Landbouw en Maatschappij. UlT de OMGEVING NAT. BOND „LANDBOUW EN MAATSCHAPPIJ". In de groote zaal van de Harmonie te Alkmaar had gistermorgen een algemeene vergadering plaats van den Nat. Bond „Landbouw en Maatschappij", Gewest Noord-Holland, welke buitengewoon druk was bezocht. De opening. De Voorzitter, de heer A. Breure uit Rijk, heette alle aanwezigen hartelijk welkom, in het bijzonder den heer J. Smid uit Voorburg, den geestelijken va der der organisatie, welke thans ongeveer 20.000 le den telt. Voorts deed het spr. genoegen, dat ook de voorzitter van den Nationalen Bond aanwezig was en dat nog twee andere sprekers dan de heer Smid bereid waren gevonden het woord to voeren. In Alkmaar, aldus spr., wordt thans voor de tweede maal de stem van den landbouw gehoord. Wij vroe gen medewerking van den Bond van Zuivelfabrieken en van andere landbouworganisaties, welke ons daadwerkelijk werd verleend Spr. meende, dat dit wees op een absolute samenwerking. Elke boer, van welke politiek of godsdienstige richting ook, dient de groote moeilijkheden te bestrij den, welke hem worden in den weg gelegd. Wij moe ten vechten voor hetgeen ons wordt onthouden en andoren wordt gegeven; wij hebben recht op gelijk stelling. Hiermede wilde spr. niet zeggen, dat het hier gold de bestrijding van de bestaande landbouw organisaties; integendeel, het is van groot belang, dat alle organisaties zoo sterk mogelijk worden. On ze arbeid is, zeide spr., politiek-economisch en de te genwoordige sociaal-economische politiek willen wij bestrijden. Immers, er zijn tal van moeilijkheden welke ons sociaal kunnen verlichten. Waarom doet men dit dan mot? vroeg spr. zich af. Na de hoop te hebben uitgesproken, dat deze druk bezochto vergadering rijke vruchten zou afwerpen, gaf spreker het woord aan den heer J. Smid, advi seur van den Nat. Bond uit Voorburg, voor het hou den van zijn rede. Economische heroriënteering in de rich ting van den landbouw. De heer Smid bouwde zijn betoog op op de stelling, dat de maatschappij noodig heeft een algeheele eco nonVisclie heroriënteering in de richting van den landbouw, wélke nog altijd den grondslag vormt van het gehecle economische leven. Thans bestaat er een eenzijdige stedolijke- en industrieel georiënteerde maatschappij-beschouwing, welke in hooge mate heeft hijgodragen tot het ontstaan van de crisis. Spr. zeide, dat hij zich in de laatste jaren geheel had gegeven aan zijn denkbeelden. En hij heeft da,arbij steun gevonden in de Boerenbonden, welke vereenigd zijn in den bond „Landbouw cn Maatschap pij". De Bond stelt zich ten doel de economische en po litieke scholing van den boerenstand of eigenlijk van dc gehecle plattelandsbevolking, teneinde zoodoende die bevolking een grooteren invloed te doen uitoefe nen op onze gtheeie cultuur. Landbouw en Maat schappij wil alleen politiek van hoogere orde en mijdt. dus zooveel mogelijk alles wat lijkt op partij-poli tiek. Spr. wees op het verheugende feit, dat Landbouw en Maatschappij en oudere landbouworganisaties meer cn meer tot elkaar komen, waaruit blijkt, dat die bestaande organisaties geenreden hadden den Bond met eenig wantrouwen te begroeten. Spr. stond vervolgens uitvoerig stil bij de drie groo te problemen, welke wel in de eerste plaats de be langstelling der beweging verdienen. Deze drie pro blemen zijn: le. de vrijhandel; 2e. de verhouding tus- schen landbouw en industrie en 3e. de grondstof on zer sociale actie. Wat de vrijhandel betreft, kwam de heer Smid tot de conclusie, dat de hartader van den vrijhandel is aangetast, omdat onze sociale opvattingen zich ver zetten tegen vrije concurrentie bij de binnenlandsche loon.- en prijsbepaling en meende, dat de vrijhandel niet overwinnen zou over de-sociale opvattingen. Het zou ln het belang zijn van den landbouw, indien deze strijd zoo spoedig mogelijk eindigde en spr. toonde dit mek tal van voorbeelden aan. Wij zullen aldus spr. het vrijhandelsbeginsol principioel moeten laten varen en zullen dus het op onzo sociale opvattingen steunende systeem ook moeten toepassen op den landbouw. Dat wil zeggen, dat men de prijzen der landbouwproducten op zoodanig peil moet brengen, dat de landbouwarbeid, op dezelfde wijze kan worden beloond als alle andere arbeid. Daartoe zullen de loo- ncn belangrijk moeten dalen en de prijzen der land bouwproducten belangrijk moeten stijgen. Dit is te bereiken door de heffing van hooge in voerrechten op de akkerbouwproducten en met be hulp van de ontvangst dier invoerrechon de veehou derijproducten zich daarbij doen aanpassen. Wat hot tweede punt betreft, concludeerde spr. dat elke industriële bovenbouw der maatschappij diende te rusten op een landbouwfundament. Dit stelt den eisch ons binnenlandsch landbouwfundament zoo veel mogelijk uit te breiden. De binnenlandsche afzet toch van onze industrie moet zoo groot mogelijk worden gemaakt, nu de bui- tenlandsche afzetmogelijkheid inkrimpt. En deze binnenlandsche afzetmogelijkheid wordt voor een g/oot deoi bepaald door den omvang van onzen land bouw. Daarom dient de bodem zoo intensief mogelijk te worden geëxploiteerd. Komende tot het derde punt van zijn betoog, zeide spr., dat van loonactic weinig heil viel te venvachten, ook van het socialisme verwachtte spr. geen uit komst, zoolang dit z'n hart verpand heeft aan het gemeenschappelijk bezit der productiemiddelen. Wil men de oplossing van net sociale vraagstuk op democratischen grondslag, dan zal men moeten uitgaan van de individueele bestaansverantwoordc lijkheid. En deze dient door de overheid te worden bevorderd. Spr. eindigde met de opmerking, dat het program van „Landbouw en Maatschappij' in menig opzicht den weg wees die de maatschappij uit de moeilijkhe den, waarin hij verkeert, kon redden. (Applaus). Na deze inleiding bestond gelegenheid tot het stel len van vragen. De positie van den zuivel. Hierop verkreeg de heer G. J. Ruyter uit Knijpe (Fr.) het woord om te spreken over de positie van den zuivel. Spreker begon met te wijzen op den noodtoestand in de veehouderij, omdat de positie van den veehouder zoo belangrijk is verzwakt. Spr. ging uitvoerig na. wat er gedaan werd om de positie van den veehou der te verbeteren en wees in dit verband op de ver schillende regeeringsmaatregelen. Hij ging vervol gens na wat de tegenwoordige prijzen waren der ver schillende zuivelproducten, en kwam tot dc conclu sie, dat de regeering ten aanzien van de veehouderij hopeloos te kort schoot. De voornaamste fouten wel ke werden gemaakt, noemde spr. Ie. het tolereeren van een te groote productie van veeteeltproducten, welke werd in stand gehouden door don grooten in voer uit het buitenland; 2c. het zich niet aanpas sen van het nationale verbruik van veeteelt- en ak kerbouwproducten aan de nationale productie; 3e. de onredelijke en onrechtvaardige tendenz in het prijs verschil tusschen veeteelt en akkerbouw en den dwang op de veehouders om zich op den akkerbouw toe te leggen en 4e. het feit, dat de consument een prijs betaalt, welke niet wordt gedekt door de pro ductiekosten. Komende tot de bespreking van de crisis-zuivelwet, meende de heer de Ruyter, dat deze was gebaseerd op de exportprijzen; een fundament dat spr. niet houdbaar leek. Bij het menggebod zijn tal van fouten begaan, meende spr.; de contingenteering van de margarine b.v. kan niet worden aanvaard; ook was er een veel te lage heffing op de andere concurreerende vetten naast de boter en tenslotte is de grondstoffenprijs veel te hoog gesteld. De tegenwoordige margarine-industrie noemde spr. funest; de macht van de Uni-lever onverantwoorde lijk. Het wegnemen van een gedeelte der margarine industrie moest dan ook een noodzakelijkheid wor- den geacht. Telkens toch blijkt het, welk een macht de Uni- lever heeft. Spr. wees in dit verband op de saneering van de olieindustrie. Spr. wees er met nadruk op, dat hot vetvraagstuk niet ging om 1 cent meer of min der voor dc melk, doch de toekomst van ons bedrijf moet op don voorgrond staan. Het vraagstuk der boter noemde spr. beheerschend voor de zuivelproductie, daarom dienden maatrege len te worden genomen tegen de margarincproductie en moesten de invoerrechten op de vetten worden ver- hoogd. De consumptiemelkregeling achtte spr. verkeerd. De consument betaalt het dubbele van hetgeen de vee houder krijgt voor zijn melk. Voorts wees spr. erop, dat de bereiding van melk brood krachtig diende te worden bevorderd; alle be zwaren daartegen geuit noemde spr. onwaar en ge zocht. De teeltregeling noemde de heer Ruyter buitenge woon ingrijpend voor de bedrijven, daaraan kleven tal van onbillijkheden en fouten. Wat de vecafslachting betreft, zeide spr., dat deze nimmer is to aanvaarden als het een middel is, om ruimte te maken voor de margarine. Zij is wel aan vaardbaar indien het is bedoeld als een aanpassing van den veestapel bij de nationale behoefte. De kaasproductie aldus spr. is noodlijdend; alle maatregelen zijn mislukt, omdat de ondermelk, de grondstof van de kaas is waardeloos. En op 1 Juni a.s. zeide de heer Ruyter, krijgen we te doen met de allerbelangrijkste beslissing, n.1. be perking van den melksteun. Deze is noodig om de fouten weg te nemen, welke nu kleven aan de hui dige regeeringsmaatregelen. Wij zouden wèl een be perking krijgen van de melk, doch geen beperking van de productiekosten. Ook extensiveering zal het. ïwsultaat zijn van dezen maatregel. Het gevaar zal groot zijn, dat de boer wordt een slaaf van den staat. Het grootste bezwaar noemde spr. dat er een commis sie in het leven geroepen wordt welke veo! te grooie bevoegdheden heeft. Enkele menschen zullen te be slissen hebben over de bestaansmogelijkheid der vee houders. i Tenslotte noemdo spr. het graanmonopolie niet aan vaardbaar. Komende tot de verbeteringen welke noodig zijn, zeide de heer Ruyter, dat er in de allereerste plaats eon macht moest worden gevormd, om het marga- rineschandaal to beëindigen. Voorts dient de consumptiemelkprijs op peil te worden gebracht en moet het bakken van melkbrood verplichtend worden gesteld. We dienen te komen tot eon geheel ander stelsel dan do tegenwoordige crisis- i' politiek, Uitvoerig ging spr. in op het bestaande stelsel en meende, dat dit finantieel absoluut moest vasfloopén. In de eerste plaats moest er een prijspeil komen.' dat loonend is. Dat kan door heffing van invoerrech ten op allo agrarische producten. Deze heffingen die nen dan terug te vloeien aan de veehouderij. Voorts bepleitte spr. do saneering van kaas- en boterproduc- tie door heffing op de vetproductcn. Het is noodzakelijk, aldus spr., uit het Landbouw crisisfonds een toelage te verleenen aan do veehou ders om den melkprijs op peil to brengen. Concludeerendo, zeide spr., dat verbetering moge lijk was: le. door een loonendo bodemexploitatie (scheuring); 2e. door de oplossing van het veevraag- stuk; 3e. door hoffingen welke voor den consument do producten duurder maakt, doch waardoor de vee houder meer krijgt en 4e. door stelling to nemen te gen de margarineproductic op groote schaal. Alleen één agrarisch front tegen het oude stelsel kan succes hebben; daarom dienen allen zich ie scha ren achter de vaan van „Landbouw en Maatschappij", opdat ons binnen afzienbaren tijd recht wordt gedaan (langdurig applaus). Om kwart voor één werd een half uur gepauzeerd, Na heropening kreeg men gelegenheid lot het stel len van vragen, waai-van een druk gebruik werd ge maakt. Daarna kreeg de heer J. Wolleman uit Krabbon- dijke het woord om to spreken over den akkerbouw Is er voor 't platteland geen bestaan mo gelijk? Bovenstaande, vraag onder hot oog ziende, meende de heer Welleman, dat geen passieve rol mocht wor den gespeeld, doch dat actief diende te worden deel genomen aan de nieuwe stroomingen van onzen tijd. Temeer, omdat aan den landbouw niets wordt ge daan, teneinde den toestand op hot platteland te veiv beteren. Wij nu eischen over de geheele linie een loonendo bodemcultuur. Nivclloering tusschen veehouderij, akkerbouw en tuinbouw achtte spr. niet gowenscht, geen der bedrijven zou daar wèl bij varen. Toch wordt er in die richting geijverd. Weliswaar zal den tuinbouw iets meer in don schoot worden geworpen, doch de akkerbouw zal er menige veer bij moeten laten. Mot Landbouwcrisis fonds is echter niet bij machte de drie takken op eon indoxcijfor van 100 te brengen. Bij een gemiddelde oogst, zeide spr., zal de akker bouw weer diep in de ellende komen te zitten, daar om een protest tegen nivellccring ook. Wij vragen ons rechtvaardig doe] in de productie, niet als gunst, doch als een eisch! Wij kunnen niet toestaan, dat men ons produceercnde laat ten onder gaan; wij zullen daartoe gebruik maken van al onze politieeke rechten. Het huidige crisissysteem noemdo spr. duur en ondoelmatig; daartegenover stellen wij ons systeem. Een systeem daartusschen is niet mo gelijk, zei spr, De Regeoring kan niét tegenhouden, dat volksver tegenwoordiger in Eerste en Tweede Kamer ons sys- steem propagceren. Dat komt voornamelijk, omdat wij niet afbreken, doch omdat wij alleen onze rechten eischen. Men luistert reeds naar ons, wat zouden de heeren nog niet beter luisteren, als het ledental van „Landbouw en Maatschappij" eens steeg van 20.000 tot 200.000. Voor zoo'n getal zijn de heeren uiterst gevoelig. Wat doet men nu? Men laat ons het hoofd boven water houden, maar meer ook niet. Men laat ons een heffing betalen bij voorbeeld op den aardappel, waar niets tegenover staat. Ons systeem is een gevolg van een logischen gc- dachtengang, merkte spr. op. Als andere landen onzo producten niet willen, dan kunnen we ook geen producten uit het buitenland betrekken, omdat we die niet kunnen betalen. We zullen ons dus moeten toeleggen op productie voor verbruik binnen onze éigen grenzen. We hebben do volle zeggenschap over onzen eigen bodem en dan blijkt, dat we onze graan- teelt gerust kunnen opvoeren, om in de binnenland sche behoefte te voorzien. Zooiets kan alleen, als de akkerbouw loonend wordt gemaakt. Tweehonderd duizend H.A. grasland kunnen worden gescheurd, om er akkerland van te maken. De minister ontkent dit niet, maar als een Kamerlid erom vraagt, dan vindt diezelfde minister het niet noodig. Door de heffing op graan, vervolgde spr., kan de graanteelt automatisch loonend worden gemaakt en vormen we een aardige pot aan de grens. Er zou voldoende in die graan- pot overblijven, óm de veehouderij behoorlijk te steu nen. Dat is thans allerminst het geval. De bietenteelt zou bij ons systeem kunnen worden uitgebreid, inplaats van ingekrompen. En zoo heeft ons systeem vele voordeelen, welke tenslotte, naar wij hopen, door de Regeering zullen worden ingezien, al moeten wij ons niet verbeelden, dat dit zonder strijd zal gaan. Maar wij zijn bereid te strijden en zullen op de bres blijven staan. Elke boer moest op z'n hek drie cijfers schilderen, n.1. 70, 200 en 140 en wanneer een voorbijkomend automobilist dan den boer zou vragen: Wat betee- kenen die cijfers? dan zou de boer zeggen: 70 dat ben ik; 200 dat bent U en 140 is de Nederlandsche Maagd. U ziet, dat ik een hoop te kort kom en dat U een massa te veel krijgt." (Daverend gelach). Tot slot maakte spr. propaganda voor „Landbouw en Maatschappij" en meende, dat alle agrariërs zich diendon te vereenigen, omdat ze allen één doel voor oogen hebben en dat ook wenschen te bereiken. Na nog een enkel woord te hebben gewijd aan de positie, welke de boerenstand inneemt, in de maat schappij, eindigde spr. met te zeggen, dat als ons systeem wordt gepropageerd, wij dit kunnen doen, omdat het huidige systeem hopeloos is vastgeloopen. (Applaus). BERGEN HET MUSEUM IN 1934. Wij ontvingen het 7de Jaarverslag van de Mu seum-Commissie over het jaar 1934, waaraan het volgende is ontleend: Algemeen. Na zeven jaar secretaris en lid van de Museum- Commissie te zijn geweest, heeft de heer O. Ramer- lingh Onnes ontslag genomen. Voor alles wat hij in die jaren voor het museum heeft godaan, komt hem zeer zeker een woord van dank toe. Op 1 April 1934 werd aan het echtpaar Spruit, op hun verzoek, eervol ontslag verleend, als Mu seum-bewaarders. Gezondheids-redenon dwongen hun tot het neerleggen van deze functie, die zii 13 jaar lang, mot de mooste toewijding hebben vervuld. In tegenwoo'xl'gheid van alle commissie-leden werd afsehpid i gonomen, waarbij mevr. Van Jlrcnon et u lelijke toespraak hield en een klein sou venier aanbood. Op voorstel van de Commissie is door B. en W. als opvolger benoemd: G. Groet Lzn., afstammeling van een oude Bergensche familie, waardoor hij op de hoogte is van alle tradities en gebruiken en daaj*- door do bezoekers uitstokend kan inlichten over de bezienswaardigheden in het Museum. Zijn moeder zorgt voor het onderhoud van het gebouw en ver deelt verder met hem de werkzaamheden. Dit jaar is het Museum eiken werkdag van 10—12 uur en van 2—4 uur geopend geweest, ook geduren de de wintermaanden. Gebouw. Aan het gebouw werden geen vernieuwingen of 'veranderingen aangebracht. Met het onderhoud werd on denzelfden voet doorgegaan, terwijl tegen de vocht, dc kachel af en toe werd gestookt. Bezoekers. Het aantal betalendo bezoekers bedroeg dit jaar 616 tegen 535 in 1933. Een gezelschap van 110 personen bracht een bezoek aan het Museum, waardoor deze stijgende lijn werd beroikt. Het is een verheugend feit,, dat ook belangstelling uit andere plaatsen g*- - toond werd. Schenkingen» Van het Raadhuis: Oude hrandweerpetten met toe* behooren cn ecnige oude platen. Het West-Friesch Museum te Hoom: Jaarverslag over 1933. Wed. Broertjes— Houtkooper. Dorpsstraat, Bergen: een doopdeken (Zaansch stikwerk). Cor Brak, Lijtweg. Borgen: eon blaasbalg, vroeger gebruikt bij slagers om nugtere kalveren op te bla zen. Alej, C. M. Doyer, Ruinolaan, Bergen: een kindei1» trekmangel. Mej. Groet—Swakman: 1 hul, 1 gebreide slaap muts en 1 portret van haai* Grootmoeder mej. Bceldman—Brouw er. De hoor Rie-ke, Ponsion Greta, Smallepad, Ber gen: kleine gewichten en enkele munten. Reynierse Jr., Oldenburglaan, Bergen: een oude kolfstok. Aan voornoemde schenkers en schenksters, die op zoo welwillende wijze do verzameling in het Ge* meenle Museum aanvulden, wordt door de Commis sie ook hier gaarne dank gebracht. Financiën. Op 1 Januari 1934 podroeg het debet-Kassaido f 405,79. De inkomsten over 1934 bedroegen f 160,12, waar van f 137,50 aan entree-gelden en do uitgaven belie pen f 187,85. Het aanwezige kassaldo bedroeg der* 1'iCll.r/, r» i\ *11 1 <V> f HflO rw.< SINT MAARTEN Donderdag was een vergadering belegd in de open bare lagere school alhier, ter bespreking of ook dit jaar weer schoolfeest moest worden gehouden, en zoo /a, het hoe en wanneer. Aanwezig waren 11 personen. De heer Woliers, Hoofd der School, opende deze bij eenkomst met een gepast wiord, waarna de heer P. Breed de rekening voorlag, welke nagezien en goed gekeurd door de heeren L. Groot en A. Boontjes, een bezit aangaf van f 61.89. Na eenigo bespreking werd besloten wederom schoolfeest te houden en dit jaar, z io de financiën dit toelaten, de klassen welke bij meester zitten, dus 4, 5, G en 7, naar Amsterdam en de rest naar Schoorl, Bergen, enz., op d.d. 21 en 28 Juni a.s. Tot leden der commissie werden benoemd de heer P. Breed, mej. de Wed. T. Koordes, mej. L. Groot, plaatsvervangster mej. A. Sijbrands. Door ouders van Valkkoog werd in bespreking gebracht oni evenals voorhoen ie Valkkoog, de vrou wen, welke mee wilden, mee te doen gaan. Dit werd ec-n elk vrij gelaten en niet in stemming gebracht, daar hier een kinderfeest werd besproken. Na nog wat bespreking over de a.s. reis, werd over gegaan tot het teeltenen der lijst, welke straks bij de burgerij zal worden gprosenteerd en welke door de aanwezigen geteekend werd tot een bedrag groot f 15.50. Hierna sluiting. STROET-ST. MAARTEN. Woensdag vergaderde ten huize van den heer K. Wit alhier, de hengelsportver. „In Eigen Kring". Bij- ia alle leden waren aanwezig. Na opening door den waarn. voorzitter, den heer G. Bij post, werden de notulen gelezen en goedge* keurd. Na een korte gedachtenwisseling nam de heer de Lange uit Ruinenvolde (Dr.) het woord om op zeer humoristische en rake manier te wijzen op de plich ten van den boer, wien niets kan worden gebracht. Hij moet het zelf halen, maar dan zal het grootste wapen zijn: z'n plicht te doen. Die plicht drukt ons zwaar, maar wij dienen haar te doen zoo goed als we kunnen. Dan kunnen wij eischen een rechtvaar dige behandeling, ieder Nederlander dient z'n last te dragen naar vermogen. (Daverend applaus). Daarna sluiting door den voorzitter op de gebrui kelijke wijze. Een motie. Na de rede van den heer Ruyter werd door een der aanwezigen de volgende mat ie ingediend: „De veehouders en akkerbouwers te Alk maar, ln Algemeene vergadering bijeen op Vrijdag 17 Mei, constateeren na gehoord te hebben de inleidingen van de heeren Smid en Ruyter, dat de crislssteun aan veehou ders en akkerbouwers, dezen niet voor ineen storting zullen behoeden en vestigen daarom opnieuw de aandacht op het systeem van „Landbouw en Maatschappij." Het bestuur nam deze motie over, welke daarna door de vergadering, onder enthousiast applaus, werd aangenomen. De motie zal worden gezonden aan den Minister van Economische Zaken. Hierna kwam in bespreking het a.s. hengelseizoen en hoe deze in te zetten- Besloten werd om den eer sten wedstrijd te houden in de Ringsloot en wel te beginnen bij bet perceel van den heer J. Brommer te Dirkshorn. Voorts werd besloten om de zusterverenigingen to Valkkoog en Dirkshorn uit te noodigen tot een geza- menlijken wedstrijd en hieraan, bij loting aan te wij zen, van elke vereeniging 10 leden te doen deelnemen. Volgde bestuursverkiezing. De heeren K. Wit en G. Sloof, aftredend, werden mei bijna algemeene stommen herbenoemd, terwijl als voorzitter, vacature- J. Keetman. werd benoemd de heer G. Bijpost en tot penningmeester, vacature C. Blokker, de heer G. Groenveld. Al deze heeren namen de benoeming aan. Na nog eenige zaken van huishoudelijk belang te hebben besproken, volgde sluiting. HEERHUGOWAARD Burger!. Stand over de maand April 1935. Geboren: Laurentius Martinus, zoon van J. Kroon en A. Telleman. Theresia Cyrilla, dochter van J. van Schagen en A, Kaag, Theodorus Nicolaas, zoon van N. Bankras en A. Boers. Margaretlm, dochter van N. Weel en P. Strooper. Antonia, dochter van G. Plak en A. Nanne, Maria Alida, dochtor van C. Mul en M. Verwer. Maria Sigberta, dochter van N. W. de Koning en M. G. Vreeker. Petrus Cornelis, zoon van J. C. Borst en G. Langedijk. Elisabeth Catharina Juliana, dochter van P. A. Zut en E. M. Bommer. Ondertrouwd: C. A. Dudok, 22 ir., Oudkarspel en C. Smit, 25 jaar. D. N. Wester, 24 jaar, Spanbroek en M. Beers, 23 jaar. Jac. J. Baars, 21 jaar en C. A. Por- tegijs, 21 jaar. A. J. Klompmaker, 23 jaar, Alkmaar en W, Boekestein, 17 jaar, J. Stoop, 31 jaar, en H. Boerse, 26 jaar. J. Huisman, 24 jaar, Sijbekarspel en A. M. Bos, 21 jaar. H. Schouten, 46 jaar en G. Beers, 40 jaar. J. Jelsma, 24 jaar en G. Kooij, 23 jaar, Graft, Gehuwd: D. N. Woster en M, Boers. Overleden: Cornelis Beets, 68 jaar, echtg. van M. Buijs, Klaasje Bond, ongeh., 50 jaar, dochter van J- Bond en G. Kwakman (overl. te Alkmaar). Frans Anthonie Tauber, 83 jaar, echtg. van A. Jonker. Ja- cob Vijzelaar, 69 jaar, wednr. van T. Koster. Pietor Buurman, 70 jaar, echtg. van T. Ruitenberg. Jannetje de Boer, 85 jaar, wed. van Jac. Tromp. Rembertus Pronk, 1 jaar, zoon van R. Pronk en G. Koppes. DEN BEIDER DE KONINGIN KOMT OP 4 JUNI HET REDDING MONUMENT ONTHULLEN. De Prinses zal haar vergezellen. Naar wij uit betrouwbare bron vernemen heeft H.M. de Koningin zich bereid verklaard op 4 Juni a.s. naar Den Helder te komen en de plechtige onthul ling van het Reddingmonument, alsmede die van het borstbeeld van wijlen Z.K.H, Prins Hendrik, dat tegonover het Reddingmonument een plaats zal krij gen, te onthullen. H.K.H. Prinses zal haar Moeder naar Den Helder vergezellen, In den avond van den 3on Juni zullen de koningin on de prinses per koninklijken trein aankomen, waarna de salonrijtuigen naar het emplacement der Onderzeedienstkazerne zullen worden gerangeerd. De Koninklijke reizigsters zullen den nacht in don trein doorbrengen, Den volgenden morgen, 4 Juni zal door de Ko ningin en de Prinses vermoedelijk oen bezoek wor den gebracht aan één dor Marine-etablissementen, waarschijnlijk aan het Koninklijk Instituut voor de Marine, waarvan Commandant is Kapitein ter zee C. Baron de Vos van Steenwijk, Adjudant in Buiten gewonen Dienst van Hare Majesteit de Koningin. Des middags zal de plechtige onthulling van liet Reddingmonument en van het Borstbeeld van wijlen Z.K.H. Prins Hendrik door Hare Majesteit plaats vinden. Het is aan te nemen, dat de Koninklijke gasten in den namiddag Den Helder weer zullen verlaten. LANGEND IJ V Vanwege de regeering wordt een onderzoek inge steld naar don financieelen toestand der tuinders, dio indertijd een renteloos voorschot van de regeering hebben ontvangen. Behalve een onderzoek naar dc vorderingen bij Banken in den vorm van spaargel den, deposito's of saldi in rekening-courant, wordt ook een opgave gevraagd van alle schulden. Tevens moet worden meegedeeld, welke producten in het af- geloopen jaar zijn geteeld. NOORDSCHARWOUDE. Onze plaatsgenoot de heer Joh. Vlug, is geslaagd voor het examen Marconist le klasse, in Den Haag gehouden. Bij nadere inzage van de candidatenlijsten voor don Gemeenteraad blijkt ons, dat aan de in de vor- gadering van de v.-d. vastgestelde lijst de naam van D. Schuitemaker is toegevoegd. Dit is de lijstaanvoerder van de kiesvereeniging Algemeen Belang. Gisteravond had het 14-jarig dochtertje van den heer K. S. alhier het ongeluk, in de huiskamer te komen te vallen, juist in dien hoek, waar een pot met koffie op een lichtje stond, met gevolg, dat het meisje den inhoud van deze pot over over het lichaam kreeg Haar arm werd tamelijk verbrand. De wonden waren van dien aard, dat geneeskundige hulp moest wor den ingeroepen. ZUIDSCHARWOUDE. Van de 4 ingediende lijsten voor de gemeenteraads verkiezingen waren er 3 in orde; die van de R.K. bevatte niet het voldoende aantal handteekeningen, daar er 7 volgens de kiezerslijst moesten worden af gevoerd en er 16 overbleven, terwijl het voorgeschre ven aantal 19 is. Gelegenheid is gegeven de lijst aan te vullen, wat inmiddels is geschied, zoodat de strijd hier nu tuaachen de candidaten van 4 lijsten zal gaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 11