GRATIS
Vereeniging tot Ontwikkeling van
den Landbouw in Hollands
Noorderkwartier.
leder pak HONIG's VERMICELLI
In Hotel „De Beurs" van den heer C. Boontjes te
Schagen werd Maandag 29 April 1935 de voorjaars
vergadering gehouden, onder voorzitterschap van
den heer P. Biermann.
In zijn openingswoord wees deze er op dat een
vereeniging als Noorderkwartier van groot belang
is voor de opleiding van de jongere krachten uit den
landbouw, die ervoor moeten waken dat er niet zon
der hun over hun wordt beschikt. Daarom is het ge-
wenscht, dat samenwerking bestaat tusschen de
Vereeniging van Oudleerlingcn der R.L.W.S. en
Noorderkwartier.
Men hoort wel eens stemmen alsof Noorderkwar
tier geen bestaansrecht meer zou hebben. Spr. wil
deze gedachte met kracht bestrijden daar juist nu,
nu de meeste zusterorganisaties overbelast zijn met
crisiswerkzaamheden, Noorderkwartier de handen
vrij heeft om studievraagstukken ten behoeve van
den landbouw in behandeling te nemen. Noorder
kwartier heeft steeds getracht om vrij van politiek
de problemen objectief te beschouwen, en moet ook
in deze richting verder gaan.
Spr. verwijst naar de werkzaamheden der wegen-,
kanalen-, werktuigen-, en bieten-alcohol-commissie,
evenals naar de com. voor kalvertoewijzing samen
met de H. M. v. L. en de Ver. van Oudleerlingen.
Via deze commissie wordt contact gevonden met
verschillende regceringsinstanties, die van haar
kant blijk geven de adviezen van Noorderkwartier
te waardeeren, getuige o.a. het feit dat mede naar
aanleiding van het door de bieten-alcoholcommissie
uitgebrachte rapport, thans door de regeering een
commissie is ingesteld om dit vraagstuk nader te
onderzoeken.
Juist bij het samenstellen van dit voorwoord kreeg
spr. het bericht onder oogen dat de regeering van
den Ierschen Vrijstaat vijf fabrieken laat bouwen
om aardappelen te verwerken op spiritus, welke
laatste na vermenging met benzine dienst moet doen
als motorbrandstof. Dit is dus dezelfde opzet als de
bedoeling weergegeven in ons rapport alleen met
dit verschil dat de alcohol niet uit bieten maar uit
aardappelen zal worden vervaardigd. Moge dit een
aanwijzing zijn voor de door de regeering ingestelde
commissie.
Spr. verzoekt om de krachtige medewerking van
de bestuursleden, advisecrende leden en van de le
den ora de ruim 60 jaar bestaande vereeniging krach-
ting in stand te helpen houden in het belang van den
landbouw. De medewerking van den heer Nobel, die
reeds qiim 20 jaar sec. der vereeniging is, is van
zelfsprekend omdat de heer Nobel de ver. een warm
hart toedraagt.
Als spr. enkele regeeringsbemoeiingen behandelt,
wil hij niet uit het oog verliezen dat onredelijke cri-
tiek moet worden vermeden, en de toestanden over
de geheele wereld zeer ingewikkeld zijn. Echter
brengt spr. als eerste punt naar voren, dat de re
geering aandringt op verlaging der 'kosten en op ni
velleering van de uitkomsten van het akkerbouw- en
veeteeltbedrijf. Deze nivelleering zou zeer zijn toe te
juichen indien werd uitgegaan van het standpunt
dat de veeteelt moet worden opgetrokken tot het
zelfde peil als dat van den akkerbouw en niet om
gekeerd. Hiermede is niet gezegd, dat de akkerbouw
er zoo rooskleurig voor staat, dit allerminst, maar
het vcehoudersbedrijf met een melkprijs van 3 cent
en een kaasprijs van 12 cent, steun inbegrepen, is
zoo ruïneus dat het ergste is te vreezen, indien hier
in niet spoedig verbetering komt.
De akkerbouwers hebben dank zij eenige goede
oogsten het hoofd eenigszins boven .water kunnen
houden, hoewel de hypotheekboeren onder hun er
niet veel beter aan toe zijn dan hun collega's de vee
houders.
Vervolgens is het voor het platte land zeer nadee-
lig dat de regecring het groote verschil tusschen
stad en platteland stimuleert.
Dit blijkt o.a. uit de instelling van het werkfonds,
waarbij de stedelijke arbeider zooveel hooger wordt
uitbetaald, dan de landarbeider, terwijl het mij toch
wil voorkomen dat juist de landarbeider meer ge
schikt is voor het aanleggen van wegen en het gra
ven van kanalen dan b.v. een werklooze sigarenma
ker of koekenbakker uit de stad.'
Bij het maken van een weg naar Zuidlaren wa
ren arbeiders uit de stad en landarbeiders tewerk
gesteld aan hetzelfde werk. De stadsman kreeg 50
en de landman 23.cent per uur.
Er heerscht thans op het platte land een zeer
ernstige geest van verzet en ontevredenheid, die te
verklaren is door de steeds lager wordende inkom
sten, waardoor velen tot den bedelstaf zijn gebracht
en nog meerdere zullen volgen, terwijl er in het
minst geen uitzicht schijnt te bestaan op een spoe
dige verbetering.
Deze geest van ontevredenheid kan een ernstige
waarschuwing aan de regeering zijn, waartoe een
achterstelling van het platteland kan leiden.
Zoo veel mogelijk moet het gevoel van ambtena
rij achterwege blijven en aanbeveling verdient 't dat
het ingewikkeld samenstel van maatregelen voor de
steunregeling zoo veel mogelijk vereenvoudigd wor
de.
In het feit dat door de regeering wederom is aan
gesteld een Dir.-Gen. van Landbouw, waarvoor ook
Noorderkwartier steeds heeft geijverd, zie ik een
symptoom van meerdere waardeering voor den land
bouw.
Den heer Roebroek kennende, zijn wij ervan over
tuigd dat hij al zijn invloed zal aanrenden om ook
de organisatie der crisisinstellingen in goede banen
te leiden.
Door den Secretaris, den heer G. Nobel, worden de
notulen gelezen; ze worden onder dankzegging vast
gesteld.
De ingekomen stukken geven geen aanleiding tot
bespreking.
Door den Secretaris worden verschillende mede-
deelingen gedaan. We vermelden er het volgende
van
Het Bestuur heeft met bizondere belangstelling
van de benoeming van den Directeur-Generaal van
den Landbouw kennis genomen, omdat onze Ver
eeniging steeds voor de aanstelling van een Direc
teur-Generaal is geweest.
Door de aanstelling van den heer Ir. A. L. II. Roe
broek als zoodanig, dié in onze Provincie jaren werk
zaam was in de Directie van de Wieringermeer,
kunnen wij er van verzekerd zijn ,dat de bekendheid
van den Directeur Generaal met de Noord-Holland-
sche toestand alle aanleiding zal geven op de meest
prettige samenwerking met den Directeur Generaal.
1-Ie Bestuur besloot om in overleg te treden met
het Bestuur der Vereeniging van Oudleerlingen der
Rijkslandbouwwinterschool voor het verkrijgen van
een goede samenwerking voor Noorderkwartier, n.1.
om te bevorderen dat de leden dezer Vereeniging lid
worden van Noorderkwartier.
Om de toetreding te vergemakkelijken werd beslo
ten om hiervoor een bijzondere regeling te treffen,
waarvoor het Bestuur het voorstel doet om de Con
tributie voor hen te bepalen op f 7.50.
Het Bestuur der Vereeniging van Oudleerlingen
verklaarde zich bereid tot alle medewerking om le
den te winnen voor Noorderkwartier.
Veevoederbureau.
Van het Veevoederbureau werd de mededeeling
ontvangen dat de heer Inspecteur van den Land
bouw een voorstel zal doen tot subsidieverleening
aan het Noord-Hollandsch Veevoederbureau.
Als voorwaarde werd gesteld finantieele bijdragen
der Landbouworganisaties of belanghebbenden.
De besprekingen in het Bestuur hebben er toe ge
leid om te besluiten in te stemmen met het voorne
men om van het Veevoederbureau een zelfstandige
organisatie tc maken, zulks met ingang van den
dienst 1935, wat ook blijkt uit de begrooting.
Veebeperking.
Een commissie voor de bestudeering van de Re-
geeringsmaatregelen heeft het vraagstuk der kalver
toewijzing bestudeerd en daarover een rapport uit
gebracht, dat gepubliceerd werd. De Commissie heeft
zeer verdienstelijk werk geleverd, waardoor de on
gunstige kalvertoewijzing zeer goed is beoordeeld,
met het gevolg dat voor deze toewijzing een billijker
regeling voor Noord-IIolland is getroffen.
Melkbrood-actie.
Van het Koninklijk Ned. Landbouw-Comité kwam
een rapport in van het Hoofdbestuur der Hollandsche
Maatschappij van Landbouw over de vraag: „of het
uitsluitend bakken van mclkbrood inhet belang is
van den Nederlandschen Landbouw."
„Het onderwerp „Melkbrood" is in het Bestuur
meerdere malen besproken en ofschoon van de zijde
der Akkerbouwers wel bedenkingen werden geop
perd tegen, het algemeen bakken van melkbrood,
werd toch besloten om de hiervoor ingestelde Com
missie eene bescheiden bijdrage voor de propagan
da voor „Melkbrood" te geven.
Het Bestuur deelt mede dat omtrent de overplaat
sing van het Rijkslandbouwproefstation en van de
Proefzuivelboerderij te Hoorn thans nog niets vast
staat.
Door den Rijkslandbouwconsulent voor Noord-Hol
land, den heer Ir. Lienesch, wordt medegedeeld, dat
er een plan in bewerking is om te komen tot een
vruchtbaarder samenwerking van de Rijkslandbouw-
voorlichtingsdienst met de groote organisaties in
Noord-Holland.
Hierbij moet nog afgewacht worden wat de opvat
ting is van de Regeering. Eerstdaags zal hierover
vergaderd worden. Dit jaar wordt op de oude wijze
doorgewerkt: zoo zijn momenteel in exploitatie: 3
proefvelden mei wintertarwerassen, Anna Paulowna,
Groetpolder en Haarlemmermeer; 1 proefveld met
zomertarwerassen, Texel: 1 proefveld met zomer-
gerstrassen. Texel; 2 proefvelden met aardappelras
sen, Anna Paulowna en Haarlemmermeer; 1 proef
veld met 3 suikerbietenrassen. Anna Paulowna: 3
kleine proeven met voederbietenrassen. Zijne: 1 klei
ne proef met diverse roode-klaverrassen, Waardnol-
der... 2 proeven met diverse riienafstanden bij win
tertarwe. Waardpolder en Houtraknolder; 3 kleine
proefjes met diverse zaaitijden H.N.K.
De volgende proeven inzake grasland: Diverse N.
meststoffen in Koegras 2. Beemster 1. Zijpe 1. Kali
op grasland te Barsingerhorn en Krommeniediik;
Fosforzuur on grasland in Ziine 2, -f onttrekkingspr.
voor Zijne 1: Met de Ver. v. Oudl, cursus Anna Pau
lowna orienteerende proeven inzake kalibemesting
op tarwe; Met de Afd. Holl. Mij. v. Landbouw Waard
en Groet orienteerende proeven over den invloed van
diverse maatregelen bij tarweverbouw. In samen
werking met een aantal landbouwonderwijzers oriën-
teerend onderzoek inzake de meststof diammonfos-
faat: 2 proefjes met de nieuwe meststof sulkaphos.
De belangstelling van het gras kuilen is sterk toe-
eenomen. Wat het gebruik van zure wei betreft moet
spr. er op wijzen dat men hierbij voor alles dient te
letten op zorgvuldig werken bij het gras optassen en
besproeien, wil men voldoende kans op resultaat
hebben.
Wel was de analvse van het R.L.P.-station te
Hoorn dit jaar gunstig, maar dat houdt geen zeker
heid in dat men bij onvoldoende nauwkeurigheid
eenzelfde succes mag verwachten.
Dit jaar wordt een bedrijfsproef geëxploiteerd in
St. Pancras en wel bij den heer Jb. Blom. Dit be
drijf van 26 H.A. grootte zal trachten de voedsel
voorziening zoo veel mogelijk te dekken van eigen
bodem. Hoewel wij niet meenen daarbij alle kracht
voer te kunnen missen, zoo ziin wfi toch er van over
tuigd. dat door een juiste wijze van winning van
best kuilgras en best hooi aanzienlijk te besparen
moet zijn op de eiwit-aankoop. T. z. tijd zullen over
deze interessante proef mededeelingen gedaan wor
den in de pers.
Alhoewel het bezoek aan de school zich weer in
stijgende lijn bevindt, wil spr. niet nalaten op deze
plaats nogmaals de aandacht te vestigen op de Rijks
landhouwwinterschool te Schagen. De lokalen zijn
groot genoeg om per klasse 24 leerlingen te kunnen
bergen en daar zijn we nog lang niet aan toe. Ten
einde de gelegenheid tot volgen van de school aan
trekkelijk te maken, is spr. van plan het daarheen te
leiden, dat er een voorbereidende klasse wordt ge
vormd, die slechts 1 lesdag per week zal vragen, ter
wijl dan de eigenlijk le klasse nog maar 4 lesdagen
per week vragen zal.
Deze mededeeling moet men beschouwen als een
voorloopige. aangezien nog geen goedkeuring uit
Den Haag is ontvangen inzake deze reorganisatie.
Op verzoek van den Voorzitter deelt de heer Ir.
Lienesch een een ander mede over borax-proeven te
gen hartrot in bieten.
Door den Voorzitter wordt opgemerkt, dat nimmer
de tuinbouwconsulcnt op de vergaderingen aanwe
zig is en hem zal een speciale uitnoodiging worden
gezonden.
De Najaarsvergadering zal in Alkmaar worden ge
houden.
Rekening en begrooting.
De rekening 1934 wordt vastgesteld tot een be
drag van f 2075.96, met een batig saldo van f 419.26.
Zonder bespreking wordt vastgesteld de begroo
ting voor 1935, waarbij wordt medegedeeld, dat het
salaris van den secretaris-penningmeester op eigen
verzoek van den heer Nobel van f200 teruggebracht
is op f100. voor welke tegemoetkomende houding de
Voorzitter den Secretaris hartelijk dank zegt.
Verkiezing bestuursleden.
In de plaats van de aftredende bestuursleden, de
heeren P. Stapel Czn., D. P. Timmerman en C. Fok,
worden gekozen de heer Joh. de Veer, Schagen. D.
Nobel, Beemster en de heer Jm. Blaauboer Gz., Kol-
horn.
Tot onder-voorzitter wordt benoemd de heer P.
Stapel Cz.
Op voorstel van het. Bestuur wordt aan artikel 6 der
Statuten toegevoegd, met de bepaling, dat voor de
leden der Vereeniging van Oudleerlingen der R.L.W.
S. te Schagen de contributie f7.50 zal bedragen.
De heer Ir. Lienesch vroeg of thans het oogenblilc
niet is aangebroken, om ook de contributie voor de
leden met 10 te verlagen, terwijl de heer H. Re-
zelman. Schagerbrug, beplèit om voor de leden van
de landbomvwintercursussen een lagere contributie
vast te stellen.
Door het Bestuur zullen in de a.s. bestuursverga
dering beide ideeën worden besproken en de aan
vrage om de koninklijke goedkeuring zal dan ook
achterwege blijven, tot na de a.s. najaarsvergadering,
waarin over beide ideeën zal zijn beslist.
De Bieten-Alcohol-commissie.
De heer Ir. Lienesch wenscht de Vereeniging geluk
met het bereiken van het doel dat zij beoogde bij
de instelling van deze Commisie.
Zonder onbescheiden te zijn, meent hij wel te
mogen zeggen, dat de instelling van de Regeerings-
commisie inzake de bestudeering van het Bieten-
Alcohol-vraagstuk een gunstige stimulans heeft on
dervonden in het werk van de Commissie.
Het doel van het werk is bereikt en de Comm.
zou kunnen volstaan met haar taak als beëindigd te
beschouwen, ware het niet dat reeds nu een schrij
ven is ontvangen van de Regeeringscommissie waar
in deze laatste zich reeds tot de Commissie wendt.
Juist het feit dat wij niet zijn vertegenwoordigd
in hoogste instantie, maakt het noodzakelijk dat wij
nog eenigen tijd ons leven rekken.
Behalve van de zijde der Regeeringscommissie
ziin nog verzoeken om informaties ontvangen van
enkele groot-industrieelen, zooals Jaffa te Utrecht,
terwijl eveneens uit Indië nadere gegevens werden
verzocht.
Spr. wenscht nog even te wijzen op de nieuw op
te bouwen aardappelspiritus-indust.rie in Ierland.
Hierbij doet zich het typisch feit voor. dat de lei
ding voor het technisch gedeelte is opgedragen aan
Nederlandsche deskundigen.
Een van de Commissie-leden, de heer Visser, heeft
nog mooie gegevens verzameld uit de litteratuur in
zake het gehruik van alcohol-benzine mengsels in di
verse landen.
Hoewel de Commissie momenteel over meer ge
gevens beschikt dan bij de publicatie van haar rap
port.. meent spr. dat momenteel het beste een af
wachtende houding kan worden aangenomen.
Waar momenteel een objectief onderzoek staat te
wachten is het z.i. de beste weg. rustig op de resul
taten van het Regeeringsrapport te wachten en niet
door onberaden publicaties vast te houden aan za
ken die straks voor 100 duidelijk kunnen zijn.
De heer Visser krijgt nog gelegenheid om uit zijn
archief nadere mededeelingen te doen inzake de 1 li
teratuurgegevens. Uit deze gegevens blijkt wel dat
het gebruik van mengbenzine gunstig en voordeelig
is, bijv. voor vliegmachines en schepen en wanneer
dat dus het geval is de bietenteelt nog in veel be
langrijker mate zou kunnen worden uitgebreid, dan
waartoe de commissie aanvankelijk concludeerde.
De heer P. Stapel Cz. spreekt er ziin teleurstelling
over uit, dat in de regeeringscommissie niemand
van de leden der commissie van Noorderkwartier
zitting heeft.
De Secretaris, die deze zaak nogal eens in Den
Haag heeft besproken, deelt mede dat het wel in de
bedoeling zal liggen om naast de huidige regeerings
commissie met sterk commercieelen inslag een
technische commissie aan te stellen en spr. heeft de
overtuiging, dat in die technische commisie de com
missie van Noorderkwartier zitting zal krijgen.
De werktuinencommissie.
doet mededeelingen bij monde van den heer Jm.
Blaauboer Gz.. Bijzondere aandacht werd o.m. ge
schonken aan den aankoop van landbouwwerktui
gen via het werktuigenbureau, het gebruik van een
molbord, het reinigen van dra in eerbuizen enz.
De heer Joh. de Veer brengt in bespreking de wen-
bevat ter kennismaking een
HONIG's BOUILLONBLOKJE
1 sï k -f
i/tfsgtë;
wP*
25.
Beresford had nu Croy's boord te pakken en hij
schudde hem als een razende heen en weer. „Er uit"
herhaalde hij, „anders worg ik je, ploert."
Daar zijn greep zich versterkte bestond de groot
ste mogelijkheid dat hij zijn bedreiging ten uitvoer
zou brengen. Zijn vingers drongen zich al meedoo-
genloos in Croy's nek, en diens gelaat zag bloedrood,
terwijl hij heftige pogingen aanwendde zich los te
maken.
En het vreemde van alles was, dat het jonge meis
je thans ingreep en de situatie redde. Ze had haar
handen van de oogen weggenomen, boog zich over
haar tegenstribbelende begeleider heen en duwde
het deurtje van don wagen open.
„Ga er uit", riep ze opgewonden uit. „Even opzij,
Berry, anders heeft hij geen ruimte."
Beresford voldeed aan haar verzoek, maar zijn
greep om Croy's hals verslapte geen seconde. Hij
sleepte hem op een vrij hardhandige manier uit den
wagen, doch op dat oogenblik kwamen ze beiden in
botsing met het nog steeds steigerende paard, waar
door Beresford zijn tegenstander wel even los moest
laten.
Terwijl dit gebeurde zette het jonge meisje op een
eenigszins onhandige wijze de auto in beweging, en
met een scherp geknars der remmen, welk geluid
vrijwel overstemd werd door een woedekreet van
Phil Croy die in de modder lag te spartelen, ver
dween ze uit het gezicht.
De twist.
Croy was echter reeds overeind voordat Beresford
er op verdacht was, en hij liet zulk een stortvloed
van schldwoorden hooren, dat Beresford werkelijk
voor een oogenblik verbaasd stond en er stil van
werd.
„En nu komt iou beurt", zei hij grimmig. „Steek
maar van wal: ik ben klaar."
„Dat zal zeer zeker gebeuren", antwoordde Be
resford bedaard.
Hij bond zijn paard met den teugel aan een paal
vast, die aan het eind van de laan stond. Intusschen
liep Croy bleek van woede het smalle pad op en
neer, naar een geschikt gevechtsterrein zoekend. Hij
had weldra al iets ontdekt en baande zich een weg
door het kreupelhout, op de hielen gevolgd door Be
resford.
Er werd niet veel tijd aan voorbereidende maatre
gelen besteed. Beider bloed stond op het kookpunt,
en ze trokken onmiddellijk van leer. Beresford die
op school als uitstekend bokser bekend had gestaan,
ging thans echter niet volgens de regelen der kunst
te werk, aangezien hij hiervoor in een te opgewon
den toestand verkeerde. Het was eenvoudig hem de
volle laag te geven, zonder over bepaalde methodes
na te denken, en dit gebeurde dan ook zonder voor
behoud.
Nadat de eerste schok echter achter den rug was,
merkte Phil Croy maar al te goed, dat het verstan
diger was indien hij een afwachtende houding aan
nam. Kort tevoren had hij zich volkomen door zijn
drift laten meeslepen, doch dit overkwam hem zelden
of nooit. Zijn aard was vrij gemakzuchtig, bij het
luie af, en er moest al heel wat gebeuren wilde hij
driftig worden.
Hij wachtte Beresford's woedende aanval in een
verdedigende houding af, en daar hij de grootste en
zwaarste van de twee was, gelukte het hem ten vol
le hem op een afstand te houden. De jonge man had
op school nimmer bepaalde methodes geleerd, zooals
I met Berry het geval was, en hij had het trouwens
nimmer noodig gevonden die in toepassing te bren
gen. Zelf-verdediging was op het oogenblik zijn troef
kaart en hij bleef kalm wachten totdat de ander in
zijn nabijheid zou komen.
De grond was drassig en glibberig en hierop was
zijn onverdeelde aandacht gevestigd. Beresford
scheen hiervan niets bemerkt te hebben, hield er al
thans blijkbaar green rekening mede.Zijn eenig verlan
gen was zijn tegenstander een harden slag in het
gezicht te geven, en hierdoor vergat hij andere din
gen.
Het drong zelfs niet tot hem door dat Croy hem
opzettelijk op een zekeren afstand hield, en even
min begreep hij dus wat er eigenlijk gebeurde, voor
dat het al te laat was. Gedreven door het verlangen
het voor oogen gestelde doel te bereiken, sprong hij
te ver. Hij gleed uit en maakte een flinke buiteling.
Het volgende oogenblik lag zijn gezicht in de voch
tige aarde gedrukt, Croy boven op hem, zijn knieën
stevig in zijn rug gedrukt, hem intusschen met zijn
rechtervuist op het achterhoofd hamerend.
„Heb je nu genoeg gehad, of wil je soms nog wat
meer?" spotte Croy, hem in zijn nek vattend.
„Vuil zwijn dat je bent", brulde Beresford, terwijl
hij zich geheel onverwacht met zulk een kracht op
richtte, dat zijn vijand even van de wijs werd ge
bracht. „Dit zal je duur komen te staan. Ik ga je
vermoorden."
„Oh, ja?" klonk het sarrend. „Dat zullen we eens
zien mijn waarde."
En toen liet zijn zwaarder lichaamsgewicht zich
gelden, en Beresford was bovendien niet in een po
sitie tot zelfverdediging. Dieper en dieper werd hij
in de modder gedrukt, terwijl Croy op een onbarm
hartige manier voortging zijn slachtoffer af te ram
melen. Croy had vermoedelijk niet eerder opgehou
den, voordat hij zelf uitgeput was, indien zich niet
eensklaps een incident had voorgedaan.
De twee vechtenden' hadden alles om zich heen
vergeten en de komst van een derde was dan ook het
laatste wat ze verwacht hadden. Als een wervelwind
kwam die derde op hen af en even later kwam het
scherpe gedeelte van een hondenzweep met kracht
op de schouders en hals van den aanvaller neer.
Croy brulde van pijn en liet zijn prooi los.
En van deze gelegenheid maakte Beresford on
middellijk gebruik. Met een geweldigen ruk bevrijd
de hij zich, en het volgende moment stonden de
vechtenden overeind, maar de strijd kon niet voort
gezet worden. De derde stond tusschen hen, de hon
denzweep stijf in de hand geklemd, en gereed on
middellijk weer in actie te komen.
Croy zijn hand tegen zijn pijnlijken nek gedrukt
houdend, keek haar met groote, verbaasde oogen
aan. „Lieve hemel. Sally", riep hij uit.
Ze gaf hem een blik van diepe minachtig en haat
en draaide hem den rug toe.
„Beresford hoe krijg je het in je hoofd met dezen
dezen... schooier te vechten?"
Beresford wiens lip heftig bloedde en die geheel
terneergeslagen was, kon niet zoo gauw een geschikt
antwoord vinden. Hij voelde zich in werkelijkheid
uiterst beroerd na de aframmeling dié hem was
toegediend, hoewel hij dit voor geen geld van de
wereld had willen bekennen.
Sally hoefde echter niets verder te hooren. Ze
keek hem even aan en nam toen de leiding in han
den.
„Maak dat je weg komt," riep ze Croy over haar
schouder toe. „Je bent hier niet noodig, ellendeling.
Je kunt zelfs niet eens eerlijk vechten." Haar stem
trilde van verontwaardiging, en ze klapte met haar
zweep en stampte op den grond om dit te verbergen.
„Heb je me niet verstaan? Maak dat je weg komt",
brulde zé1, nu buiten zichzelf van razernij. „Waarop
wacht je nog? Wat wil je. Moet je nog eens met de
zweep hebben? Dat zal gebeuren als je niet gauw
verdwijnt; reken er maar op."
Hij gaf toe omdat hem geen andere keuze over
bleef. Hij trok zijn schouders op, en draaide zich om,
daar Sally als een wrekende godin voor hem bleef
staan en hem strak in de oogen keek. Ze had nim
mer geweten een dergelijke domineerende macht te
bezitten, had die trouwens tot op heden ook nog op
geen sterveling kunnen toepassen.
Zoodra Croy door het struikgewas was verdwenen
wendde ze zich tot Beresford, en haar groote woede
maakte dadelijk plaats voor een gevoel van overwel
digende sympathie en medelijden.
„Berry, hoe kreeg hij je in 's hemelsnaam op den
grond. Is hij je van achteren aangevallen?"
Beresford was drulc bezig het bloed en de modder
van zijn gezicht te wisschen. Het was een zeer moei
lijk moment voor hem, maar hij wilde niet toonen
wat er in hem omging. Na enkele minuten gelukte
het hem zelfs een grijnslach te voorschijn te roepen.
„Schitterend gedaan, Sally. Wel bedankt", zei hij
zacht.
Sally had een helroode kleur, en het was duide
lijk merkbaar dat ze eenigszins van streek was ge
raakt. Ze probeerde de situatie te redden door
haar hond, een jongen setter, te fluiten, die op haar
toerende en met zijn natte pooten tegen haar op
sprong.
„Ondeugende Benjamin, je hebt me zoo vuil ge
maakt", zei ze quasi bestraffend. „Voel je je weer in
orde?" vroeg ze daarna aan Beresford.
De jonge man die vol schramen en bloed zat,
scheen inderdaad eenigszins op verhaal te raken.
„Oh ja, dat loopt wel weer. Ik heb Robin aan het
einde van de laan aan een paaltje gebonden."
Wordt vervolgd.