Ulï DE BOUWDOOS VAN DE NATUUD. DE STEM IN HET DONKER... 2. Maar plots'ling schrikt hij! 3. Met kippevel en bibberbenen 4. 't Geluid verstomt in 't donk're huis.., 1. Naar het landhuis, vlug, maar zacht... Hoort hij goed?Keert hij weer om en... vliedt snel henen..* Alleen... de papegaai was thuis! Sluipt de dief, door donk're nacht! Een „houd den dief!" weerklinkt als groet! -* M P v V DE PANTOFFELS VAN ABDULLAH, door M. Jansenvan Deventer. In Bagdad leefde lang geleden een oude gierigaard, die zó gierig was, dat hij on danks zijn ontzaggelijke rijkdom, in lom pen gekleed ging. De hele stad kende zijn oude pantoffels, die zo dikwijls en op zo verschillende manieren gestopt waren, dat men niet meer kon zien, wat voor kleur ze oorspronkelijk hadden. Wanneer men in Bagdad wilde laten uitkomen, dat iets ver schrikkelijk lelijk was, dan zei men: „Dat was zo lelijk als de pantoffels van Abdullah!" En dan wist iedereen dat het wel heel erg lelijk geweest was. Eens ging Abdullah naar de markt of hij hier en daar niet iets voor de halve prijs kon kopen. Dat deed hij dikwijls. Want ook toen waren er kooplieden die hun wa ren met verlies moesten verkopen omdat zij dan baar geld nodig hadden. Dit keer trof hij een parfum-koopman, die een par tij rozenwater voor elke som wilde verko pen. Zo kon Abdullah dat rozenwater voor een spotprijs krijgen, en hij kreeg er nog prachtige kristallen flessen bij. Nu was het toentertijd gewoonte dat men als koper een maaltijd aanbood aan den koopman, wanneer men een goede koop gesloten had. Maar de oude Abdullah dacht er niet aan om een maaltijd aan te bieden, want dat kostte hem natuurlijk weer geld. Inplaats .van den koopman te „fuiven", foof hij zich zelf op die manier, dat hij een bad ging nemen, iets dat hij in lang niet gedaan j&ÜÏSaLtó'jtó! EEN KNUTSELWERKJE. Waar garéhkïossen al niet goed voor zijn! Ja, natuurlijk wanneer ze leeg zijn. Je kunt er ongelooflijk .veel moois van maken! We zijn dit keer zo bezig geweest voor het poppenhuis, laten we Ons daar nu maar bij houden. Van vier klossen en stijf karton kun je, zoals je op het plaatje ziet, een couch maken, die er aller aardigst uitziet Wanneer je een klein beetje handig met de handen bent, maak je natuurlijk ook een lamp. Om een lampekapje te vouwen, hoef je heus niet zoveel moed te hebben, als je denkt! Het is makkelijker dan het eruit ziet, geloof me. De tafel is natuurlijk gemakkelijk genoeg te maken. Wanneer Je het geheel bijtst, zul je eens zien hoe aar dig alles er uit ziet. voor jij deze vogel gespannen had, dat be loof ik je! Maar voor degenen, 'die niets, of laat ik liever zeggen, bijna niets van de struisvo gel weten, vertel ik er hier wat van. Het is een vogel, die niet vliegen kan. De vleugels zijn kort, en zij fladderen heen en weer, wanneer hun eigenaar op de loop slaat! Het dier heeft dus géén stevige vliegspieren, en ook geen stevige beende ren in de vleugels, zoals de vliegende vo gels dat hebben. En ook hebben de slag pennen geen fijne haakjes, die in elkaar grijpen. De slagpennen zijn gekroesd, en de schacht is buigzaam. Ze worden ge bruikt als versiering. Zuid-Afrika voert jaarlijks voor 10 millioen veren uit. Omdat het aantal struisvogels begint af te nemen, worden zij tegenwoordig geteeld op farms. De struisvogel is van huis uit een echt woestijn- en steppendier. Hij eet gras, bla deren, zaden en kleine dieren. Doordat hij sterke poten heeft, kan hij flink en hard lopen. En bij zijn lange poten hoort weer zijn lange hals. Want daardoor is zijn kop een stuk hoger dan de aarde, waardoor hij ver in het rond kan kijken. Wanneer hij zich moet verdedigen, verweert hij zich met zijn sterke snavel en zijn voeten. Te gen het woestijnzand wordt de struisvogel beschermd door hoornen schubben aan de poten en eelt aan de borst. Meestal heeft mijnheer struisvogel 4 5 vrouwen. De eieren worden in het hete zand gelegd en met de hulp van de zon uitgebroed. Natuurlijk was de parfum-koopman zeer verbitterd, omdat hij ten eerste met veel verlies zijn rozenwater verkocht had, en hij zich bovendien een heerlijk maal door de neus geboord zag. Daarom dacht hij ér diep over na, op welke manier hij Abdul lah nu eens een poets kon bakken. Nu gebeurdo het toevallig, dat de opper ste rechter, de Kadi, op hetzelfde moment 'n bad nam in de stedelijke badinrichting als Abdullah. De boze parfum-handelaar maak te van het gunstige ogenblik ruimschoots gebruik: terwijl de Kadi en Abdullah in het bad waren, verwisselde hij de pantof fels, die de twee heren, volgens Oosters ge bruik, voor de drempel van de deur uitge trokken hadden. Spoedig daarop kwam de Kadi uit zijn bad. Die zette natuurlijk een heel ander, en lang niet vrolijk gezicht, toen hij, in plaats van zijn eigen keurige pantoffels, een paar oude, afgetrapte en erg gestopte zag! En toen hij bedacht, dat die oude din gen wonderlijk veel hadden van Abdul- lah's pantoffels, die immers in de hele stad bekend waren, werd hij heel driftig. Woe dend liet hij den gierigaard halen, die met de pantoffels van de Kadi aan, kwam. De rechter was zo woedend, dat hij niet luis terde naar hetgeen Abdullah allemaal te vertellen had. Hij liet den ouden vrek ogen blikkelijk een dracht zweepslagen op de blote voetzolen geven, en veroordeelde hem bovendien nog tot een geldstraf van hon derd sekijnen (Arabische munt). Voor dit geld zou Abdullah een hele pan toffel-winkel en niet alleen een paar net te pantoffels hebben kunnen kopen. In plaats daarvan moest hij zich met zijn oude paar,.waarin zijn kapotte voeten ge stoken waren, naar huis slepen. Dat maak te hem zo nijdig, dat hij de ongeluks-pan- toffels in de Tiger wierp. Maar daardoor was hij ze nog niet kwijt. O nee! Ze kwamen namelijk terecht in een vis- sernet, en beschadigden zodoende het net werk. Omdat de vissers wel wisten dat ze van Abdullah heus geen schadevergoeding zouden krijgen, walden ze hem toch ten minste een poets bakken. Ze gooiden zijn pantoffels door een raam in zijn huis. Ongelukkigerwijs juist in de kamer, waarin Abdullah zijn flessen met rozenwater gezet had. De pantoffels wier- De boer volgde deze raad op, en hij trof liet dat de rechter een gemoedelijk man was, want anders was het hem misschien niet zo goed vergaan. Deze rechter lachte echter vrolijk en zei ten slotte: „Jij bent me er eentje hoor! Scheer Je maar gauw weg, en pas een volgend maal beter op!" De vrijgesproken boer verlief ïn zijn vuistje lachend, de gerechtszaal. Bij de deur hield zijn advocaat hem echter tegen, want hij wilde het geld hebben dat hij eerlijk verdiend had met de raad, die hij den boer gegeven had. De boer antwoordde echter steeds maar met „Bè", op alles wat de advocaat zei. Zo liep de advocaat in zijn eigen val, om dat hij den boer niet kon aanklagen zon der zichzelf bloot te geven. De boer ging vrolijk te moede naar huis toe, en riep den advocaat ten afscheid nog eens spottend „Bè" toe. DE ZINGENDE BRONNEN. Inde buurt van Ilmenau in het Thürin- ger Woud bij het plaatsje Paulinzella wel len bronnen op, die na regenbuien zoemen de en fluitende tonen maken. Vermoedelijk komt dat doordat, liet regenwater onder de grond sijpelt en daarbij de lucht verdringt. Die lucht wordt dan door nauwe aardope- ningen naar buiten gedrongen, en daar door nu ontstaan die eigenaardige gelui den! - - Toen Abdullah als eerste uit liet bad kwam, zag hij tot zijn grote vreugde een paar prachtige, nieuwe pantoffels staan. Heel blij met dat onverwachte geschenk trok hij ze aan, om naar huis te gaan. Een diertje, dat V/2 c.M. lang is en rotsen doet ontstaan! Boven de daken zwermt in grote aantal len een mug, die met eigenaardige schok ken vooruit komt. De larve van deze mug heeft zoveel levensvatbaarheid, dat hij zelfs in hete bronnen en zoutbronnen le ven kan. Die larven zijn de eerste levende wezen tjes, die in bergbeken, wanneer deze bij het smelten der gletschers ontstaan, leven. Je kunt ze vinden in de kleine waterdruppel tjes in de mos-kussens op de daken der hui zen, in het hars der dennen, op de mest hopen en overal, waar wat regenwater achterblijft. Nu denk je misschien: „Wat zou dat, zo'n klein diertje. Dat is tocli niets bijzonders!" Nu, ik zal je vertellen dat het een héél bijzonder diertje is! Want het is een bouwmeester, die stenen maakt! Is dat soms niet bijzonder? We weten dat koralen, wormen, mossels en sprinkhanen, die eigenschap bezitten. Bij de larven van de muggen, die ik hierboven noemde, is die eigenschap pas kortgeleden vastge steld. Die larve is 1*^» c.M. lang, en woont op de stenen, die op de bodem der berg- pen alle flessen om, zodat ze kapot ging- gen, en het rozenwater stroomde op de grond. Nadat Abdullah waf uitgeraasd was, gooide hij de pantoffels in de waterleiding. „Nu zal ik jullie wel nooit meer terug zien, akeligheden!" riep hij uit. Maar hij vergiste zich. Want de pantoffels verstop ten de buizen, die liepen naar de fontijn van den Kalif. Men ging na, wat de oor zaak van die verstopping was, omdat de Kalif zo zeer gesteld was op het mooie spuiten van de fontijn. En toen men de pantoffels vond, was Abdullah er natuur lijk direct „bij"! Ditmaal kreeg de vrek heel wat meer slagen dan de eerste keer, terwijl hij twee honderd sekijnen moest betalen. Abdullah kon de pantoffels niet meer zien, maar wist echter niet, wat hij moest doen om ze voor goed kwijt te raken. In afwachting van een goede inval, legde hij ze op het dak van zijn huis, om ze niet in het oog te hebben. Daar werden de „akelighe den" echter ontdekt door de kat, die er mee begon te spelen, en ze daarbij op straat gooide. Ongelukkigerwijs vielen ze op het hoofd van een voorbijgaande vrouw. Dat kostte Abdullah opnieuw tweehonderd se kijnen en bovendien kreeg hij weer stok slagen, èn de pijn die daarmee gepaard ging. Daarbij kwam nog dat de vrouw schadevergoeding moest hebben voor de pijn, die de pantoffels haar gedaan hadden. Maar dank zij dit alles was Abdullah nu tenminste zijn pantoffels kwijt. Want ze werden van gerechtswege verbrand. Abdullah had op deze pijnlijke en dure wijze geleerd, dat het zeer onvoordelig kan zijn wanneer men verstandige zuinigheid verwisselt met gierigheid. IN DE MIDDELEEUWEN. De eerste warme dag. beken liggen. Zij spint een buis van 1*4 c.M. lengte, waarvan ze het ene eind op de steen kleeft. In die buis gaat het diertje nu zitten, en gaat zich daar verpoppen. In het water is een zekere hoeveelheid kalk, en die kalk zet zich vast om dat lar- venbuisje. Wanneer het voorjaar aanbreekt breekt de larve, die ondertusschen mug is geworden, door dat kalkbuisje. Het lege buisje blijft achter. Er is natuurlijk niet één larf je, die zo'n buisje maakt, maar er zijn er een heleboel, en om al die buisjes zet zich kalk vast. Zo groeit de steen, langzaam natuurlijk, maar o zo zeker! En zo zijn in de loop der tijden de kalkrotsen en de riffen ontstaan. Die rotsstenen kan men makkelijk in platte stukken slaan, al leen echter op die plaatsen, waar de buis jes samenkomen. Wanneer de kalk in zoutzuur opgelost wordt, blijft het werk der larven achter, dat je samen kunt drukken, net als een spons! Zie je wel, dat óók die kleine diertjes niet voor niets leven? OVER DE STRUISVOGEL. door P. M. van Zeghersz-Methold. Ja, dit keer gaan we eens gezellig over de struisvogel praten! Wat zeggen jullie daarvan! Er zijn geloof ik maar weinig jongens en meisjes die wat van dit brave dier zou den weten te vertellen. Een jongen, die ik er over vroeg, wist alleen te vertellen, dat wanneer de struisvogel vervolgd wordt, deze zijn kop in het zand steekt. De jongen voegde er bij: „Wat een stommerd, hè tante Pau?" Ja, dat is zo. En het is even dom als een mens, die zich voor gevaar verstoppen wil, in plaats van moedig er tegenin te gaan. Wanneer de struisvogel werkelijk zo'n snelle loper is, dan zouden jullie hem ze ker wel graag tot „renpaard" hebben hè? Je kunt wel nagaan hoe dót zou gaan!! Ik zou niet graag in de wagen zitten, waar- DE SLIMME BEER. Een boer moest als beklaagde voor de rechtbank verschijnen. Omdat hij helemaal geen verstand had van rechtszaken, en hij niet wist hoe dat daar toeging, nam hij 'n advocaat, die bekend stond als een slim merd, die alle knepen kende. De advocaat gaf hem de raad, om te doen alsof hij niet goed wijs was en op alle vragen met „Bè" te antwoorden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 20