Be Engelsclie school in den
van Stiakesoeare.
te Alkmaar.
Raad Hoogwoud.
Schip in nood.
DE ENGELSCHE LUCHTVAARTPLANNEN.
Brug over de Kleine Belt geopend.
Zitting van Dinsdag 14 Mei 1935.
.Callantsoog.
TWEE PERMANENTE KLAPLOOPERS.
De werkelooze beer Jan B„ 'n 30-jarig arbeider
uit Helder, en zijn 54-jarige vriend Maarten V. uit
Callantsoog, die de kruinschering der natuur reeds
onderging, maakte thans deel uit van de logé's in het
Staatsiiotel en stonden heden terecht, omdat zij op
verschillende tijdstippen met behulp van een val-
sche sleutel en door inklimming toegang hadden
verschaft tot de tijdelijk onbewoonde witte villa van
Jonkheer v. d. Poll en zich hadden toegeëigend 'n
aantal flesschen sjampie en tafolwiintje welke lek
kernij thans op de zitting prijkte en de groote bezet
ting van de engelenbak deed watertanden. Voorts
hadden zij nog in de wacht gesleept 'n verrekijker
en 'n twee persoons matras, eveneens als corpora
delicta aanwezig. Het duurde lang voor men deze
wijngappers te pakken kreeg, doch voor de moderne
outillage der recherche moesten zij de vlag sti'ijken.
De heeren werden ingerekend en onder meer ook
In 't bezit van een collectie oudbakken valsche sleu
tels bevonden.
Waar de heeren inbrekers geen bezwaar maakten
te erkennen, liep het proces van een leien dakje
Er was nog 'n rapport van broeder Wiggers, die men
niet noodig geacht had^e hooren, het bleek echter
dat de bekende strafpleiter mr. Veltman, opponee-
rende voor Jan Borst, daartegen wel eens bezwaar
maakte, zoodat er kans bestond op aanhouding.
De hui dreef echter gelukkig voorhij en kon de
officier overgaan tot het nemen van zijn requisitoir.
De feiten waren wettig en overtuigend bewezen,
doch hij de appreciatie van beide personen moest ech
ter verschil worden gemaakt.
De heer B., no. 1 van het duo, was aan lager wal
geraakt en zelfs tot smokkelen afgedaald. Echter was
hij een goede monteur en is er kans dat een even-
tueele reciasseering slaagt. Voor hem vorderde de
Oificier 7 maanden voorwaardelijk met 3 proefja
ren en bijz. voorwaarden.
De heer Maarten V., die wel zijn haren, maar niet
zijn streken verloor, stond als ongunstig type be
kend. Iiij is een gehaaide strandjutter, met diefach
tige neigingen en bovendien 'n ver van begeerens-
waardig echtgenoot. Tegen dit zwarte schaap requi-
reerde de officier 1 jaar gev., zonder voorwaardelijk
en met slechts 1 voorwaarde: Brommen!
De twee strafpleiters, mr. Veltman en mr. G. A.
de Lange, te vergelijken bij Watt en half-Watt, sta
ken toen van wal en twijfelde mr. Halfwatt (Velt
man) of bij zijn cliënt het oogmerk der wederrechte
lijke toeëigening wel aanwezig was. Bovendien hal
hij de flesschen wijn zoo duidelijk zichtbaar in het
gras gedeponeerd, dat volgens pleiter het strafbare
oogmerk geheel was buitengesloten. Pleiter conclu
deerde dus eventueel vrijspraak, subsidiair refereer
de bij zich aan het zeer aannemelijke requisitoir
van den Officier.
Mr. G. A. de Lange verkeerde in minder goede
conditie, zijn cliënt was reeds meermalen veroor
deeld en miste den steun van een reclasseeringsrap-
port. Niettemin waagde pleiter nog een welwillend
pleiterswoord voor dezen tweeden compagnon te
spreken en de clementie van de rechtbank in te roe
pen, hopende een reductie op de zware straf in het
vonnis te mogen constateeren.
De Officier repliceerde met betrekking tot het
pleidooi van mr. Veltman eu sprak sterke twijfel
uit of verdachte B. wel zoo naief was opgetreden als
door pleiter was voorgesteld. Vermoedelijk zat B., fi
guurlijk gesproken, wat met den gestolen wijn in
zijn maag en had daarom de flesschen maar ergens
neergezet, omdat hij er mee verlegen was. Wij zeggen
'n olifant had gewonnen! Ook pleiter bleef natuur
lijk bij zijn opvatting, nog eens nader aangevuld
en geïllustreerd.
Uitspraak a.s. Donderdag.
Egmond a. Zee.
EGMONDSCHE STROOPERS IN APPEL.
Een viertal door den kantonrechter te Alkmaar
veroordeelde stroopers, die hun straf te peperig von
den, waren in hooger beroep gekomen en diverse
carbidlantaarns stonden geëxposeerd. Nummer een
van dc appellanten was IJsbrand B., ter zake stroo
pen met kunstlicht, veroordeeld tot f20 boete of
20 dagen.
Gerequireerd werd natuurlijk bevestiging.
De beer Gerrit H. stond er precies zoo voor. Oók
wat de straf betrof en ook met precies hetzelfde re
sultaat. f20 boete of 20 dagen. Het is risico van het
vak, decreteerde onze Officier.
Onze welbekende konijnendelver en verdelger
Engel St. Az. was opgeknapt met f25 boete of 25 da
gen. Men begrijpt dat Engel heelemaal niet accoord
ging met zoo'n vernietigend vonnis. De officier be
keek de zaak echter weer van zijn standpunt en vor
derde bevestiging.
De laatste der Egmondsche mohikanen was Al-
öert Zw., de man met de zwarte wenkbrauwen, die
'n paar honden niet had teruggeroepen en veroor
deeld was tot f30 boete of 30 dagen. Hij was gesnapt
door den heer Jan Diemeer Senior. Alderls collega
de Vrij bad maar in het vonnis berust.
Ook de heer Aldert Z. had vermoedelijk de moeite
kunnen sparen, vermeende de Officier, die bevesti
ging requireerde.
Stompet ore n-K o e d ij k.
VERANDERING VAN TOONEEL.
De chauffeur Jac. KI. uit Stompetoren, die bij Koe-,
dijk op 2 Jan. bijna den caféhouder K. Davidson
uit Schoorldam met zijn aangespannen voertuig in
de soep had gereden, kon zich met het vonnis van
den kantonrechter niet vereenigen en verscheen nu
in hooger beroep. Hij beweerde geen schuld te heb
ben, aangezien hij met zijn 6-vvielig verkeersmonster
zoo goed mogelijk zou hebben uitgehaald en het
paard van Davidson misschien op zij was gespron
gen. Davidson had gezegd na de aanrijding: Hoe kan
je dat nou doen? ik zag je niet, zei toen de chauf
feur. Het arme paard was deerlijk gewond en heeft
Davidson dit dure paard goedkoop moeten verkoo-
pen. De schade f 1.80 was geregeld.
Door den officier werd aanmerking gemaakt, dat
Davidson slechts 1 lantaarn op zijn kar voerde, wat
toch altijd gevaarlijk is en aanleiding kan geven tot
misverstand voor den tegenligger.
Mej. Davidson-Visser, die ook het onprettige
vroege-morgen-avontuur had meegemaakt, verklaar
de overeenkomstig haar echtgenoot.
Volgens meening van den officier was er niets
nieuws aan het licht gekomen. Het vonnis f 10 boe
te of 10 dagen was heel billijk, dus requireerde de
Officier bevestiging.
O o s t e r-B 1 o k k e r.
EEN VERKEERSPRUTSER.
De niet verschenen appellant Pieter Blom, 'n
chauffeur en bestuurder van „De Pelikaan", veroor
deeld door den kantonrechter te Hoorn, had op 6
Februari op den Ooster-Blokkenveg het verkeer ge
sneden, waardoor de fietsende slagersknecht Jan
Penncma werd aangereden. De auto droeg het op
schrift De Pelicaan.
Jan Pcnnema had als 16-jarig broekje niet de be
voegdheid om een eisch tot schadevergoeding in te
stellen. De getuige Piet Doodeman had aan den weg
kant 'n slagersjongen en 'n vernielde fiets zien lig
gen. De auto, „De Pelicaan", behoorde aan zekeren
Ruiter "te Enkhuizen.
Gerequireerd werd bevestiging van het vonnis,
f10 boete of 5 dagen, doch afwijzing van de schade
vergoeding met het oog op de minderjarigheid van
de benadeelde partij.
We willen hier nog eens voor de honderd en zoo-
veelste maal bijvoegen, dat het noodzakelijk is bij
een in te stellen actie tot schadevergoeding, door
minderjarigen geleden, dat de vader of voogd dezen
eisch instelt, omdat de rechter van een dergelijke
eisch anders geen kennis kan nemen.
Vergadering van den Raad op Woensdag 15 Mei
1935, des morgens om 11 uur.
Voorzitter de heer D. Hoogenboom, burgemeester,
tevens secretaris.
Alle leden zijn aanwezig; één vacature.
De Voorzitter opent de vergadering en leest de no
tulen; ze worden onveranderd vastgesteld.
Een belangrijke verbetering.
Voordat met de verdere afhandeling der agenda
wordt begonnen, vindt de Raad na een korte bespre
king goed, dat voor verbetering van den toegang tot
de Pade de sloot bij den heer Koning zal worden ge
dempt. Het werk zal in werkverschaffing worden uit
gevoerd.
Ingekomen stukken.
Van de ingekomen stukken vermelden we:
Een schrijven van den heer J. Ham, waarin hij we
gens vertrek naar Midwoud, ontslag neemt als lid
van den Raad.
Een schrijven van den heer S. de Zee, waarin hij
verzoekt hem ontslag te willen verleenen als hoofd
van den cursus voor schoolvrije jeugd te Hoogwoud
en als lid van de commissie tot wering van school
verzuim, wegens zijn benoeming tot hoofd der school
te Zuidlaren.
Een verzoek van een persoon de rente van een
gemeente-hypotheek groot f2000 te willen verlagen.
De rente wordt van 5 op AVz gebracht.
Onderzoek geloofsbrieven.
De Voorzitter schorscht de openbare zitting een
oogenblik voor het onderzoek der geloofsbrieven van
het nieuw benoemd raadslid, den heer E. List.
De heeren Bossen en Klaver belasten zich met dit
onderzoek en na heropening kan de heer Bossen tot
toelating adviseeren. Aldus besloten.
De „Gouwe" verkocht. De strijdbijl
begraven.
B. en W. stellen voor over te gaan tot verkoop van
den weg ,de Gouwe" aan het Ambacht van Westfries
land „de Vier Noorder Koggen".
De koopsom bedraagt f 1.voorwaarde is o.a. dat
de Koggen den weg binnen 2 jaar moeten beplanten
of beplant houden. De boomen moeten behoorlijk en
regelmatig worden geplant.
De heer Vijn had liever een vaste afstand zien be
paald; het is zoo een beetje riskant. Spr. zag graag
een bepaling als b.v. de afstand tusschen twee te plan
ten boomen moet 7 M... bedragen.
De Voorzitter gelooft dat we door de zinsnede „be
hoorlijk en regelmatig" genoeg beschermd zijn. Trou
wens ook de Hoofdingenieur-Directeur van Prov. Wa
terstaat heeft hem in dat opzicht gerust gesteld.
Na nog eenige discussie wordt het voorstel aange
nomen. Tegen stemde de heer Vijn.
Gewijzigd wordt de verordening tot heffing van le
ges ter secretarie. Voor de practijk blijft de situatie
ongewijzigd.
Verhuur woningen.
B. en W. stellen voor te verhuren de woningen te
Aartswoud E 40 aan den heer K. May en Kerkelaan
C 11 aan den heer J. v. d. Graaf tegen den ouden
huurprijs (resp. f250.en f2.50). Allen voor.
Rondvraag.
De heer Groen vraagt naar de telefoon bij den
heer Ham.
De Voorzitter antwoordt, dat de telefoon weg is,
de lijn ligt nog.
De heer Groen wilde de lijn doortrekken naar den
heer Visser; er werd nogal gebruik van gemaakt.
De Voorzitter weet niet of de heer Visser een ge
deelte zal willen betalen, maar B. en W. kunnen
zich met den heer Visser in verbinding stellen.
Wordt in handen' van B. en W. gesteld.
De heer Bossen merkt op, dat in de te dempen sloot
bij den heer Koning wel vuil kan worden gestort.
De Voorzitter is daar niet voor, de sloot is z.i. daar
voor ongeschikt. Later moet er op gereden worden en
de sloot is ondiep, zoodat spr. er liever zand in heeft.
De sloot bij den heer Mulder is voor vuil-storting
meer geschikt en met hem kan dan ook eens gepraat
worden.
Hierna sluiting.
Botter in het Hoornsche Hop op den dijk
geslagen.
Hoorn: Gistermorgen te half drie is door het
slechte weer en den plasregen de botter „Harderwijk
41", schipper P. Petersen, den koers kwijt geraakt
en bij de Nek in het Hoornsche Hop op den dijk ge
slagen. De botter geraakte daarbij het roer kwijt en
kreeg een lek. Het water stroomde naar binnen en
met zeer groote moeite hebben de schipper en zijn
knecht het schip drijvende gehouden.
Na een angstig uur werden de noodseinen opge
merkt door twee Bunschoters de „Bu 99" en de
„Bu 164", schippers H. Heine en P. Zwaan. Dezen
hebben de „Harderwijk 41" op sleeptouw genomen en
in de Haven van Hoorn binnengebracht. De schuit
stond vol water en op het punt van zinken.
De materieele schade is aanzienlijk.
Verdubbeling der strijdkrachten.
L o n d e n, 15 Mei. De luchtvaartcor
respondent van de „Daily Telegraph" meldt,
dat de plannen tot versterking der Britsche
luchtmacht, die dezer dagen door het kabi
net zullen worden behandeld, voorzien in een
verdrievoudiging van de luchtmacht in het
Vereenigd Koninkrijk en in vrijwel een ver
dubbeling van dc Britsche luchtmacht in de
geheele wereld. Deze uitbreiding zou bhinen
twee jaar geschieden.
De tegenwoordige sterkte van de luchtvloot in het
Vereenigd Koninkrijk bedraagt 43 eskaders met 490
vliegtuigen, die der overzeesche eenheden, vliegboo-
len en marine-vliegtuigen 50 eskaders met 530 vlieg
tuigen. De totale sterkte is dus 93 eskaders met 1020
vliegtuigen.
Volgens het uitgewerkte plan zal, aldus de „Daily
Telegraph" in April 1937 de luchtvloot in het Ver
eenigd Koninkrijk bestaan uit 128 eskaders met 1460
vliegtuigen, de overzeesche eenheden, vliegbooten en
marine-vliegtuigen uit 50 eskaders met 530 vliegtui
gen. De totale sterkte zal dus zijn 178 eskaders met
1990 vliegtuigen.
Het aantal machines, die een eskader vormen, ver
andert naar de klasse. Van machines met één motor
vormen in den regel twaalf stuks een eskader, van
meermotorige toestellen tien; eenige der eskaders
vliegbooten hebben slechts drie tot vijf machines.
De „Daily Telegraph" voegt hieraan toe, dat dit
plan, indien het door het kabinet ongewijzigd wordt
aanvaard, de Britsche luchtstrijdkrachten zal bren
gen op de sterkte der Fransche luchtmacht in Euro
pa en Noord-Afrika. Duitschland zal binnen afzien-
baren tijd dezelfde sterkte hebben, indien het die
niet reeds bezit.
De versterking der luchtmacht zal plaats hebben
door twee maatregelen:
1. door de versnelde uitvoering van het vijfjaren
plan, dat reeds zal moeten zijn beëindigd in April
1937 inplaats van in April 1939.
2. door het aannemen van een aanvullend bouw-
program. De proefnemingen met nieuwe typen zul
len verhaast worden en verder zal onverwijld een
snel bombardementsvliegtuig met grooten bom-radius
geconstrueerd worden, dat niet behoeft onder te doen
voor de Duitsche bombardementsvliegtuigen.
Kopenhagen: De nieuwe brug over de
Kleine Belt, die het eiland Fünen verbindt met Jut
land, is Dinsdagmiddag door Koning Christiaan ge
opend. Een menigte van 30.000 mensr.hen woonde de
plechtigheid bij. Na de opening reden twee stroom-
lijntreinen, die op dit nieuwe traject gebruikt wor
den, over de brug, terwijl Deensche, Noorsche, Zweed-
sche en Duitsche vliegtuigen in de lucht cirkelden.
De lengte van de brug is bijna 1200 meter. Het ge
vaarte wordt gedragen door vier pijlers, die elk
50.000 ton wegen. Naast elkaar zijn aangelegd een
dubbel stel rails, een rijweg van 6 Meter breedte en
een voetpad van bijna 2 meter breedte.
Zoowel door den aanleg van deze brug als door het
in dienst stellen van snelle Diesel-locomotieven, zal
de reis van Jutland naar Kopenhagen met ongeveer
zeven uur verkort worden.
ONGELUK OP DUITSCHE SPOORWEGOVERGANG.
Coblenz: Op een overweg bij Rhens is een
auto, waarin vier personen zaten, gegrepen door den
sneltrein uit Mainz. De auto werd volkomen ver
nield. Twee der inzittenden werden gedood, de beide
anderen zwaar gewond.
(Van onzen Engelschen briefschrijver)
We zullen thans nog een en ander vertellen
over straffen in den tijd van Shakes-
peare.
Op vele scholen werd, evenals in de middeleeu
wen, een onbeperkt gebruik gemaakt van de roe.
In de middeleeuwen was het hanteeren van dit in
strument een examenvak. Een student te Cam-
bridge, bijvoorbeeld, die zijn graad als „master"
wenschte te behalen, kreeg een röc en een plak in
handen, om met behulp hiervan te toonen, dat hij
werkelijk geschikt was, als schoolmeester op te
treden.
Maar, wat heeft een candidaat voor het school
meestervak aan deze ingrediënten, wanneer hij geen
materiaal bij de hand heeft, om zijn vaardigheid
op te toonen? Geen nood! Geld regeert de wereld,
en deed dit in de middeleeuwen evengoed als tegen
woordig. Voor vier stuivers werd geregeld een jon
gen bereid gevonden, om den toekomstigen mees
ter aan zijn graad te helpen. Vier stuiver was geen
kleinigheid in die dagen, en de examinandus zal wel
gezorgd hebben, dat hij de volle waarde uit zijn
stuivers haalde. Ik weet niet, of in dit gedeelte wel
eens herexamen werd gegeven. Maar voor een
juiste beoordeeling lijkt het mij heter, als de exa
minatoren zich zelf hadden laten behandelen dooi
den candidaat. Een beetje geharde knaap, of een,
die door het gelukkig bezit van een flink kastijdend
vader op de juiste plaatsen de vereischte eeltvor-
ming had gekregen, kon door een onverschillig ge
zicht de examenkansen van den besten candidaat
doen falen.
Maar Shakcspeare's tijd was reeds na de middel
eeuwen, en de pedagogen ten tijde van den grooten
schrijver trachtten, het moet tot hun eer gezegd
worden, het overmatig gebruik van de roe binnen
zekere perken te houden. Zij stelden voor, lijfstraf
fen alleen toe te dienen voor vergrijpen tegen de
discipline en de zedelijkheid, en ze dan nog slechts
op èèn dag in de week toe te passen.
Het is de vraag, evenwel of hun pogingen veel
succes hadden. We lezen, bijvoorbeeld dat te Thame
een jongen niet met een roe of ander tuchtigings-
voorwerp op het gezicht, de oogen, ooren, mond,
of eenig ander gedeelte van zijn hoofd geslagen
mocht worden. Toch zeker een bewijs, dat dit een
veelvuldig voorkomend feit was.
Een schrijver uit die dagen klaagt er over, dat
de jongens op hun hoofd werden geslagen met het
dikke eind van een stok, en voor het minste of
geringste vergrijp met den plak op hun lippen wer
den geslagen. Dezelfde schrijver vertelt van een
schoolmeester, die op koude morgens zijn leerlingen
sloeg, om warm ie worden. Maar misschien zat bij
den man de goede bedoeling voor, zijn pupillen een
beetje extra lichaamswarmte te verschaffen.
De leerling William Bedell, te Braintree, een
knappe jongen nog wel, werd door zijn meester
de trappen af geslagen, zoodat het bloed uit zijn
oor gutste. Een andere jongen kreeg vijftig slagen
met een iepentak, voor het feit, dat hij zijn les niet
kende.
En desondanks waren de straffen nog licht, ver
geleken bij die van de middeleeuwen. De jeugd
ten tijde van Floris V moet dus wel een hardhan
dige opvoeding genoten hebben,
Was men royaal met straffen, men was schaarsch
met belooningen in Shakespeare's tijd. Te Camber-
well werden geldprijzen uitgeloofd van 12, 4 en 2
stuivers voor de beste schrijvers. Deze werden eens
in de drie maanden geschonken. Ongetwijfeld zul
len de leerlingen met deze prijzen wel ingenomen
geweest zijn. Of ze dezelfde voorliefde betoond zul
len hebben voor de prijzen te Lewisham valt te
betwijfelen. Daar kregen de beste leerlingen een
krans op hun hoofd bevestigd, en moesten daarmee
een maand lang van school naar de kerk en van
de kerk naar de school gaan. Het is te vreezen,
dat de niet bekranste leerlingen hun gelauwerde
makkers het leven niet al te aangenaam gemaakt
zullen hebben tijdens deze wandelingen.
Aan georganiseerd spel werd in Shakespeare's tijd
nog maar weinig gedaan. Te Harrow waren de
spelen henerkt tot tollen, handbal, hard loopen en
schieten. Te Camberwell tot schieten, schaken, hard
loonen, worstelen en springen.
De hal was in die dagen, toen rubber nog niet
hekend was, van leer gemaakt, of het was een
blaas, die met een blaasbalg werd opgepompt, of
met haar of touw werd gevuld.
Het echte Engelsche spel van onze dagen, het
voetbalspel, stond in Shakespeare's tijd nog maar
in heel zwakke kinderschoentjes. Regels waren er
feitelijk niet voor. Het was niet alleen ruw, maar
ook gevaarlijk. En niet alleen gevaarlijk voor de
spelers,
Het voethalspel werd toen ter tijd namelijk niet
op een daartoe bestemd veld uitgeoefend, maar in
de straten van de stad. Het doel was den bal van
de eene stadspoort naar de andere te werken, tot
groot ongerief van de stedelingen.
Zelfs heden ten dage is dit omvangrijke voethal
spel nog niet geheel uitgestorven in Engeland, al
wordt het dan slechts èèn maal per jaar vertoond.
Dit is op den Dinsdag voor Aschwocnsdag, te Ash-
bourne. De twee doelen liggen bij dit spel op een
afstand van vier en een halvcn kilometer van
elkaar, en midden door het „veld" loopt een rivier,
wat de genoegens van het spel in belangrijke mate
verhoogt.
Heel eigenaardig is, dat, terwijl in Shakespeare's
tijd het Engelsche voetbalspel niet veel beter was
dan een wilde vechtpartij, hetzelfde spel in Noord-
Italië volgens zeer behoorlijk vastgestelde regels
werd gespeeld.
Maar we hebben nu genoeg gehoord over het
schoolleven in Shakespeare's tijd. Ik zal, wat ik
verteld heb besluiten met een gesprek tusschen
schoolmeester en leerling, zooals dat gevonden
wordt in een hoek van het jaar 1564, de Colloquia
Scholastica, van M. Cordelius.
Het is Maandagmorgen, en een scholier wordt
voor de klas geroepen, om verslag uit te brengen
over zijn kerkgang van den vorigen dag. Eerst
loopt alles van een leien dakje. Op de vragen: Ben
je ter kerke geweest, wie preekte er, hoe laat be
gon de dienst, wat was de tekst, komen bevredi
gende antwoorden. Maar de volgende vraag brengt
den jongen in verlegenheid: „Wat kun je van de
preek na vertellen?" Hij kan met geen enkel woord
antwoorden, en het gesprek gaat op de volgende
wijze door:
M. „Wat heb je er dan aan gehad?"
J. „Dat weet ik niet, tenzij misschien, dat ik in
dien tijd geen verkeerde dingen heb gedaan."
M. „Waarom ging je ter kerke?"
J. „Om er iets te leeren."
M. „Door welke oorzaak heb je niets onthouden?"
J. „Door mijn onachtzaameid, want ik heb niet
naarstig geluisterd."
M. „Wat heb je dan gedaan?"
J. „Ik heb af en toe geslapen."
M. „Dat doe je meer. Maar wat heb Je gedaan, als
je niet sliep?"
J. „Ik dacht aan een massa dwaze dingen,, zooals
jongens meestal doen."
M. „Ben je dan nog zoo'n kind, dat je geen aan
dacht schenkt aan God's woord?"
J. „Als ik oplettend kon zijn, zou ik profiteeren"
M. „Misschien. Maar maak je ondertusschen maar
gereed om een pak slaag te krijgen."
J. „O, meester, vergeef me. Ik heb gezondigd, maar
niet uit kwaadwilligheid."
M. „Wat zul je doen, als ik je vergeef?"
J. „Met God's hulp zal ik verder mijn plicht doen."
M. „Ga heen, ik vergeef je je schuld om je tranen,
en op voorwaarde, dat je aan je belofte zult
denken."
J. „O, beste meester, ik dank U."
En met dit blijde einde zeggen we de jeugd uit
Shakespeare's tijd vaarwel.