier voortging zijn slachtoffer af te ram melen. Croy had vermoedelijk niet eerder opgehou den, voordat hij zelf uitgeput was, indien zich niet eensklaps een incident had voorgedaan. De twee vechtenden' hadden alles om zich heen vergeten en de komst van een derde was dan ook het laatste wat ze verwacht hadden. Als een wervelwind kwam die derde op hen af en even later kwam het scherpe gedeelte van een hondenzweep met kracht op de schouders en hals van den aanvaller neer. Croy brulde van pijn en liet zijn prooi los. En van deze gelegenheid maakte Beresford on middellijk gebruik. Met een geweldigen ruk bevrijd de hij zich, en het volgende moment stonden de vechtenden overeind, maar de strijd kon niet voort gezet worden. De derde stond tusschen hen, de hon denzweep stijf in de hand geklemd, en gereed on middellijk weer in actie te komen. Croy zijn hand tegen zijn pijnlijken nek gedrukt houdend, keek haar met groote, verbaasde oogen aan. „Lieve hemel. Sally", riep hij uit. Ze gaf hem een blik van diepe minachtig en haat en draaide hem den rug toe. „Beresford hoe krijg je het in je hoofd met dezen dezen... schooier te vechten?" Beresford wiens lip heftig bloedde en die geheel terneergeslagen was, kon niet zoo gauw een geschikt antwoord vinden. Hij voelde zich in werkelijkheid uiterst beroerd na de aframmeling dié hem was toegediend, hoewel hij dit voor geen geld van de wereld had willen bekennen. Sally hoefde echter niets verder te hooren. Ze keek hem even aan en nam toen de leiding in han den. „Maak dat je weg komt," riep ze Croy over haar schouder toe. „Je bent hier niet noodig, ellendeling. Je kunt zelfs niet eens eerlijk vechten." Haar stem trilde van verontwaardiging, en ze klapte met haar zweep en stampte op den grond om dit te verbergen. „Heb je me niet verstaan? Maak dat je weg komt", brulde zé1, nu buiten zichzelf van razernij. „Waarop wacht je nog? Wat wil je. Moet je nog eens met de zweep hebben? Dat zal gebeuren als je niet gauw verdwijnt; reken er maar op." Hij gaf toe omdat hem geen andere keuze over bleef. Hij trok zijn schouders op, en draaide zich om, daar Sally als een wrekende godin voor hem bleef staan en hem strak in de oogen keek. Ze had nim mer geweten een dergelijke domineerende macht te bezitten, had die trouwens tot op heden ook nog op geen sterveling kunnen toepassen. Zoodra Croy door het struikgewas was verdwenen wendde ze zich tot Beresford, en haar groote woede maakte dadelijk plaats voor een gevoel van overwel digende sympathie en medelijden. „Berry, hoe kreeg hij je in 's hemelsnaam op den grond. Is hij je van achteren aangevallen?" Beresford was drulc bezig het bloed en de modder van zijn gezicht te wisschen. Het was een zeer moei lijk moment voor hem, maar hij wilde niet toonen wat er in hem omging. Na enkele minuten gelukte het hem zelfs een grijnslach te voorschijn te roepen. „Schitterend gedaan, Sally. Wel bedankt", zei hij zacht. Sally had een helroode kleur, en het was duide lijk merkbaar dat ze eenigszins van streek was ge raakt. Ze probeerde de situatie te redden door haar hond, een jongen setter, te fluiten, die op haar toerende en met zijn natte pooten tegen haar op sprong. „Ondeugende Benjamin, je hebt me zoo vuil ge maakt", zei ze quasi bestraffend. „Voel je je weer in orde?" vroeg ze daarna aan Beresford. De jonge man die vol schramen en bloed zat, scheen inderdaad eenigszins op verhaal te raken. „Oh ja, dat loopt wel weer. Ik heb Robin aan het einde van de laan aan een paaltje gebonden." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 7