De kwestie- Marchant. Lord Eden weder hersteld. Botsing te Lisse. Zaterdag 18 Mei 1935. SCHAGER COURANT. Derde Blad. No. 9724 Buitenland Zijn Anti-Duitsche redevoering. Duitsche verontwaardiging. Tusschen twee electrische traras. TUCHTHUISSTRAF VOOR KLOOSTER ZUSTERS. DOOR KOLENDAMP BEDWELMD. Valsche munterij in Zuid-Limburg. De jongste mijnramp in China. Hoe het groeide. „EEN WOORD TOT DE PARTIJ" van Minister Oud. Waarschijnlijk een Duitsche poging tot toenadering. Het schijnt dat von Neurath en Ribbentrop het concept van Hitler's rede hebben opgesteld. Als dat zoo is dan is er gegronde reden om een zeer gematigde en tegemoetkomende houding te ver wachten. D.ezo beide figuren zijn ongetwijfeld de bezadigde elementen uit Hitler's omgeving en zij zien zeer duidelijk de gevaren, die Duilschland loopt bij een volharding in zijn eischen. Eén gevaar is aan hun vaderschap van Hitler's ontboezemingen echter verbonden. Beiden zijn namelijk voorzichtige diplomaten, die alle kansen, alls voor- en nadoelen zorgvuldig tegen elkaar afwegen en juist dat hebben wij op het oogen- blik niet noodig. Een loyaal uitgestoken hand, een openhartig vre desaanbod, zonder eenige reserve, dat is liet waar de wereld op wacht. Pilsudski's bijzetting. Polen's dictator zal vandaag worden begraven en uit alle landen van Europa zijn afgevaardigden samengestroomd om dezen grooten vaderlander eer biedige hulde te brengen. De fin'e-fleur van Europa's diplomaten en militai ren staat aan de groeve van den Poolschen macht hebber. Wij vreezen echter, dat de belangstelling van de heeren niet alleen uitgaat naar den grooten overle dene, maar meer nog naar de erfenis die hij achter laat. Hij toch was de man, die, veelal tegen den zin van zijn volk, toenadering zocht tot. Duitschland en het is dan ook begrijpelijk, dat èn Duilschland èn Frankrijk al direct hun beste beentje voorzetten om de nalatenschap, d.w.z. Polen's vriendschap, binnen te halen. Beide bestuurders en een groot aantal pas sagiers gewond. - De materieele schade zeer aanzienlijk. Gisteravond om zeven uur heeft op den Rijksstraatweg te Lisse, ter hoogte van de tuinbouwschool, een ernstige botsing plaats gehad, tusschen twee electrische trams van van de N.Z.H.T.M., de een komende uit Haarlem, de andere uit Leiden. Er zijn. tien gewonden, van wie een bestuur- der en een dame zeer ernstig. Beiden zijn naar het Academisch Ziekenhuis te Leiden overgebracht. De voorbalcons der beide trams zijn ge heel ingedrukt. Het verkeer ondervond groo- ïe stagnatie. Omtrent dit ongeval worden nog de volgende bij- zonderheden gemeld: i Ter plaatse, waar de botsing heeft plaats gehad, gaat het dubbelspoor ..over in het z.g. strengelspoor, zoodat de trams elkaar daar niet kunnen passeeren en de eene tram moet wachten totdat de uit de an-, der.e richting komende tram van dat strengelspoor' dat ongeveer 40 M. lang is, weer op dubbelspoor ge komen is. De tram uit Haarlem heeft daarbij steeds den voorrang. Door een tot dusver niet opgehelderde oorzaak zijn de trams uit beide richtingen gelijk op het strengel spoor gekomen en geen der beide wagenvoerders heeft tijdig de tram tot stilstand kunnen brengen. Het gevolg was, dat beide wagens boven op elkaar reclen en gedeeltelijk in elkaar schoven. De voorbalkons van de beide motorwagens waren één groote ruïne. De rifstellen van de wagens werden ontwricht en uit de rails getrokken. Overal lagen stukken hout verspreid en gebroken ruiten en ijze ren constructies, die als een riet waren gebogen of afgeknapt. Vooral het 600-type was een chaos. Voor het personeel en voor de passagiers vielen de gevolgen van de botsing nogal mee. De schrik bleek voor de meesten het ergste te zijn. De be stuurder van de Haarlemsohe tram, de 48-jarlgc v. d. Wal uit Leiden klaagde over inwendige pijn en pijn aan het rechter dijbeen, zoodat het noodig werd geacht hem naar het Academisch ziekenhuis te Leiden over te brengen, wdar zijn verwondingen infusschen niet van ernstigen aard bicken te zijn. De bestuurder van de tram uit Leiden, de 30-jarige Van Rooy, werd in een hoek van het bestuurders- balcon gekwakt. Wonder boven wonder kreeg hij alleen een bloedende wonde aan het voorhoofd en aan zijn neus. Hij kon na verbonden te zijn bij het op- rukningswerk tegenwoordig blijden. Hoe de botsing is kunnen gebeuren, was voor herr.. een volkomen raadsel, verklaarde hii. Omtrent het aantal passa giers. zoowel mannelijke als vrouwelijke, dat gewond is, loopen de meeningen nogal ui een. Er wordt gesproken van vijf tot acht gewonden. Het aantal en de namen zijn echter moeilijk te ach terhalen of na te gaan, omdat zij nagenoeg allen 21a de botsing zijn vertrokken met passeerende au to's. Het staat echter vast. dat er geen ernstige ge wonden zijn, en dat alles beperkt blijft tot snijwon- dien door glasscherven. Medische hulp was spoe dig 'ter plaatse. De N.Z.H. Tramweg Mij. stuurde met spoed hulp personeel naar de plaats van de botsing. De beide motorwagens waren spoedig uit elkaar getrokken. Hot zal echter wel geruimen tijd vorderen, voor dat men de wagens zal kunnen weg sleepen en het spoor vrij kan maken. De dienst ondervond natuurlijk belangrijke vertraging, maar kon toch in de richtingen Haarlem en Leiden worden onder houden. Bij de plaats van het ongeval moesten de reizigers overstappen. Een groot aantal toeschou wers 'verdrong zich om het ontruimingswerk en moest herhaaldelijk door de gemeente-politie, ver sterkt door rijksveldwachters, op een afstand wor den gehouden. Wegens deviezensmokkelarij. Het pro ces voor het Berlijnsche Schepengerecht Het D.N.B. meldt uit Berlijn: In de avonduren heeft de president van het Berlijnsche Schepenge- reclit, Jordan, uitspraak gedaan in de zaak tegen de 42-jarige religieuze Katharina Wiedenhofer. zus ter Wemera genaamd, die als provinciaal-secreta resse van de Orde der Vinc<?rotineressen een kwart .millioen rijksmark naar het buitenland smok kelde. Zij werd wegens herhaalde en opzettelijke vergrij pen tegen de deviezen-verordening veroordeeld tot totaal vijf jaren tuchthuisstraf, vijf jaren eerverlies en een boete van 140.000 rijksma^k. In geval van met-bela!cn der boete treedt éèit. tuchthuisstraf van nog year£pa;.baanden."in .de- plaats. Voorts wordt de confiscatie van een bedrag van 250.000 mark gelast, waarvoor de „Charitative Veremigung" in Kêulen-Nippe borg wordt gesteld. De eiscli was gelijkluidend aan het vonnis. Er zal een vijftigtal gelijksoortige zaken tegen kloos terbroeders eg. zusters worden behandeld. Bejaard echtpaar bewusteloos gevonden. In bedenkelijken toestand naar een ziekenhuis gebracht. Gisteravond ongeveer zeven uur is het echtpaar Molenbroek, dc man en de vrouw zijn resp. 68 en 67 jaar oud in bevvusteloozen toestand in hun wo ning aan den Elkbosscherweg te Hilversum aange troffen. Kleinkinderen hadden zich aan het huis ver voegd, doch hadden geen gehoor gekregen, reden waarom hun vader zich tot de politie wendde. Deze begaf zich naar het huis, terwijl de zoon van het echtpaar inmiddels een sleutel van een van de buren geleend had, waarmee hij zich toegang tot de woning had verschaft. De beide bejaarde menschen werden in bedenkelij ken toestand aangetroffen, bedwelmd door kolen damp. De gemeentelijke geneeskundige dienst is met behulp van een zuurstofapparaat geruimen tijd in de woning bezig geweest, doch de slachtoffers bleven bewusteloos. Zij werden naar het Diaconessenhuis overgebracht. Eerst tegen half twaalf bleek het allerergste gevaar geweken, al was de toestand in elk geval toen nog zeer ernstig. Het voorloopig onderzoek heeft uitgemaakt, dat verstopping van den haard door overmatige roetaan- zetting in den schoorsteen de oorzaak van dit onge luk zou zijn geweest. Vier personen gearresteerd. Hoensbroek. 17 Mei. In Hoensbroek en omge ving werd sedert ecnigen tijd valsch geld uitgege ven' De marechaussee heeft in verband hiermede in samenwerking met de gemeentepolitie van Hoens broek een inval gedaan in eenige woningen in de'1 Kasteelkolonie. Bij deze invallen werd bezwarend materiaal in beslag genomen. Als verdacht van valsche munterij zijn vier per sonen gearresteerd. De politie zet haar onderzoek nog VOOR GANGSTER MET ZIJN VRIENDIN DOOD GESCHOTEN. Uit New-York" wordt gemeld: Gisteren bij het aanbreken van den dag is een-» gangster met zijn vriendin toen zij uit hun auto wilden stappen op Long Island neergeschoten. Bei den zijn in het ziekenhuis overleden. De man was 27 jaar oud. Sinds zijn 17de jaar was hij onder vijf verschillende namen reeds tien keer gearresteerd. g»':p*iHcs! ,38 VülaölièoiülBL Reuter Sèiht uit Sjanghai: Het aantal slachtof fers, dat bij de vreeseïijke mijnramp bij Setsioean is verdronken, bedraagt volgens de laatste opgave op z'n minst 738. De onsteltenis in China naar aanleiding van deze catastrofe is zeer groot. Strijd om Polen's vriendschap. Lord Anthony Eden, de Engelsclie geheimzegelbe waarder, die na zijn Europeesche reis vlak voor dc conferentie van Stresa ziek werd, is weder hersteld en heeft Donderdag een rede gehouden, waarin hij zijn standpunt over de buitenlandsche politiek uit eenzette. .Laat ons maar direct constateeren, dat Eden een veel meer besliste houding aanneemt clan wij van de Engelsche regeering in liet algemeen gewend zijn. Hij verklaart zonder omwegen, dat het met de En gelsche politiek van isolement uit moet zijn en dat Londen in de Europeesche kwesties wel degelijk partij is. Hij meent dat slechts een ondubbelzinnige houding van Engeland, waardoor Hitier precies weet waar hij zich aan te houden heeft, den vrede in Europa kan verzekeren en keert zich dan tegen zijn talrijke landgenooten, die meenen, dat Brittannic nog geheel vrij is zich al naar het zelf verlangt, uit de kwesties van het Europeesche vasteland terug te trekken. Uitvoerig heeft Eden ook gesproken over het Lo- carno pact en Engelands trouw daaraan nog eens uitdrukkelijk bevestigd. Ook vond hij het noodig in dit verband zijn land genooten nadrukkelijk onder het oog te brengen, dat het Locarno pact ook na Duitschlands definitieve uit treding uit den Volkenbond, volkomen intact blijft. Blijkbaar heeft Eden met moedwil zich zoo dui- lijk uitgesproken over dit belan'grijlke pact. Waarschijnlijk heeft hij niet alleen zijn landge nooten hun verclragverplichtingen onder het oog wil len brengen, maar in zijn rede ook wel degelijk be doeld als een ernstige waarschuwing aan Duitsch land om er vooral niet op te spcculeeren dat Enge land zich maar steeds afzijdig zal blijven houden. Berlijn boos op Eden. Dat men 'dit in Duitschland heeft begrepen blijkt wel uit de nijdige toon van de Hitlerpers. iMen laat van den Engelschen minister, die men kórt geleden nog zoo hartelijk ontving, geen spaan heel. Het „Bcrliner Tageblatt" gaat zelfs zoo ver, minis ter Eden ervan te beschuldigen, dat hij in zijn rede heeft laten doorschemeren, dat in een eventueele ko mende* Èurópeescbe nóriog Érigjeland ih 'elk geval wederom tegenover Duitschland zal komen te staan. Duitsche verontwaardiging over het Fransch-Russisch communiqué. Ook over de resultaten van Laval's reis naar Mos kou loopt de Duitsche pers warm. Men kwalificeert de spontane uitingen van wapen- hroederschap als uitsluitend gericht tegen Duitsch land en klaagt er over dat Frankrijk en Rusland bezig zijn aan Duitschland met geweld hun stand punt te willen opdringen. Dat Berlijn hierbij vergeet te vermelden, dat Hiler ettelijke malen geweigerd heeft de toegestoken hand te grijpen, spreekt bijna vanzelf. Hitler's rede. Het is een typische samenloop van omstandighe den, dat vlak voor de ongetwijfeld vredelievende re de, die Hitier de volgende week zal houden, de ge moederen weer ietwat warm gaan loopen. De rede van Eden is dan ook een zwakke herha ling van de publicatie van het Engelsche witboek even voor Simon's bezoek aan Berlijn en bewijst op nieuw dat men de geijkte behoedzaamheid in de in ternationale politiek opzij heeft gezet en de voorkeur geeft aan het uitspreken van harde waarheden. Het zal thans van belang zijn te zien, hoe Hitier óp al deze onvriendelijkheden antwoordt LONDEN—PARIJS PER ZWEEFVLIEGTUIG. Bobert Kronfeld, de bekende Oostenrijksche zweef vlieger, heeft met zijn vliegtuig den tocht van Croy- don naar Parijs volbracht, Het toestel was slechts voorzien van een motortje van zeer beperkte capaciteit. „Eenige ophelderingen", welke blijkbaar van mr. Marchant zeli afkomstig zijn. In het katholieke hoofdorgaan de „Maas bode" komt onder het hoofd „Minister Mar- chant's overgang", een overzicht voor van de gebeurtenissen, welke in verband staan tot den overgang van minister Marchant naar. de Roomsch-Katholieke Kerk. Blijkbaar berust dit overzicht op mcdedeelingen van den mi- nister zelf. Aan het relaas is het volgende ontleend: „Omdat een ministerieel aftreden nu eenmaal een publieke zaak is, schijnt het ons, om verdere legende vorming te voorkomen, noodig, eenige feiten mee te deelen, die licht werpen op het gebeurde. De feiten zijn deze. Minister Marchant heeft in den ministerraad van 7 Mei medegedeeld, dat hij katholiek was geworden. Hij wilde zijn collega's een beslissing vragen zonder meer. Die beslissing is toen niet gevallen: de heeren waren uiteraard verrast en besloten de zaak aan te houden tot den volgenden ministerraad. De zaak is niet meer in een volgen den ministerraad gekomen. Reeds vóór dat de brief van' minister Oud, waarvan in de pers sprake is de brief n.1. waarin deze aankondigde ontslag te zul len. nemen als minister, indien mr. Marchant het ka binet niet verliet minister Colijn had bereikt, had laatstgenoemde, na gepleegd overleg met enkele ambtgenooten, besloten minister Marchant te advi- seeren, zijn portefeuille ter beschikking te stellen. Het éénige motief van minister Colijn was een poli tiek motief: de Voorzitter van den ministerraad vreesde, dat heel de linkerzijde zich zou keeren tegen den bekeerling. Versterkt met de Lingbeek's en de Kersten's en, misschien met andere rechtsche leden, zou Minister Marchant, naar dr. Colijn's meening, bij de verdediging van zijn onderdeel van het aanpas- singsontwerp, de nederlaag kunnen lijden. Eerst daarna, dus nadat hij dit had laten weten aan mi nister Marchant, ontving minister Colijn den boven bedoelden brief van mr. Oud. Dc brief was dus eigent lijk geheel overbodig, wijl mr. Marchant de beslissing van den ministerraad had gevraagd en zich uiteraard naar het advies van 'dien Raad zou gedragen. Er is, zoo vervolgt de „Maasbode" wij begrijpen dit volkomen een zeer pijnlijke kant aan deze zaak voor den Vrijz.-Dem. Bond. Deze moet vooral door het feit, dat minister Marchant „zoo lang'/ gezwegen heeft, smartelijk zijn getroffen. Wij begrijpen dat vol komen, maar men dient, billijkheidshalve, ook de mo tieven te wegen van minister Marchant, voor wien dit zwijgen, zooals iedereen begrijpen kan, eenvoudig een marteling moet zijn geweest. De zaak is deze, dat het kabinet in December dacht, dat het „aanpassingsontwerp" in Januari kon worden ingediénd. Onderwijs moest er zelfs op rekenen, dat het ontwerp in April in het Staatsblad zou staan. Had nu minister Marchant die einde December door een pater Franciscaan in Den Haag in de Katho lieke kerk werd opgenomen niet gezwegen, dan zou hij het heele ontwerp, vlak voor de indiening, hebben laten springen. Daarom zweeg de minister, vast overtuigd, dat de zaken betreffende liet ontwerp veel vlotter zouden verloopen dan zij achteraf geloo- pen zijn. Feit is dan ook, dat niemand, behalve de onmiddellijk daarbij betrokkenen van de bekeering op de hoogte werd gesteld zij was ook voor naaste familieleden een volkomen verrassing een feit is pok, dat met name minister Colijn in dit zwijgen in 't geheel geen bezwaar heeft gezien. Van dit zwijgen heeft trouwens ook minister Oud in zijn brief aan dr. Colijn, zeer terecht, niet gerept. Het was onder de gegeven omstandigheden ten minste verklaarbaar. Over de aanvallen op Marchant schrijft de „Maas bode" tenslotte: Agressief als deze is „de Kerk krijgt in mij een strijdbaren zoon", liet de minister zelf zich dezer da gen ontvallen zou hij zich tegen aanvallen kunnen gaan weren en daarover zullen wij het wel eens zijn! „de man met de scheurtanden" zou een partij blijken te zijn, waaraan de heeren de handen méér clan vol hebben. Het schijnt ons beter, dat zulk een strijd, indien eenigszins mogelijk, vermeden wordt. Een verklaring van minister Oud. Dan was in het hierboven genoemde relaas in de „Maasbode" nog het volgende opgenomen, over de rol van den Vrijz.-Dem Bond in deze aangelegen heid. „Minister Marchant heeft in den ministerraad van 7 Mei medegedeeld, dat hij katholiek was geworden. Hij wilde zijn collega's een beslissing vragen zonder meer. Die beslissing is toen niet gevallen: cle heeren waren uiteraard verrast en besloten de zaak aan te Ihouden tot den volgenden ministerraad. De zaalc is niet meer in een volgenden ministerraad gekomen. Reeds vóór dat de brief van minister Oud, waarvan in de pers sprake is de brief nl. waarin deze aan kondigde ontslag te zullen nemen als minister, in dien mr. Marchant het kabinet niet verliet mi nister Colijn had bereikt, had laatstgenoemde, na gepleegd overleg met enkele ambtgenooten, besloten minister Marchant te adviseeren, zijn portefeuille ter beschikking te stellen. Eerst daarna, dus nadat hij dit had laten w.eten aan minister Marchant, ont ving minister Colijn den bovenbedoelden brief van mr. Oud, De brief was dus eigenlijk geheel overbodig wijl mr. Marchant de beslissing van den minister raad had gevraagd en zich uiteraard naar het advies van dien raad zou gedragen." Minister Oud heeft daarop nu de volgende ver klaring gegeven: „In den ministerraad van 7 Mei heeft de heer Marchant medegedeeld, dat hij tot het R.K. geloof was overgegaan. Deze mededeeling kwam volkomen, onverwacht, noch dr. Colijn, noch mij, was daarvan iets bekend. Er is toen geen beslissing genomen. Na rijp beraad heb ik den volgenden morgen, dus op 8 Mei, schriftelijk aan dr. Colijn medegedeeld; dat ik geen lid van het kabinet zou kunnen blijven, wanneer mr. Marchant daarvan deel zou blijven uit maken. Van dit schrijven zond ik gelijktijdig een afschrift aan mr. Marchant. Daarop heeft minister Marchant aan minister Co lijn geschreven en is door laatstgenoemde op den. brief van mr. Marchant geantwoord". Na ontvangst van laatstgemeld antwoord, zoo zei- de de heer Oud, heeft mr. Marchant op Zaterdag 11 Mei besloten, aan H.M. de Koningin ontheffing uit zijn functie te verzoeken. De kopstukken van den V.-D. Bond aan het woord. Het gisteravond verschenen nummer van „De Vrij zinnig Democraat" staat, zooals begrijpelijk geheel in het teeken van de kwestie-Marchant. Na een feitelijke uiteenzetting, die geen nieuwe ge zichtspunten bevat, voeren de kopstukken van den V.-D. Bond hét woord. Vervolgens schrijven daarin de voorzitter van deri Bond, prof. Mr. R. Kranenburg, cle partijvoorzitter mr. Joekes, waarna minister Oud „Een woord tot dc partij richt." De laatste schrijft het volgende: De ernstige gebeurtenissen van de afgeloopen week mogen ook mij een enkel woord tot onze partij doen richten. Het afscheid van den heer Marchant betee- kent het einde van een werkzaamheid van vijf en dertig jaren in den dienst van onze beginselen. Hoe groot onze teleurstelling over het gebeurde ook moge zijn, zij mag ons niet doen vergeten, hoeveel arbeid hij, die thans afscheid neemt, in 'n lange reeks van jaren met groote toewijding voor de partij heeft ver richt. Die geheel dit verleden overziet, komt diep onder den indruk van de tragiek, die in dezen loop van zaken besloten ligt. De partij zal thans zonder den man, die sedert bijna twintig jaar leider was haar weg moeten vervolgen. Zij moet dit doen in een tijd, waarin van haar meer wordt gevorderd dan ooit te voren het geval is geweest. Nimmer was het voor de democratie zoo moeilijk als thans. Sterk zijn de krachten, die haar bedreigen. Zij heeft zich niet slechts te verweren tegen hen, die het openlijk uitspreken, dat zij haar vernietiging beoogen, zij heeft daarnaast den strijd te voeren tegen anderen! die zeggen haar te dienen, doch die, blind voor de werkelijkheid, met hun poen zich aan de macht der feiten te onttrekken, haar ondermijnen. De V.D.-parlij zal op den weg, dien zij uit overtuiging gekozen heeft, met gezond werkelijkheidsbesef vastberaden moeten voortgaan. Wij zullen daarbij elkanders hulp en steun in toenemende mate behoeven. Begrijpen wij allen dit goed, dan zullen wij door samenwerking in eens gezinde toewijding aan onze beginselen de tegenwoor dige moeilijkheden zonder twijfel te boven komen. Moge de roepstem om ons nog vaster aaneen te slui ten in onze rijen alom weerklank vinden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 9