Be Engelsclie school in den van Stiakesoeare. te Alkmaar. Raad Hoogwoud. Schip in nood. DE ENGELSCHE LUCHTVAARTPLANNEN. Brug over de Kleine Belt geopend. Zitting van Dinsdag 14 Mei 1935. .Callantsoog. TWEE PERMANENTE KLAPLOOPERS. De werkelooze beer Jan B„ 'n 30-jarig arbeider uit Helder, en zijn 54-jarige vriend Maarten V. uit Callantsoog, die de kruinschering der natuur reeds onderging, maakte thans deel uit van de logé's in het Staatsiiotel en stonden heden terecht, omdat zij op verschillende tijdstippen met behulp van een val- sche sleutel en door inklimming toegang hadden verschaft tot de tijdelijk onbewoonde witte villa van Jonkheer v. d. Poll en zich hadden toegeëigend 'n aantal flesschen sjampie en tafolwiintje welke lek kernij thans op de zitting prijkte en de groote bezet ting van de engelenbak deed watertanden. Voorts hadden zij nog in de wacht gesleept 'n verrekijker en 'n twee persoons matras, eveneens als corpora delicta aanwezig. Het duurde lang voor men deze wijngappers te pakken kreeg, doch voor de moderne outillage der recherche moesten zij de vlag sti'ijken. De heeren werden ingerekend en onder meer ook In 't bezit van een collectie oudbakken valsche sleu tels bevonden. Waar de heeren inbrekers geen bezwaar maakten te erkennen, liep het proces van een leien dakje Er was nog 'n rapport van broeder Wiggers, die men niet noodig geacht had^e hooren, het bleek echter dat de bekende strafpleiter mr. Veltman, opponee- rende voor Jan Borst, daartegen wel eens bezwaar maakte, zoodat er kans bestond op aanhouding. De hui dreef echter gelukkig voorhij en kon de officier overgaan tot het nemen van zijn requisitoir. De feiten waren wettig en overtuigend bewezen, doch hij de appreciatie van beide personen moest ech ter verschil worden gemaakt. De heer B., no. 1 van het duo, was aan lager wal geraakt en zelfs tot smokkelen afgedaald. Echter was hij een goede monteur en is er kans dat een even- tueele reciasseering slaagt. Voor hem vorderde de Oificier 7 maanden voorwaardelijk met 3 proefja ren en bijz. voorwaarden. De heer Maarten V., die wel zijn haren, maar niet zijn streken verloor, stond als ongunstig type be kend. Iiij is een gehaaide strandjutter, met diefach tige neigingen en bovendien 'n ver van begeerens- waardig echtgenoot. Tegen dit zwarte schaap requi- reerde de officier 1 jaar gev., zonder voorwaardelijk en met slechts 1 voorwaarde: Brommen! De twee strafpleiters, mr. Veltman en mr. G. A. de Lange, te vergelijken bij Watt en half-Watt, sta ken toen van wal en twijfelde mr. Halfwatt (Velt man) of bij zijn cliënt het oogmerk der wederrechte lijke toeëigening wel aanwezig was. Bovendien hal hij de flesschen wijn zoo duidelijk zichtbaar in het gras gedeponeerd, dat volgens pleiter het strafbare oogmerk geheel was buitengesloten. Pleiter conclu deerde dus eventueel vrijspraak, subsidiair refereer de bij zich aan het zeer aannemelijke requisitoir van den Officier. Mr. G. A. de Lange verkeerde in minder goede conditie, zijn cliënt was reeds meermalen veroor deeld en miste den steun van een reclasseeringsrap- port. Niettemin waagde pleiter nog een welwillend pleiterswoord voor dezen tweeden compagnon te spreken en de clementie van de rechtbank in te roe pen, hopende een reductie op de zware straf in het vonnis te mogen constateeren. De Officier repliceerde met betrekking tot het pleidooi van mr. Veltman eu sprak sterke twijfel uit of verdachte B. wel zoo naief was opgetreden als door pleiter was voorgesteld. Vermoedelijk zat B., fi guurlijk gesproken, wat met den gestolen wijn in zijn maag en had daarom de flesschen maar ergens neergezet, omdat hij er mee verlegen was. Wij zeggen 'n olifant had gewonnen! Ook pleiter bleef natuur lijk bij zijn opvatting, nog eens nader aangevuld en geïllustreerd. Uitspraak a.s. Donderdag. Egmond a. Zee. EGMONDSCHE STROOPERS IN APPEL. Een viertal door den kantonrechter te Alkmaar veroordeelde stroopers, die hun straf te peperig von den, waren in hooger beroep gekomen en diverse carbidlantaarns stonden geëxposeerd. Nummer een van dc appellanten was IJsbrand B., ter zake stroo pen met kunstlicht, veroordeeld tot f20 boete of 20 dagen. Gerequireerd werd natuurlijk bevestiging. De beer Gerrit H. stond er precies zoo voor. Oók wat de straf betrof en ook met precies hetzelfde re sultaat. f20 boete of 20 dagen. Het is risico van het vak, decreteerde onze Officier. Onze welbekende konijnendelver en verdelger Engel St. Az. was opgeknapt met f25 boete of 25 da gen. Men begrijpt dat Engel heelemaal niet accoord ging met zoo'n vernietigend vonnis. De officier be keek de zaak echter weer van zijn standpunt en vor derde bevestiging. De laatste der Egmondsche mohikanen was Al- öert Zw., de man met de zwarte wenkbrauwen, die 'n paar honden niet had teruggeroepen en veroor deeld was tot f30 boete of 30 dagen. Hij was gesnapt door den heer Jan Diemeer Senior. Alderls collega de Vrij bad maar in het vonnis berust. Ook de heer Aldert Z. had vermoedelijk de moeite kunnen sparen, vermeende de Officier, die bevesti ging requireerde. Stompet ore n-K o e d ij k. VERANDERING VAN TOONEEL. De chauffeur Jac. KI. uit Stompetoren, die bij Koe-, dijk op 2 Jan. bijna den caféhouder K. Davidson uit Schoorldam met zijn aangespannen voertuig in de soep had gereden, kon zich met het vonnis van den kantonrechter niet vereenigen en verscheen nu in hooger beroep. Hij beweerde geen schuld te heb ben, aangezien hij met zijn 6-vvielig verkeersmonster zoo goed mogelijk zou hebben uitgehaald en het paard van Davidson misschien op zij was gespron gen. Davidson had gezegd na de aanrijding: Hoe kan je dat nou doen? ik zag je niet, zei toen de chauf feur. Het arme paard was deerlijk gewond en heeft Davidson dit dure paard goedkoop moeten verkoo- pen. De schade f 1.80 was geregeld. Door den officier werd aanmerking gemaakt, dat Davidson slechts 1 lantaarn op zijn kar voerde, wat toch altijd gevaarlijk is en aanleiding kan geven tot misverstand voor den tegenligger. Mej. Davidson-Visser, die ook het onprettige vroege-morgen-avontuur had meegemaakt, verklaar de overeenkomstig haar echtgenoot. Volgens meening van den officier was er niets nieuws aan het licht gekomen. Het vonnis f 10 boe te of 10 dagen was heel billijk, dus requireerde de Officier bevestiging. O o s t e r-B 1 o k k e r. EEN VERKEERSPRUTSER. De niet verschenen appellant Pieter Blom, 'n chauffeur en bestuurder van „De Pelikaan", veroor deeld door den kantonrechter te Hoorn, had op 6 Februari op den Ooster-Blokkenveg het verkeer ge sneden, waardoor de fietsende slagersknecht Jan Penncma werd aangereden. De auto droeg het op schrift De Pelicaan. Jan Pcnnema had als 16-jarig broekje niet de be voegdheid om een eisch tot schadevergoeding in te stellen. De getuige Piet Doodeman had aan den weg kant 'n slagersjongen en 'n vernielde fiets zien lig gen. De auto, „De Pelicaan", behoorde aan zekeren Ruiter "te Enkhuizen. Gerequireerd werd bevestiging van het vonnis, f10 boete of 5 dagen, doch afwijzing van de schade vergoeding met het oog op de minderjarigheid van de benadeelde partij. We willen hier nog eens voor de honderd en zoo- veelste maal bijvoegen, dat het noodzakelijk is bij een in te stellen actie tot schadevergoeding, door minderjarigen geleden, dat de vader of voogd dezen eisch instelt, omdat de rechter van een dergelijke eisch anders geen kennis kan nemen. Vergadering van den Raad op Woensdag 15 Mei 1935, des morgens om 11 uur. Voorzitter de heer D. Hoogenboom, burgemeester, tevens secretaris. Alle leden zijn aanwezig; één vacature. De Voorzitter opent de vergadering en leest de no tulen; ze worden onveranderd vastgesteld. Een belangrijke verbetering. Voordat met de verdere afhandeling der agenda wordt begonnen, vindt de Raad na een korte bespre king goed, dat voor verbetering van den toegang tot de Pade de sloot bij den heer Koning zal worden ge dempt. Het werk zal in werkverschaffing worden uit gevoerd. Ingekomen stukken. Van de ingekomen stukken vermelden we: Een schrijven van den heer J. Ham, waarin hij we gens vertrek naar Midwoud, ontslag neemt als lid van den Raad. Een schrijven van den heer S. de Zee, waarin hij verzoekt hem ontslag te willen verleenen als hoofd van den cursus voor schoolvrije jeugd te Hoogwoud en als lid van de commissie tot wering van school verzuim, wegens zijn benoeming tot hoofd der school te Zuidlaren. Een verzoek van een persoon de rente van een gemeente-hypotheek groot f2000 te willen verlagen. De rente wordt van 5 op AVz gebracht. Onderzoek geloofsbrieven. De Voorzitter schorscht de openbare zitting een oogenblik voor het onderzoek der geloofsbrieven van het nieuw benoemd raadslid, den heer E. List. De heeren Bossen en Klaver belasten zich met dit onderzoek en na heropening kan de heer Bossen tot toelating adviseeren. Aldus besloten. De „Gouwe" verkocht. De strijdbijl begraven. B. en W. stellen voor over te gaan tot verkoop van den weg ,de Gouwe" aan het Ambacht van Westfries land „de Vier Noorder Koggen". De koopsom bedraagt f 1.voorwaarde is o.a. dat de Koggen den weg binnen 2 jaar moeten beplanten of beplant houden. De boomen moeten behoorlijk en regelmatig worden geplant. De heer Vijn had liever een vaste afstand zien be paald; het is zoo een beetje riskant. Spr. zag graag een bepaling als b.v. de afstand tusschen twee te plan ten boomen moet 7 M... bedragen. De Voorzitter gelooft dat we door de zinsnede „be hoorlijk en regelmatig" genoeg beschermd zijn. Trou wens ook de Hoofdingenieur-Directeur van Prov. Wa terstaat heeft hem in dat opzicht gerust gesteld. Na nog eenige discussie wordt het voorstel aange nomen. Tegen stemde de heer Vijn. Gewijzigd wordt de verordening tot heffing van le ges ter secretarie. Voor de practijk blijft de situatie ongewijzigd. Verhuur woningen. B. en W. stellen voor te verhuren de woningen te Aartswoud E 40 aan den heer K. May en Kerkelaan C 11 aan den heer J. v. d. Graaf tegen den ouden huurprijs (resp. f250.en f2.50). Allen voor. Rondvraag. De heer Groen vraagt naar de telefoon bij den heer Ham. De Voorzitter antwoordt, dat de telefoon weg is, de lijn ligt nog. De heer Groen wilde de lijn doortrekken naar den heer Visser; er werd nogal gebruik van gemaakt. De Voorzitter weet niet of de heer Visser een ge deelte zal willen betalen, maar B. en W. kunnen zich met den heer Visser in verbinding stellen. Wordt in handen' van B. en W. gesteld. De heer Bossen merkt op, dat in de te dempen sloot bij den heer Koning wel vuil kan worden gestort. De Voorzitter is daar niet voor, de sloot is z.i. daar voor ongeschikt. Later moet er op gereden worden en de sloot is ondiep, zoodat spr. er liever zand in heeft. De sloot bij den heer Mulder is voor vuil-storting meer geschikt en met hem kan dan ook eens gepraat worden. Hierna sluiting. Botter in het Hoornsche Hop op den dijk geslagen. Hoorn: Gistermorgen te half drie is door het slechte weer en den plasregen de botter „Harderwijk 41", schipper P. Petersen, den koers kwijt geraakt en bij de Nek in het Hoornsche Hop op den dijk ge slagen. De botter geraakte daarbij het roer kwijt en kreeg een lek. Het water stroomde naar binnen en met zeer groote moeite hebben de schipper en zijn knecht het schip drijvende gehouden. Na een angstig uur werden de noodseinen opge merkt door twee Bunschoters de „Bu 99" en de „Bu 164", schippers H. Heine en P. Zwaan. Dezen hebben de „Harderwijk 41" op sleeptouw genomen en in de Haven van Hoorn binnengebracht. De schuit stond vol water en op het punt van zinken. De materieele schade is aanzienlijk. Verdubbeling der strijdkrachten. L o n d e n, 15 Mei. De luchtvaartcor respondent van de „Daily Telegraph" meldt, dat de plannen tot versterking der Britsche luchtmacht, die dezer dagen door het kabi net zullen worden behandeld, voorzien in een verdrievoudiging van de luchtmacht in het Vereenigd Koninkrijk en in vrijwel een ver dubbeling van dc Britsche luchtmacht in de geheele wereld. Deze uitbreiding zou bhinen twee jaar geschieden. De tegenwoordige sterkte van de luchtvloot in het Vereenigd Koninkrijk bedraagt 43 eskaders met 490 vliegtuigen, die der overzeesche eenheden, vliegboo- len en marine-vliegtuigen 50 eskaders met 530 vlieg tuigen. De totale sterkte is dus 93 eskaders met 1020 vliegtuigen. Volgens het uitgewerkte plan zal, aldus de „Daily Telegraph" in April 1937 de luchtvloot in het Ver eenigd Koninkrijk bestaan uit 128 eskaders met 1460 vliegtuigen, de overzeesche eenheden, vliegbooten en marine-vliegtuigen uit 50 eskaders met 530 vliegtui gen. De totale sterkte zal dus zijn 178 eskaders met 1990 vliegtuigen. Het aantal machines, die een eskader vormen, ver andert naar de klasse. Van machines met één motor vormen in den regel twaalf stuks een eskader, van meermotorige toestellen tien; eenige der eskaders vliegbooten hebben slechts drie tot vijf machines. De „Daily Telegraph" voegt hieraan toe, dat dit plan, indien het door het kabinet ongewijzigd wordt aanvaard, de Britsche luchtstrijdkrachten zal bren gen op de sterkte der Fransche luchtmacht in Euro pa en Noord-Afrika. Duitschland zal binnen afzien- baren tijd dezelfde sterkte hebben, indien het die niet reeds bezit. De versterking der luchtmacht zal plaats hebben door twee maatregelen: 1. door de versnelde uitvoering van het vijfjaren plan, dat reeds zal moeten zijn beëindigd in April 1937 inplaats van in April 1939. 2. door het aannemen van een aanvullend bouw- program. De proefnemingen met nieuwe typen zul len verhaast worden en verder zal onverwijld een snel bombardementsvliegtuig met grooten bom-radius geconstrueerd worden, dat niet behoeft onder te doen voor de Duitsche bombardementsvliegtuigen. Kopenhagen: De nieuwe brug over de Kleine Belt, die het eiland Fünen verbindt met Jut land, is Dinsdagmiddag door Koning Christiaan ge opend. Een menigte van 30.000 mensr.hen woonde de plechtigheid bij. Na de opening reden twee stroom- lijntreinen, die op dit nieuwe traject gebruikt wor den, over de brug, terwijl Deensche, Noorsche, Zweed- sche en Duitsche vliegtuigen in de lucht cirkelden. De lengte van de brug is bijna 1200 meter. Het ge vaarte wordt gedragen door vier pijlers, die elk 50.000 ton wegen. Naast elkaar zijn aangelegd een dubbel stel rails, een rijweg van 6 Meter breedte en een voetpad van bijna 2 meter breedte. Zoowel door den aanleg van deze brug als door het in dienst stellen van snelle Diesel-locomotieven, zal de reis van Jutland naar Kopenhagen met ongeveer zeven uur verkort worden. ONGELUK OP DUITSCHE SPOORWEGOVERGANG. Coblenz: Op een overweg bij Rhens is een auto, waarin vier personen zaten, gegrepen door den sneltrein uit Mainz. De auto werd volkomen ver nield. Twee der inzittenden werden gedood, de beide anderen zwaar gewond. (Van onzen Engelschen briefschrijver) We zullen thans nog een en ander vertellen over straffen in den tijd van Shakes- peare. Op vele scholen werd, evenals in de middeleeu wen, een onbeperkt gebruik gemaakt van de roe. In de middeleeuwen was het hanteeren van dit in strument een examenvak. Een student te Cam- bridge, bijvoorbeeld, die zijn graad als „master" wenschte te behalen, kreeg een röc en een plak in handen, om met behulp hiervan te toonen, dat hij werkelijk geschikt was, als schoolmeester op te treden. Maar, wat heeft een candidaat voor het school meestervak aan deze ingrediënten, wanneer hij geen materiaal bij de hand heeft, om zijn vaardigheid op te toonen? Geen nood! Geld regeert de wereld, en deed dit in de middeleeuwen evengoed als tegen woordig. Voor vier stuivers werd geregeld een jon gen bereid gevonden, om den toekomstigen mees ter aan zijn graad te helpen. Vier stuiver was geen kleinigheid in die dagen, en de examinandus zal wel gezorgd hebben, dat hij de volle waarde uit zijn stuivers haalde. Ik weet niet, of in dit gedeelte wel eens herexamen werd gegeven. Maar voor een juiste beoordeeling lijkt het mij heter, als de exa minatoren zich zelf hadden laten behandelen dooi den candidaat. Een beetje geharde knaap, of een, die door het gelukkig bezit van een flink kastijdend vader op de juiste plaatsen de vereischte eeltvor- ming had gekregen, kon door een onverschillig ge zicht de examenkansen van den besten candidaat doen falen. Maar Shakcspeare's tijd was reeds na de middel eeuwen, en de pedagogen ten tijde van den grooten schrijver trachtten, het moet tot hun eer gezegd worden, het overmatig gebruik van de roe binnen zekere perken te houden. Zij stelden voor, lijfstraf fen alleen toe te dienen voor vergrijpen tegen de discipline en de zedelijkheid, en ze dan nog slechts op èèn dag in de week toe te passen. Het is de vraag, evenwel of hun pogingen veel succes hadden. We lezen, bijvoorbeeld dat te Thame een jongen niet met een roe of ander tuchtigings- voorwerp op het gezicht, de oogen, ooren, mond, of eenig ander gedeelte van zijn hoofd geslagen mocht worden. Toch zeker een bewijs, dat dit een veelvuldig voorkomend feit was. Een schrijver uit die dagen klaagt er over, dat de jongens op hun hoofd werden geslagen met het dikke eind van een stok, en voor het minste of geringste vergrijp met den plak op hun lippen wer den geslagen. Dezelfde schrijver vertelt van een schoolmeester, die op koude morgens zijn leerlingen sloeg, om warm ie worden. Maar misschien zat bij den man de goede bedoeling voor, zijn pupillen een beetje extra lichaamswarmte te verschaffen. De leerling William Bedell, te Braintree, een knappe jongen nog wel, werd door zijn meester de trappen af geslagen, zoodat het bloed uit zijn oor gutste. Een andere jongen kreeg vijftig slagen met een iepentak, voor het feit, dat hij zijn les niet kende. En desondanks waren de straffen nog licht, ver geleken bij die van de middeleeuwen. De jeugd ten tijde van Floris V moet dus wel een hardhan dige opvoeding genoten hebben, Was men royaal met straffen, men was schaarsch met belooningen in Shakespeare's tijd. Te Camber- well werden geldprijzen uitgeloofd van 12, 4 en 2 stuivers voor de beste schrijvers. Deze werden eens in de drie maanden geschonken. Ongetwijfeld zul len de leerlingen met deze prijzen wel ingenomen geweest zijn. Of ze dezelfde voorliefde betoond zul len hebben voor de prijzen te Lewisham valt te betwijfelen. Daar kregen de beste leerlingen een krans op hun hoofd bevestigd, en moesten daarmee een maand lang van school naar de kerk en van de kerk naar de school gaan. Het is te vreezen, dat de niet bekranste leerlingen hun gelauwerde makkers het leven niet al te aangenaam gemaakt zullen hebben tijdens deze wandelingen. Aan georganiseerd spel werd in Shakespeare's tijd nog maar weinig gedaan. Te Harrow waren de spelen henerkt tot tollen, handbal, hard loopen en schieten. Te Camberwell tot schieten, schaken, hard loonen, worstelen en springen. De hal was in die dagen, toen rubber nog niet hekend was, van leer gemaakt, of het was een blaas, die met een blaasbalg werd opgepompt, of met haar of touw werd gevuld. Het echte Engelsche spel van onze dagen, het voetbalspel, stond in Shakespeare's tijd nog maar in heel zwakke kinderschoentjes. Regels waren er feitelijk niet voor. Het was niet alleen ruw, maar ook gevaarlijk. En niet alleen gevaarlijk voor de spelers, Het voethalspel werd toen ter tijd namelijk niet op een daartoe bestemd veld uitgeoefend, maar in de straten van de stad. Het doel was den bal van de eene stadspoort naar de andere te werken, tot groot ongerief van de stedelingen. Zelfs heden ten dage is dit omvangrijke voethal spel nog niet geheel uitgestorven in Engeland, al wordt het dan slechts èèn maal per jaar vertoond. Dit is op den Dinsdag voor Aschwocnsdag, te Ash- bourne. De twee doelen liggen bij dit spel op een afstand van vier en een halvcn kilometer van elkaar, en midden door het „veld" loopt een rivier, wat de genoegens van het spel in belangrijke mate verhoogt. Heel eigenaardig is, dat, terwijl in Shakespeare's tijd het Engelsche voetbalspel niet veel beter was dan een wilde vechtpartij, hetzelfde spel in Noord- Italië volgens zeer behoorlijk vastgestelde regels werd gespeeld. Maar we hebben nu genoeg gehoord over het schoolleven in Shakespeare's tijd. Ik zal, wat ik verteld heb besluiten met een gesprek tusschen schoolmeester en leerling, zooals dat gevonden wordt in een hoek van het jaar 1564, de Colloquia Scholastica, van M. Cordelius. Het is Maandagmorgen, en een scholier wordt voor de klas geroepen, om verslag uit te brengen over zijn kerkgang van den vorigen dag. Eerst loopt alles van een leien dakje. Op de vragen: Ben je ter kerke geweest, wie preekte er, hoe laat be gon de dienst, wat was de tekst, komen bevredi gende antwoorden. Maar de volgende vraag brengt den jongen in verlegenheid: „Wat kun je van de preek na vertellen?" Hij kan met geen enkel woord antwoorden, en het gesprek gaat op de volgende wijze door: M. „Wat heb je er dan aan gehad?" J. „Dat weet ik niet, tenzij misschien, dat ik in dien tijd geen verkeerde dingen heb gedaan." M. „Waarom ging je ter kerke?" J. „Om er iets te leeren." M. „Door welke oorzaak heb je niets onthouden?" J. „Door mijn onachtzaameid, want ik heb niet naarstig geluisterd." M. „Wat heb je dan gedaan?" J. „Ik heb af en toe geslapen." M. „Dat doe je meer. Maar wat heb Je gedaan, als je niet sliep?" J. „Ik dacht aan een massa dwaze dingen,, zooals jongens meestal doen." M. „Ben je dan nog zoo'n kind, dat je geen aan dacht schenkt aan God's woord?" J. „Als ik oplettend kon zijn, zou ik profiteeren" M. „Misschien. Maar maak je ondertusschen maar gereed om een pak slaag te krijgen." J. „O, meester, vergeef me. Ik heb gezondigd, maar niet uit kwaadwilligheid." M. „Wat zul je doen, als ik je vergeef?" J. „Met God's hulp zal ik verder mijn plicht doen." M. „Ga heen, ik vergeef je je schuld om je tranen, en op voorwaarde, dat je aan je belofte zult denken." J. „O, beste meester, ik dank U." En met dit blijde einde zeggen we de jeugd uit Shakespeare's tijd vaarwel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 7