kitósenents-Rechtbank
Hollandsche Maatschappij
van Mouw.
te Alkmaar.
Een goedkoope reis.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 7 Mei.
.0 p p e r d o e s.
EEN SIMULTAANGAPPER.
De boerenarbeider Jacob M., bet levenslicht aan
schouwd hebbende te Hoogwoud en verblijf houden
de te Wognum, thans gedeponeerd in het huis van
bewaring, had zich te verantwoorden ter zake diver
se kruimeldiefstallen in de plaats zijner inwoning en
elders en wel een bedrag van f 1.50 ten nadeele der
Ned. Herv. gemeente te Opperdoes, die hij uit een
busje, staande in de diaconale kamer, had gepeu
terd. Met nog een andere ouderling, had de heer
A. Smit hem en flagrant delit betrapt. Het bleek, dat
hij de bus herhaaldelijk had uitgcmelkt. De brood
bakker, Albert Komen, ook een der uitverkorenen,
kwam er met 13 cent plus het busje, waarin dit bedrag
was gedeponeerd, af.
Slechter trof de winkelier Klaas Timmerman te
Twisk het, wiens toonbanklade werd ontlast door
een bankbiljet van 25 pop, die aan Jaaps vlugge vin
gers bleven kleven, plus 2 knaak als crisistoeslag.
Mej. Compas, huisvrouw Komen A kreeg de eer der
leverantie van prentbriefkaarten, speelkaarten, ca
cao, een mop zeep, 'n flescli Eau de Cologne en an
dere utiliteitsvoorwerpen, benevens een rijksdaalder,
zooals de alles bekennende Jaap grif toegaf.
Ten slotte kwam nog de winkelier Willem Bralce-
boer te Medemblik, die de clandisie had van doosjes
sigaretten, welke begunstiging diende om de winkel
lade te kunnen inspecteeren. Veel schade scheen
Brakeboer niet te hebben geleden. Het ging hier maar
om 30 cents, voor zoover bekend, maar er kan wel
wat meer gebeurd zijn.
Het dient nog te moeten vermeld dat de jongeman,
gehuwd en gezegend met 1 zoontje, de zoon was van
den koster der Ned. Herv. kerk, een keurig net gezin
en hij misbruik had gemaakt van deze positie om
de kerk te bestelen.
De officier releveerde deze feiten, en noemde het
in verband met deze omstandigheden zeer ernstige
diefstallen, voornamelijk het bestelen van de kerk.
Een verontschuldiging was wel dat verdachte onder
de plak zat van zijn vrouw (maar die plak was
toch niet sterk genoeg om dezen zwakkeling voor
diefstal te behoeden).
Het rapport van den heer Wiggers was niet hoop
vol en do conclusie van Dr. Engelman luidde, dat
verdachte toerekeningsvatbaar was. Den officier
bleef niets anders over dan gevangenisstraf te vor
deren en requireerde hij 7 maanden.
Mr. Judell, ambtshalve als verdediger toegewezen,
pleitte voor zijn prodeaan clementie en wees nog op
het betreuringswaardige feit, dat de sexueele verhou
dingen in Opperdoes op zeer laag peil staan, een
omstandigheid waar pleiter niet verder op wenschte
in te gaan, maar die toch niet zonder invloed waren
geweest op zijn laakbare handelingen.
Alkmaar.
STAKINGSGEWELDDADIGHEDEN.
De 29-jarige bouwvakarbeider Petrus Adrianus
Fransen, wonende te Alkmaar, en thans in voorar
rest, stond heden terecht verdacht te zijn, zich in
den morgen van 14 Maart j.1. tijdens een staking te
Santpoort, alwaar verschillende arbeiders uit Alk
maar werkzaam waren, te Heiloo, toen een luxe
auto met zg. onderkruipers op weg was naar Sant
poort, zich te hebben schuldig gemaakt in vereeni-
ging met andere- ontevreden arbeiders aan geweld
pleging tegen deze auto door met steenen te werpen,
waardoor de wagen werd beschadigd.
In deze zaak, waarin Mr. Small, opponeerde als
verdediger, waren S getuigen a charge en decharge
gedagvaard.
De verdachte bouwvakarbeider ontkende het hem
ten laste gelegde feit en beweerde dien morgen niet
te zijn uitgegaan om de auto te molesteeren, doch
om konijnenvocr te zoeken.
De getuige Duyn, chauffeur van de auto, had de
aanranding meegemaakt en ook zooiets als een re
volverschot gehoord. Het gebeurde omstreeks kwart
over 6 uur, het was nog schemerig. De rit werd niet
voortgezet, doch men keerde de auto om, teneinde
bij de politie assistentie te vragen.
De getuige Schellevis kwam uit Beverwijk om de
werklieden te halen en keerde terug met 5 passa
giers, men zat in een Alkmaarsche Courant het sta-
kingsnieuws van den vorigen dag te lezen, toen na
bij do Kattenberg, door een aantal personen, die
zich aan beide zijden van den weg hadden opgesteld,
een regen van steenen op de auto werd losgelaten.
De chauffeur Duyn reed full-speed door en keerde
toen terug naar Alkmaar. Getuige heeft zich door het
bosch verwijderd.
Deze getuige kende verdachte persoonlijk niet,
doch had hem op 'n vorigen avond bij een der sta
kingsrelletjes opgemerkt.
Verdachte gaf toe op de Laat de auto te hebben
gezien; bij wijze van demonstratie had hij toen zijn
vuist opgestoken, een geste, die de president, Mr.
Lcdeboer ellendig noemde. Iedereen is toch vrij om
ite werken, vermeende de president.
De 30-jarige timmerman, Nic, Streicher, inzittende
ïn de bewuste auto, verklaarde dat de heer Schelle
vis een voorlezing hield uit de krant, toen men eens
klaps een klap op de auto hoorde en zag getuige een
persoon naar voren treden, die een werpende bewe
ging maakte, welke persoon volgens dezen getuige
dan verdachte zou zijn. Er volgden nog meer klap
pen op de auto en men constateerde deuken op den
wagen. Voorts werden opgemerkt aen aantal perso
nen, voorzien van fietsen, die de vlucht namen. De
verdachte stond naar schatting pl.m. 8 meter van de
groep af. Bepaald zeker was getuige in de herken
ning van den verdachte niet. Hij dacht wel aan hem,
toen hij hem bij de auto opmerkte.
Vervolgens werd voor geroepen de timmerman W.
Öe Leeuw, eveneens passagier van de stakingsauto.
Hij zag een persoon, die een gooiende beweging
maakte en hoorde een klap. Den vorigen avond had
bij verdachte gezien als poster en hij herkende hem
als dezen verdachte. Hij had dien morgen een deuk
hoed op. Dit laatste werd door verdachte toegegeven.
Hierna verscheen de timmerman Piet Blankcn-
Öaal, eveneens deel uitmakende van het autogezel
schap. Ook hij zag iemand, die een gooiende bewe
ging maakte, doch hij kon niet zeker zeggen, dat het
verdachte was.
Hierop werden gehoord de getuigen van de verde
diging. In de eerste plaats Stevc Teilegen, arbeider
te Alkmaar, die gehoord had, toen men den vorigen
avond aanwezig was in de Eikelenburgstraat, toen
Blankendaal was thuisgebracht, dit werd gezegd:
Morgen zullen we het anders doen! Den volgenden
morgen was getuige ook tegenwoordig geweest op
den straatweg "en had toen personen zien staan, doch
was doorgereden. Naar zijn meening had kort daar
op den aanval plaats gehad. Getuige had ook iemand
gezien, die veel op verdachte geleek, deze man liep
op den straatweg en had geen fiets. Ook dit gaf ver
dachte toe.
De transportarbeider Boon, die naar zijn werk te
'Castricum fietste, had verdachte in de richting Alk
maar zien loopen. Het was 5 minuten over zes uur
en ze hadden elkander nog gegroet.
Getuige a decharge, Albertus Hassing, metselaar
ïe Alkmaar, had op weg naar Castricum op den be-
wusten morgen, verdachte ontmoet, looponde in de
lichting Alkmaar, op de hoogte van de tennisbaan.
Hij kende den verdachte, die een trui aan had en
een hoed op had. Er waren ook andere personen en
ook fietsen, die tegen de boomen stonden.
Ten slotte werd gehoord Jacobus Veel, vroeger te
Alkmaar. Deze had verdachte meermalen 's morgens
vroeg te Heiloo ontmoet. Hij hield zich toen onledig
met gras snijden.
De officier, lettende op de omstandigheid, dat ver
dachte ontkende, was verplicht het bewijs te leveren
uit de feiten. De aanval in bijzonderheden beschrij
vende, kwam spr. tot de vraag: wie pleegde dien
aanval? Uit het stukje in de Courant hadden de
werkwilligen het vermoeden dat er wat broeide, dus
heerschte er een zekere spanning. Toen de chauffeur
dus een schim te voorschijn zag komen, een klap
op de auto hoorde en een aantal personen bemerkte,
gaf hij vol gas. Nadat een regen van projectielen
de auto teisterde werd gestopt en keerde de chauf
feur de auto om terug te gaan. Bij die gelegenheid
zag men als hazen vluchtende personen. Wat be
trof de herkenning van den verdachte in den per
soon van den man, die een gooiende beweging maak
te, releveerde de officier de getuige a charge Schel
levis.
De verklaring der getuigen omtrent de kleeding
van den verdachte achtte de officier te vaag, dus
wilde spr. deze verklaringen stilzwijgend voorbij
gaan. De getuige Streicher had echter de verdachte
herkend aan zijn donker en sterk typeerend uiter
lijk. Getuige de Leeuw had ook positief den ver
dachte herkend, mede omdat hij den vorigen avond
verdachte bij zijn eigen deur had zien staan. De of
ficier vermeende voorts dat de getuigen a decharge
er niet in waren geslaagd het door den officier aan
gevoerde bewijsmateriaal te ontzenuwen. Zij hadden
feitelijk wel achterwege kunnen blijven.
Van konijnenvoer had niemand iets gemerkt en
werd dit verweer door niets bevestigd. De officier
nam aan dat verdachte dien morgen met een hard
voorwerp tegen de auto had geworpen.
Voorts distilleerde de officier de verzwarende om
standigheid het met vereende krachten geweld ple
gen uit het feit, dat verdachte op betrekkelijk korten
afstand stond opgesteld van de overige geweldple
gers. Verdachte gaf zelf toe dat hij een leidende rol
speelde in de organisatorische actie van de onder
kruipers tot inkeer te brengen. Een van die midde
len was dan vermoedelijk den aanval op de auto.
Deze manier van optreden kon de officier dan ook
niet tolereeren.
Wat verdachte betrof, deze heeft tot dusver steeds
ontkend, doch de officier betwijfelde of hij die hou
ding kon volhouden bij dit overstelpende bewijsma
teriaal.
Het speet den officier dat verdachte, die behoort
tot een legale vakorganisatie, zich tot deze terroris
tische daden had laten verleiden en spreker ge-
nodozakt moest zijn in dit renstige geval 10 maan
den gevangenisstraf te requireeren.
Mr. Small besprak de oorzaak van de gevoerde ac
tie en noemde de houding der patroons een slag in
het aangezicht van de arbeiders, te meer nog, omdat
de patroons door het gemeentebestuur van Velzen
en den rijksbemiddelaar in het ongelijk waren ge
steld. Pleiter verklaarde dat verdachte vooraf van
het gebeurde bij den Kattenberg niet op de hoogte
was en hij dien morgen niet was afgeweken van zijn
gewoonte om voer voor zijn konijnen te zoeken. Hij
woonde destijds in de Nieuwpoortslaan. Verdachte
liep op den straatweg zonder eenig kwaad opzet. Hij
kende niet de personen, die zich in de auto bevon
den en het is wederkeerig waar, dat deze personen
zich ook in den persoon van den verdachte konden
vergissen. Oolc wees pleiter op de weinige harmonie,
die er bestond tusschen de verklaring door de ge
tuigen afgelegd met betrekking tot de kleeding van
den verdachte; ook met betrekking tot de afstanden
bestond geen homogeniteit tusschen de diverse ver
klaringen. Alleen is men het, tot nadeel van ver
dachte eens, dat de man, die gooide, iemand was
met een donker uiterlijk. Pleiter ontkende dat ver
dachte tot een der groepen zou hebben behoord.
Vast stond vrijwel dat verdachte niets in zijn handen
heeft gehad. Hij is er echter tegen op geloopen en
anderen hebben zich afzijdig gehouden.
Ten slotte vestigde pleiter de aandacht op den
persoon van verdachte, die veel voor zijn organisatie
over heeft, doch niet verdacht ltan worden op illegale
wijze recht te vorderen. Bovendien is hij maatschap
pelijk een onberispelijk huisvader, met een blanco
strafregister, zoodat pleiter hoopte "dat indien een
door pleiter geconcludeerde vrijspraak niet kon wor
den verleend, in ieder geval de meest mogelijke cle
mentie zou worden in acht genomen.
Er volgde geen repliek en werd de behandeling
onder bepaling dat a.s. week Dinsdag uitspraak zou
worden gedaan, gesloten.
Helder.
"WAT AL TE VLUG NAAR RECHTS
OPGETROKKEN.
De heer Simon K., Texelaar van geboorte, wonende
te Helder en directeur van een Shellbijkantoor al
daar, reed op 18 Sept. 1934 met zijn luxe wagen
in het Ankerpark en wenschte de Zuidstraat in te
rijden en begaf zich naar rechts, waar hij voorbij
reed een wielrijder, met name Willem Klaas Piet,
doch nam zijn draai wat al te vlug, zoodat de fietser
alleen door krachtig te remmen kon voorkomen, dat
hij een liefkozing van de zooveel krachtiger auto
ontving. De heer K. werd door den kantonrechter te
dier zake veroordeeld tot f 25 boete, welke straf later
werd aangedikt tot f 50. Tegen het vonnis kwam de
Shellmeneer in hooger'beroep, niet om de knikkers,
want hij nam Mr. Buiskool, die ook niet voor een
dagloon van 50 ets. met de broodkost uit pleiten
gaat, doch om het spelrecht, omdat hij zich onschul
dig achtte.
Deze niet onverdeeld interessante zaak werd na de
pauze eens uitgekiend.
Mijnheer Willem Klaas Piet, bootsman K.N.M.,
gaf een expose van het gebeurde bij het Ankerpark,
welke verklaring door den tweeden getuige Sybbele
Nania werd onderstreept.
Door den heer officier werden geen nieuwe licht
punten ontdekt en volgde dus requisitoir tot beves
tiging, evenwel met uitzondering van de straf, die
de officier wenschte te zien gereduceerd tot f 25 boete
of 10 dagen.
Mr. Buiskool was het niet met den kantonrechter,
noch met den officier eens en concludeerde na de
onvermijdelijke uitvoerige uiteenzetting, vrijspraak,
subs. een zeer geringe boete.
Helder.
NOG EEN HELDERSCHE CARAMBOLE.
In den beroemden St. Sylvester oftewel Oudejaars
nacht j.1. had een botsing plaats te Helder op den
Molengracht en Bierstraat met het motorrijtuig van
den garagehouder Jac. Joh. B., en de auto, bestuurd
door zekeren heer J. F. Stuart, waarbij de garage
houder zoo men het noemt, de piel was en veroor
deeld werd tot f 20 boete of 10 dagen.
De veroordeelde kWam in hooger beroep, omdat
hij vermeende niet de schuld te hebben, welke appèl
heden werd behandeld.
Volgens den appellant had de heer Stuart geen sig
naal gegeven en zoo woest gereden, dat appellant
met hutje en mutje in het N.H. Kanacl terecht was
gekomen. Zijn geheel e wagen was in de soep gere
den en had hij de schade zelf moeten betalen, als
mede de verkeerspaal, die bij deze onzachte ont
moeting was gesneuveld.
Mijnheer Stuart nam echter een ander standpunt
in en beweerde dat verdachte de rollen precies om
keerde.
De officier hield zich alléén aan het telaste ge
legde feit, dat verdachte rechts geen voorrang had
verleend en vorderde bevestiging.
Wi e r 1 n g e n.
NOG EEN, DIE NIET OM DE KNIKKERS, HOOGER
SPEL SPEELDE.
Een autobuschauffeur, Jn. Cornelis D. had op 31
Juli te Wieringen, wel niet direct brokken gemaakt,
doch was toch door zijn minder tactisch rijden de
oorzaak, dat een tegenligger in het gedrang kwam.
De chauffeur werd te Helder dientengevolge veroor
deeld tot f 10 boete of 3 dagen en was van dit niet
ongeschikte vonnis in hooger beroep gekomen. Mr.
Wynne werd de taak toegewezen namens de verze
kering den appellant te verdedigen.' Dr. Herz, die
ook met zijn auto op den Gemeenlandsweg reed,
was door het plotseling stoppen van zijn voorligger,
een door zekeren heer J. M. Roël bestuurden auto,
verplicht een greppel in te rijden en van zijn auto
een duikboot te maken. In dit even langdradige als
vervelende zaakje, waarin met elkaar nog 5 getui
gen werden gehoord, vroeg de Officier bevestiging
van het vonnis.
Mr. Wynne drukte zijn spijt uil dat geen behoor
lijke situatiekaart aanwezig was en stelde voor den
toestand ter plaatse op te nemen, omdat naar zijn
meening den chauffeur geen enkele schuld trof. Zoo
als door pleiter meer uitvoerig werd aangetoond.
Eindelijk achtte pleiter de overtreding niet voldoen
de bewezen en werd vrijspraak geconcludeerd, sub
sidiair een nader onderzoek in loco.
Helder.
„ONDER" DEN INVLOED „ACHTER" HET STUUR.
De 25-jarige chauffeur Jeroën Willem Albert F. te
Helder, had op 24 Nov. vermoedelijk te diep in 't
glaasje gekeken en was misschien mede geinspireerd
door de in den wagen zich bevindende meisjes, toen
zoo roekeloos gaan rossen, dat hij een aanrijding
veroorzaakte met een lantaarnpaal. De „etwas ange-
heiterde" chauffeur was door den kantonrechter te
Helder veroordeeld tot f25 boete of 10 dagen, bene
vens 6 maanden ontzegging rijbevoegdheid. De aan
rijding hierboven bedoeld had plaats op den Paral
lelweg en het feit was waargenomen door den bak
ker Corn. Bremer en den chauffeur A. M. Visje, die,
nu heden deze zaak in hooger beroep werd behan
deld, verzwarende verklaringen tegen den appellant
aflegden.
Door agent Huitinga was proces-verbaal opge
maakt en de zaak onderzocht, waarbij werd gecon
stateerd, dat Jeroën lang niet kaarsschoon was ge
weest. Gerequireerd werd dan ook bevestiging van
het vonnis.
De appellant pruttelde nog heel wat tegen, doch
vond weinig troost bij den president, die hem op
nette wijze zijn congé gaf.
EEN SOMBERE OPENINGSREDE VAN
DEN VOORZITTER.
Gistermorgen begon in de groote zaal van Kras-
napolsky te Amsterdam de algemeene vergadering
van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw. De
voorzitter van de maatschappij, de heer P. Stapel Czn.
begroette de aanwezigen en speciaal den heer Hui-
zinga, inspecteur van den landbouw.
Zoo somber en schier wanhopig, begon de heer
Stapel zijn openingsrede, als thans, heeft bij men-
schenheugenis de toekomst voor onzen landbouw en
vooral v.d. veehouderij en den tuinbouwer nog nim
mer uitgezien. Al staan wij dan ook heden in het
begin van Bloeimaand 1935, overal in de natuur ont
wikkelt zich het jonge leven, wat den landbouwer
weer roept tot den aibeid, maar van opbloei in onzen
vaderlandschen landbouw is geen sprake meer; van
daag wil ik voor u met de openlijke bekenning ko
men, dat de ineenstorting van ons bedrijf op de zwaar
belaste punten, een aanvang heeft genomen.
Jaren hebben wij tegen de crisis gevochten, heb
ben wij op de bres gestaan om te voorkomen, dat onze
landbouw, ons bedrijf een economische puinhoop zou
worden. Zeker, onze strijd is niet te vergeef sch ge
weest, want wanneer wij ons een voorstelling zou
den gaan maken van hetgeen er nog van onzen land
bouw over zou zijn, zonder dat wij door beschermende
maatregelen gesteund zouden worden, dan komen
wij vanzelf tot de erkenning, dat de landbouwcrisis
maatregelen door de Regeering getroffen, er mogen
dan fouten en onvolkomenheden aan kleven, haar
nuttige werking tot instandhouding van den land
bouw zeer zeker hebben gehad en tot op heden een
algeheele instorting hebben voorkomen.
De opleving van den economischen toestand van
Nederland, welke 1933 ons beloofde, is zonder uitzon
dering in 1934 een teleurstelling gebleven. Eenerzijds
afname van de koopkracht, anderzijds vermindering
van de export-gelegenheid. Economisch dus een treu
rig,en toestand in het achter ons liggende jaar, wel
ke nog zeer onlangs wederom ernstig werd geschokt
door de verstoring op monetair gebied door België's
devaluatie.
Waar onze veehouderij en tuinbouw in onze jaren
van voorspoed aangewezen waren op export, doch nu
zich meer en meer het binnenland als voornaamste
afzetgebied toegewezen zien, beteekent dit, dat zij een
structuurverandering zal moeten ondergaan. De ak
kerbouw echter staat er ook niet onverdeeld gunstig
voor. Het zoo juist per 1 Mei afgesloten boekjaar zal
ongetwijfeld voor vele onzer akkerbouwers een gun
stig beeld te zien geven. Men hoede zich er echter
voor hier te gaan spreken van een gunstige positie
dezer bedrijven, want een permanent karakter draagt
deze uitzondering zeer zeker niet. Het zijn toch de
groote oogsten geweest, waaraan dit resultaat is te
danken. Bij gemiddelde oogsten daarentegen zouden
bij de thans vastgestelde prijzen vele akkerbouwers
moeite hebben gehad, de bedrijfsrekening sluitend te
krijgen.
Dit opent ook voor onze akkerbouwers zeer som
bere perspectieven, want het veel besproken gunstige
jaar is voor den Minister van Economische Zaken
aanleiding geweest, om de richtprijzen voor de tarwe
en peulvruchten wederom te verlagen. Dit is een be
sluit van den Minister geweest, waarmede de geheele
georganiseerde landbouw zich niet accoord heeft kun
nen verklaren.
Het is m.i. de taak der landbouworganisaties om
in deze te blijven volhouden en te trachten een Zikere
onevenwichtigheid in de beslissingen van den Mi
nister te doen plaats maken voor het inzicht, dat
thans omtrent de positie van het landbouwbedrijf
bij de landbouworganisaties bestaat.
De lotgevallen van een verstekeling.
Vancouver (Canada)De 18-jarige Canadees
Eugene La Framme, die dezer dagen te Vancouver
is aangekomen, heeft een wereldreis van 40.000 mijl
gemaakt, zonder dat het hem iets gekost heeft.
Twee jaar geleden vatte hij het besluit op, meer
van de wereld te gaan zien. Hij vertrok van Van
couver en begaf zich te voet naar Mexico, terwijl hij
in zijn onderhoud voorzag door onderweg karweitjes
te verrichten. Van Mexico wandelde hij naar New
York en vandaar naar Halifax. Hier verborg hij zich
op een schip en reisde als verstekeling naar Londen,
waarna hij een voetreis maakte door geheel Enge
land en Schotland. Toen begon de jongeman naar
Canada terug te verlangen en opnieuw verborg hij
zich op een schip, thans op de Pacific Grove, die
van Glasgow naar Vancouver vertrok. Hij werd ech
ter ontdekt, toen het schip 300 mijl uit de kust was,
doch hij toonde zich een zoo bereidwillig werker, dat
men niet tot vervolging van den jongeman is over
gegaan.
HOE MEN IN HET VERRE OOSTEN
OUD WORDT.
Sjanghai: Kwang Tsjing Sjan, een Chineesch
koopman te Hongsjan, die meer dan een eeuw oud
is, schrijft zijn hoogen leeftijd toe aan het feit, dat
hij slechts gedurende twee jaar van zijn leven ge
huwd is geweest. Zijn vrouw stierf toen hij 43 jaar
was en sindsdien is hij ongehuwd gebleven. Overigens
beveelt hij, om een hoogen leeftijd te bereiken, vroeg
opstaan, frissche lucht, en hard werken aan.
Zijn opvatting wordt blijkbaar gedeeld door een
bewoner van Choseji in de Japansche prefectuur
Yamanasji, die zijn ouderdom eveneens toeschrijft
aan het feit, dat hij altijd vrijgezel is gebleven. Bo
vendien is deze man een overtuigd vegetariër. Hij
verzuimt geen enkelen dag een bad te nemen en eet
tien eieren per dag.
Te lang heeft de Regeering gedraald met het ingrij
pen op het gebied der zuivelproducten.
Verhooging van den melkprijs is onafwijsbaar di
rect geboden, en zeer tot ons leedwezen moeten wij
hier melding maken van een afwijzend antwoord op
een desbetreffend verzoek onzer organisatie. Het
Hoofdbestuur heeft n.1. op voorstel van de Crisis-
Veeteelt- en Zuivelcommissie aan den Regeeringscom-
missaris voor de Melkveehouderij verzocht, bij de in
werkingtreding van de melksteunbeperking tevens
het 10 millioen fonds, ontstaan uit de exportheffingen,
te gaan uitkeeren.
Wij meenden hiermede een uiterst bescheiden voor
stel in te dienen, toch werd dit voorstel niet ingewil
ligd. De Regeeringscommissaris had twee bezwaren.
De bekende zuivelpot van 10 millioen moet blij
ven om de uitkeering op peil te houden, terwijl wan
neer de 10 millioen in 1935 zouden zijn opgeteerd, e
melkprijs dan plotseling zou moeten dalen. Daaruit
meent spr. twee dingen te mogen concludeeren, n.I.
dat de regeering zelf bitter weinig vertrouwen schijnt
te hebben in de beperking en in de betere positie,
welke in 1936 moet intreden als gevolg van 'n loo-
nenden uitvoer naar Engeland. De werkelijke toe
stand in de veehouderij beseft de regeering niet.
Soms maken de regeeringsmaatregelen den indruk'
eerst te willen helpen wanneer eindelijk het allerlaat
ste staat te gebeuren: de ondergang van den boer
als boer.
Hierbij denikt spr. aan de bekende Koninklijke Be
sluiten tot het voorkomen van executies van land
bouwbedrijven terzake van hypothecaire vorderingen.
Eerst wanneer de executie een voldongen feit is, kan
worden ingegrepen. Doch hoe werkten deze besluiten
ten aanzien van verlaging der hypotheekrenten?
Er zullen naar spr.'s meening meerdere besluiten
op het gebied van de met hypotheek belaste bedrij
ven moeten volgen, want anders ziet het er met het
crediet' aan den landbouw in de toekomst zeer zeker
niet rooskleurig uit en dit kan niet de bedoeling zijn
van de regeering.
De strijd voor de instandhouding van ons bedrijf
duurt thans reeds meerdere jaren en meerdere illu
sies hebben wij in dien tijd verloren moeten geven,
doch thans is de nood zoo hoog gestegen, dat wij.
met voorbijgaan van alle door Kamers van Koop
handel en door tal van andere geuite beweringen te
gen den landbouwsteun, slechts aandringen op on
middellijke verbetering van de positie der veehou-
dersbedrijven en protesteeren tegen elke verlaging
van den landbouwsteun.
Na de middagpauze zijn nog een groot aantal
vragen gesteld, in verband met de landbouwcrisis
maatregelen, sociale lasten e.d., waarna de volgende
door het hoofdbestuur gestelde motie met algemeene
stemmen aangenomen werd, waarbij besloten werd
deze zoo spoedig mogelijk aan den minister van oeco-
nomische zaken door te zenden.
Motie.
„De Hollandsche Maatschappij van Landbouw
in algemeene vergadering te Amsterdam bijeen,
gehoord de besprekingen, brengt beleefd onder
de aandacht van Uwe Excellentie den onhoud-
baren toestand waarin de veehoudersbedrijven
verkeeren;
is van oordeel, dat directe verbetering in het
belang der bedrijven in het belang van het
platteland en van ons-volk, dringend noodzakelijk
is;
verzoekt Uwe Excellentie den bijslag op de
melk direct te verhoogen en zoo de fondsen uit
geput raken, uit andere hoofde geld voor dit
doel beschikbaar te stellen;
is overtuigd, dat bij niet inwilliging van dit
verzoek door de voortschrijdende armoede, ex
tensieveering en werkloosheid de offers voor het
Nederlandsche volk belangrijk grooter zullen
zijn;
verzoekt Uwe Excellentie voorts den afzet ver
meld in eigen land te vergrooten door verplichfc-
stellen van de bereiding van melkbrood tegen
consumptie melkprijs;
de afzet van boter en andere dierlijke vetten
door hoogere belasting en contingenteering van
vetten, ingevoerd of voortgebracht met ingevoer
de grondstoffen".