Raad Callantsoog
BLACK-BOy
Woensdag 1 Mei 1935.
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9712
NeV
Piet peinst:
PRUIM TABAK
Afscheid
Burgemeester Breebaart
Het afscheid.
Wordt vervolgd
Stoere stuurman stuurt door stormen;'
Stuurboord, bakboord, keer op keer;"'
In zijn mond doet BLACK BOY nèt zoo;
Bakboord, stuurboord, heen en weer.
GESAUSDE ZWARE
Tegen Dinsdagmorgen half elf uur was een ver
gadering uitgeschreven van den Raad der ge
meente Callantsoog, waar behalve enkele agenda
punten het afscheid van Burgemeester Breebaart
stond aangegeven.
Mr. D. BREEBAART.
Toen het uur van openen daar was, was de kléine
raadzaal staande vol met wethouders, leden van
den Raad, leden van verschillende corporaties en
hunne dames, te veel om hier allen op te noemen.
Verder merkten wij nog op oud-burgemeester Lo-
vink en eenige Heldersche heeren, als vertegenwoor
digers van de Mij. van Nijverheid afd. Helder en
Helders Belang en de Federatie van V.V.V. ver-
eenigingen.
Tegenwoordig was eveneens het Hoofd der School
de heer Van Meerten, de gemeente-opzichter, de
heer Dr. Oterdoom en mevrouw en nog vele anderen
die blijk gaven van hun medeleven met het heen
gaan van Burgemeester Breebaart.
Toen allen gezeten waren, heette de heer Mr. D.
Breebaart allen welkom en begon met het treurig
ongeluk te gedenken, dat zijn veldwachter en echt-
genoote had getroffen door het noodlottig ongeluk
van hun kindje. Juist op den dag der voorbereidin
gen voor deze vergadering werden zij door dat ver
lies getroffen. Spr. heeft het ook aan het graf van
liet kindje gezegd en wil het hier herhalen, nl. dat
de ouders de kracht mogen hebben om hun leven
moedig te vervolgen. Spr. vraagt een enkel oogen-
blik van stilte als blijk van meegevoel in dit zoo
droevig verlies.
Daarna wordt een aanvang gemaakt met de
agenda der vergadering.
Mededeeling wordt gedaan van het ontslag van
Mr. D. Breebaart als burgemeester van Callantsoog
en zijn benoeming te Zijpe.
De heer Mr. D. Breebaart had verzocht om hem
eervol ontslag te verleerien als:
Voorzitter van de Commissie van Toezicht op het
agentschap der arbeidsbemiddeling, enz.
Lid van de Commissie van Uitvoering van den
Vleeschkeuringsdienst, kring Barsingerhorn vóór
deze gemeente.
Lid van de Commissie van Beheer van den School-
artsendienst, district Den Helder.
Vertegenwoordiger der gemeente in Waterschaps
aangelegenheden.
Voorstel van B. en W. om de onder b en c ge
noemde functies onvervuld te laten en over te gaan
tot vervulling van de onder a en d bedoelde vaca
tures in afwachting van den verderen loop van
zaken inzake de burgemeestersvacature.
Aanbeveling van B. en W.:
Voorzitter Commissie van Toezicht arbeidsbemid
deling, enz.: S. Kooger.
Vertegenwoordiger Watersehapsaangelegenheden:
S. Kooger.
De heer S. Kooger wordt tot beide functies benoemd
en neemt deze benoemingen aan.
Als eerste spreker voert het woord de heer Kruis-
veld, oudste wethouder. Deze zegt het volgende:
Toen u negen jaar geleden tot burgemeester van
deze gemeente werd benoemd, heb ik met u gespro
ken over uw verhouding als jonge man tegenover de
zoo kleine arme gemeente Callantsoog. U heeft toen
gezegd te zullen zoeken naar bronnen om deze te
kunnen aanboren teneinde de gemeente weer omhoog
te brengen. Ik trok deze pogingen in twijfel, want ik
voorzag geen resultaten. Toch is hot u gelukt en wel
goed gelukt ook. Om een voorbeeld te noemen: de
exploitatie van de terreinen voor zomerwoningen aan
beide zijden van het dorp. Eerlijk moet ik u beken
nen, dat u deze plannen uiteenzette en er gesproken
werd over het aanleggen van wegen door deze ter
reinen, ik heb er voor gestemd, maar wel heel schoor
voetend. En zie nu dc resultaten. Straks wordt deze
exploitatie voor de gemeente een prachtige jaarlijk-
sche bijdrage in de kosten der huishouding. Dat is
wel in hoofdzaak aan u als burgemeester te danken.
Ook was dit een mooi object voor de werk verschaf
fing, waardoor de werkloozen, nu nog zonder steun
regeling geholpen kunnen worden, of anders naar de
andere werkverschaffingen buiten de gemeente ge
zonden zouden moeten worden.
Burgemeester, dit was slechts een van nog meer
dere voorbeelden, waaruit kan blijken wat u voor
de gemeente gedaan heeft. Het spijt mij als wethou
der ontzettend dat u ons nu in deze nog zoo moeilijke
tijden gaat verlaten. Evenwel u moet hooger de maat
schappelijke ladder op. De samenwerking was hier
mooi, we hopen dat dit ook in uw nieuwe gemeente
goed en prettig zal mogen zijn.
De heer S- Kooger, 2e wethouder, verkrijgt daarna
het woord en zegt:
Namens de fractie der S.D.A.P. wensch ik u het
volgende voor te lezen:
Geachte Burgemeester!
Het is nu ongeveer 9 jaar geleden dat u benoemd
werd als burgemeester van Callantsoog. Toen u hier
werd geïnstalleerd, was de tevredenheid niet alge
meen; men was zelfs bang dat Callantsoog voor een
doorgangshuis zou worden gebruikt. Nu, dat is nogal
goed afgeloopen; want over het algemeen heeft u
zich goed gekweten van uw taak; u gaat dus te
gauw weg; had u niets voor de gemeente willen of
kunnen doen, dan hadden we u veel eerder kwijt
moeten zijn.
Burgemeester, 9 jaar geleden heeft u een belofte
gedaan; ook toen was de toestand van de gemeente
slecht, maar u wilde probeeren nieuwe bronnen aan
te boren. Wat is daarvan terecht gekomen? Laten
we nog eens even alles de revue laten passeeren.
Er is al het een en ander door mijn collega, wet
houder Kruisveld gezegd, maar er blijft voor mij toch
nog wel wat over.
Toen ik ongeveer 7 jaar geleden 2e wethouder werd
van deze gemeente, hebben we alles samen besproken
wat voor onze gemeente gedaan kon worden.
Ie. Allereerst was daar het belastingvraag-
stuk. Er waren nog verschillende personen, die aan
geslagen konden worden in de woonforensenbelas-
ting. Het waren in hoofdzaak de meest gegoeden uit
de gemeente, met de hoogste inkomens. Ook de werk-
forensen brachten nog heel wat op. De bedragen wa
ren van 40 tot 750 gulden per persoon per jaar. Dat
verlichtte voor de lage inkomens; we zijn er u dank
baar voor en zijn blij dat we ja hebben geknikt.
2e. Dan hebben we ons mooie bouwplan, met aan
weerszijden van het dorp een complex houten zo
merwoningen; met aan de duinen rond een rij van
kleine villa's. Alles bij elkander, een mooie aanwinst
voor het dorp. Aan de oostzijde van het dorp nog een
groot terrein, waar nog vele zomerwoningen kunnen
worden gebouwd. Onze nieuwe bouwplan heeft veel
moeite en bestudeering gevraagd, maar het is werke
lijkheid geworden. De gemeente heeft er jaarlijks
zijn voordeel van, wat ook de opzet is geweest. Het
bouwplan is van u afkomstig en omdat wij eenparig
ja hebben gezegd, hebben de werkloozen werk bij
huis gehad en plukt de gemeente de vruchten.
3e. De mooie nieuwe verbouwde school. Nooit kon
daar geld voor gevonden worden. Sinds jaren was
er door het schoolbestuur om verbetering gevraagd
en ook van hoogerhand op den onhoudbaren toestand
gewezen, maar het is u gelukt om ook daar afdoende
verbetering te brengen.
4e. Het nieuwe Armenhuis. Hier wilde het
minder vlotten tusschen den burgemeester en de wet
houders en het Armbestuur. Hier had de burge
meester de pionnen van het politieke schaakbord op
oen handige manier verzet, hier kwam het tot een
treffen tusschen den burgemeester en het armbestuur
eenerzijds en de wethouders anderzijds. Hoe vlug u
ook bent, burgemeester, in het verzetten van uw
pionnen, toch is het niet mogen gelukken om door
de gesloten pionnen van de wethouders heen te ko
men, wij hielden de gelederen gesloten. We danken
dus wel het mooie nieuwe armenhuis aan den Bur
gemeester en aan het Armbestuur, maar niet de
plaats waar het staat, daarvoor hebben we geen ja
geknikt.
5e. De nieuwe weg. Het is een reusachtig mooi
werk, een groote verbetering, waar vele werkloozen
dezen winter werk hebben gevonden. We hebben het
met algemeene stemmen aangenomen en zijn blij dat
het nog onder uw werk gerekend kan worden. Nog
een kleine deklaag en het werlc is voltooid.
Ge. Ik heb nu gesproken over wat u heeft gedaan
in het algemeen. Nu wil ik het nog even hebben over
de arbeiders in het bijzonder. Heeft u daarvoor ook
nog wat gedaan?
In de eerste plaats wil ik een woord van dank tot
u richten, dat u zooveel mogelijk werk in eigen ge
meente hebt gezocht, waarmee de arbeiders groote
reizen werden bespaard en waar ze niet minder om
verdienden.
U moet altijd wel uw best hebben gedaan hij de
Fam. Jonkh. v. d. Poll, om de arbeiders ook daar te
plaatsen. Het is altijd naar tevredenheid gelukt.
Met de goedgekeurde werkverschaffing van het
Rijk die wii nu hebben, gaat het waf beter. Maar
toen we onze eigen kleine gemeentelijke werkver
schaffing nog hadden, is het voorgekomen, dat in
Maart het geld al op was. Ik heb toen het voorstel
gedaan om f2000.te leenen, om zoodoende de ar
beiders weer werk te verschaffen. Het maakt dus
niet uit in onzen Raad van wie dc voorstellen komen,
want hier gold het de arbeiders-wethouder die een
voorstel deed. Het werd met algemeene stemmen aan
genomen en uitgevoerd. Het is wel in den breede be
sproken of er ook een anderen weg was, maar het
is in geen enkel opzicht door u tegengewerkt. Dit
was dus een zuiver arbeidersbelang en we hebber,
allen ja gezegd.
Toch zijn er nog wel arbeiders die u niet goed ge
zind zijn; dat komt ten eerste dat de menschen niet
met het verdiende geld van de werkverschaffing
rond kunnen komen. Nauwte zoekt grauwte, zegt hei
spreekwoord. En daar is veel van waar, maar dat zal
in iedere gemeente wel zoo zijn. Naar mijne meening
heeft u, redelijker wijs gesproken en voor zoover de
wet het toeliet, voor de menschen gedaan wat u kon
doen.
7e. De zaak die de laatste dagen zoo druk bespro
ken wordt: Callantsoog bij de Zijpe!
Mag de Raad niet over samenvoeging spreken0
Moet de Raad van Callantsoog eerst personen uit
Schagen, of iemand die een niet onderteekend inge
zonden stuk in de Schager Courant plaatst, verzoeken
of dat wel mag? Ik meen van niet. Wij moeten de
belangen van de gemeente Callantsoog voorstaan. In
dien de gemeente een belangrijk financieel voordeel
kan doen, dan hen ik daar voor. We zullen dan ter
gelegener tijd de menschen uit Callantsoog moeten
hooren. Mocht er geen financieel voordeel zijn te be
halen, dan zal ik een heftige tegenstander zijn. We
nemen dus een afwachtende houding aan.
En nu, burgemeester, gaat u morgen naar uw nieu
we gemeente, ik hoop namens de heeren Kruijt en
Weij en namens mijn vrouw, dat gij u met uw heele
persoon aan uwe nieuwe gemeente zult geven.
Ik heb gezegd.
De heer Van Diepen, raadslid, wil zich gaarne
aansluiten bij het reeds gesprokene, maar toch als
cenig kath. raadslid de prettige samenwerking con-
stateeren die in hoofdzaak was te danken aan de
aangename leiding van den Burgemeester, Spr.
hoopt dat diezelfde leiding de gemeente Zijpe mag
ten goede komen.
De heer Jimmink, raadslid, is het in alle opzichten
rnet de vorige sprekers eens, ook hij roemt de pretti
ge samenwerking en voorzitters eminente leiding.
De heer M. Vries, lid van den Raad, spreekt
Burgemeester als volgt toe:
Hooggeachte Burgemeester,
Als oudste lid van den Raad dezer gemeente is
het mij een even vereerende als moeilijke taak U
in deze laatste door U geleide vergadering te zeggen
wat in den Raad omgaat.
Wanneer men op de prettigste wijze gedurende een
reeks van jaren heeft samengewerkt, tot bevorde
ring van de gemeentebelangen en, al was zulks te
verwachten, de leider van die samenwerking wordt
op een kwaden dag in gelijke functie bevorderd naar
een grootere gemeente, dan voelt men zich wel wat
vleugellam. Zoo is het thans met ons, Raadsleden
uwer gemeente, Burgemeester. Want we wisten en
voelden steeds dat onder uw leiding alles ging, zoo
als men dat van de leiding mag verwachten. Steeds
waren er ,ter bevordering van het afdoen van het
werk: le. Goede voorbereiding; 2e. goede voorstel
len; 3e. degelijke besprekingen met volledige in
lichtingen; 4e. uiteindelijke besluiten, alleen geno
men langs de lijnen der wettelijke en openlijke ge
leidelijkheid.
Wij, leden van den Raad, zijn u daarvoor zeer
erkentelijk niet alleen, maar het is ons steeds een
groot genoegen geweest onder uwe leiding met u te
hebben mogen samenwerken.
En daarom past ons thans een woord van dank,
van hartelijken dank, waarbij ik gaarne voeg
's Raads oprechte gelukwenschen met uw zoo eer
volle benoeming tot burgemeester van Zijpe.
Moge het u gegeven zijn, daar evenveel vrucht
baar werk te verrichten als hier door u is gepres
teerd en moge zulks geschieden in een even goede
verstandhouding als hier. Dat wensch ik, zoowel de
Gemeenteraad van Zijpe als ook u zelf innig toe.
Het ga u wel!
In aansluiting aan deze woorden zij het mij ver
gund, u, mevrouw Breebaart, ook even te mogen
toespreken. Al moogt gij met den Raad der gemeen
te niets te maken hebben, toch bekleedt u als vroüw
van den Burgemeester een plaats, die mij thans wel
even toelaat iets tot u te zeggen.
Ik stel het op hoogen prijs u hier in 't openbaar
hartelijk te danken voor de wijze waarop wij allen
steeds door u werden tegemoet getreden en per
soonlijk moge ik daaraan toevoegen een woord van
1 groote erkentelijkheid voor de wijze waarop ik steeds
met u de zaken voor het welzijn van -onze kerk heb
mogen behartigen. Steeds werd ik door u, onze pre-
sidente-kerkvoogd.es, hoogst gastvrij ontvangen en
de wijze, waarop ik dan mocht profiteeren van uwe
voorlichting en medewerking, was een zeer aange
name. Ik meende goed te doen, zulks hier even aan
te halen.
Gaarne wensch ik dan, zeer geachte familie Bree
baart, te besluiten met den heilwensch, dat uw pro
motie u ten zegen moge zijn, zoowel als uw nieuwe
gemeente en dat gij lange jaren in volle gezondheid
tot heil van allen wèrkzaam moogt zijn. Ik heb ge
zegd.
De heer Dr. Oterdoom voert namens de gemeen
te-ambtenaren het woord en herinnert in dit verband
aan het treurig verlies dat het gezin Koelemeij
heeft getroffen, waardoor het in diepe rouw is ge
vallen.
Spr. feliciteert Burgemeester met zijn promotie,
maar zegt, dat het de ambtenaren spijt dat hij heen
gaat. Burgemeester Breebaart was een onpartijdige
chef, een kundige chef, een chef die met alle ambte
naren meeleefde en die hen alle gaarne ten dienste
stond. Als gemeentegeneesheer had spr. ook alle
medewerking, wat hij uitvoerig illustreerde. Daarom
speet het spr. dat Burgemeester heenging. Blij was
hij om de eervolle promotie en hoopte dat Burge
meester Breebaart in Zijpe er van zou maken wat
er van te maken was. Een stoffelijk blijk van be
langstelling hadden de ambtenaren gaarne gegeven,
maar daarvoor zou zich, .gezien de ramp in het ge
zin Koelemeij, nog wel eens later een gelegenheid
voordoen. Spr. wcnscht den Burgemeester morgen
een goede aankomst in Zijpe en hoopt dat hij daar
in een goede gezondheid nog veel en nuttig werk zal
kunnen doen.
De heer Lovink, burgemeester van Anna Pau-
lowna, spreekt als collega, maar vooral als oud-Bur
gemeester, zeer hartelijke woorden van waardeering
en vergelijkt het komen van den jongen Burgemees
ter Breebaart voor 9 jaar terug en den dag van he
den. En dan constateert spr., dat was het 9 jaar ge
leden een afwachten wat het worden zou, dat het nu
is ëeri en al waardeering en hulde. Spr. laat de fi-
nantieele toestand der gemeente de revue passee
ren en constateert met genoegen hoe Callantsoog
het arme Callantsoog, zooals het toenmaals heette,
tot de weinige gemeenten behoort die zichzelf nog
redden. Spr. wijst er op, hoe Burgemeester Bree
baart en zijn vrouw ook als ingezetenen met Cal
lantsoog meeleefden en ook in het verenigingsle
ven vooral, zoo zelfs, dat mevr. Breebaart als direc
trice der zangvereeniging met lauweren uit hei
strijdperk trad.
Spr. eindigt zijn speech met den heer Kruisveld in
zijn woorden van waardeering te betrekken en hem
hulde te brengen voor het vele dat hij voor de ge
meente heeft gedaan.
De heer Daalder, als voorzitter der Commissie van
Toezicht, op de Arbeidsbemiddeling, brengt eveneens
hulde en dank voor de prettige samenwerking en is
overtuigd dat Burgemeester steeds de belangen dei-
gemeente en der arbeiders op het oog heeft gehad
Er zijn wel arbeiders, die dit niet erkennen, maar
zij willen dat niet weten, in de commissie is dat
steeds naar voren gekomen. Spr. twijfelt niet, of de
heer Breebaart's bekende handigheid zal hem het ge
makkelijk maken ook in Zijpe zich in de zaken in
te werken en daar ook de samenwerking te krijgen
die zoo noodig is.
Toen stond de heer Vos, voorzitter van V.V.V. te
Callantsoog, op en zeide:
Geachte Burgemeester!
Met gemengde gevoelens heb ik aan do uitnoodi-
ging om bij Uw afscheid' als Burgemeesler van Cal
lantsoog aanwezig te zijn. gevolg gegeven.
Ik zal niet in herhaling treden over wat U als
Burgemeester voor onze gemeente is geweest, doch
wil me in hoofdzaak bepalen bij m'n eigen afdeeling,
de V.V.V.
Er is mij veel gevraagd, van buitenmenschen: wat
hebben jullie voor Burgemeester, mijn antwoord
was altijd: dat gaat best, voor ons een goeie kerel,
hij doet z'n best voor de plaats, om Callantsoog voor
uit te krijgen, 't Ging precies de richting uit, als ik
het zoo graag zie. Geen enkele Callantsooger zal dit
kunnen tegenspreken.
Burgemeester, ik heb het genoegen gehad 9 iaar
met U samen te werken in deze richting. U was geen
Callantsooger zooals ik. maar evengoed heeft U ge
tracht van onze Badplaats te maken wat er van te
maken was. Als er voor de V.V.V. problemen waren
op te lossen, was U steeds onze advocaat, en zou U
voor onze vereeeniging wel zien te bereiken, wat er
ie bereiken was. U heeft als Burgemeester. Callants
oog overal, waar dit mogelijk was, naar voren 'ge
schoven.
Daarvoor betuig ik U. hij Uw afscheid als Burge
meester van Callantsoog dan ook namens de V.V.V.
onzen hartelijken dank.
Zooals ik in 't begin reeds zeide, heb ik met ge
mengde gevoelens aan de uitnoodiging gehoor ge
geven.
Die eerste gevoelens heb ik' reeds kenbaar ge
maakt, doch de tweede zijn van minder aangename'
aard.
Het bulletin van 17 April bracht ons de onaange
name tijding van Uw benoeming als Burgemeester
van Zijpe, en de Schager Courant van 23 April de nog
onaangenamer mededeeling van ..Zijpe en Callants
oog één". Volgens het bericht in genoemd blad, had
U in één dag tijd de Raad er van overtuigd, dat
Callantsoog een onderdeel van Zijpe behoort te zijn.
Burgemeester, over deze overrompeling ziin wij,
Callantsoogers, niets te spreken. Wii laten ons niet
graag levend verkoopen. Ik vind ook dat de Raad
geen blijk heeft gegevpn, om de gevoelens van hun
ingezetenen naar voren te brengen, daar tegen die 16
aangevoerde punten die in deze vergadering ziin be
sproken. wel heUeen en amler is aan te voeren.
Moerderen van U hobben toch in 1913 helpen vech-
ten, om zelf .een eigen Burgemeester te hebben, en
zouden we nu. nu onze Burgemeester naar de Bu
ren gaat. er maar achteraan loonen en vragen of ze
ons op den koop toe willen hebben?
Wii willen gaarne met onze buur Zijpe op goeden
voet leven, op alle moge.liike wijze samenwerken,
doch laat ons zelfstandig blijven.
In genoemd verslag sprak U over minder oordeel
kundige wijze van samenwerken van de twee had
plaatsen van Uw nieuwe Gemeente met de onze,
doch ik heb daar nooit iets van gemerkt. Ik zou
zeggen, de leiding is nu in goede handen, dus wan
neer dit dan 't geval was, zal dit in de toekomst
zeker in orde komen.
Burgemeester, ik wensch TJ en de Uwen, namens
de V.V.V. te Callantsoog en namens mij en m'n ge
zin in Uw nieuwe gemeente veel goeds toe. en hoop
in lengte van dagen met U en de Zijper buren in
vriendschap samen te werken, doch, los van el
kaar.
De heer Biersteker, Den Helder, huldigde de heer
Breebaart namens de fed. Noordholland van V.V.V.,
uitte ziin blijdschap dat hier erkend was, dat het
Vreemdelingenverkeer een uitkomst was voor de
gemeentekas. Hij hoopte dat deze woorden ook ver
der zouden doorklinken in andere gemeenten en
eindigde met den wensch dat al ging de heer Bree
baart dan .een stapje verder van Den Helder, de sa
menwerking er zou blijven.
De heer Van Meerten. als laatste spreker, zeide
dat de teerling gewornen was en Burgemeester heen
ging. dat bericht had velen als een donderslag bij
helderen hemel getroffen. Spr. memoreerde dat Bur
gemeester niet heenging omdat het hier in Callants
oog niet beviel of liever wegwilde. maar alleen met
deze gezonde aandrang, om ziin positie te verbeteren.
Met recht had Burgemeester gedongen naar de
functie van Burgemeester van Zijne en spr. brengt
zijn hartelijke gelukwenschen met deze benoeming.
Spr. brengt vervolgens dank voor alles wat de heer
Breebaart voor het onderwijs heeft gedaan, wijst op
het vernieuwde schoolgebouw, de uitstekende leer
middelen. kortom uit heel het bestuur van Burge
meester Breebaart bleek, dat hij het onderwijs een
goed hart toedroeg. Ook de aansluiting hij de districts
schoolartsendienst. was ziin werk. Verder was hij de
vraagbaak der onderwijzers en voor dit alles wordt
hartelijk dank gezegd Er is hier. zegt spr., veel ge
schermd met de handigheid van Burgemeester. Spr.
meent dat het op de intonatie van het woord en dat
dit de beteekenis aangeeft er, dan is handigheid niet
slecht, integendeel. Flair moet iemand voor ziin
amht hebben, anders slaagt hii niet en in die hetee
kenis wil spr. handigheid aanvaarden. Snr. wenscht
Burgemeester en ziin vrouw veel geluk in Zijpe en
hoopt ze vele molen in Callantsoog terug te zien.
Al deze toespraken verwierven een hartelijk en
van instemming getuigend applaus.
Antwoord van Burgemeester Breebaart,
Spr. begint met te zeggen, dat hij geen redevoering
op schrift heeft, maar liever op wat hier gesproken
werd zou antwoorden, niet aan hem als 't was zelf
te beoordeelen wat hij gedaan had. Het afsluiten van
het tijdperk van zijn leven in Callantsoog had spr.
sterk aangegrepen. Het leven was niet altijd even
kalm, liep niet steeds op rolletjes, er gebeuren soms
dingen, die diep in het leven van een mensch in
grijpen. Spr. wijst op wat met het kindje van Koeie-
meij is gebeurd, hoe gister zijn collega De Moor af-
schoid moest nemen van een ambt dat hem lief was,
hoe dezen dag door hem nog een paar jonge men
schen in den echt zijn verbonden, die blij hun toe
komst tegemoet gingen, allemaal dingen, die zooals
gezegd, diep in het leven ingrijpen. En zoo gaat spr.
vandaag heen, om morgen in een andere gemeente
een nieuwe periode te beginnen.
Spr. herinnert er aan hoe men 9 jaar geleden in
Callantsoog, waar men hem niet kende, een vrien
delijk afwachten in acht nam, in mijn a.s. gemeente