evauq entsmuren Een nieuw reglement voor de Zijpe en Hazepolder. Het ontwerp-besluit tot wijziging van het Bijzonder Reglement van Bestnur. Enkelvoudig inplaats van meervoudig stemrecht. De gebouwde eigendommen belast. De verkiezing van dijkgraaf en heem raden. De lastenverdeeling. Voor de ingelanden van den Zijpe en Hazepolder is thans ter inzage gelegd het door Gedeputeerde Staten van Noordholland opgemaakte ontwerp-besluit tot wijziging van het Bijzonder reglement van Be stuur. Per advertentie geven Dijkgraaf en Heemraden daarvan mededeeling, terwijl zij in dezelfde adverten tie de ingelanden in hun eigen belang opwekken het tegen het ontwerp-besluit opgemaakt bezwaar schrift vóór 13 Juni 1935 te teekenen bij het naastbijwonend bestuurslid. Het was vooral dit verzoek dat onze nieuwsgie righeid opwekte en we een onderzoek instelden naar den inhoud en strekking van het hienbedoeld wijzi- gings-ontwerp-besluit. In het bij het ontwerp-besluit gevoegd schrijven dan deelen Gedeputeerde Staten mede, dat door hun college een ontwerp-besluit is opgemaakt, waarin de van kracht verklaring van het nieuwe Algemeen Wa terschapsreglement voor Noordholland ten aanzien van dezen polder is opgemaakt en waarin tevens de artikelen van het Bijzonder Reglement van het be stuur van dit waterschap voor zooveel noodig met die van genoemd Algemeen Reglement in overeen stemming zijn gebracht. Ged. Staten zijn daarbij van het standpunt uitgegaan, dat de verkiezingen van de leden van het Bestuur met candidaatstelling zullen moeten plaats vinden. Dit behoeft allerminst met zich te brengen, dat de verkiezingen in het algemeen ingewikkelder en kostbaarder zullen worden. Inte gendeel zal deze vorm van verkiezing tot vereenvou diging en besparing van kosten kunnen leiden in .verband met de omstandigheid, dat de candidaten in vele gevallen bij enkele candidaatstelling zullen wor den gekozen en stemming dus achterwege zal kunnen blijven. Met het oog op het feit, dat de Staten bij de vast stelling der bepalingen van het Algemeen Reglement betreffende het stemrecht zijn uitgegaan van de ge dachte, dat het enkelvoudig stemrecht regel moet zijn en het meervoudig stemrecht uitzondering, en Ged. Staten geen omstandigheden bekend zijn, waar in aanleiding zou kunnen worden gevonden ten aan zien van dit waterschap bedoelde uitzondering te maken, hebben Ged. Staten geen aanleiding kunnen vinden, aan het verzoek van Hoofdingelanden tot handhaving van het meervoudig stemrecht te vol doen en is in het ontwerp-besluit bepaald, dat in de zen polder het enkelvoudig stemrecht zal gelden. In verband met de bij Ged. Staten gerezen vraag of het voor de stemgerechtigdheid en de verkiesbaar heid tot lid van het Bestuur vereischte grondbezit van één hectare, niet te hoog is gesteld, vragen Ged. Staten een lijst, vermeldende de namen van de in gelanden, de grootte van ieders bedrijf en welke gron den als weiland, bouwland of voor tuinbouw gebruikt worden. Overeenkomstig de wensch van hoofdingelanden is in het ontwerp-besluit aan contribuabele landen, ega- lementslanden en nollen gelijk stemrecht toegekend. Daarentegen is aan de duinen en duingronden stem recht onthouden, zulks in verband met de geringe bijdrage in de totale uitgaven van den polder. Het ontwerp-besluit bepaalt verder, in overeenstem ming met den wensch van Hoofdingelanden, dat naast den omslag naar de kadastrale maat eene hef fing van lasten wegens de gebouwde eigendommen zal plaats vinden. De invordering van de lasten we gens de gebouwde eigendommen is in het ontwerp besluit opgedragen aan het Bestuur van het Hoog heemraadschap, hetgeen een aanmerkelijke beperking van administratieve werkzaamheden beteekent. Voor de verkiesbaarheid tot lid van het Bestuur en voor de stemgerechtigdheid zal naar de meening van Ged. Staten billijkheidshalve mede in aanmer king moeten komen degene, die terzake van het bezit van een gebouwd eigendom een bedrag verschuldigd is, dat gelijk is aan dat, hetwelk wordt geheven van een grondbezit van 1 H.A. contribuabel land. Voorts bepaalt het ontwerp-besluit dat Dijkgraaf en Heemraden niet meer, zooals tot dusverre door Hoofdingelanden zullen worden benoemd, doch dat dezen, zooals dit reeds in nagenoeg alle andere water schappen in deze provincie het geval is, mede recht streeks door stemgerechtigden zullen worden verko zen. De verdeeling der lasten. Het ontwerp-besluit houdt dan verder nog een her ziening van het thans geldende Bijzonder reglement op verschillende andere punten in. In de eerste plaats is de verhouding tusschen den omslag van de contribuabele landen en de egalement- landen voor de algemeene polderlasten van 5 tot 1 gewijzigd in 2 tot 1, zulks in overeenstemming met het bekende advies van de classificatiecommissie. Art. 10 schrijft ook voor, dat onder het hoofd: „Sloot- en weggelden" eene afzonderlijke rekening zal moe ten worden gehouden en geeft nauwkurig aan, wel ke posten op die rekening in uitgaaf en in ontvangst zullen moeten worden gebracht. Bij tot standkoming van de ontworpen regeling zal een eind worden ge maakt aan het langzamerhand in dezen polder inge slopen misbruik om hoe langer hoe meer posten ten laste van „Sloot- en weggelden" te brengen en aldus den omslag van de egalementlanden en de nollen ten bate van de contribuabele landen, steeds te verzwa ren. Zoo is het restant van de oorspronkelijk f 120.000. groote leening, voor zooveel dat vroeger op de reke ning „Algemeen Bestuur" drukte, krachtens besluit van Hoofdingelanden d.d. 19 April 1932 ten onrechte op „Sloot- en weggelden" gebracht. Uit het gedeelte van bedoelde leening toch, oorspronkelijk ten laste van „Algemeen Bestuur" gebracht, zijn bestreden de kosten van verbetering van de waterkeering, het sluiten van den ring door het dichtzetten van de oude sluis en het daarna weder openmaken en her stellen van die sluis. Bedoelde kosten zijn kennelijk tot de dijkskosten te rekenen en behooren dus ten laste van „Algemeen Bestuur" te komen. Het thans ontworpen artikel 10 bepaalt mitsdien, dat slechts de helft van rente en aflossing der onderhavige lee ning ten laste van „Sloot- en weggelden" mag worden gebracht. Ingevolge het bovenbedoelde besluit van Hoofd ingelanden is voorts de helft van de salarissen van den Secretaris, den Penningmeester en den Opzich ter ten laste van „Sloot- en Weggelden" gebracht. De aan deze wijziging ten grondslag liggende ge dachte achten Ged. Staten juist, doch h.i. behoort de regeling zoodanig te zijn, dat dan ook de helft van de pensioensbijdragen, welke genoemde ambtenaren betalen, zoomede de helft van de bijdrage, welke de kleine polders in de jaarwedde van den Penning meester verleenen, ten bate van deze rekening ko men. Eene zoodanige regeling is thans in artikel 10 ojpgenomen. In dit artikel is voorts <le overbrenging van cle kosten van de in de wegen, slooten enz. gelegen kunst werken, w.o. de bruggen, op „Sloot- en Weggelden" gesanctionn eerd. Waar anderzijds de billijkheid medebrengt, dat de uitgaven wegens „Sloot- en Weggelden" 'worden vér- minderd met de baten, wélke de slooten en wegen, enz. opleveren, en deze baten, blijkens de rekenin gen van den polder gemiddeld zijn te stéllen op het één derde deel der totale opbrengst van het gras- en rietgewas, de jacht en vrsscherij, huren, pachten, erf pachten en opstalrechten der dijken, wegen, boezem- kaden, gronden en vaarten enz. in plaats van op een vijfde gedeelte, waarvan het thans van kracht zijnde artikel 10 uitgaat is bedoeld artikel tevens op dit punt gewijzigd. In 1917 zijn met toepassing van artikel 11, zooals dat artikel thans nog luidt, vrijwel alle egalement landen en een groot deel van dé nollen, als contribu abel land op dèn legger gebracht. Voor zooveel deze gronden niet inderdaad de kenmerken van de klasse waartoe zij behoorden, hadden verloren, hééft dezé leggerwijziging ten onrechte plaats gevonden. Naar de meening van Ged. ^Staten behooren nu die gronden, welke thans nog de kenmerken van egalementlanden resp. nollen vertoonen, tót deze categorieën tè wor den teruggebracht. De legger zal derhalve in dier voege behooren te worden herzien. Het thans ont worpen artikel 11 opent de mógelijkheid, dat door Ged. Staten wordt ingegrepen, ingeval hetzij het College van Dijkgraaf en Heemraden, hetzij dat van Hoofdingelanden in gebreke blijft aan de "totstandko ming van eene zoonadlge legger wijziging zijn mede werking te verleenen. In verband met hét verzoek van hoofdingelanden is artikel 12 op verschillende punten gewijzigd-, doch aan enkele voorstellen van Hoofdingelanden hébbén Ged. Staten geen gevolg kunnen geven. Zoo is in het artikel niet tot uitdrukking gebracht, dat slechts de bij de bemaling van de Verschillende kleine poldórs belanghebbende gronden in den om slag van de molengelden 2ijn bfegrepen en Molen- meestere worden benoemd doof de in dien omslag be talende gronden. Ged. Staten hebben Ook geen termen kunnen vin den in het ontwerp-besluit te bepalen, dat Molen- meesters door Dijkgraaf en Heemraden kunnen wor den geschorst en ontslagen. Ged. Staten wijzen er op, iu afwijking van de meening in de vergadering van Hoofdingelanden tot uitdrukking gekomen dat Mölenmeesters door hun College kunnen worden ont slagen. Maar afgezien daarvan achten Ged. Staten de door Hoofdingelanden voorgestelde regeling ook op zich zelf niet aanbevelenswaardig, aangezien Dijk graaf en Heemraden bij tot standkoming daarvan in eene h. i. ongewenschte machtspositie tegenover Mölenmeesters zouden komen te staan. Tegen invoering van een wijze van verkiezing van Mölenmeesters, afwijkende van die, opgenomen in het Algemeen Waterschapsreglement, bestaat bij Ged. Staten uit practische overwegingen bedenking en is in het ontwerp-besluit voor Mölenmeesters de verkie zing met candidaatstelling voorgeschreven. Ged. Staten noodigen dan tenslotte Dijkgraaf en Heemraden uit, het ontwerp-besluit spoedig voor den tijd van dertig dagen voor belanghebbenden ter in zage te leggen, nadat daarvan te voren open'mre aankondiging zal zijn gedaan met mededeeling, dat gedurende genoemden termijn bezwaren tegen het ontwerp-besluit schriftelijk bij Dijkgraaf en Heem raden kunnen worden ingediend. Het polderbestuur in 't geweer. Tegen een viertal belangrijke onderdeelen van het ontwerp-besluit blijkt bij het Bestuur van den polder ernstig bezwaar te bestaan en wel zoodanig dat het. Dag. Bestuur een bezwaarschrift heeft samengesteld en dit bezwaarschrift is het nu, dat den ingelanden ter onderteekening wordt aanbevolen. In hét bezwaarschrift verklaart men zich tegen de 'volgende in het ontwerp-besluit voorkomende bepa lingen-: le. het enkelvoudig stemrecht.; 2e. verkiezing van het Dagelijksch Bestuur door ingelanden; 3e. inlevering der geloofsbrieven door mölenmeesters voortvloeiende uit de bepalingen in artikel 12, dat mölenmeesters worden benoemd op dezelfde wij ze als hoofdingelanden; 4e. de administratie te voeren door het Hoogheem raadschap Noordhollands Noorderkwartier in zake de heffing van den omslag naar de belast bare opbrengst van „gebouwd" en de daaraan verbonden kosten. DONDERDAG 6 JUNI 1935. HILVERSUM (301 M.) AVRO-uitzending: 8.00 Gram.pl. 9;00 Omroeporkest olv. N. Treep. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gram.pl. 10.30 Vervolg Omroeporkest. 11.00 Knipcurius kinder- kleeding. 11.30 De Octophonikers olv-. B. Drukker. 12.30 Kovacs Lajos eh zijn orkest eh Gram.pl. 1.45 Concert mmv. Mr. H. Smedes (ténor), J. de Vente (fluit), E. Veen (piano), H. ,Sfafford (piano-syncopa- tions), E. v. Praag (declamatie) en Gram.pl. 4.00 Voor zieken en thuiszittènden. 4.30 Omroeporkest olv.,N. Treep. .5.00 Voor de kinderen. 5.30 Omroeporkest olv. N. Treep. 6.30 Sportpraatje H. Hollander. 7.00 De AVRO-Decibels ólv. E. Meenk. 7.30 Radio-Volkszang olv. P. C. Poortman. 8.00 Vaz Dias. 8.05 Gram.pl. 8.30 „Een hondsche verhandeling", door W. Loeb. 8.50 Disco-nieivCvs. 9.20 Beethoven's 9de Symphonie door het Concertgebouworkest olv. Prof. Dr. W.- Mengel berg, het Toonkunstkoor, To v. d. Sluys (sopraan), S. Luger (alt), L. v. Tulder (tenor) en Th. Denijs <bas). 10.35 Gram.pl. 11.00 Vaz Dias. 11.10—12.00 De AVRO-Decibels olv. Eddy Meenk. HUIZEN (1875 M.) 8.00 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—11.30 NCRV. 8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 10.15 Morgendienst olv. Ds. G. Ubbink. 10.45 en 11.00 Gram.pl. 11.30—12.00 Godsd. halfuur. 12.15 Orkestconcert en gram.pl. 2.0C Cursus Fraaie Handwerken. 3.00 Voor de vrouw. 3.303.45 Gram.pl. 4.00 Bijbellezing Ds. J. A. van Nie, mmv. bariton en orgel. 5.00 Handenarbeid v. d. jeugd. 5.30 Gram.pl. 6.00 Pianorecital J. Couvée. 6.45 Causerie A. Stapelkamp. 7.15 Adj. G. Claeijs: Onze Landdag. 7.30 Weekoverzicht, 8.00 Vaz Dias. 8.05 Orgelconcert L. Blaauw. 9.00 Ouderuurtje. 9.30 Kwintet olv. P. v. d. Hurk. (Om 10.00 Vaz Dias). 10.30 Gram.pl. DROITWICH (1500 M.) 10,3510.50 Morgenwijding. 11.25 Orgelspel H. Croudson. 11.50 Voor de scholen. 12.10 Rutland Square en New Victoria Orkest olv. N. Austin. 1.20 Gram.pl. 255 Voor de scholen. 350 Vesper. 4.10 Gram.pl. 5.05 Orgelconcert Ph. Taylor. 5.35 BBC-Dansorkest olv. H. Hall. 6.20 Berichten. 6.50 Cembalorecital A. Ehlers. 7.10 Duitsche les. 7.40 Gram.pl. 7.50 Lezing. 850 „Lie- belei", spel van A. Schnitzler. 950 „I've got to have music" olv. A. CroomJohnson. 9.50 Berichten. 10.20 Kerkdienst. 10.35 Glinka-concert olv. L. Heward. 11.351250 Casani Club Orkest olv. Ch. Kunz. RADIO-PARIS (1648 M.) 750 en 8.20 Gram.pl. 12.35 Kamermuziek olv. Doven. 9.05 Symphonieconcert olv. Inghelbrecht, mmv. so listen. Kk55 Dansmuziek. KALUNDBORG (1261 M.) 12.20—2.20 Strijkorkest olv. Andersen. 3.055.05 Om roeporkest olv. Gröndahl. 8.30 „Kinafarcrne", zangspel olv: L. Gröndahl. 10.45 Pianorecital. 11.1012.50 Dans muziek. KEULEN (456 M.) 6.35 Orkestconcert. 11.10 Concert. 12.20 Blaasconcert. I.35 Omroepkwintet. 450 Zang. 5.20 Uit Leipzig: Om roeporkest en solisten. 7.20 Volksmuziek. 8.30 Uit Ko ningsbergen: Omroepkleinorkest en dansorkest. 10.50 Omroeporkest olv. Kühn. 11.201250 Omroepqrkest, -koor en solisten. BRUSSEL (322 en 484 H.) 322 m.: 1250 en 1.30250 Max Alexys' orkest, 5.20 Orgelconcert. 6.05 Gram.pl. 6.50 Zang. 7.05 Pianoreci tal. 7.35 Gram.pl. 8.20 Cabaret 9.50 Gram.pl. 10.30 II.20 Populair concert. 484 m.: 12.20 Gram.pl. 12.50 Omroeporkest olv. Gason. 1.50—250, 5.20, 650 en 7.35 Gram.pl. 850 Omroeporkest olv. Gason. 10.3011.20 Gram.pl. 50 Er kwam een sarcastische trek om Newman's lippen. „Ik moest karren schoonmaken, doch dat is nu afgeloopen. Er is geen werk meer te vinden in Trelevan. Dien dag toen u door het dorpie kwam hadden ze hun ontslag gekregen en ze verkeerden in een niet bepaalde kalme stemming." „Het was mijn eigen vervloekte schuld," bekende Beresford. „Ik was zelf half krankzinnig van angst lk zocht naar iouen ze kwamen me in den weg, wilden me niet door laten," „Ik weet hett, zag het Ik dacht waarachtig dat ze Je zouden vermoorden." „Wie bevrijdde me uit hun handen? Jij?" „Dat wil zeggen: ik mengde me er in," gaf New- man toe. „Ik geloof echter niet dat ze het in wer kelijkheid zoo kwaad meenden, maar ze waren ge weldig opgewonden." „Ik dank ie voor hetgeen Je voor me deedt" zei Beresford zacht, Newman's glimlach verdween van zijn lippen. „Je.... u was een beetje onvoorzichtig om alléén die heele bende te liif te willen gaan," zei hii. „Ja, vervloekt stom," bekende Beresford. „Maar ik zelf was razend van woede en voelde werkelijk lust om te vechten." „Ze lieten je zeker in den steek, is het niet?" vroeg Newman. „JaJ, ze verwenen spoorloos. Ik denk niet, dat ik ooit 'nog wat van hen zal hooren. Ze hebben me tot mijn laatste penny uitgezogen." Er was een bittere door 0T ETHEL M. DELL klank in zijn stem en hii beet krampachtig op zijn lippen. „Er valt u nu nog maar een ding te doen," zei Newman, die zijn pijp blijkbaar schoon had. Zoo gauw mogelijk naar Engeland terug te keeren." „Wat zeg ie?" vroeg Beresford vol verbazing. „Rustig blijven, rustig blijven. U hoeft zich nu heelemaal niet op te winden. oZo gauw het maar mogelijk is trekken we naar Sydney. en dan stu ren we van te voren een boodschap naar uw fa milie." „Je kunt naar de hel loopen," brulde Beresford. „Ik denk er niet over zooiets te doen." „In orde," zei Newman bedaard. „Blijf dan maar doorgaan ie als een idioot aan te stellen." „Dat ben ik niet," bracht Beresford op vermoei den toon uit. „Maar even aarzelde hij maar ik kan niet als een smeekeling bij mijn oom terug komen. nadat hii me uit huis heeft verjaagd." „Oh, heeft hij dat gedaan?" zei Newman peinzend. „Ja. Hij verzette zich heftig tegen mijn voorne men naar Australië te willen trekken om mijn vader te zoeken. En nu blijkt het dat ik per slot van reke ning niet eens die moeite had hoeven te nemen: maar ik kan niet naar Engeland teruggaan, terwijl ik al mijn geld heb verloren. Er zijn zekere gren zen." eindigde hij grimmig. „Misschien heeft hii al lang naar u verlangd." merkte Newman op. „Dat kan ik niet helpen. Ik veronderstel evenwel niet dat dit het geval zal wezen. In ieder geval denk ik er niet over terug te gaan." „Te trotsch?" informeerde Newman. „Ja," klonk het kortaf. Gedurende enkele seconden heerschte er stilte en intussclhen zoog de oudere man aan zijn ledige pijp. „Enhoe moet het dan met juffrouw Sally?" vroeg hij ineens Beresford wendde zijn gezicht af. „Ik weet het niet. Het heeft geenerlei nut nu nog langer over haar te denken.' „Men kan nooit weten," zei Newman langzaam. „Er kan altijd nog wol iets goeds gebeuren. Ik voor mij ben er in ieder geval toch sterk vóór naar Syd ney terug te keeren." „Ik veronderstel niet daarvoor genoeg geld te be zitten," protesteerde Beresford. „Oh, ja dat heeft u wel. Hier is het." Newman's stem beefde even, alsof hii eenigszins angstig voor het antwoord was dat hij zou krijgen. „Ik moést er natuurlijk iets van gebruiken, dochniet veel. Er is meer dan voldoende over om met ziin tweeën naar Sydney te reizen." Beresford keek grimmig voor zich uit. „Je bent een verduiveld goede kerel," mompelde hij. „Als jij er niet geweest was. dan zou ik nu stellig niet meer tot het land der levenden behooren. Maar luister eens goed. Welk nut kan het hebben naar Sydney terug te gaan? Kunnen we niet ergens anders werk probeeren te vinden?" „Dat krijgen we nooit." antwoordde Newman. „Ik voel er bovendien bitter weinig voor nog eens een zeker risico te loopen." „Wie zal ons evenwel in Sydney kunnen helpen?" protesteerde Beresford. „Ik kan wel iets aan de haven vinden." zei de oudere man vol zelfvertrouwen. „Ja, jij misschien, doch ik zal geen kans heb ban." merkte Beresford, mistroostig op. „Natuurlijk niet," zei Newman bedaard. „U moet naar een heerebaantje zoeken. „En intusschen van den honger omkomen, ver onderstel ik." ,J)at is allerminst noodig." oordeelde Newman. „Wat kan ik anders doen? Van de lucht leven?" Er was een hopelooze klank in zijn stem. Newman nam hem onbemerkt van terzijde op en daarna wendde hii zijn blikken af. „Geen van bei den hoeft te gebeuren. Ik kan wel genoeg bij elkaar verdienen. U kunt dan naar Lambton's End gaan om wat op verhaal te komen. Ikzal u niet tn den weg loopen." De laatste woorden werden aar zelend en verlegen geuit Hij had zijn toehoorder volgens zijn opvattingen nu de gelegenheid gegeven om over iets anders te gaan praten. Beresford wendde hiertoe evenwel geenerlei pogingen aan. Gedurende enkele secon den lag hij zwijgend voor zich uit te staren, doch toen kwam hij ineens overeind, en er verscheen een eigenaardige gloed in zijn oogen. „Beste, goeie kerel. Dus dat wilde fe ook nog voor me doen," bracht hij schor uit Newman kuchte, deed een paar trekjes aan ziin pijp en kuchte daar na weer. Daarna zag hij hoe een bevende hand naar hem word uitgestoken cn onmiddellijk omva't" hij die mét zijn stevige, harde vingers. „Eerlijk is eerlijk, mijnbeer," zeide hii veront schuldigend. „U is altijd allemachtig goed voor me geweest. Beresford glimlachte, en droogde zijn oogen al alsof hij moest huilen van pleizier. „Je bent een. grappige, oude boef", ging hij voort. „Ik heb niets anders voor ie gedaan dan ie hierheen te brengen. Doe echter precies wat je wilt. Misschien doet de kans zich nog wel eens voor ie alles terug te kunnen geven." „Er valt niets terug te geven," zei Newman be daard, en hii haalde zijn oude pijp opnieuw te voor schijn en begon die schoon te maken. HOOFDSTUK XI. Het huis met het schreiende kind. Gedurende die eerste weken van armoede leek het Beresford soms toe, alsof een volmaakt nieuwe levensperiode voor hem was aangebrokeneen periode waardoor alles wat er vroeger was voorge vallen. uitgewischt werd. Toen ze in Sydnev terug waren bleef hii nog geruimen tijd ziek en zwak, want de verwondingen aan ziin hoofd kon de tijd slechts genezen en wellicht was ook aan dit feit het groote verschil te wijten. Er waren nog dagen en nachten dat hii verging van de pijn, en hii had moeite dan niet in een dof gekreun los to breken. Het was warm. drukkend weer waardoor alles hem nog erger toeleek en hii oogenblikken vroeg hii zich inderdaad wanhopig af of hii nog lang zou moeten lijden, of dat de Dood weldra uitkomst zou brengen. Hij begreep echter dat het hem geenorlei goed kon doen zich aan dergelijke, sombere gedachten over te geven, doch de waarheid was dat hij den moed vol komen verloren had. Hii was verslagen en dat wist hij maar al te goed. Phvsiek en moreel was hii ach teruit gegaan, en hii voelde zich te moe om te kun nen werken. Dag aan dag lag hii op de warme bovenkamer, terwijl vanaf beneden het vermoeiende geschrei van een kind tot hem doordrong, hetgeen er niet toe meewerkte om hem opgewekter te stemmen. Hii had nog geen kwartier achter elkander kun nen loopen, dus was nog veel minder in staat iets te verrichten. Hii voelde zich vaak zoo zwak als het dreinende, zieke kind beneden. Zelfs wanneer hij niet door heftige pijnen werd gekweld, bleef dat ellendige doffe gevoel in ziin hoofd toch bestaan, en het kwam hem voor alsof hii aan alle kanten door looden gewichten werd neergetrokken. Newman kwam 'en ging. 's Avonds had Beresford nfn naar maal geprobeerd alleen uit te gaan. doch hij had dit al dadelijk moeten opgeven daar hij zich •liet in staat voelde alleen te loopen. Hij was na een ''wnrtier zoo moe. dat Newman hem de trap moest mdraeen naar boven. Hii ging dan ook alleen uit op Newmans nadrukkelijke verlangen, omdat de groote man hem graag zoo gauw mogelijk weer hee lemaal gezond wilde hebben. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 7