Economische Kroniek POEZIE EN KIESPIJN. NACHTVORSTEN IN DE BETUWE. Propaganda voor melk* en zuivelproducten. Alles is betrekkelijk. Reeds eenige malen hadden we gelegenheid er op ■te wijzen, hoe iedere economische maatregel, die door een particulier, door de overheid of wie dan ook, wordt genomen, altijd uiterst betrekkelijk is. Die betrekkelijkheid uit zich in allerlei wijzen. In de eerste plaats omdat eenig voordeel voor een be paalde persoon of voor een groep van personen altijd gepaard gaat met een nadeel voor anderen. De voor beelden liggen voor het grijpen: steun aan den land bouw gaat ten nadeele van belastingbetaler of van .verbruiker, beschermende maatregelen zijn, indien ze het betreffende land zelf ten goede komen iets wat stellig nog niet behoeft vast te staan, ten na deele van het buitenland. Hoezeer devaluatie zijn voor en zijn tegen heeft is langzamerhand ten over vloede bekend. Zelfs het zoo hoog mogelijk opvoeren van de productie, een maatregel waarvan men wel eens onder alle omstandigheden verhooging van de volkswelvaart meende te mogen verwachten, kan zijn nadeelen hebben, wat door onze tegenwoordige saneeringsmaatregelen meer dan duidelijk wordt be wezen. Daarnaast wordt het nut van allerlei maat regelen beperkt door factoren van heel anderen aard, wijl de natuur er zich tegen verzet. Een voor beeld daarvan vindt men in de zandverstuivingen, die de Mid-West der Vereenigde Staten hebben ge teisterd en die het gevolg waren van een geduren de een reeks van jaren gedreven roofbouw. Elke maatregel is te verdedigen of te be strijden. Dit alles is geen wonder, want alles in deze we reld is nu eenmaal betrekkelijk. En zoo komt het, dat nooit iemand er moeite mee zal hebben eenige voorgestelde maatregel te verdedigen of te bestrij den, al naar hij wil en zulks bovendien nog op heel goede gronden. Een groot deel der menschen en dat zijn na tuurlijk vooral diegenen, die over de heerschende toestanden ontevreden zijn is er steeds op uit nieuwe maatregelen door te voeren, aangezien hun si tuatie daardoor slechts kan verbeteren. Zij noemen zich meestal vooruitstrevend en achten zich daarom veel beter dan de behoudenden, de conservatieven, die wel wat te verliezen hebben en dus niet bereid zijn op alles klakkeloos in te vliegen. In wezen trachten beide categoriën elk voor zich er beter op te worden en in dit opzicht geven ze elkaar dus geen haar toe, zijn beide volkomen gelijk. De actie voor meer melkverbruik kan slagen. Dit alles viel ons te binnen, toen we dezer dagen kennis namen van de grootsche campagne, die op touw is gezet ter bevordering van het verbruik van melk en zuivelproducten. Laten we beginnen met te zeggen, dat ook wij van meening zijn dat in menig opzicht uitstekende resul taten te verkrijgen zullen zijn. Immers het gaat hier om een Nederlandsch product, dat in Nederland moet worden verbruikt, iets wat zelfs in onze dagen van ver-doorgevoerde autarkie nog mogelijk moet zijn. Er liggen echter voetangels en klemmen. De opgave, die vervuld moet worden is echter vooral deze, dat men komt tot een grootere con sumptie, zonder dat daardoor andere artikelen wor den verdrongen. Geschiedt dit laatste, dan heeft slechts een verschuiving plaats van het verbruik, iets wat ten gevolge kan hebben, dat of de zuivelpro- ducent van de heele geschiedenis weinig of geen voordeel ondervindt, of anderen er onder lijden. Indien bij voorbeeld een grooter verbruik van kaas een afnemende consumptie van vleesch met zich meebrengt, stroomt den boer eenerzijds wel iets toe, doch anderzijds ontgaat hem dit weer. Wan neer onze zuivelproducten in de plaats treden van andere Nederlandsche artikelen is de plattelander geholpen ten koste van andere Nederlandsche pro ducenten en dit kan niet in de eerste plaats de be doeling zijn van den opzet. En voor zoover het ge volg is, dat geimporteerde artikelen worden vervan gen, zal het uiteindelijk resultaat niet anders kun nen zijn, dan dat onze export afneemt. Gezien de omstandigheid, dat deze voor het overgroote deel bestaat uit landbouw- en veeteeltproducten zal dit evenmin het doel kunnen of mogen zijn. Over 't algemeen kan men zeggen, dat de wel vaart van een volk grooter is, naarmate het per hoofd meer goederen gebruikt en naarmate deze van betere kwaliteit zijn. Natuurlijk zijn, gedachtig aan het spreekwoord, dat alle overdaad schaadt, ook hier wel grenzen aanwezig, maar we mogen veilig aan nemen dat die voorloopig, althans voor de over groote meerderheid onzer landgenooten, nog bij lange na niet bereikt zijn. Vooral kwaliteitsopvoering kan voordeel geven. Wil de beweging derhalve het meeste succes heb ben, dan moet de bedoeling voorzitten, goederen van mindere kwaliteit te vervangen door betere en het verbruik aan goederen in 't algemeen per hoofd der bevolking te vergrooten. Het meerder verbruik van zuivelproducten zou dus een extra-verbruik moeten zijn. Voor zoover vervanging in aanmerking komt mag in de eerste worden gedacht aan die van margarine door boter. Hoewel nu door doeltreffende propagan da hier wei het een en ander kan worden bereikt, gelooven we toch, dat dit slechts een factor van on dergeschikt belang zal blijken te zijn. Immers deze beide artikelen zijn zoozeer geworden tot goederen van rijkszorg, dat het vooral de regeeringsmaatrege- len zijn, die hier van overwegenden invloed zijn. Een kleine verandering in de heffingen en daarmee in de verkoopsprijzen is voldoende om iedere winst weer ongedaan te maken. En men behoeft er nau welijks aan te twijfelen, of de margarinefabrikanten zouden het met een behoorlijke kans daar op af trachten te sturen, indien ze werkelijk hun omzet belangrijk zouden zien verminderen.. Daarnaast zouden stellig verschillende artikelen in aanmerking komen om door kaas te worden vervan gen, doch dit zijn practisch uitsluitend andere voort brengselen van ons platteland, zoodat hierdoor niet veel te winnen is. Ruimer verbruik beteekent meerdere uitgaven! Men zal dus moeten komen tot een ruimer ver bruik van melk, boter en kaas, wil men de beste uit zichten op succes hebben. Dit echter zal onder alle omstandigheden beteekenen een grootere uitgave. Wanneer in propagandaredevoeringen tot uitdruk king wordt gebracht, dat melk en melkprducten bij de huidige prijsverhoudingen in veel ruimer mate kunnen worden gebruikt zonder het leven duurder te maken heeft men blijkbaar het oog op vervanging en is de mogelijkheid dat de resultaten zullen tegen vallen verre van buitengesloten. Wil men zijn pogen met succes bekroond zien, dan moet men voor het duurder worden van het leven niet terugwijken. Hier heeft dit begrip van „duurder leven" niet de beteekenis die men er in de regel aan hecht, n.1. het duurder worden der levensmiddelen, doch het wil zeggen: het uitgeven van meer geld. Stelt men zich nu op het standpunt, dat een volk zooveel kan uitgeven als de waarde van zijn produc tie bedraagt, iets wat onder bepaalde omstandighe den, b.v. indien het geen vorderingen en schulden heeft, wel ongeveer juist is dan komt men tot de conclusie dat iets dergelijks, zoolang eenerzijds nog van de betreffende levensmiddelen wordt vernietigd of de productie er van kunstmatig wordt tegenge gaan, anderzijds onder bepaalde categorieën der be volking daaraan groote behoefte bestaat, stellig moge lijk moet zijn. Eet méér melkbrood zij de Ieu3! Twee van de punten, die de propagandakern zich in dit opzicht ten doel stelt, zijn zeker geschikt om krachtig te worden bevorderd, n.1. verhooging van het gebruik van melkbrood en dat /van melk voor de voeding van schoolgaande kinderen. In beide ge vallen kan zeer bepaald worden gesproken van uit breiding van de consumptie zonder dat dit gaat ten nadeele van andere voedingsmiddelen en beteekent het dus toenemende welvaart. Ook het verbruik van ijs dient bevorderd. Wellicht zou in dit verband mede kunnen worden genoemd de bevordering van het verbruik van ijs. een artikel voor de bereiding waarvan in sommige streken van de Vereenigde Staten zeer groote hoe veelheden melk worden verwerkt. Meer melkverbruik moet welvaart brengen. De thans ingezette poging verdient ook daarom da grootst mogelijke ondersteuning, aangezien een toe genomen verbruik van melk en melkproducten, die niet in de plaats zijn getreden van eenig ander ar tikel, onherroepelijk een algemeene verbetering moet beteekenen. Immers het komt neer op grootere ontvangsten door onzen boerenstand, wat weer het geheele Ne- De aankomst van den Belgischen stratosfeervlieger, Prof. Piccard te Warschau. derlandsche bedrijfsleven ten goede moet komen. Men zou kunnen zeggen, dat weinig resultaat te verwachten zou zijn, indien de verbruikers niet meer de beschikking hadden over zekere reserves, die hen in staat stellen het verbruik op te voeren, zon der dat voorloopig een vergrooting hunner inko mens daartegenover staat. Zooveel rek zit er in ons volk stellig nog wel, zoodat de poging daarop niet zou behoeven af te stuiten. Het melkverbruik zit vast aan den wel stand. in tusschen is de waarschijnlijkheid niet buiten te sluiten, dat juist diegenen, die het gemakkelijkst en met het minste bezwaar meer melk, boter en kaas zouden kunnen verbruiken, daarvan reeds volop betrekken, terwijl iedere landgenoot een slech ter afnemer wordt, naarmate hij zich een vergroo ting zijner uitgaven minder goed kan veroorloven. Intusschcn, zooals reeds gezegd, we twijfelen er niet aan. of er zit nog wel zooveel elasticiteit in ons volk of er is iets te bereiken. Ware dit niet het geval, dan was het eenig mid del een goederenruil van melk- en zuivelproducten tegen artikelen, die de boer op zijn beurt noodig heeft. Op dezelfde wijze als dit thans af en toe pleegt te geschieden tusschen andere bevolkings groepen onderling, nl. tusschen staten. Wederkeerig dient de boerenstand meer Nederlandsche artikelen te betrekken. Houdt men dit in 't oog. dan dringt de vraag zich op of de thans ingezette poging niet meer kans van slagen had, indien gelijktijdig daarmee omge keerd een propaganda werd ingezet voor een ver groot gebruik van bepaalde Nederlandsche artikelen, door den boerenstand, als b.v. kleeren. huisraad, vernieuwingen aan de plaatsen of derge lijke, goederen, welke de boer uit zijn vergroot in komen wellicht toch zou betrekken. Zoo iets klinkt wellicht wat vreemd, maar in we zen komt het toch vrijwel neer op hetzelfde, Wat thans reeds geschiedt en als experiment zou het op die van Roosevelt voor hebben, dat er heel wat min der kosten mee gemoeid zijn. DOOR EEN TREIN MEEGESLEURD. Jongen ontsnapt aan den dood. Bij het passeeren van een onbewaakten spoorweg overweg werd de 15-jarige P. v. d. B., wonende te Enschedé, aangereden door een motorwagen, rijden de op de spoorlijn EnschedéAhaus. Ondanks het feit, dat de jongen 30 M. werd medegesleurd, bracht hij het er vrij goed af. Hij liep een schouderontwrich ting en ontvellingen aan verschillende lichaamsdee- len op. Per ziekenauto werd hij naar het R.K. zie kenhuis overgebracht. Het ongeval moet aan de on oplettendheid van het slachtoffer zijn te wijten. De wereld wil nog steeds bedrogen zijn. 1 Gebeurde één der laatste dagen in één onzer groote steden van het Zuiden. De schoone lentemorgen had nog meer bezoekers naar de markt gebracht, dan doorgaans al 't geval is. Vooral in een hoek van het plein was het buitenge woon druk. Dichte rijen menschen dromden daar rond een bouwvallig tafeltje, waarop een haast, lichamelijk, even bouwvallig, maar nochtans „welbe spraakt" mannetje zijn waren stond aan te prijzen. Die man had iets van 'n miskend dichter over zich: terwijl hij sprak dwaalden zijn kleine, intelligente oogen voortdurend „ins blaue Hinein" en met zijn lange armen wiekte hij als een groote vogel, die op het punt staat de lucht in te schieten. 's Sprekers auditorium groeide zienderoogen en 't zag vol ontzag naar het beweeglijke en woordenrijke mannetje in zijn midden. De man was een kunstenaar! Hij leverde daar van het onloochenbaar bewijs door de waarlijk poëtische manier, waarop hij een zoo prozaïsch cha piter als kiespijn behandelde. En wat méér zegt, hij overtuigde! Hij rukte met een haast benijdenswaardige noncha lance de wereldgeschiedenis uit haar verband, liet de Maagd van Orleans" zusterlijk met Jacoba van Beieren ten strijde trekken, sprak over Napoleon en Karei den Stoute, als waren 't tweelingbroeders, maar overtuigde er de menschen tenslotte van, dat einde lijk 't medisch praeparaat gevonden was, waardoor onherroepelijk de oorlog aan alle kiespijnlijden was verklaard. De gevolgen van deze hartstochtelijke afgelegde verklaring bleven niet uit. Uit de rijen der toeschouwers trad schuchter een man naar voren, wiens eene wang onmiskenbaar de sporen van veel lijden vertoonde. Met een koninklijk gebaar tastte de koopman in een klein doosje, dat met tientallen andere op het ta feltje lag uitgestald. „Leg dit op de klagende kies, goeie man", zei de poëet, „en als het gesmolten is, zal je pijn voorgoed verdwenen zijn". De ander deed het en o. wonder! bijna op hetzelfde oogenblik klaarde zijn gezicht op... Nu scheen de wereldcrisis op het punt te staan te worden opgelost; tientallen doosjes a raison van een kwartje per stuk verdwenen van het tafeltje in de begeerige handen van de bezoekers. Nog een kwar tiertje later was de koopman „totaal uitverkocht". Hij stond reeds op het punt weg te gaan, toen de kies pijnlijder van daareven terugkwam. ,,'t Is weer opnieuw begonnen", meesmuilde hij, „het heeft niks geholpen"... De poëet krabde even in zijn haar. „Weet je wat", zei ie, onderwijl hij een nog over gebleven doosje den ander toestak, „neem jij die maar meeJe kies was wel erg aangedaan, zie je, maar je hebt me in ieder geval 'n goeie dienst bewezen" Geen kwartiertje later was de „poëet" in een apothe kerswinkel in de buurt. „Hebt u geen afdoend middel tegen kiespijn?" vroeg hij aan de dienstdoende assistente. „Aspirine of kiespijnwatjes?" vroeg ze. „Wat is het beste?" „Ze helpen alle twee, meneer". „Geef me dan maar watjes", zei de man, met een raadselachtigen lach en hij voegde er aan toe: „Ze zullen allicht beter zijn, dan die rommel van de markt; wat zegt u, juffrouw" Aan vruchtboomen veel schade toegebracht. Ook aardbeien hebben ernstig geleden. Men schrijft uit Over-Betuwe aan de „Msb De nachtvorsten die in de helft der vorige week over onze omgeving zijn neergestreken, hebben hier en daar hun invloed reeds doen gelden. Deze invloed blijkt bij de eene boomgaard meer, bij de andere min der te hebben gewerkt. Het meest hebben geleden die boomen, welke aan den windkant den eersten druk hebben moeten opvangen. Gezegd kan worden, dat de krozen vrijwel mislukt zijn; van de andere pruimsoorten kan nog .wel vol doende terecht komen. De werking op de kersen schijnt eveneens ongelijk plaats te hebben gehad. Er zijn vele boomgaarden waarop de koude geen vat heeft kunnen krijgen, bij andere komen de ongunstige omstandigheden steed3 meer en meer voor den dag. Voor de peren blijven de vooruitzichten het meest gunstig en kan o. o.v. hiervan een goed beschot ver wacht worden. Over de appels valt eveneens nog niet veel te ver tellen. Zoo gezien zijn het momenteel vooral de goud- reinetten die het meest van de nachtvorsten te lijden hebben gehad. Bij de aardbeien op den vollen grond is te voor schijn gekomen, dat de eerste bloem zoo goed als ge heel verloren is gegaan; er zijn zelfs variëteiten die ook in den knop bevroren zijn. Het is te hopen, dat in de komende dagen de tem peratuur zich ten goede zal keeren; dan zal er heel veel wat thans misschien te pessimistisch wordt be keken, ten slotte nog weer een meer blij stemmend aspect kunnen opleveren. Meer kaas, kan minder vleesch, dus géén voordeel beteekenen. Een overzicht van de „brug-oefenïngen" tijdens het groote militaire feest in Olympia Hall te Londen, bij de jubileumfeesten van den Engelschen Koning.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 16