Landbouw en
Maatschappij.
UlT de OMGEVING
NAT. BOND „LANDBOUW EN MAATSCHAPPIJ".
In de groote zaal van de Harmonie te Alkmaar
had gistermorgen een algemeene vergadering plaats
van den Nat. Bond „Landbouw en Maatschappij",
Gewest Noord-Holland, welke buitengewoon druk
was bezocht.
De opening.
De Voorzitter, de heer A. Breure uit Rijk, heette
alle aanwezigen hartelijk welkom, in het bijzonder
den heer J. Smid uit Voorburg, den geestelijken va
der der organisatie, welke thans ongeveer 20.000 le
den telt. Voorts deed het spr. genoegen, dat ook de
voorzitter van den Nationalen Bond aanwezig was
en dat nog twee andere sprekers dan de heer Smid
bereid waren gevonden het woord to voeren.
In Alkmaar, aldus spr., wordt thans voor de tweede
maal de stem van den landbouw gehoord. Wij vroe
gen medewerking van den Bond van Zuivelfabrieken
en van andere landbouworganisaties, welke ons
daadwerkelijk werd verleend Spr. meende, dat dit
wees op een absolute samenwerking.
Elke boer, van welke politiek of godsdienstige
richting ook, dient de groote moeilijkheden te bestrij
den, welke hem worden in den weg gelegd. Wij moe
ten vechten voor hetgeen ons wordt onthouden en
andoren wordt gegeven; wij hebben recht op gelijk
stelling. Hiermede wilde spr. niet zeggen, dat het
hier gold de bestrijding van de bestaande landbouw
organisaties; integendeel, het is van groot belang,
dat alle organisaties zoo sterk mogelijk worden. On
ze arbeid is, zeide spr., politiek-economisch en de te
genwoordige sociaal-economische politiek willen wij
bestrijden. Immers, er zijn tal van moeilijkheden
welke ons sociaal kunnen verlichten. Waarom doet
men dit dan mot? vroeg spr. zich af.
Na de hoop te hebben uitgesproken, dat deze druk
bezochto vergadering rijke vruchten zou afwerpen,
gaf spreker het woord aan den heer J. Smid, advi
seur van den Nat. Bond uit Voorburg, voor het hou
den van zijn rede.
Economische heroriënteering in de rich
ting van den landbouw.
De heer Smid bouwde zijn betoog op op de stelling,
dat de maatschappij noodig heeft een algeheele eco
nonVisclie heroriënteering in de richting van den
landbouw, wélke nog altijd den grondslag vormt van
het gehecle economische leven. Thans bestaat er een
eenzijdige stedolijke- en industrieel georiënteerde
maatschappij-beschouwing, welke in hooge mate heeft
hijgodragen tot het ontstaan van de crisis.
Spr. zeide, dat hij zich in de laatste jaren geheel
had gegeven aan zijn denkbeelden. En hij heeft
da,arbij steun gevonden in de Boerenbonden, welke
vereenigd zijn in den bond „Landbouw cn Maatschap
pij".
De Bond stelt zich ten doel de economische en po
litieke scholing van den boerenstand of eigenlijk van
dc gehecle plattelandsbevolking, teneinde zoodoende
die bevolking een grooteren invloed te doen uitoefe
nen op onze gtheeie cultuur. Landbouw en Maat
schappij wil alleen politiek van hoogere orde en mijdt.
dus zooveel mogelijk alles wat lijkt op partij-poli
tiek.
Spr. wees op het verheugende feit, dat Landbouw
en Maatschappij en oudere landbouworganisaties
meer cn meer tot elkaar komen, waaruit blijkt, dat
die bestaande organisaties geenreden hadden den
Bond met eenig wantrouwen te begroeten.
Spr. stond vervolgens uitvoerig stil bij de drie groo
te problemen, welke wel in de eerste plaats de be
langstelling der beweging verdienen. Deze drie pro
blemen zijn: le. de vrijhandel; 2e. de verhouding tus-
schen landbouw en industrie en 3e. de grondstof on
zer sociale actie.
Wat de vrijhandel betreft, kwam de heer Smid tot
de conclusie, dat de hartader van den vrijhandel is
aangetast, omdat onze sociale opvattingen zich ver
zetten tegen vrije concurrentie bij de binnenlandsche
loon.- en prijsbepaling en meende, dat de vrijhandel
niet overwinnen zou over de-sociale opvattingen. Het
zou ln het belang zijn van den landbouw, indien deze
strijd zoo spoedig mogelijk eindigde en spr. toonde dit
mek tal van voorbeelden aan. Wij zullen aldus spr.
het vrijhandelsbeginsol principioel moeten laten
varen en zullen dus het op onzo sociale opvattingen
steunende systeem ook moeten toepassen op den
landbouw. Dat wil zeggen, dat men de prijzen der
landbouwproducten op zoodanig peil moet brengen,
dat de landbouwarbeid, op dezelfde wijze kan worden
beloond als alle andere arbeid. Daartoe zullen de loo-
ncn belangrijk moeten dalen en de prijzen der land
bouwproducten belangrijk moeten stijgen.
Dit is te bereiken door de heffing van hooge in
voerrechten op de akkerbouwproducten en met be
hulp van de ontvangst dier invoerrechon de veehou
derijproducten zich daarbij doen aanpassen.
Wat hot tweede punt betreft, concludeerde spr. dat
elke industriële bovenbouw der maatschappij diende
te rusten op een landbouwfundament. Dit stelt den
eisch ons binnenlandsch landbouwfundament zoo
veel mogelijk uit te breiden.
De binnenlandsche afzet toch van onze industrie
moet zoo groot mogelijk worden gemaakt, nu de bui-
tenlandsche afzetmogelijkheid inkrimpt. En deze
binnenlandsche afzetmogelijkheid wordt voor een
g/oot deoi bepaald door den omvang van onzen land
bouw. Daarom dient de bodem zoo intensief mogelijk
te worden geëxploiteerd.
Komende tot het derde punt van zijn betoog, zeide
spr., dat van loonactic weinig heil viel te venvachten,
ook van het socialisme verwachtte spr. geen uit
komst, zoolang dit z'n hart verpand heeft aan het
gemeenschappelijk bezit der productiemiddelen.
Wil men de oplossing van net sociale vraagstuk
op democratischen grondslag, dan zal men moeten
uitgaan van de individueele bestaansverantwoordc
lijkheid. En deze dient door de overheid te worden
bevorderd.
Spr. eindigde met de opmerking, dat het program
van „Landbouw en Maatschappij' in menig opzicht
den weg wees die de maatschappij uit de moeilijkhe
den, waarin hij verkeert, kon redden. (Applaus).
Na deze inleiding bestond gelegenheid tot het stel
len van vragen.
De positie van den zuivel.
Hierop verkreeg de heer G. J. Ruyter uit Knijpe
(Fr.) het woord om te spreken over de positie van
den zuivel.
Spreker begon met te wijzen op den noodtoestand in
de veehouderij, omdat de positie van den veehouder
zoo belangrijk is verzwakt. Spr. ging uitvoerig na.
wat er gedaan werd om de positie van den veehou
der te verbeteren en wees in dit verband op de ver
schillende regeeringsmaatregelen. Hij ging vervol
gens na wat de tegenwoordige prijzen waren der ver
schillende zuivelproducten, en kwam tot dc conclu
sie, dat de regeering ten aanzien van de veehouderij
hopeloos te kort schoot. De voornaamste fouten wel
ke werden gemaakt, noemde spr. Ie. het tolereeren
van een te groote productie van veeteeltproducten,
welke werd in stand gehouden door don grooten in
voer uit het buitenland; 2c. het zich niet aanpas
sen van het nationale verbruik van veeteelt- en ak
kerbouwproducten aan de nationale productie; 3e. de
onredelijke en onrechtvaardige tendenz in het prijs
verschil tusschen veeteelt en akkerbouw en den
dwang op de veehouders om zich op den akkerbouw
toe te leggen en 4e. het feit, dat de consument een
prijs betaalt, welke niet wordt gedekt door de pro
ductiekosten.
Komende tot de bespreking van de crisis-zuivelwet,
meende de heer de Ruyter, dat deze was gebaseerd
op de exportprijzen; een fundament dat spr. niet
houdbaar leek.
Bij het menggebod zijn tal van fouten begaan,
meende spr.; de contingenteering van de margarine
b.v. kan niet worden aanvaard; ook was er een veel
te lage heffing op de andere concurreerende vetten
naast de boter en tenslotte is de grondstoffenprijs
veel te hoog gesteld.
De tegenwoordige margarine-industrie noemde spr.
funest; de macht van de Uni-lever onverantwoorde
lijk. Het wegnemen van een gedeelte der margarine
industrie moest dan ook een noodzakelijkheid wor-
den geacht.
Telkens toch blijkt het, welk een macht de Uni-
lever heeft. Spr. wees in dit verband op de saneering
van de olieindustrie. Spr. wees er met nadruk op, dat
hot vetvraagstuk niet ging om 1 cent meer of min
der voor dc melk, doch de toekomst van ons bedrijf
moet op don voorgrond staan.
Het vraagstuk der boter noemde spr. beheerschend
voor de zuivelproductie, daarom dienden maatrege
len te worden genomen tegen de margarincproductie
en moesten de invoerrechten op de vetten worden ver-
hoogd.
De consumptiemelkregeling achtte spr. verkeerd.
De consument betaalt het dubbele van hetgeen de vee
houder krijgt voor zijn melk.
Voorts wees spr. erop, dat de bereiding van melk
brood krachtig diende te worden bevorderd; alle be
zwaren daartegen geuit noemde spr. onwaar en ge
zocht.
De teeltregeling noemde de heer Ruyter buitenge
woon ingrijpend voor de bedrijven, daaraan kleven
tal van onbillijkheden en fouten.
Wat de vecafslachting betreft, zeide spr., dat deze
nimmer is to aanvaarden als het een middel is, om
ruimte te maken voor de margarine. Zij is wel aan
vaardbaar indien het is bedoeld als een aanpassing
van den veestapel bij de nationale behoefte.
De kaasproductie aldus spr. is noodlijdend;
alle maatregelen zijn mislukt, omdat de ondermelk,
de grondstof van de kaas is waardeloos.
En op 1 Juni a.s. zeide de heer Ruyter, krijgen we
te doen met de allerbelangrijkste beslissing, n.1. be
perking van den melksteun. Deze is noodig om de
fouten weg te nemen, welke nu kleven aan de hui
dige regeeringsmaatregelen. Wij zouden wèl een be
perking krijgen van de melk, doch geen beperking
van de productiekosten. Ook extensiveering zal het.
ïwsultaat zijn van dezen maatregel. Het gevaar zal
groot zijn, dat de boer wordt een slaaf van den staat.
Het grootste bezwaar noemde spr. dat er een commis
sie in het leven geroepen wordt welke veo! te grooie
bevoegdheden heeft. Enkele menschen zullen te be
slissen hebben over de bestaansmogelijkheid der vee
houders. i
Tenslotte noemdo spr. het graanmonopolie niet aan
vaardbaar.
Komende tot de verbeteringen welke noodig zijn,
zeide de heer Ruyter, dat er in de allereerste plaats
eon macht moest worden gevormd, om het marga-
rineschandaal to beëindigen.
Voorts dient de consumptiemelkprijs op peil te
worden gebracht en moet het bakken van melkbrood
verplichtend worden gesteld. We dienen te komen tot
eon geheel ander stelsel dan do tegenwoordige crisis- i'
politiek,
Uitvoerig ging spr. in op het bestaande stelsel en
meende, dat dit finantieel absoluut moest vasfloopén.
In de eerste plaats moest er een prijspeil komen.'
dat loonend is. Dat kan door heffing van invoerrech
ten op allo agrarische producten. Deze heffingen die
nen dan terug te vloeien aan de veehouderij. Voorts
bepleitte spr. do saneering van kaas- en boterproduc-
tie door heffing op de vetproductcn.
Het is noodzakelijk, aldus spr., uit het Landbouw
crisisfonds een toelage te verleenen aan do veehou
ders om den melkprijs op peil to brengen.
Concludeerendo, zeide spr., dat verbetering moge
lijk was: le. door een loonendo bodemexploitatie
(scheuring); 2e. door de oplossing van het veevraag-
stuk; 3e. door hoffingen welke voor den consument
do producten duurder maakt, doch waardoor de vee
houder meer krijgt en 4e. door stelling to nemen te
gen de margarineproductic op groote schaal.
Alleen één agrarisch front tegen het oude stelsel
kan succes hebben; daarom dienen allen zich ie scha
ren achter de vaan van „Landbouw en Maatschappij",
opdat ons binnen afzienbaren tijd recht wordt gedaan
(langdurig applaus).
Om kwart voor één werd een half uur gepauzeerd,
Na heropening kreeg men gelegenheid lot het stel
len van vragen, waai-van een druk gebruik werd ge
maakt.
Daarna kreeg de heer J. Wolleman uit Krabbon-
dijke het woord om to spreken over den akkerbouw
Is er voor 't platteland geen bestaan mo
gelijk?
Bovenstaande, vraag onder hot oog ziende, meende
de heer Welleman, dat geen passieve rol mocht wor
den gespeeld, doch dat actief diende te worden deel
genomen aan de nieuwe stroomingen van onzen tijd.
Temeer, omdat aan den landbouw niets wordt ge
daan, teneinde den toestand op hot platteland te veiv
beteren.
Wij nu eischen over de geheele linie een loonendo
bodemcultuur. Nivclloering tusschen veehouderij,
akkerbouw en tuinbouw achtte spr. niet gowenscht,
geen der bedrijven zou daar wèl bij varen. Toch
wordt er in die richting geijverd.
Weliswaar zal den tuinbouw iets meer in don
schoot worden geworpen, doch de akkerbouw zal er
menige veer bij moeten laten. Mot Landbouwcrisis
fonds is echter niet bij machte de drie takken op eon
indoxcijfor van 100 te brengen.
Bij een gemiddelde oogst, zeide spr., zal de akker
bouw weer diep in de ellende komen te zitten, daar
om een protest tegen nivellccring ook.
Wij vragen ons rechtvaardig doe] in de productie,
niet als gunst, doch als een eisch! Wij kunnen niet
toestaan, dat men ons produceercnde laat ten onder
gaan; wij zullen daartoe gebruik maken van al onze
politieeke rechten. Het huidige crisissysteem noemdo
spr. duur en ondoelmatig; daartegenover stellen wij
ons systeem. Een systeem daartusschen is niet mo
gelijk, zei spr,
De Regeoring kan niét tegenhouden, dat volksver
tegenwoordiger in Eerste en Tweede Kamer ons sys-
steem propagceren. Dat komt voornamelijk, omdat
wij niet afbreken, doch omdat wij alleen onze rechten
eischen. Men luistert reeds naar ons, wat zouden
de heeren nog niet beter luisteren, als het ledental
van „Landbouw en Maatschappij" eens steeg van
20.000 tot 200.000. Voor zoo'n getal zijn de heeren
uiterst gevoelig.
Wat doet men nu? Men laat ons het hoofd boven
water houden, maar meer ook niet. Men laat ons een
heffing betalen bij voorbeeld op den aardappel, waar
niets tegenover staat.
Ons systeem is een gevolg van een logischen gc-
dachtengang, merkte spr. op. Als andere landen onzo
producten niet willen, dan kunnen we ook geen
producten uit het buitenland betrekken, omdat we
die niet kunnen betalen. We zullen ons dus moeten
toeleggen op productie voor verbruik binnen onze
éigen grenzen. We hebben do volle zeggenschap over
onzen eigen bodem en dan blijkt, dat we onze graan-
teelt gerust kunnen opvoeren, om in de binnenland
sche behoefte te voorzien. Zooiets kan alleen, als
de akkerbouw loonend wordt gemaakt. Tweehonderd
duizend H.A. grasland kunnen worden gescheurd, om
er akkerland van te maken. De minister ontkent dit
niet, maar als een Kamerlid erom vraagt, dan vindt
diezelfde minister het niet noodig. Door de heffing op
graan, vervolgde spr., kan de graanteelt automatisch
loonend worden gemaakt en vormen we een aardige
pot aan de grens. Er zou voldoende in die graan-
pot overblijven, óm de veehouderij behoorlijk te steu
nen. Dat is thans allerminst het geval.
De bietenteelt zou bij ons systeem kunnen worden
uitgebreid, inplaats van ingekrompen.
En zoo heeft ons systeem vele voordeelen, welke
tenslotte, naar wij hopen, door de Regeering zullen
worden ingezien, al moeten wij ons niet verbeelden,
dat dit zonder strijd zal gaan. Maar wij zijn bereid
te strijden en zullen op de bres blijven staan.
Elke boer moest op z'n hek drie cijfers schilderen,
n.1. 70, 200 en 140 en wanneer een voorbijkomend
automobilist dan den boer zou vragen: Wat betee-
kenen die cijfers? dan zou de boer zeggen: 70 dat
ben ik; 200 dat bent U en 140 is de Nederlandsche
Maagd. U ziet, dat ik een hoop te kort kom en dat
U een massa te veel krijgt." (Daverend gelach).
Tot slot maakte spr. propaganda voor „Landbouw
en Maatschappij" en meende, dat alle agrariërs zich
diendon te vereenigen, omdat ze allen één doel voor
oogen hebben en dat ook wenschen te bereiken.
Na nog een enkel woord te hebben gewijd aan de
positie, welke de boerenstand inneemt, in de maat
schappij, eindigde spr. met te zeggen, dat als ons
systeem wordt gepropageerd, wij dit kunnen doen,
omdat het huidige systeem hopeloos is vastgeloopen.
(Applaus).
BERGEN
HET MUSEUM IN 1934.
Wij ontvingen het 7de Jaarverslag van de Mu
seum-Commissie over het jaar 1934, waaraan het
volgende is ontleend:
Algemeen.
Na zeven jaar secretaris en lid van de Museum-
Commissie te zijn geweest, heeft de heer O. Ramer-
lingh Onnes ontslag genomen. Voor alles wat hij in
die jaren voor het museum heeft godaan, komt hem
zeer zeker een woord van dank toe.
Op 1 April 1934 werd aan het echtpaar Spruit,
op hun verzoek, eervol ontslag verleend, als Mu
seum-bewaarders. Gezondheids-redenon dwongen
hun tot het neerleggen van deze functie, die zii 13
jaar lang, mot de mooste toewijding hebben vervuld.
In tegenwoo'xl'gheid van alle commissie-leden werd
afsehpid i gonomen, waarbij mevr. Van
Jlrcnon et u lelijke toespraak hield en een klein
sou venier aanbood.
Op voorstel van de Commissie is door B. en W. als
opvolger benoemd: G. Groet Lzn., afstammeling van
een oude Bergensche familie, waardoor hij op de
hoogte is van alle tradities en gebruiken en daaj*-
door do bezoekers uitstokend kan inlichten over de
bezienswaardigheden in het Museum. Zijn moeder
zorgt voor het onderhoud van het gebouw en ver
deelt verder met hem de werkzaamheden.
Dit jaar is het Museum eiken werkdag van 10—12
uur en van 2—4 uur geopend geweest, ook geduren
de de wintermaanden.
Gebouw.
Aan het gebouw werden geen vernieuwingen of
'veranderingen aangebracht. Met het onderhoud werd
on denzelfden voet doorgegaan, terwijl tegen de
vocht, dc kachel af en toe werd gestookt.
Bezoekers.
Het aantal betalendo bezoekers bedroeg dit jaar 616
tegen 535 in 1933. Een gezelschap van 110 personen
bracht een bezoek aan het Museum, waardoor deze
stijgende lijn werd beroikt. Het is een verheugend
feit,, dat ook belangstelling uit andere plaatsen g*-
- toond werd.
Schenkingen»
Van het Raadhuis: Oude hrandweerpetten met toe*
behooren cn ecnige oude platen.
Het West-Friesch Museum te Hoom: Jaarverslag
over 1933.
Wed. Broertjes— Houtkooper. Dorpsstraat, Bergen:
een doopdeken (Zaansch stikwerk).
Cor Brak, Lijtweg. Borgen: eon blaasbalg, vroeger
gebruikt bij slagers om nugtere kalveren op te bla
zen.
Alej, C. M. Doyer, Ruinolaan, Bergen: een kindei1»
trekmangel.
Mej. Groet—Swakman: 1 hul, 1 gebreide slaap
muts en 1 portret van haai* Grootmoeder mej.
Bceldman—Brouw er.
De hoor Rie-ke, Ponsion Greta, Smallepad, Ber
gen: kleine gewichten en enkele munten.
Reynierse Jr., Oldenburglaan, Bergen: een oude
kolfstok.
Aan voornoemde schenkers en schenksters, die op
zoo welwillende wijze do verzameling in het Ge*
meenle Museum aanvulden, wordt door de Commis
sie ook hier gaarne dank gebracht.
Financiën.
Op 1 Januari 1934 podroeg het debet-Kassaido
f 405,79.
De inkomsten over 1934 bedroegen f 160,12, waar
van f 137,50 aan entree-gelden en do uitgaven belie
pen f 187,85. Het aanwezige kassaldo bedroeg der*
1'iCll.r/, r» i\ *11 1 <V> f HflO rw.<
SINT MAARTEN
Donderdag was een vergadering belegd in de open
bare lagere school alhier, ter bespreking of ook dit
jaar weer schoolfeest moest worden gehouden, en zoo
/a, het hoe en wanneer. Aanwezig waren 11 personen.
De heer Woliers, Hoofd der School, opende deze bij
eenkomst met een gepast wiord, waarna de heer P.
Breed de rekening voorlag, welke nagezien en goed
gekeurd door de heeren L. Groot en A. Boontjes, een
bezit aangaf van f 61.89.
Na eenigo bespreking werd besloten wederom
schoolfeest te houden en dit jaar, z io de financiën dit
toelaten, de klassen welke bij meester zitten, dus 4,
5, G en 7, naar Amsterdam en de rest naar Schoorl,
Bergen, enz., op d.d. 21 en 28 Juni a.s.
Tot leden der commissie werden benoemd de heer
P. Breed, mej. de Wed. T. Koordes, mej. L. Groot,
plaatsvervangster mej. A. Sijbrands.
Door ouders van Valkkoog werd in bespreking
gebracht oni evenals voorhoen ie Valkkoog, de vrou
wen, welke mee wilden, mee te doen gaan. Dit werd
ec-n elk vrij gelaten en niet in stemming gebracht,
daar hier een kinderfeest werd besproken.
Na nog wat bespreking over de a.s. reis, werd over
gegaan tot het teeltenen der lijst, welke straks bij de
burgerij zal worden gprosenteerd en welke door de
aanwezigen geteekend werd tot een bedrag groot
f 15.50. Hierna sluiting.
STROET-ST. MAARTEN.
Woensdag vergaderde ten huize van den heer K.
Wit alhier, de hengelsportver. „In Eigen Kring". Bij-
ia alle leden waren aanwezig.
Na opening door den waarn. voorzitter, den heer
G. Bij post, werden de notulen gelezen en goedge*
keurd.
Na een korte gedachtenwisseling nam de heer de
Lange uit Ruinenvolde (Dr.) het woord om op zeer
humoristische en rake manier te wijzen op de plich
ten van den boer, wien niets kan worden gebracht.
Hij moet het zelf halen, maar dan zal het grootste
wapen zijn: z'n plicht te doen. Die plicht drukt ons
zwaar, maar wij dienen haar te doen zoo goed als
we kunnen. Dan kunnen wij eischen een rechtvaar
dige behandeling, ieder Nederlander dient z'n last
te dragen naar vermogen. (Daverend applaus).
Daarna sluiting door den voorzitter op de gebrui
kelijke wijze.
Een motie.
Na de rede van den heer Ruyter werd door een
der aanwezigen de volgende mat ie ingediend:
„De veehouders en akkerbouwers te Alk
maar, ln Algemeene vergadering bijeen op
Vrijdag 17 Mei, constateeren na gehoord te
hebben de inleidingen van de heeren Smid
en Ruyter, dat de crislssteun aan veehou
ders en akkerbouwers, dezen niet voor ineen
storting zullen behoeden en vestigen daarom
opnieuw de aandacht op het systeem van
„Landbouw en Maatschappij."
Het bestuur nam deze motie over, welke daarna
door de vergadering, onder enthousiast applaus,
werd aangenomen.
De motie zal worden gezonden aan den Minister
van Economische Zaken.
Hierna kwam in bespreking het a.s. hengelseizoen
en hoe deze in te zetten- Besloten werd om den eer
sten wedstrijd te houden in de Ringsloot en wel te
beginnen bij bet perceel van den heer J. Brommer
te Dirkshorn.
Voorts werd besloten om de zusterverenigingen to
Valkkoog en Dirkshorn uit te noodigen tot een geza-
menlijken wedstrijd en hieraan, bij loting aan te wij
zen, van elke vereeniging 10 leden te doen deelnemen.
Volgde bestuursverkiezing. De heeren K. Wit en
G. Sloof, aftredend, werden mei bijna algemeene
stommen herbenoemd, terwijl als voorzitter, vacature-
J. Keetman. werd benoemd de heer G. Bijpost en tot
penningmeester, vacature C. Blokker, de heer G.
Groenveld. Al deze heeren namen de benoeming aan.
Na nog eenige zaken van huishoudelijk belang te
hebben besproken, volgde sluiting.
HEERHUGOWAARD
Burger!. Stand over de maand April 1935.
Geboren: Laurentius Martinus, zoon van J. Kroon
en A. Telleman. Theresia Cyrilla, dochter van J. van
Schagen en A, Kaag, Theodorus Nicolaas, zoon van N.
Bankras en A. Boers. Margaretlm, dochter van N.
Weel en P. Strooper. Antonia, dochter van G. Plak en
A. Nanne, Maria Alida, dochtor van C. Mul en M.
Verwer. Maria Sigberta, dochter van N. W. de Koning
en M. G. Vreeker. Petrus Cornelis, zoon van J. C.
Borst en G. Langedijk. Elisabeth Catharina Juliana,
dochter van P. A. Zut en E. M. Bommer.
Ondertrouwd: C. A. Dudok, 22 ir., Oudkarspel en
C. Smit, 25 jaar. D. N. Wester, 24 jaar, Spanbroek en
M. Beers, 23 jaar. Jac. J. Baars, 21 jaar en C. A. Por-
tegijs, 21 jaar. A. J. Klompmaker, 23 jaar, Alkmaar en
W, Boekestein, 17 jaar, J. Stoop, 31 jaar, en H. Boerse,
26 jaar. J. Huisman, 24 jaar, Sijbekarspel en A. M.
Bos, 21 jaar. H. Schouten, 46 jaar en G. Beers, 40 jaar.
J. Jelsma, 24 jaar en G. Kooij, 23 jaar, Graft,
Gehuwd: D. N. Woster en M, Boers.
Overleden: Cornelis Beets, 68 jaar, echtg. van M.
Buijs, Klaasje Bond, ongeh., 50 jaar, dochter van J-
Bond en G. Kwakman (overl. te Alkmaar). Frans
Anthonie Tauber, 83 jaar, echtg. van A. Jonker. Ja-
cob Vijzelaar, 69 jaar, wednr. van T. Koster. Pietor
Buurman, 70 jaar, echtg. van T. Ruitenberg. Jannetje
de Boer, 85 jaar, wed. van Jac. Tromp. Rembertus
Pronk, 1 jaar, zoon van R. Pronk en G. Koppes.
DEN BEIDER
DE KONINGIN KOMT OP 4 JUNI HET REDDING
MONUMENT ONTHULLEN.
De Prinses zal haar vergezellen.
Naar wij uit betrouwbare bron vernemen heeft
H.M. de Koningin zich bereid verklaard op 4 Juni a.s.
naar Den Helder te komen en de plechtige onthul
ling van het Reddingmonument, alsmede die van
het borstbeeld van wijlen Z.K.H, Prins Hendrik, dat
tegonover het Reddingmonument een plaats zal krij
gen, te onthullen.
H.K.H. Prinses zal haar Moeder naar Den Helder
vergezellen,
In den avond van den 3on Juni zullen de koningin
on de prinses per koninklijken trein aankomen,
waarna de salonrijtuigen naar het emplacement der
Onderzeedienstkazerne zullen worden gerangeerd.
De Koninklijke reizigsters zullen den nacht in don
trein doorbrengen,
Den volgenden morgen, 4 Juni zal door de Ko
ningin en de Prinses vermoedelijk oen bezoek wor
den gebracht aan één dor Marine-etablissementen,
waarschijnlijk aan het Koninklijk Instituut voor de
Marine, waarvan Commandant is Kapitein ter zee
C. Baron de Vos van Steenwijk, Adjudant in Buiten
gewonen Dienst van Hare Majesteit de Koningin.
Des middags zal de plechtige onthulling van liet
Reddingmonument en van het Borstbeeld van wijlen
Z.K.H. Prins Hendrik door Hare Majesteit plaats
vinden.
Het is aan te nemen, dat de Koninklijke gasten in
den namiddag Den Helder weer zullen verlaten.
LANGEND IJ V
Vanwege de regeering wordt een onderzoek inge
steld naar don financieelen toestand der tuinders,
dio indertijd een renteloos voorschot van de regeering
hebben ontvangen. Behalve een onderzoek naar dc
vorderingen bij Banken in den vorm van spaargel
den, deposito's of saldi in rekening-courant, wordt
ook een opgave gevraagd van alle schulden. Tevens
moet worden meegedeeld, welke producten in het af-
geloopen jaar zijn geteeld.
NOORDSCHARWOUDE.
Onze plaatsgenoot de heer Joh. Vlug, is geslaagd
voor het examen Marconist le klasse, in Den Haag
gehouden.
Bij nadere inzage van de candidatenlijsten voor
don Gemeenteraad blijkt ons, dat aan de in de vor-
gadering van de v.-d. vastgestelde lijst de naam van
D. Schuitemaker is toegevoegd.
Dit is de lijstaanvoerder van de kiesvereeniging
Algemeen Belang.
Gisteravond had het 14-jarig dochtertje van den
heer K. S. alhier het ongeluk, in de huiskamer te
komen te vallen, juist in dien hoek, waar een pot met
koffie op een lichtje stond, met gevolg, dat het meisje
den inhoud van deze pot over over het lichaam kreeg
Haar arm werd tamelijk verbrand. De wonden waren
van dien aard, dat geneeskundige hulp moest wor
den ingeroepen.
ZUIDSCHARWOUDE.
Van de 4 ingediende lijsten voor de gemeenteraads
verkiezingen waren er 3 in orde; die van de R.K.
bevatte niet het voldoende aantal handteekeningen,
daar er 7 volgens de kiezerslijst moesten worden af
gevoerd en er 16 overbleven, terwijl het voorgeschre
ven aantal 19 is. Gelegenheid is gegeven de lijst aan
te vullen, wat inmiddels is geschied, zoodat de strijd
hier nu tuaachen de candidaten van 4 lijsten zal gaan.