evemq emsmweit
JMhmid^WiiiIi
te Alkmaar.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
ZITTING VAN DINSDAG 30 APRIL.
Z ii p e.
EEN GEVAARLIJKE CARAMBOLE IN 'T DONKER.
De duorijder N. Ausma die in den avond van 10
Juni de twijfelachtige genoegens had beleefd van een
aanrijding, bleek nog niet door het noodlot te zijn
uitgeschakeld, althans toen hij druk bezig was. het
beschadigde motorrijwiel te herstellen aan den kant
van den Ilelderschen weg onder de gemeente Zijne,
werd hij aangereden door een nasseerende auto, die
geen achterlicht voerde en bekwam Ausma eenige
bloedende ontvellingen aan zijn handen. De Zijner
gemeenteveldwachter v. d. Heijden was weldra ter
plaatse en gelukte het bedoelde auto op te sporen,
die bestuurd werd door zekeren Klaas B., 'n soort
jockey uit Amsterdam. Ook de bestuurder van de
motor, zekere Jac. v. Slooten, uit Haarlem, kreeg
nog een opstopper en ontving eenige kleine blessu
ren aan zijn loopstokken, terwijl zijn motor volgens
zijn ongaaf 115 gulden schade bekwam. Misschien
dat hij meteen wel de reeds bekomen beschadiging
in deze rekening vlocht, wat achteraf "beschouwd
nog zoo stom niet zou zijn. Een paar passagiers van
de baldadige auto. die Amsterdam tot bestemming
had. men had de harddraverij te Anna Paulowna
bijgewoond, werden als getuige gehoord. Te Burger-
brug had het gezelschap opgestoken, het clubje zat
zoo'n beetje te maffen in den wagen, doch onder
Anna Paulowna en Schoorl had men een hevigen
schok gevoeld en was men opgeschrikt, doch de
chauffeur Klaas B. had gezegd: 't is niets! Natuur
lijk. Klaas had zijn smoesje wel klaar, dat is hekend!
Te Bergen was de auto aangehouden door een po
litieman. omdat het achterlicht van den wagen niet
brandde. Bij den Berger tunnel werd de wagen nog
eens aangehouden met betrekking tot de aanrijding
met den motor van Van Slooten en Ausma. De ge
tuige A. Zwart, een der inzittenden, was heel voor
zichtig in zijn verklaringen alsof hii het svsteem een
beet ie huldigde: „Ï-Tii doet. of z'n neus bloedt!"
De getuige Jacob Abram Katz, 'n landbouwer uit
Sloterdiik. had eveneens den schok gevoeld en ver
meende. dat de wagen van den weg was geraakt.
De Officier releveerde dat 't hier gold de eerste
kennismaking met art. 24 van de nieuwe Motor- en
Rijwielwet, waarin het verboden is bij een aanrij
ding. waarbij 'n ongeval het gevolg is. door te rijden.
Zulks om te voorkomen, dat de indentiteit van het
rijtuig niet kan worden vastgesteld.
In verband met de bijgewoonde courses vermeende
de heer Officier, dat het gebruik van alcoholische
ververschingen niet zonder invloed op de stuurvast-
heid van den chauffeur, die hii de rechtbank geen
onbekende is. is geweest en lettende op de verschil
lende andere omstandigheden, achtte de Officier hier
het ten laste gelegde feit bewezen, wat hem motief
gaf. 3 maanden gev te reauireeren.
We willen er nog even biivoegen. dat het hier be
trof de jockev Klaas B.. die onlangs terecht stond
wegens diefstal van een damesregenjas op de hard
draverij te 't Zand.
Hoorn.
EEN BELEGEN JANDOEDELZAAKJE.
De distillateur Matthiis N. te Hoorn had aldaar
terechtgevstean voor het kantongerecht, omdat hii in
het perceel Groote Noord 64 in voorraad had ge
had een hoeveelheid sterken drank, bestaande uit
jenever, cognac en brandewijn, bestemd voor den
verkoop in 't klein, dus hii minder dan 10 liter, waar
voor vader Thijs geen vergunning had. Voor deze
drank-exeesscn was hii veroordeeld tot 2 X 50 pop
boe'e of 2 X 50 dagen hechtenis.
De heer N. was in hooger beroep gekomen. twelk
appèl heden behandeld werd met mr. Dijkstra uit
Amsterdnm als verdediger.
Appellant, die 5 liter iaiem aan een dame had af
geleverd. welke verkoon motief had gegeven voor de
strafvervolging, had voor het kantongerecht hekend,
doch haalde thans weer bakzeil, met welke gewijzig
de houding de Officier echter geen rekening wensch-
te te honden, zoodat bevestiging van beide vonnis
sen werd gereauireerd.
Mr. Dijkstra bestreed den Officier in ziin opvat
ting omtrent de vakkennis van den appellant. Deze
is grossier in sterke dranken, doch hoofdzakelijk
om deze te versnijden tot zwak alcoholische dran
ken. Van hem kan niet verlangd worden, een vol
doende kennis van de drankwet te hebben, die zelfs
voor juristen een mysterieus doolhof is. Appellant
heeft alleen sterken drank verkocht aan detaillisten.
De caféhouders, wier bedrijf bijna aan den grond is
geraakt, hebben geen middelen meer, om hun dran
ken en gros te koopen en slaan nu hun voorraad bij
appellant in hij n liter inplaats van 10 liter. Daardoor
kwam de cliënt van verdediger in strijd met de
drankwet, in verband met de nieuwe situatie in zijn
bedrijf. Hij leverde niet aan particulieren, maar aan
den detailhandel, aan de detaillisten. Hij deed zulks
niet op slinkschc wijze maar, openlijk en vroeg do
noodige biljetten aan en dit nog wel aan de ambte
naren, die opsporingsambtenaren zijn van de drank
wet. Door deze handeling kon alle gedachte aan
kwade trouw worden geëlimineerd. Hii heeft
niet geknoeid en is niet op heeterdaad betrapt en is
ook nimmer vervolgd wegens overtreding der drank
wet. De vervolging is het gevolg van de razzia ge
houden tot constateeren van clandestienen drank
verkoop, waarvoor geheel in den liin van de regee-
ringsbezuinigingswoede 2 nieuwe drankwetinspec
teurs zijn aangesteld. Deze razzia is geheel mislukt
want de daders waren tiidig gewaarschuwd. doch de
heer N. was daarvan het slachtoffer geworden. Plei
ter kwam in verband met het door hem aangevoer
de op tegen de zware straf, die in geen verhouding
is met den ernst van het feit, aan den appellant op
gelegd.
Na nog uitvoerig te hebben stilgestaan hii verschil
lende onderdeelen, in dit proces naar voren geko
men. zoowel wat betreft de erkenning van den ver
dachte en de positie van appellant als grossier, con
cludeerde pleiter vrijspraak of ontslag van rechtsver
volging. subsidiair een aanzienlijke vermindering
van straf en de in beslag genomen voorraad sterkon
drank ter waarde van f600 vrii te geven, meer sub
sidiair clementie met appellant, wiens bedrijf toch
ook al reeds door de tijdsomstandigheden zwaar is
getroffen.
Door den Officier werd op verschillende punten in
pleiters betoog gerepliceerd en bleef de Officier bij
zijn requisitoir persisteeren, waarop een langdurige
dupliek niet uitbleef. A.s. week uitspraak.
EEN AARTSOPLICHTER.
De 38-jarige, te Schijndel geboren en te 's-Graven-
hage wonende „heer" Frits Sn., zich noemende verte
genwoordiger van de maatschappij „De Ster", ten
doel hebbende steun te verleenen aan landbouwers
en veehouders, had in die kwaliteit verschillende
goedgeloovige ingezetenen in dorpen in den omtrek
listiglijk en bedriegelijk, zooals de term luidt, be
wogen tot afgifte van verschillende bedragen. Zoo
verscheen hij als de afgezant van het Fortuin in
Blokker o.m. hij de heeren Renooij, Peetoom en wed.
Vlaar, die hii een lot aansmeerde van deze maat
schappij „De Ster", hen lekker makende met toe
lichting, dat op zoo'n lot zonder uitzondering een
prijs viel van f75. niettegenstaande het lot voor
slechts f 67.00 verkrijgbaar was gesteld. De gooche
laar stond nu heden als oplichter terecht en 'n 7-tal
buitenlui waren in deze zaak als getuigen gedag
vaard.
In de eerste plaats had Frits den heer A. Leeuwe
rik de Wijdenes bewerkt en werd hem een bedrag
van 10 gulden als eerste termijn ter hand gesteld.
Hii deelde ook mede, dat zekere heer Arie Vis t e
Schellinkhout bereids een mooie prijs had gel rokken.
De maatschappij werd gesteund door kerkelijke in
stellingen en daardoor was het mogeliik zulke prij
zen uit te keeren, wanneer het lot geheel was afbe
taald, dan ontving men minstens 75 gulden en 'n
damesrijwiel. Voorts vertelde hii ook dat zekere
Peetoom en Renooij ook zoo'n lot hadden genomen,
wat achteraf 'n formeele leugen bleek te ziin.
De verdachte, in rechten bijgestaan door mr v. d.
Loos, verschool zich voortdurend achter zekeren
mijnheer Akkerman, resideerende te Baerle-Nassau,
die de directeur van „de Ster" heette te ziin.
Dit gaf de Officier aanleiding hem te. vragen of
de Directeur hem ook had gezegd, dat hii Peetoom
en Renooij moest voorstellen als deelnemers aan de
loterij.
De heer Pieter Haring, tuinman te Westerblokker,
had ook visite gehad van den representant van „de
Ster", tot steun van noodlijdende landbouwers, waar
aan verbonden kerkelijke instellingen. Het aller
minste dat op de loten te winnen viel. was 75 gulden.
Hij had nog 3 loten en daarop was als extra premie
gegeven een damesfiets. De handige snaak praatte
zóó mooi. dat Haring 'n lot pakte en 13 gulden ter
afbetaling voldeed. Dit geld behoorde aan het oudste
kind van Haring, die het van ziin zakcentjes had
overgespaard!
Ook den veehouder Klaas Tuinman wist hii een
dergelijk lot aan te smeren, onder het smoesje, dat
dit geld diende voor steun aan arme boeren. De Hei-
lige-Land-stichting te Nijmegen was ook öii dit lief
dadigheidswerk geïnteresseerd! Verbeeldt u 't idéé!
Er waren al menschen die premies hadden gewon
nen. onder meer de wed. Vlaar. benevens nog 'n
paar lieden uit den omtrek, Arie Vis. die 2000 gul
den, en nog een andere gelukkige, die zelfs 10.000
pop had gewonnen. Enfin, Klaas Tuinman nam 'n
loi en voldeed voorloopig 7 gulden. De winnaar van
f 10.000, de heer Piet Renooij. verscheen ook voor het
getuigenhokje en deed de teleurstellende mededee-
ling, dat hij niets had gewonnen. Een andere uitver
koren prijswinner moest ook met leedwezen verkla
ren, dat hem nimmer 'n cent winst van „de Ster"
die hii niet eens kende, was ten deel gevallen. Ook
den heer A. M. Vis was het bestaan van „de Ster"
onbekend. Wel had hij een lot betrokken van een
andere oplichtersmaatschappij, waartegen gewaar
schuwd was.
De Officier releveerde, dat men hier weer had 'n
liedie op het oude thema, de oplichlcr met zijn mooie
praaties ter eener en de goedgeloovige boeren ter
andere zijde. Het zijn altijd dezelfde soort menschen
die er tusschen worden genomen. Lezen die men
schen dan geen kranten, vroeg de Officier met ver
bazing. Het O.M. zal echter do strijd tegen deze
zwendelaars niet opgeven, zelfs al moet er dan eens
'n zaak stranden. De Officier besprak ook nog het
inslaande praatje over die kerkelijke instellingen die
als lokmiddel dienst moeten doen. Een samenweefsel
van verdichtselen was hier zonder twijfel aanwezig,
zooals door den Officier in finesses werd aange
toond. Alles tezamen genomen, vermeende de. Offi
cier sterk genoeg te staan, tegen dezen zwendelaar
10 maanden gevangenisstraf te kunnen vorderen.
De Officier waarschuwde menschen als de bedro
gen getuigen, met kracht, zich te hoeden voor derae-
lijke oplichters, waardoor vooral het platteland ge
teisterd wordt
Mr. v. d. Loos liet het licht schijnen op het feit,
dat de ondernemer te Baerle-Nassau de ware schul
dige is, doch niet de personen, die dikwerf ter goe
der trouw met zulke aandeden rondleuren. Deze
verdachte, die nimmer met den strafrechter in aan
raking kwam. was een mijnwerker, die door kolen-
vergiftiging dit werk niet meer kon verrichten. Hij
was daardoor werkloos geworden en toen in aanra
king gekomen via een anderen „Ster"-agent met den
beruchten mijnheer Akkermans en werd in de ver
wachting van een behoorlijk inkomen op de bevol
king losgelaten. De man. tenslotte in het Huis van
Bewaring gedeponeerd, schreef den heer Akkermans
een brief en vroeg in welken rommel hii nu terecht
gekomen was. Hii ontving toen ten antwoord, dat
men de onderneming had stopgezet en hij het mate
riaal moest terug zenden!
Pleiter vermeende dat verdachte wel een opeen
stapeling van diverse leugens had gedebiteerd, wat
echter nog niet het misdriif oplichting daarstelde;
concludeerde ten slotte vriispraak, mocht de recht-
bank anders oordeelen, dan refereerde pleiter zich,
doch drong in dit geval aan op een voorw. veroor
deeling.
Helder.
HET GEWONE HELDERSCHE CAFE-ZAAK.TE.
De heer B. J. M., 'n 52-jarige caféhouder in de
Zuidstraat te Helder, in het bezit van Verlof A, zou
in den nacht van 28-29 Augustus in zijn verlofzaak
aanwezig hebben gehad mej. Minna Antoinette Jo-
hanna Brands, wat in strijd werd geacht inet de
drankwet en de agent de Haan tegen den caféhou
der proces-verb. deed opmaken met gevolg, dat deze
heer werd veroordeeld door den Helderschcn Kan
tonrechter tot f25 boete. De veroordeelde berustte
echter niet in dit vonnis, kwam in hooger beroep en
verzekerde zich alsnu den juridischen bijstand van
Mr. de Groot. Dit appèl werd heden behandeld en
had verdediger niet minder dan 6 getuigen a dé
charge gedagvaard.
Mej. Brands erkende, zich dien nacht in het café
in gezelschap van een marinier te hebben bevonden.
Zij was in betrekking bij den heer de H., en deze
had haar gezegd, als' er naar gevraagd wordt, zeg
je maar dat je betalend logé bent.
Mej. Brands, lang niet op haar mondie gevallen,
beschuldigde den appellant, dat hij stond te jokken.
Voorts gaf zij toe, getrakteerd te zijn geworden op
bier, koffie en soms ook op Voorburg, echte Voor
burg, wel te verstaan, geen gekleurd water, zooals
rechter mr. Krabbe veronderstelde.
De heer G. de Haan, agent v. politie, hield zich
volkomen bij zijn opgemaakt proces-verbaal. Mej.
Brands had verklaard, betalend logé te zijn, wat De
Haan bij nader onderzoek onjuist bleek. Het café is
ook een dancing, voorheen werd het beheerd door
zekeren heer Leijen en toen was het een heel rustige
inrichting. Mej. Brands genoot op moreel gebied bij
de politie geen gunstige reputatie.
Hierop werden gehoord de 6 getuigen h décharge,
die meerendeels verklaarden dat juffr. Brands niet
in het café bediende en volgens haar verklaring
betalende logé was. Dit zeide zij op instigatie van
den caféhouder, beweerde het meisje, of liever vrouw.
Zij heeft man en 3 kinderen in Rotterdam.
De officier vond als gewoonlijk dergelijke Helder-
sche zaken onverkwikkelijk, ging het smalfilmver
haaltje nog eens in bijzonderheden na, om tot de
conclusie te komen, dat er geknoeid was en requi-
blijven, doch ze was zoo heesch, dat ze geen geluid
kon uitbrengen, en daarom liet ik haar beloven er
niet uit te komen."
„Hoe ellendig voor haar," zei hij, ineens heftig ge
plaagd door zijn geweten. „Mag ik even naar haar
toe gaan en aan haar bed zitten?"
„Nee, dat kan niet gebeuren", zei Joan. „Hoe min
der ze praat des te beter is het. Ik heb haar een
paar boeken gegeven en ze moet wat rust houden."
Ze keek hem met strenge blikken aan, alsof ze hem
tartte nog verdere voorstellen te doen.
Beresford deed het dan ook niet. Om de een of
andere reden voelde hij zich diep beschaamd. „Ga
je spelen?" vroeg hij even later.
„Ja, met vader. Het is zulk heerlijk weer", luidde
het antwoord.
„Oh ja, dat is waar ook. Ik heb nog vergeten mijn
verontschuldiging over gisteren te maken. Ik was
verhinderd te komen. Ik hoop dat je niet' op me
wachtte."
„Wachten? Op jou?" vroeg Joan lachend. „Lieve
hemel, nee."
Groote goedheid, meende ze het? Dat had hij nooit
van haar kunnen denken. Hij begon haperend een
nadere verklaring te geven, doch kon niet geheel uit
spreken, daar Sir Richard juist verscheen.
„Hallo, jonge man. Je hebt een pracht-wagen! Kun
je hem niet naar een museum sturen? Het spijt me
dat ik iets te laat ben, Joan, Pinfold moest me ech
ter nog spreken. Waar ziin mijn clubs?"
„Hier heb ik ze. Laten we nu voortmaken, vader.
Adieu Berry. Wij zien je nog wel eens."
Ze nam haar vader bij den arm en opnieuw was
Beresford alleen in de hall van Harbridge Court ge
laten. Hoe duidelijk herinnerde hij zich den vorigen
keer toen dit gebeurde.
Voor een kort oogenblik stond hij besluiteloos om
zich heen te kijken, daarna verliet hij het huis en liep
op den antieken two-seater toe. Joan en Sir Richard
waren reeds uit het gezicht verdwenen. Hij voelde
zich ineens heel eenzaam en met een ruk stapte hij
in het kleine voertuig. Het bleek al heel gauw dat
er geen leven in den wagen was te krijgen.
Tien minuten was hij bezig, maar zijn pogingen
waren vruchteloos. Opnieuw onderzocht hij den motor
en terwijl hij daarmede bezig was hoorde hij een
lieve, zachte stem vragen of er iets aan de machine
mankeerde.
Hij keek op en een vuurroode blos steeg hem naar
de kaken.
„Natuurlijk mankeert er zelfs heel veel aan", zei
hij grimmig. „Ik was een groote idioot den motor at
te zetten, want nu is 't ding eenvouding niet on gang
te krijgen". Onmiddellijk beheerschte hij zich en
glimlachte. „Oh, neem me alsjeblieft niet kwalijk me
op deze manier te hebben uitgedrukt, doch ik zat ei
al een kwartier aan te morrelen en mijn geduld ging
HILVERSUM f301 M.)
8.00 VARA. 12.00 AVRO, 4.00 VARA, 8.00 VPRO. 11.00
VARA. 8.00 Orgelspel C. Steijn; 8.30 Gram.pl.;
10.00 Morgenwijding VPRO.; 10.15 Declamatie A.
Bouwmeester; 10.35 J. van Kinshergen en zijn kwin
tet; 11.00 Vervolg declamatie; 11.45 Gram.pl.: 12.00
Het Lyra-trio; 1.00 Gram.pl.; 1.15 Concert door do
„Palladians"; 2 00 Voordracht door J. de Gruvtcr en
R. v. Noppen; 2.30 Gram.nl.; 3.00 De AVRO-Decibels
olv. Eddv Meenk; 4.00 Kninles; 4.45 Orgelspel J. Jong
5.00 Kinderuurtje: 5.30 Gram.nl.; 6.00 De Notenkra
kers olv. D. Wins; 7.00 Mr. J. H. v. Peursem: De
grenzen van Litauen: 7.20 E. Walis en zijn orkest;
7.50 Vaz Dias. en S.O.S.-berichten: 8.00 Ds. F. Dijke-
ma: De profeten: 8.30 „Collegium musicum D. F.
Scheurleer" olv H. Geraerdts; 9.00 Prof. Dr. L. J. v.
Holk: Geest; 9.30 Vervolg concert; 10.00 Vriiz. Godsd.
Persbureau, Vaz Dias; 10.15 Declamatie; 11.00 Jazz
muziek (gr.pl.); 11.30—12.00 Gram.pl.
HUIZEN f1875 M.)
Algemeen Programma, verzorgd door den K.R.O.
8.15—9.15 en 10.00 Gram.pl.: 11.30—12.00 Voor Zieken
en ouden-van-dagen; 12.15 Gram.nl. en orkestconcert.;
3.454.00 en 4.15 Pianorecital; 4.30 Gram.pl. en Schlaj
eermuziek: 6.00 Lezing; 6.15 Schlagermuziek: 7.15
Causerie; 7.35 Koorconcert: 8.00 Vaz Dias: 8.05 Or
kestconcert; 8.55 Voordracht: 9.10 Vervolg concert;
10.00 Voordracht; 10.10 Vioolsoli; 10.20 Gram.pl.; 10.30
Vaz Dias; 10.3512.00 Schlagermuziek.
DPOITWIOH '15P* GL>.
9.359.50 Morgenwijding; 10.20 Orgelspel R. New;
10.50 Voor de scholen; 11.10 Het Trocadero-Cinema-
orkest; 11.50 Dansorkest olv. H. Hall: 12.35 Kwartet
concert; 1.20 Voor de scholen; 2.20 Schotsch Studio-
Orkest; 3.05 Dansmuziek (Gr.pl.); 3.35 E. Colombo en
zijn orkest; 4.35 Dansorkest; 5.20 Berichten; 5.50 en
6.05 Lezing; 6,25 Bach-concert: 6.50 Peter I-Iaddon in
„The indiscretions of Archie". Wodehonse; 7.10 Radio-
Militair-Orkest... 7.50 Onerette-uitzending; 8.50 Be
richten; 9.20 Lezing; 9.40 Orkest; 10.35 Dansmuziek.
RADIO-PARIS (1648 M.)
6.20 en 7.20 Gram.pl.; 11.35 Orkestconcert; 7.20 Ope
raconcert; 8.35 Concert; 10.10 Populair concert.
KALTINDBORG (1261 M.)
11.201.20 Strijkorkest; 2.501.20 Concert uit Rest.
„Wivex"; 7.20 „Salomo", oratorium van Handel;
10.10—11.50 Dansmuziek.
KEULEN (416
5.20 en 6.35 Gram.pl.; 10.10 Pianorecital; 11.20 We-
ragkamerorkest; 3.20 Omroepkoor; 4.20 Uit Berlijn;
Omroeporkest; 6.20 Omroepkoor; 7.10 Gram.pl.; 7.35
Zie Deutschlandsender; 8.30 „Uriter Tag", spel van
Johannsen; 10.20—11.20 Omroeporkest.
reerde een zelfde straf f25 boete of 10 dagen, als in
eerste instantie opgelegd.
Mr .C. A. de Groot deed uitkomen, dat verdachte
streed voor zijn recht en niet voor zijn voordeel. Het
ging bovendien om zijn muziek en dansvergunning,
waarvan de intrekking dier vergunning uitliep op
zijn ondergang. Men had aan marinemenschen den
toegang tot zijn café verboden, omdat men meende
dat hij communistische lectuur op de leestafel had
liggen. En wat was die communistische lectuur; No
ta bene de „Strijdkreet", het orgaan van het Leger
des Heils, riep mr. de Groot, tot algemeene hilari
teit.
Ten slotte achtte pleiter het bewijs voor de ten
laste gelegde overtreding niet geleverd eo, conclu
deerde vrijspraak.
Helder.
DAT GEDRAAI STOND HEM TEGEN.
De heer Corn. Joh. J., 'n automobilist te Zand-
voort, was te Helder veroordeeld tot f4 boete of 4
dagen, wegens overtreding van het parkeerverbod
Ferst had de ambtenaar f2 boete of 2 dagen gevor
derd en later weer f 4 boete of 4 dagen, waartoe
hij werd veroordeeld, doch op de Griffie had men
gezegd, dat hij 5 gulden moest betalen. Dat gehark
maakte den man zoo spinnijdig, dat hij in hooger
beroep ging. Thans werd echter vastgesteld, dat de
boete 4 gulden bedroeg en de Officier requireerde als
nu bevestiging van het vonnis.
Den Helder.
HET BEKENDE ONDER ONSJE ACHTER
GESLOTEN DEUREN.
De 22-jarige Jacob H. uit Amsterdam stond terecht
terzake het zedenmisdrijf, strafbaar gesteld bii art
245 wetb. v. strafrecht, 'n aangelegenheid die in ver
band met het zedekwetsende met gesloten deuren
werd behandeld.
me begeven."
„Ja, ik hoorde het boven", zei Persis glimlachend.
„Het spijt me erg voor je", ging ze voort. „Je hebt
zeker haast. Wil ik een van de knechts bellen?"
„Nee, dat is niet noodig. Ik zal den wagen straks
wel door iemand uit het dorp laten halen."
„Telefoneer maar even", stelde Persis voor. „Het
is hier zoo koud."
Hij bekeek zijn handen. „Ik zal ook om toestem
ming moeten vragen me wat op te knappen."
„Ja, je ziet er erg smerig uit." Er voer een lichte
trilling door haar leden. „Ik zou het nu maar opge
ven en binnen komen. Je kunt telefoneeren en in liet
salon blijven wachten."
Hij voelde er niets voor zijn pogingen op te geven,
doch het jonge meisje kreeg toch haar zin.
„Het is ellendig te bedenken dat die afschuwe
lijke machine me de baas is", mompelde hij.
„Dergelijke dingen ondervinden we allen op onze
beurt", zei Persis filosofisch. Hij keek haar van ter
zijde onderzoekend aan, doch klaarblijkelijk lag er
geen bijzondere bpteekenis in haar woorden. Ze glim
lachte op haar manier en ging hem voor naar bin
nen.
Persis' blonde, blanke schoonheid kwam op haar
voordeeligst uil wanneer ze in het salon zat, welke
de schelste kleuren groen vertoonde. Ze deed temid
den van deze tinten werkelijk aan een lelie denken.
Ze nam plaats op den divan en schoof een kussen
met beschilderde pauwen achter haar hoofdje. „Ga
nu maar je handen wasschen en telefoneeren. Ik
wacht hier wel op je", gaf ze te kennen.
Beresford verliet het vertrek volmaakt tegen zijn
zin. Hij kon zich niet herinneren haar ooit mooier te
hebben gezien dan dien dag. Ze had de lieflijkste
oogen die er konden bestaan en haar lokken geleken
op goud.
En terwijl hij zich opknapte, kwam ineens de felle
impulsie bij hem op haar dadelijk in ziin armen te
nemen en dat roso gezichtje met kussen te overdek
ken. Het gelukte hem echter zich onmiddellijk te be-
heerschen. Het zou schandelijk wezen dit te doen,
want twee dagen geleden had hij haar ook al be-
leedigd. Hij was ontzettend grof geweest, oordeelde
hij. maar bij het zien van dien bruten Crov was hij
buiten zichzelf van woede geraakt. Klaarblijkelijk
had het jonge meisje hem evenwel vergiffenis ge
schonken, hoopte hij, en dit was het eenige wat er
op aankwam.
Ze wachtte nu zonder twijfel op hem om hem haar
dankbaarheid te betuigen voor zijn optreden in de
laan. I-Iij telefoneerde en spoedde zich daarna naar
het salon terug.
Ze zat nog in dezelfde houding als toen hij haar
verliet, doch ze bekeek nu een tijdschrift, waardoor
haar mooie oogen neergeslagen waren.
Wordt vervolgd.
27.
Daarna kwam het gesprek op algemeenheden en
op een gegeven oogenblik vertelde de Admiraal hem
dat zijn neef niet naar Cambridge terugkeerde, na
welke mededeeling herhaalde spijtbetuigingen van
den dominee volgden, en het was zelfs heel moeilijk
hem over iets anders te laten praten.
Die protesten hadden evenwel niet het minste ef
fect op den Admiraal, die wanneer hij eenmaal een
besluit genomen had, zoo onwrikbaar als een hoogc
stecnen muur was. Beresford en zijn moeder namen
daarna nog maar weinig deel aan het gesprek, en
na den maaltijd trok hij zich met haar in haar bou
doir terug.
Toen ze daar alleen waren spraken ze ook niet
meer over het bewuste feit. Er werd zelfs heel wei
nig gepraat, want op haar verzoek speelde Beres
ford piano voor haar. Hij improviseerde zachtjes, en
tegen een uur of half tien gaf zijn moeder te kennen
moe te zijn en naar bed te gaan.
„Goedennacht liefste." zei hii teeder. zich over haar
heenbuigend. Ze was zoo moe dat ze ternauwernood
hnnr oogen opsloeg en haar gezicht zag wasbleek.
Met een impulsief gebaar sloeg de jonge man zijn
armen om haar heen en drukte haar tegen zich aan.
„Liefste moeder", fluisterde hij. En toen gaf ze
hem zijn liefkoozingen terug, doch het was duidelijk
merkbaar dat haar gedachten elders waren. Hij be
greep ten volle dat ze geen lust meer had in een ver
trouwelijk gesprek, zelfs indien hij er voor in de
stemming was geweest, hetgeen evenwel allerminst
het geval was.
„Wel te rusten, mijn jongen", zei ze zacht. Terwijl
door «f ETHEL M. DELL
hij de kamer verliet maakte weer een onverklaar
baar gevoel van onrust zich van hem meester. Ver
beeldde. hij het zich of ging zijn moeder er dagelijks
slechter uitzien, en ze was ook opvallend mager.
Hü wilde die gedachten evenwel met geweld van
zich afzetten en ging slapen. Hij stond vroeg op, be
keek zijn mond met critische blikken voor den spie
gel, en raakte tot de ontdekking dat deze aanmerke
lijk geslonken was. Zijn nek was nog geweldig pijn
lijk en stijf, doch dit was van minder belang. Het
was helder, vriezend weer en hij zong het hoogste
lied uit terwijl hij zich kleedde. Zijn neerslachtige
stemming van den vorigen dag was volkomen ver
dwenen.
Klokslag tien uur reed hij de breede laan op welke
naar Harbridge Court leidde in een ouderwetschen
two-seater, die hij voor de som van twaalf pond van
een schoolcollega had gekocht, welke tijdelijk in
groote geldverlegenheid zat en den wagen moe was
geworden.
Hij koesterde de verwachting dat zijn oom hem
op zijn verjaardig een nieuwe auto zou geven, dus
hij had alle hoop dat de oude editie het tot dien
dag zou uithouden.
De eerste, die hij tegen kwam, was Joan, gewapend
met golfclubs. Ze groette hem op een eenigszins spot
tende wijze. „Hallo Berry. Hoe Iaat gaat de ballon
op? Dat wagentje ziet er uit alsof het elk oogenblik
in stukken kan vallen. Bovendien maakt het een hei-
densch kabaal. Je moet niet vergeten dat verschil
lende familieleden vandaag met hoofdpijn te bed lig-
gen."
„Wie dan?" vroeg Beresford teleurstellend.
Joan begon lachend op haar vingers te tellen. „Ten
eerste mama. doch ze gebruikt haar ontbijt altijd op
bed en verschijnt, zelden vóór elf uur heneden. Ten
tweede Persis." Ze imiteerde haar stiefzuster op tref
fende wijze. „Oh mama, Persis heeft zoo'n hoofdpijn
Tl moet heusch nog een paar uur blijven liggen. Ik
kan onmogelijk voor twaalven onstaan. Tot slot.
Sallv. Dan zijn we er, is het niet?"
„Sallv. Wat mankeert Sallv?" vroeg hii verbaasd
„Een ellendige verkoudheid", antwoordde Joan
„Ze heeft gisteren natte voeten opgeloopen en vergat
droge kousen aan te trekken. Ze wilde niet in bed