De Schoorlsche Molen. Westfriesche Vertellingen ingezonden /TUKKEN De Burgemeestersbenoeming van Zijpe en wat daaraan vast zit. Drooglegging van het Djellad-meer. Noodlottig ongeval. Mijnheer de Redacteur, Dat ik niet anders dan met groote aarzeling nog eens op de burgemeesterbenoeming van Zijpe en wat daaraan vastzit, terugkom, zult U, Mijnheer de Redacteur, wel kunnen begrijpen. Ik heb de pen nog eens ter hand genomen in de hoop, dat U mij nog eenmaal gelegenheid wilt ge ven om het een en ander recht te zetten. U hebt dit maal weinig genoegen gehad van Uw onpartijdig standpunt om van Uw krant in werkelijkheid te ma ken do spreektrompet der openbare meening. Laat het U echter een voldoening zijn, mijnheer de Redac teur, te weten, dat tegenover de enkelen, die U in dezen meenden te moeten aanvallen, talloos velen staan, die Uw houding en optreden hebben gewaar deerd, omdat de Schager Courant is gebleven het onafhankelijke orgaan, dat zich niet in dienst stelt van een kliek of partij, maar dat U hebt hooggehou den als een blad, waarin ook een eenvoudig burger als ik, zijn meening kan zeggen, zonder in zijn brood of positie te worden getroffen. Want mijnheer de Redacteur, het is ook ditmaal weer zonneklaar bewezen, hoe weinig een niet-on- afhankelijk man mag schrijven. Want stel U eens .voor, dat ik mijn schrijverij had onderteekend! Met welk een felheid zou men mij zijn aangevallen. Ik twijfel er geen oogenblik aan of aan den lijve had ik de nadeelcn daarvan ondervonden. Dat U de aanval voor mij moest opvangen vond ik niet aangenaam, maar oprecht gesproken heb ik nooit kunnen vermoeden, dat een man als dokter Oterdoom, zich ter wille van zijn vriend Breebaart zoo ver zou vergeten, als nu het geval is geweest, waarmede alweer is bewezen, dat een gestudeerd man niet altijd een beschaafd man is. Mijnheer de Redacteur, 't doet mij zeer veel genoe gen, dat de burgerij van Zijpe en haar vertegenwoor digers in den Raad den nieuwen burgemeester zoo naar behooren hebben ontvangen, 't Was geen on waar, opgeschroefd gejuich, geen op hoog verzoek niet gemeend gevlag, of feestbetoon, maar een rus tige ontvangst. Op !t raadhuis in de vergaderzaal wel een groot vertoon van vrienden en kennissen, maar geen Zij pers Wel speeches vol mooie woorden, prachtige woor den, uit edelachtbare en edelgeboren monden, maar geen „Zijper" hulde, 't Werd ook geen ketelmuziek of fluitconcert, maar een kalm: „U is ons van hoo- ger hand gezonden en verder zullen wij afwachten." M.i. de eenig juiste en meest waardige wijze. Wel is er in Callantsoog, volgens Uw blad, op ge wezen, dat 9 jaar geleden de Callantsoogers hun bur gemeester in vriendelijke afwachting tegemoet kwa men en in Zijpe werd dat thans gemist. Maar in deze vergelijking was dan ook dit verschil, dat de Callantsoogers van hun jongen burgemeester 9 jaar geleden niets afwisten en wij, Zijpers den heer Bree baart van nabij hadden leeren kennen en hem niet moesten. Nu wij hem toch tegen onze zin kregen, was de situatie toch wel heel anders. Bovendien zijn vriendelijk aanbod, .waarbij ons Callantsoog om de hals 'werd gehangen. Men heeft in deze installatiedagen wel gezegd, M. de R. van verschillende zijden, dat wat ik had ge schreven verdachtmaking was, leugen etc., te min derwaardig om er op in te gaan, maar toch werden aan wat ik had geschreven veel woorden vuil ge maakt en steeds weer op mijn schrijverij gewezen en er op gescholden. Mij dunkt als alles wat ik had geschreven dan zoo minderwaardig was, zoo geheel uit mijn duim gezogen, waarom er dan zooveel spectakel om ge maakt? Wat mij te minderwaardig is, M. de R., schenk ik geen aandacht, daar zwijg ik over en daar mee, basta. Maar dat was hier heel anders en voor mij het beste bewijs, dat ik de plank niet ver mis had geslagen. Trouwens als men het verslag over de vergadering van Zaterdagavond in Callantsoog in Uw blad van Maandag leest, krijg ik met mijn bewering dat wat die samenvoeging van Zijpe en Callantsoog betreft, alles reeds voor elkaar was, voor de ontslagaanvrage van burgemeester de Moor, volkomen gelijk. Want niemand minder dan burgemeester Breebaart zelf erkent volmondig, dat hij er voor dien tijd met den Commissaris over had gesproken. Is het nu eensklaps geen minderwaardige leugen meer? O ja, deze bespreking stond volkomen los van de vervulling van de burgemeestersvacature in de Zijpe. Maar zeg, maak dat de kat wijs! geen sterveling, die dat gelooft. En trouwens het is weer onze nieuwe burgemees ter zelf, die erkent, dat juist doordat er een burge meestersvacature in de Zijpe aanstaande was, de sa menvoeging der gemeenten aan de orde werd gesteld. Hoe rijmt zich dat alles nu tezamen? Jawel, om aan den Commissaris van de Koningin werk te besparen heet het, moet er eensklaps zoo veel haast met deze kwestie worden gemaakt. Al weer zoo'n dooddoener. Ze hebben op die griffie daar in Haarlem zich nog nooit het zweet in de schoenen gewerkt en ook voor deze zaak zullen ze wel alle tijd nemen. Bovendien of de oplossing nu eenige da gen langer of korter duurt, dat doet aan de zaak niets af. Een tijdelijke burgemeester moet toch be noemd worden. Kom laat ons de kwestie toch zuiver houden van al die bijkomstigheden en ronduit zeggen waarop het staat, dan kunnen voor- en tegenstanders elkaar respecteeren. Vindt u het ook niet typeerend, M. de R., dat toen ik schreef, dat de burgerij, zoowel van Callants oog als Zijpe van alles op de hoogte diende te worden gebracht en 't geen pas gaf, dat de Callantsooger Raad zonder iets te weten voor een dergelijke, voor hun gemeente ingrijpende beslissing werd gesteld, ik alweer loog en bedroog en dat er nu spon taan door verschillende vereenigingen in Callantsoog een beweging op touw is gezet, waar voorlichting en uitleg zou worden gegeven. Nu voelde men ook daar blijkbaar behoefte aan meerder inzicht en zelfs Bur gemeester Breebaart slooft zich uit om aan dit be grijpelijk verlangen te voldoen. Het spijt mij alleen maar dat het op deze vergadering evenals in het be kende raadsstuk der gemeente Callantsoog, blijft bij algemeenheden. Er wordt door den geachten inlei der gewezen op de voordéelen voor de saamgevoegdc gemeente: armenzorg, werkverschaffing, arbeidsbe middeling, wegen, belangen der badplaats Callants oog, maar Mijnheer de Redacteur, 't was juist over al deze punten, dat jubel en lof werd verkondigd toen burgemeester Breebaart aftrad. Dit was alles juist zoo prima in orde, zoo hebben wij kunnen lezen, daar voor werd toch alle hulde uitgesproken. Dus wel een bewijs, dat om hier goede resultaten te bereiken, Callantsoog zijn zelfstandigheid niet heeft prijs te geven. Waarom dan wel? Alleen één uitdrukking in de speech van den heer Breebaart heeft mij getroffen en wel, dat er een be grooting dient te worden opgemaakt van de nieuwe samengevoegde gemeente. Precies, tdat lijkt mij'het zuivere beeld te kunnen geven, daarin kan alles worden verwerkt, b.v. onder meer hoeveel het salaris stijgt van Burgemeester Breebaart als Zijpe en Callantsoog één zijn; hoeveel of de heer De Boer vooruit gaat als gemeente-secreta ris, hoeveel de gemeente-ontvanger, hoeveel neen, meer punten zal ik niet aangeven. Het is er mij alleen maar om te doen, deze tweede maal, dat ik schrijf, om er de aandacht op te vestigen, dat men 'n zeer diepgaand onderzoek moet gaan instellen naar de voor- en nadeelen, ook naar de positie van de drie dan in de saamgevoegde gemeente liggende bad plaatsen en hun onderlinge verhouding. Wij moeten hebben geen algemeenheden, maar juiste berekenin gen, motieven waarop een uitspraak valt te bassee- ren, en dat alles, M. de R., heb ik in de voorlichting van den heer Breebaart gemist. Verder wilde ik ook wel graag eens een andere deskundige dan de heer Breebaart hierover hooren. Het lijkt mij op deze wijze veel te eenzijdig en bo vendien wensch ik deze geheele belangrijke kwestie los te houden van elke schijn van partijdigheid ol particulier belang. Ik hoop, M. de R., dat dit eenvoudig woord, niet weer zooveel stof zal doen opwaaien als vorige maal. Ik geloof, dat zelf ook wel niet, omdat er nu niet zooveel angst in de lucht is als in de installatie-dagen en dit zal een rustgevende invloed hebben op diegenen, die zich vorig maal geroepen gevoelden om ach en wee te schreeuwen. Vol belangstelling in de afwikkeling van deze be langrijke kwestie blijf ik, dezelfde Zijper. Waardoor 600.000 H.A. grond komt droog te liggen. Ankara: De Turksche regeering heeft korten tijd geleden een groot ontginningsprogram goedge keurd, waartoe o.a. behoort de drooglegging van ver schillende moerassen. Thans heeft de regeering defi nitief opdracht gegeven om binnen het kader van dit program te beginnen met de drooglegging van het Djellad-meer met omgeving, dat in de streek van KoetsjoekMenderes een onvruchtbare en ongezonde vlakte vormt. De werkzaamheden zullen ongeveer 3V2 millioen Turksche ponden kosten, doch wanneer zij voltooid zijn zal een gebied van 600.000 hectare voor den landbouw geschikt, terwijl een gebied van 6400 hectare, dat door het meer herhaaldelijk met overstroomingen wordt bedreigd, dan voorgoed van dit gevaar zal zijn bevrijd. Bovendien zal het gebied verbonden worden met andere gebieden door een kanaal van 46 K.M. lengte, dat 16^ meter breed en 3 meter diep zal zijn. OVERSTROOMINGEN IN DE ZUIDELIJKE AMERIKAANSCHE STATEN. New Orleans: Tengevolge van den storm hebben overstroomingen in Lousiana en Mississippi voor duizenden dollars schade aangericht. Vijf per sonen te Opelousas in Louisiana worden door het wa ter verrast en verdronken. VIER PERSONEN BIJ VLIEGONGEVAL GEDOOD. Washington: Nabij Macon in Nieuw Mexico is een Douglas-verkeersvliegtuig neergestort, nadat door een defect aan de benzineleiding een motorsto ring was ontstaan en het toestel urenlang had rond gecirkeld en tengevolge van den dichten mist tever geefs naar een geschikt landingsterrein had gezocht. Tot de inzittenden behoorden senator Cutting van Nieuw Mexico en zes employé's van een filmonderne ming, die op weg waren naar Annapolis. Senator Cutting en drie der inzittenden werden gedood. Oude man gedood. Woudenberg: Gistermorgen omstreeks tien uur heeft nabij het kruispunt De Poort te Wouden berg een ernstig ongeluk plaats gehad. Op genoemd kruispunt reed de 73-jarige G. de Bree in een invalidewagentje en naast hem liep de 69-ja- rige landbouwer G. Rol, die met manden eieren naar de markt ging. Een op hol geslagen paard met wa gen van den landbouwer Legemaat uit Maarsbergen, reed in woeste vaart de beide oude mannen onderst boven. De heer De Bree kreeg zoo'n ernstigen sche delbreuk en andere verwondingen, dat hij kort daar op aan de gevolgen is overleden. De heer Rol kreeg een schedelbreuk en brak een pols. Hij is in ernsti gen toestand naar het Diaconessenhuis te Utrecht overgebracht. DE PAUS TEGEN NATIONAAL-SOCIALISTISCHE METHODEN. Rome: Tijdens een audiëntie, die de Paus een groep Duitsche bedevaartgangers toestond, hield de Paus tot de Duitsche bezoekers een korte toespraak, waarin hij „zekere methoden" die in Duitschlancl wer den toegepast, veroordeelde en o.a. verklaarde: „In Duitschland worden pogingen gedaan het christen dom af te schaffen voor een terugkeer naar een staat van barbaarsch heidendom, waardoor het christelijke katholieke leven in gevaar wordt gebracht. NIEUWE AARDVERSCHUIVINGEN TE BAHIA. B a h i a:Maandag hebben zich in het door over stroomingen en aardverschuivingen geteisterde Bahia in Brazilië, nieuwe aardverschuivingen voorgedaan, waardoor weer persoonlijke ongelukken zijn ontstaan. Volgens de officieele opgaven is het totaal aantal dooden gestegen tot 31. HET CONFLICT IN DE AUTOMOBIELINDUSTRIE. New York: Tengevolge van de staking van 2340 man der transmissiefabriek van Chevrolet te Toledo, zijn thans verschillende andere fabrieken ge dwongen het werk stop te zetten, waardoor in totaal 33000 man op straat zijn gekomen. Bij stemming zal thans worden uitgemaakt of de.staking zal worden voortgezet. Sterke actie voor haar behoud. (Inzameling van gelden.) Sedert onze oproep tot steun, waardoor het ons comité mogelijk zal zijn de mooie molen voor de toe komst te bewaren, zijn al weder enkele dagen ver inopen. En wat voor ons zoo verblijdend was? Geen dag ging er voorbij of de postgirodienst bracht ons wat! Neen, beter nog, eiken morgen kregen we vele bijdragen, vaak uit de verste hoeken van Nederland. Zie slechts onderstaande verantwoording, welke loopt van 3 Mei jl.: Mej. C. H. S. fl.L. J. D. £1.C. C. S. fl.—A. E f 0.25, L. S. f5.—, mej. G. D. W. f5.—, mr. H. G. S. f2.50, J. Th. B. fl.—dr. H. C. P. G. f5.—, dr. N. van R. f 1.50, mej. A. H. f 10.mr. B. f 1v. B. f 0.50, J. de M. f2.—, J. E. de W. f 10.—H. H. B. f2.50, prof. D. J. K. f5.—, „De Holl. Molen f100,— P. H. V. T. f25.—, K. K. fl.—KI. de V. f2.50, W. S. f5.allen te Amsterdam; Mr. A. van der H. f0.25, mej. M. v. B. fl.—mevr. wed. B.-L. f2.50, H. M. 12.—, E. R. f5.—, mr. A. D. f 1.mej. M. A. R. f 5.mej. M. f 1.W G. W. f0.50,, N. N. fl.—M. A. D. f0.75, L. C. R. f0.50, al len te Rotterdam; M. M. f0.50, mej. S. fl.—M. K. Z. fl.—mevr. K. E. fl.—A. J. Iv. fl.—E. E. f5—, Ir. L. L. f0.50, D. G. f 0.50, H. L. v. d. P. f 10.—, mr H. H. f 5,—, jhr. mr. H. O. F. f3.—, A. A. II. f 1.—mr. II. J. K. fl,— L. M. v. H. f 1.—, ir. H. J. S., mevr. de B. H. f 5j,—al len te Den Haag-Scheveningen. A. O. f 10.K. B. f0.50, mej. E. T. fl.—mr. P. van S. f2.50, mej. E. C. M. v. d. F. de L. f2.50, C. T. f2.50, D. de V. f 1.—J. B. Czn., f 2.50, A. H. B. f5.— dr. P. fl.allen te Alkmaar; J. W. S. f 10.—, V.V.V. Nd. Kennemerl. f 10.—, J. H. f2.—, M. v. T. f2.50, P. J. G. M. flO.—H. H. f2.50, P. W., Fl. S. f5.—, mej. R. S. f5.—, II. B. en M. J. S. fl.—allen te Schoorl; (in deze gemeente volgt nog een bijzondere actie). V.V.V. f 25.—, M. E. N. f l.-v D. A. K. f 10.—mevr. F. fl.50, allen te Bergen; mr. J. E. W. T. te Aerdenhout f 100.mevr. B. B. te Zijpe f2.50, A. S. B. te Barendrecht f0.50, F. J. B. te Arnhem fl.S. O., Heemstede f0.50, D. G. J. B. te Amersfoort f 2.50, P. J. v. D. te Den Helder f 1. mej. L. Kralingscheveer f 1.dames D. A. E. van K. en S. A. S. v. K. te Leiden, beiden f 1.dr. G. N. H., Kg. a. d. Zn. f 10.J. B. te Ginneken f 1.A. K. te Tiel fl.—dr. D. Th. E. te Breda, f 10.L. A. W. N. te Gorinchem fl.R. B. te Zwolle fl.dr. J. M. P. te Goes f 5.mr. C. M. J. de J. te Haarlem f 2.50, L. R. te Dirkshorn f 1.—, A. A. de R. H. te Gro ningen fl.pröf. Van G. te Leiden f 1.H. H. te Wassenaar f2.50, Th. B. te Hilversum fl.N. N. te Wassenaar f0.50, A. T. van L. te Heemstede f3. fam. W. te Overveen f 1.80, mevr. wed. R. te Hrlm. fl.—F. J. H., Den Helder f0.50, Dr. R., Breda fl.50, mej. B. Leidschend f0.50, J. C. B. te Kelh. en Spaland f 1.—, H. v. R. O. te Vianen f 1.—, wed. P. L. te Hil versum f 2.wed. J. K. te Gr. Schermer f 1.C. A. B. v. H. te Utr. f 1.—, D. L. B. te Bergen f 1.mevr. S. v. d. G. te Velp f2.50, N. S. te Egm. a. d. Hoef f0.25, dr. J. F. te Eindh. fl—mevr. v. B. v. F. to Utrecht f 10.—D. en A. D. te Zaandijk f2.50, J. v. E, te Nd. Beemster f 0.50. A. S. te Zaandam f 10.—dames B. en C. te Amr. fl.50; mej. D. M. E. IL te Rotterdam f2.50; J. L. H. te Tiel fl.—K. V. te Eindhoven f2.50; W. F. J. en H. d. U. te Utrecht f 1.—; mevr. A. F. G. Z. te Huizen f5.—; een.molenvriend te A'dam fl.M. R. te Apeld. f 10,A. C. F. te Heemstede f 1.j W. P. B, te Zevenbergen f 1. Totaal tot 3 Mei 1935 f 604.05. Het Comité is buitengewoon dankbaar voor alle steun welke van vrienden van den Schoorlschen Mo len mocht worden ondervonden. Het doel, aankoop en herstel is echter nog lang niet bereikt. We rneenen daarom nogmaals een ernstig beroep te moeten doen op allen in den lande wien het ter harte zoude gaan wanneer deze mooie steenen molen uit het prachtige landschap van dennenbosschen, duinen en weidelan den zou moeten verdwijnen. Helpt het Comité vlug en goed! Stort nog spoe- dit een bedrag op postgirorekening 212166 van den Secretaris-penningmeester Fl. Schenner, onder het motto: „Voor den ouden molen". Draagt zooveel mogelijk uw steentje bij, opdat spoedig kan gezegd worden: „De oude mooie koren molen te Schoorl blijft voor ons allen behouden!" door Dr. T. P. Merkrid. 7. De brief. OP Donderdageivent van 13 Augustus 1891, wier „Klaas Boontjes met z'n hondesnor" op- wagt deur twei oer-Westfriesche jong-kir- rels Poei-poei net of d'r verlegen wat komme zei! Nouw, zuk kómpt er den ok. Ien van die jong-kirrils was Jan van Jan en hiette deerom Jan Kwadraat van z'n achternaam was r.ét deur z'n Staaseksamen komen, om voor dome- nie te kinne leeren, want azze je eindeksamen van de Hougere Burger dein had, al was 't ok beurd in Hoorn dan was dut nag lang niet genog en mos je nag meer letters eete Letoinse, Griekse en ok Heebreeuwse: de letters van 't ouwe volk van Israël, 't joodse. D'aar was Kees Koegras, die ok endeksa- men van de Hougere Burger ófloid had ók van de voifjarige: eerst skriftelik in 't Gebouw van de Pervinciaale in Haarlem en dat was nag niet mooi genog: toe nag mondeling ofnomen in 't Gebouw van de Oost-Indiese Kompannie in Hoorn, weer nag 3 dage mee moeid wazze. De post zou vandaag 'n brief bringe kinne, mit de uitslag hoe 't ofloupen was en nou wazze deuze twei 'm tegcmoetloupen en wier Klaas Boöntjus opwagt in de buurt van 't woon huis \an meister Immerik: 't huis van de geleerd- hoid sóórt bai soort; kon gien kwaad! En toe zee Kees teugen Jan Kwadraat, mit z'n lange bicnc en z'n bril op de neus voor 't iene kip- pugge oug, dattic verlegen in de poepsekarn zeten had voor dat mondelinge gedoe in Hoorn en dattie soggens stiekum om voif uur opstaon was om nag- gcres terippeteere en nei zien of Bergen in Noor wegen ok visch uitvoerde en waffere en te snuffele in de zaireviere van de Mussissippie, de houfdplaas- se van de skierailande Istrië en Dalmatië en oh, ja: vooral -'t stokpeerdje: de Hoevelakense-Esfeldse-Bar- neveldse- en Luntersche beek! (mot je nog vet?) de tocht nei Kanossa, wanneer dat uitstappie hou wen was en de zeuven-, de negen- de dertig- de taggentig- en de honderd-jarige oorlog de name van de waive van Hendrik Acht, want die vrat wai- ve en den nag van Sinus a en cosinus b en over my first happy Christmas- en Vondels Konstantijn- tje en 't dooie kind van Poot, dat mit teugenzin deuz' snoóde werelt intrad en Potgieter mit z'n gezanik: „Er was 'n tijd, dat de weegskaal der volkeren van Europa niet werd ter hand genomen, of de Neder- landsche Maagd wierp... Poei, Poei! en as de mie ter nog wat van Molière en Voltaire, de hielelikker van Lodewijk de Koning van Frankrik en van „der Alte Fritz" en den nag wat Koningswater was en hoe je zwavelzuur maakte en den nag 't toestel van Atwood en thermometers van Celsius, Réaumur, en Fahrenheit en ok nag gouw van de Groöte Beer en de klaine Beer, weerze stinge an de lucht, de wette van Newton, de Maagd van Orléans van Schiller: „nicht die zarte Jungfrau wahle, nicht der Hirtin weiche Seele... om de kolder in de kop van te kraige en vertelde an Jan Kwadraat, dat de lcer- aar in Duits, meneer Obermüller, in de klas zait had, dat an Schiller 't eeroburgerskap anböden was van 'n Fransche stad- maar dattie deervoor bedankt had- en dattie daarin geloik had had, omdat 't veul te gek klonken zou hewwe: „Mosskeu Skielléé"! En Jan Kwadraat, 'n bonk van 'n vent, zee terug, dat 'r nag gienien 'r de kolder in de kop van kre gen had van zoóveul harsenwerk „ben jij belata feld"? en Kees zee terug, dattie um ophange wou (niet Jan, maar z'n aigen miendie) en dattie um vast en zeker ok ophangen had, as Gert Skolte d'r niet wecst was en 'm deer niet van ófhouwen had, „want" zeedie „dooi, waskippers deer is niks an- vongen", dat die 'm nei de Kemissie brogt had en iedere keer weer ófhaalt astie de hele dag in 't haam weest was toe die die drie dage in Hoorn bai z'n vader en moeder te warskip weest was, en dat tie nou al twei dage vergong van de poin an z'n kies en deerom opnuuw mit planne rondliep om d'r maar 'n end an te make an die poin an z'n kies miendie en ók as Klaas Boóntjus niet gouw opskoöt mit die brief van de Kemissie en offie maar niet efkus bai meister Immerik anloupe zou? Jan zee van spoele mit óftreksul van kemille; Kees zee van loup jij nei de Franse mit je kemille! Jan zou Klaas Boóntjus ópvange Kees dorst niet an te skelle en hoopte stiekum, dat de dokter op skors of zoo weze zou. Nouw toe most 't mooie huis, mit donderluier d'r op, d'r an as bliksum ofleider! En toe liepe baaiegaar opnuuw hieneweer voor 't huis te bentele en te bochte. „Mooi huis, wat"? „Zou 'k zoo dinke; 't mooiste uit de buurt; van netaris Donker en van van den Steen binne nag mooier die leggc veerder van de streit of, zien'je, en dut lait bot an de weg, wat aigelik tebot is. Dut huis is ok van 'n netaris weest; die is d'r van deur gaan en toe is de boel opskreven en boeles houwen; de boelredder zee van 'n dikke drie ton of zoö. Zuk most ok niet magge. „Wat mien' je mit niet magge magge"? „Nouw" zee Jan, „datte ze ok voor bankier speule mit zoóveul geld van de boeremense onder hun. Hoorn en Alkmaar legge te veer uitwaardan; da's waar; deer binne aars bankiers en banke. Nou hep ie 'n houp mense arm maakt." En toe begon Jan weer over z'n kemille: thee trekke en spoele! „Verhip van main part mit je kemille" en Kees trok op de skel of. En vroeg an 't moidje, of de dokter „d'r in" was. „Nei meneer Kees", die was d'r al twei nagte, ag- ter meikaar uithaalt en toe lag-ie venmiddag mit z'n kleere an efkus uit te ruste op de kanepee, toe d'r 'n boóskip was om de dokter en toe liet mevrouw uit meelai zeggen, dattie nag niet terug was en toe was ie kwaad asterantoe, toe-ie 't hoorde en: „kin uwes murgenoggent niet terug kome? Is 't voor 'n kies? Nou, kemille is ok goed voor taidelik". Verhip mit jollie kemille, dogt Kees maakte regsomkeer en liep toe krek teugen de hondekar van Klaas Boontjes an; op ien bóns stond ie voor 'm. As 't nou mit die brief maar niet besketeu uitko men zou! „Dag Klaas he'je nou nag gien brief van de Kemissie bai je? Ja? Effetief? Klaas knikte Klaas streunde effies in z'n tas 'n groóte geêle dienst-envelop, voor den Heer Kees Koegras; oindelik van de Kemissie deer had je um nouw. En onder 't opemake, van de zeeninge, dink» Zeg Jan, de maid van Immerik speult ok al veur dokter en zit mit 'r kemille mit jou in ien skuitje! was 't maar waar zeg 't is 'n snoetje van 'n snoetje „d'r deur oor, Kees is d'r deur wat zelle ze bloid weze en nou terug, nei huis." „Wat he'je voor Engelsch leit us kaike". ,,'n Zeuven! die lamme skoólvos mit z'n effen ge< zicht kin lekker verrekke." „En voor je Fransch? ,,'n Vier! Nag goed van ofkomen meneer Pouw hep me nag 'n hart onder de riem stopt, op de hoek van de Anegang in Haarlem, nei ófloup van 't skriftelik dat weet je ommers, aars had ik me ophangen, glouf 'k, azzie dat niet dein had! 't Is aars niks oor 't Fransch voor 'n Westfriesche tong! En wat gaan je nou doen, Kees? vroeg Jan effen- ternei. „Ja, jö da's nou ok 'n vraag; boereknechgie in Kanada of bullouper; m'n Engels is goed, d'r i s gien makkeliker taal as Engelsch; oós Westfriesch is te met hillegaar Engelsch; niet of al? D'r binne d'r, die zegge* dat 't 'n ratjetoe van alles is: gooi alle talen in ien groóte pot roere, roere, roere 't bovenste laaggie d'r óf skeppe, den kroig je Engelsch, maar as je 't den spreke wille, mot je nag 'n stik of wat knikkers in je mond neme allien den kin je 't pas goed; zuk zegge ze, oor. En Kees vertelde an Jan, dat die Engelsche skoól- frik 'm Kees Koeijegras noemde, voluit! En dattie, toe 't 'm verveelde, zait had: Ik hiet gien koeiegras; mijn naam is Kees van Koegras, meester"! En naidug dattie was, deur 't woord, meester. Het 't nooit niet meer flikt! Je motte sokke staslui mit stas-boeremeniere weete an te pakke; mit boere- stasmenierre, den bedaare ze gauw; nou jij. Affoin; nou lekker 'n zeuven; 't had 'n acht motte weze, want Kees had hille zinne van buiten op zait, uit: „my first happy Christmas" op 't mondeling; ófdraait man, of 't zoo niks was en „Essays and Taies van Addison" kon ie ok uit z'n kop: hai had wét ófvost voor dut vak, in z'n dooie ientje 't kin nc.u wel makkelik weze, maar 't is ok lang nag gien appelepeut.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 2