evauq entsmuren
Een nieuw reglement voor de
Zijpe en Hazepolder.
Het ontwerp-besluit tot wijziging van het
Bijzonder Reglement van Bestnur.
Enkelvoudig inplaats van meervoudig
stemrecht.
De gebouwde eigendommen belast.
De verkiezing van dijkgraaf en heem
raden.
De lastenverdeeling.
Voor de ingelanden van den Zijpe en Hazepolder
is thans ter inzage gelegd het door Gedeputeerde
Staten van Noordholland opgemaakte ontwerp-besluit
tot wijziging van het Bijzonder reglement van Be
stuur.
Per advertentie geven Dijkgraaf en Heemraden
daarvan mededeeling, terwijl zij in dezelfde adverten
tie de ingelanden in hun eigen belang opwekken het
tegen het ontwerp-besluit opgemaakt bezwaar
schrift vóór 13 Juni 1935 te teekenen bij het
naastbijwonend bestuurslid.
Het was vooral dit verzoek dat onze nieuwsgie
righeid opwekte en we een onderzoek instelden naar
den inhoud en strekking van het hienbedoeld wijzi-
gings-ontwerp-besluit.
In het bij het ontwerp-besluit gevoegd schrijven
dan deelen Gedeputeerde Staten mede, dat door hun
college een ontwerp-besluit is opgemaakt, waarin de
van kracht verklaring van het nieuwe Algemeen Wa
terschapsreglement voor Noordholland ten aanzien
van dezen polder is opgemaakt en waarin tevens de
artikelen van het Bijzonder Reglement van het be
stuur van dit waterschap voor zooveel noodig met
die van genoemd Algemeen Reglement in overeen
stemming zijn gebracht. Ged. Staten zijn daarbij van
het standpunt uitgegaan, dat de verkiezingen van de
leden van het Bestuur met candidaatstelling zullen
moeten plaats vinden. Dit behoeft allerminst met
zich te brengen, dat de verkiezingen in het algemeen
ingewikkelder en kostbaarder zullen worden. Inte
gendeel zal deze vorm van verkiezing tot vereenvou
diging en besparing van kosten kunnen leiden in
.verband met de omstandigheid, dat de candidaten in
vele gevallen bij enkele candidaatstelling zullen wor
den gekozen en stemming dus achterwege zal kunnen
blijven.
Met het oog op het feit, dat de Staten bij de vast
stelling der bepalingen van het Algemeen Reglement
betreffende het stemrecht zijn uitgegaan van de ge
dachte, dat het enkelvoudig stemrecht regel moet
zijn en het meervoudig stemrecht uitzondering, en
Ged. Staten geen omstandigheden bekend zijn, waar
in aanleiding zou kunnen worden gevonden ten aan
zien van dit waterschap bedoelde uitzondering te
maken, hebben Ged. Staten geen aanleiding kunnen
vinden, aan het verzoek van Hoofdingelanden tot
handhaving van het meervoudig stemrecht te vol
doen en is in het ontwerp-besluit bepaald, dat in de
zen polder het enkelvoudig stemrecht zal gelden.
In verband met de bij Ged. Staten gerezen vraag
of het voor de stemgerechtigdheid en de verkiesbaar
heid tot lid van het Bestuur vereischte grondbezit
van één hectare, niet te hoog is gesteld, vragen Ged.
Staten een lijst, vermeldende de namen van de in
gelanden, de grootte van ieders bedrijf en welke gron
den als weiland, bouwland of voor tuinbouw gebruikt
worden.
Overeenkomstig de wensch van hoofdingelanden is
in het ontwerp-besluit aan contribuabele landen, ega-
lementslanden en nollen gelijk stemrecht toegekend.
Daarentegen is aan de duinen en duingronden stem
recht onthouden, zulks in verband met de geringe
bijdrage in de totale uitgaven van den polder.
Het ontwerp-besluit bepaalt verder, in overeenstem
ming met den wensch van Hoofdingelanden, dat
naast den omslag naar de kadastrale maat eene hef
fing van lasten wegens de gebouwde eigendommen
zal plaats vinden. De invordering van de lasten we
gens de gebouwde eigendommen is in het ontwerp
besluit opgedragen aan het Bestuur van het Hoog
heemraadschap, hetgeen een aanmerkelijke beperking
van administratieve werkzaamheden beteekent.
Voor de verkiesbaarheid tot lid van het Bestuur
en voor de stemgerechtigdheid zal naar de meening
van Ged. Staten billijkheidshalve mede in aanmer
king moeten komen degene, die terzake van het bezit
van een gebouwd eigendom een bedrag verschuldigd
is, dat gelijk is aan dat, hetwelk wordt geheven van
een grondbezit van 1 H.A. contribuabel land.
Voorts bepaalt het ontwerp-besluit dat Dijkgraaf en
Heemraden niet meer, zooals tot dusverre door
Hoofdingelanden zullen worden benoemd, doch dat
dezen, zooals dit reeds in nagenoeg alle andere water
schappen in deze provincie het geval is, mede recht
streeks door stemgerechtigden zullen worden verko
zen.
De verdeeling der lasten.
Het ontwerp-besluit houdt dan verder nog een her
ziening van het thans geldende Bijzonder reglement
op verschillende andere punten in.
In de eerste plaats is de verhouding tusschen den
omslag van de contribuabele landen en de egalement-
landen voor de algemeene polderlasten van 5 tot 1
gewijzigd in 2 tot 1, zulks in overeenstemming met
het bekende advies van de classificatiecommissie.
Art. 10 schrijft ook voor, dat onder het hoofd: „Sloot-
en weggelden" eene afzonderlijke rekening zal moe
ten worden gehouden en geeft nauwkurig aan, wel
ke posten op die rekening in uitgaaf en in ontvangst
zullen moeten worden gebracht. Bij tot standkoming
van de ontworpen regeling zal een eind worden ge
maakt aan het langzamerhand in dezen polder inge
slopen misbruik om hoe langer hoe meer posten ten
laste van „Sloot- en weggelden" te brengen en aldus
den omslag van de egalementlanden en de nollen ten
bate van de contribuabele landen, steeds te verzwa
ren.
Zoo is het restant van de oorspronkelijk f 120.000.
groote leening, voor zooveel dat vroeger op de reke
ning „Algemeen Bestuur" drukte, krachtens besluit
van Hoofdingelanden d.d. 19 April 1932 ten onrechte
op „Sloot- en weggelden" gebracht. Uit het gedeelte
van bedoelde leening toch, oorspronkelijk ten laste
van „Algemeen Bestuur" gebracht, zijn bestreden de
kosten van verbetering van de waterkeering, het
sluiten van den ring door het dichtzetten van de
oude sluis en het daarna weder openmaken en her
stellen van die sluis. Bedoelde kosten zijn kennelijk
tot de dijkskosten te rekenen en behooren dus ten
laste van „Algemeen Bestuur" te komen. Het thans
ontworpen artikel 10 bepaalt mitsdien, dat slechts
de helft van rente en aflossing der onderhavige lee
ning ten laste van „Sloot- en weggelden" mag worden
gebracht.
Ingevolge het bovenbedoelde besluit van Hoofd
ingelanden is voorts de helft van de salarissen van
den Secretaris, den Penningmeester en den Opzich
ter ten laste van „Sloot- en Weggelden" gebracht.
De aan deze wijziging ten grondslag liggende ge
dachte achten Ged. Staten juist, doch h.i. behoort de
regeling zoodanig te zijn, dat dan ook de helft van
de pensioensbijdragen, welke genoemde ambtenaren
betalen, zoomede de helft van de bijdrage, welke de
kleine polders in de jaarwedde van den Penning
meester verleenen, ten bate van deze rekening ko
men. Eene zoodanige regeling is thans in artikel 10
ojpgenomen.
In dit artikel is voorts <le overbrenging van cle
kosten van de in de wegen, slooten enz. gelegen kunst
werken, w.o. de bruggen, op „Sloot- en Weggelden"
gesanctionn eerd.
Waar anderzijds de billijkheid medebrengt, dat de
uitgaven wegens „Sloot- en Weggelden" 'worden vér-
minderd met de baten, wélke de slooten en wegen,
enz. opleveren, en deze baten, blijkens de rekenin
gen van den polder gemiddeld zijn te stéllen op het
één derde deel der totale opbrengst van het gras- en
rietgewas, de jacht en vrsscherij, huren, pachten, erf
pachten en opstalrechten der dijken, wegen, boezem-
kaden, gronden en vaarten enz. in plaats van op
een vijfde gedeelte, waarvan het thans van kracht
zijnde artikel 10 uitgaat is bedoeld artikel tevens
op dit punt gewijzigd.
In 1917 zijn met toepassing van artikel 11, zooals
dat artikel thans nog luidt, vrijwel alle egalement
landen en een groot deel van dé nollen, als contribu
abel land op dèn legger gebracht. Voor zooveel deze
gronden niet inderdaad de kenmerken van de klasse
waartoe zij behoorden, hadden verloren, hééft dezé
leggerwijziging ten onrechte plaats gevonden. Naar
de meening van Ged. ^Staten behooren nu die gronden,
welke thans nog de kenmerken van egalementlanden
resp. nollen vertoonen, tót deze categorieën tè wor
den teruggebracht. De legger zal derhalve in dier
voege behooren te worden herzien. Het thans ont
worpen artikel 11 opent de mógelijkheid, dat door
Ged. Staten wordt ingegrepen, ingeval hetzij het
College van Dijkgraaf en Heemraden, hetzij dat van
Hoofdingelanden in gebreke blijft aan de "totstandko
ming van eene zoonadlge legger wijziging zijn mede
werking te verleenen.
In verband met hét verzoek van hoofdingelanden
is artikel 12 op verschillende punten gewijzigd-, doch
aan enkele voorstellen van Hoofdingelanden hébbén
Ged. Staten geen gevolg kunnen geven.
Zoo is in het artikel niet tot uitdrukking gebracht,
dat slechts de bij de bemaling van de Verschillende
kleine poldórs belanghebbende gronden in den om
slag van de molengelden 2ijn bfegrepen en Molen-
meestere worden benoemd doof de in dien omslag be
talende gronden.
Ged. Staten hebben Ook geen termen kunnen vin
den in het ontwerp-besluit te bepalen, dat Molen-
meesters door Dijkgraaf en Heemraden kunnen wor
den geschorst en ontslagen. Ged. Staten wijzen er op,
iu afwijking van de meening in de vergadering
van Hoofdingelanden tot uitdrukking gekomen dat
Mölenmeesters door hun College kunnen worden ont
slagen. Maar afgezien daarvan achten Ged. Staten
de door Hoofdingelanden voorgestelde regeling ook
op zich zelf niet aanbevelenswaardig, aangezien Dijk
graaf en Heemraden bij tot standkoming daarvan
in eene h. i. ongewenschte machtspositie tegenover
Mölenmeesters zouden komen te staan.
Tegen invoering van een wijze van verkiezing van
Mölenmeesters, afwijkende van die, opgenomen in het
Algemeen Waterschapsreglement, bestaat bij Ged.
Staten uit practische overwegingen bedenking en is
in het ontwerp-besluit voor Mölenmeesters de verkie
zing met candidaatstelling voorgeschreven.
Ged. Staten noodigen dan tenslotte Dijkgraaf en
Heemraden uit, het ontwerp-besluit spoedig voor den
tijd van dertig dagen voor belanghebbenden ter in
zage te leggen, nadat daarvan te voren open'mre
aankondiging zal zijn gedaan met mededeeling, dat
gedurende genoemden termijn bezwaren tegen het
ontwerp-besluit schriftelijk bij Dijkgraaf en Heem
raden kunnen worden ingediend.
Het polderbestuur in 't geweer.
Tegen een viertal belangrijke onderdeelen van het
ontwerp-besluit blijkt bij het Bestuur van den polder
ernstig bezwaar te bestaan en wel zoodanig dat het.
Dag. Bestuur een bezwaarschrift heeft samengesteld
en dit bezwaarschrift is het nu, dat den ingelanden
ter onderteekening wordt aanbevolen.
In hét bezwaarschrift verklaart men zich tegen de
'volgende in het ontwerp-besluit voorkomende bepa
lingen-:
le. het enkelvoudig stemrecht.;
2e. verkiezing van het Dagelijksch Bestuur door
ingelanden;
3e. inlevering der geloofsbrieven door mölenmeesters
voortvloeiende uit de bepalingen in artikel 12, dat
mölenmeesters worden benoemd op dezelfde wij
ze als hoofdingelanden;
4e. de administratie te voeren door het Hoogheem
raadschap Noordhollands Noorderkwartier in
zake de heffing van den omslag naar de belast
bare opbrengst van „gebouwd" en de daaraan
verbonden kosten.
DONDERDAG 6 JUNI 1935.
HILVERSUM (301 M.)
AVRO-uitzending: 8.00 Gram.pl. 9;00 Omroeporkest
olv. N. Treep. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gram.pl.
10.30 Vervolg Omroeporkest. 11.00 Knipcurius kinder-
kleeding. 11.30 De Octophonikers olv-. B. Drukker.
12.30 Kovacs Lajos eh zijn orkest eh Gram.pl. 1.45
Concert mmv. Mr. H. Smedes (ténor), J. de Vente
(fluit), E. Veen (piano), H. ,Sfafford (piano-syncopa-
tions), E. v. Praag (declamatie) en Gram.pl. 4.00 Voor
zieken en thuiszittènden. 4.30 Omroeporkest olv.,N.
Treep. .5.00 Voor de kinderen. 5.30 Omroeporkest
olv. N. Treep. 6.30 Sportpraatje H. Hollander. 7.00 De
AVRO-Decibels ólv. E. Meenk. 7.30 Radio-Volkszang
olv. P. C. Poortman. 8.00 Vaz Dias. 8.05 Gram.pl. 8.30
„Een hondsche verhandeling", door W. Loeb. 8.50
Disco-nieivCvs. 9.20 Beethoven's 9de Symphonie door
het Concertgebouworkest olv. Prof. Dr. W.- Mengel
berg, het Toonkunstkoor, To v. d. Sluys (sopraan),
S. Luger (alt), L. v. Tulder (tenor) en Th. Denijs
<bas). 10.35 Gram.pl. 11.00 Vaz Dias. 11.10—12.00 De
AVRO-Decibels olv. Eddy Meenk.
HUIZEN (1875 M.)
8.00 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—11.30 NCRV.
8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 10.15 Morgendienst olv.
Ds. G. Ubbink. 10.45 en 11.00 Gram.pl. 11.30—12.00
Godsd. halfuur. 12.15 Orkestconcert en gram.pl. 2.0C
Cursus Fraaie Handwerken. 3.00 Voor de vrouw.
3.303.45 Gram.pl. 4.00 Bijbellezing Ds. J. A. van Nie,
mmv. bariton en orgel. 5.00 Handenarbeid v. d. jeugd.
5.30 Gram.pl. 6.00 Pianorecital J. Couvée. 6.45 Causerie
A. Stapelkamp. 7.15 Adj. G. Claeijs: Onze Landdag.
7.30 Weekoverzicht, 8.00 Vaz Dias. 8.05 Orgelconcert
L. Blaauw. 9.00 Ouderuurtje. 9.30 Kwintet olv. P. v. d.
Hurk. (Om 10.00 Vaz Dias). 10.30 Gram.pl.
DROITWICH (1500 M.)
10,3510.50 Morgenwijding. 11.25 Orgelspel H.
Croudson. 11.50 Voor de scholen. 12.10 Rutland Square
en New Victoria Orkest olv. N. Austin. 1.20 Gram.pl.
255 Voor de scholen. 350 Vesper. 4.10 Gram.pl. 5.05
Orgelconcert Ph. Taylor. 5.35 BBC-Dansorkest olv. H.
Hall. 6.20 Berichten. 6.50 Cembalorecital A. Ehlers.
7.10 Duitsche les. 7.40 Gram.pl. 7.50 Lezing. 850 „Lie-
belei", spel van A. Schnitzler. 950 „I've got to have
music" olv. A. CroomJohnson. 9.50 Berichten. 10.20
Kerkdienst. 10.35 Glinka-concert olv. L. Heward.
11.351250 Casani Club Orkest olv. Ch. Kunz.
RADIO-PARIS (1648 M.)
750 en 8.20 Gram.pl. 12.35 Kamermuziek olv. Doven.
9.05 Symphonieconcert olv. Inghelbrecht, mmv. so
listen. Kk55 Dansmuziek.
KALUNDBORG (1261 M.)
12.20—2.20 Strijkorkest olv. Andersen. 3.055.05 Om
roeporkest olv. Gröndahl. 8.30 „Kinafarcrne", zangspel
olv: L. Gröndahl. 10.45 Pianorecital. 11.1012.50 Dans
muziek.
KEULEN (456 M.)
6.35 Orkestconcert. 11.10 Concert. 12.20 Blaasconcert.
I.35 Omroepkwintet. 450 Zang. 5.20 Uit Leipzig: Om
roeporkest en solisten. 7.20 Volksmuziek. 8.30 Uit Ko
ningsbergen: Omroepkleinorkest en dansorkest. 10.50
Omroeporkest olv. Kühn. 11.201250 Omroepqrkest,
-koor en solisten.
BRUSSEL (322 en 484 H.)
322 m.: 1250 en 1.30250 Max Alexys' orkest, 5.20
Orgelconcert. 6.05 Gram.pl. 6.50 Zang. 7.05 Pianoreci
tal. 7.35 Gram.pl. 8.20 Cabaret 9.50 Gram.pl. 10.30
II.20 Populair concert. 484 m.: 12.20 Gram.pl. 12.50
Omroeporkest olv. Gason. 1.50—250, 5.20, 650 en 7.35
Gram.pl. 850 Omroeporkest olv. Gason. 10.3011.20
Gram.pl.
50
Er kwam een sarcastische trek om Newman's
lippen. „Ik moest karren schoonmaken, doch dat is
nu afgeloopen. Er is geen werk meer te vinden in
Trelevan. Dien dag toen u door het dorpie kwam
hadden ze hun ontslag gekregen en ze verkeerden
in een niet bepaalde kalme stemming."
„Het was mijn eigen vervloekte schuld," bekende
Beresford. „Ik was zelf half krankzinnig van angst
lk zocht naar iouen ze kwamen me in den weg,
wilden me niet door laten,"
„Ik weet hett, zag het Ik dacht waarachtig dat ze
Je zouden vermoorden."
„Wie bevrijdde me uit hun handen? Jij?"
„Dat wil zeggen: ik mengde me er in," gaf New-
man toe. „Ik geloof echter niet dat ze het in wer
kelijkheid zoo kwaad meenden, maar ze waren ge
weldig opgewonden."
„Ik dank ie voor hetgeen Je voor me deedt" zei
Beresford zacht,
Newman's glimlach verdween van zijn lippen.
„Je.... u was een beetje onvoorzichtig om alléén
die heele bende te liif te willen gaan," zei hii.
„Ja, vervloekt stom," bekende Beresford. „Maar ik
zelf was razend van woede en voelde werkelijk lust
om te vechten."
„Ze lieten je zeker in den steek, is het niet?"
vroeg Newman.
„JaJ, ze verwenen spoorloos. Ik denk niet, dat ik
ooit 'nog wat van hen zal hooren. Ze hebben me tot
mijn laatste penny uitgezogen." Er was een bittere
door 0T ETHEL M. DELL
klank in zijn stem en hii beet krampachtig op zijn
lippen.
„Er valt u nu nog maar een ding te doen," zei
Newman, die zijn pijp blijkbaar schoon had. Zoo
gauw mogelijk naar Engeland terug te keeren."
„Wat zeg ie?" vroeg Beresford vol verbazing.
„Rustig blijven, rustig blijven. U hoeft zich nu
heelemaal niet op te winden. oZo gauw het maar
mogelijk is trekken we naar Sydney. en dan stu
ren we van te voren een boodschap naar uw fa
milie."
„Je kunt naar de hel loopen," brulde Beresford.
„Ik denk er niet over zooiets te doen."
„In orde," zei Newman bedaard. „Blijf dan maar
doorgaan ie als een idioot aan te stellen."
„Dat ben ik niet," bracht Beresford op vermoei
den toon uit. „Maar even aarzelde hij maar
ik kan niet als een smeekeling bij mijn oom terug
komen. nadat hii me uit huis heeft verjaagd."
„Oh, heeft hij dat gedaan?" zei Newman peinzend.
„Ja. Hij verzette zich heftig tegen mijn voorne
men naar Australië te willen trekken om mijn vader
te zoeken. En nu blijkt het dat ik per slot van reke
ning niet eens die moeite had hoeven te nemen:
maar ik kan niet naar Engeland teruggaan, terwijl
ik al mijn geld heb verloren. Er zijn zekere gren
zen." eindigde hij grimmig.
„Misschien heeft hii al lang naar u verlangd."
merkte Newman op.
„Dat kan ik niet helpen. Ik veronderstel evenwel
niet dat dit het geval zal wezen. In ieder geval
denk ik er niet over terug te gaan."
„Te trotsch?" informeerde Newman.
„Ja," klonk het kortaf.
Gedurende enkele seconden heerschte er stilte en
intussclhen zoog de oudere man aan zijn ledige pijp.
„Enhoe moet het dan met juffrouw Sally?"
vroeg hij ineens
Beresford wendde zijn gezicht af. „Ik weet het
niet. Het heeft geenerlei nut nu nog langer over
haar te denken.'
„Men kan nooit weten," zei Newman langzaam.
„Er kan altijd nog wol iets goeds gebeuren. Ik voor
mij ben er in ieder geval toch sterk vóór naar Syd
ney terug te keeren."
„Ik veronderstel niet daarvoor genoeg geld te be
zitten," protesteerde Beresford.
„Oh, ja dat heeft u wel. Hier is het." Newman's
stem beefde even, alsof hii eenigszins angstig voor
het antwoord was dat hij zou krijgen. „Ik moést
er natuurlijk iets van gebruiken, dochniet veel.
Er is meer dan voldoende over om met ziin tweeën
naar Sydney te reizen."
Beresford keek grimmig voor zich uit. „Je bent
een verduiveld goede kerel," mompelde hij. „Als jij
er niet geweest was. dan zou ik nu stellig niet meer
tot het land der levenden behooren. Maar luister
eens goed. Welk nut kan het hebben naar Sydney
terug te gaan? Kunnen we niet ergens anders werk
probeeren te vinden?"
„Dat krijgen we nooit." antwoordde Newman. „Ik
voel er bovendien bitter weinig voor nog eens een
zeker risico te loopen."
„Wie zal ons evenwel in Sydney kunnen helpen?"
protesteerde Beresford.
„Ik kan wel iets aan de haven vinden." zei de
oudere man vol zelfvertrouwen.
„Ja, jij misschien, doch ik zal geen kans heb
ban." merkte Beresford, mistroostig op.
„Natuurlijk niet," zei Newman bedaard. „U moet
naar een heerebaantje zoeken.
„En intusschen van den honger omkomen, ver
onderstel ik."
,J)at is allerminst noodig." oordeelde Newman.
„Wat kan ik anders doen? Van de lucht leven?"
Er was een hopelooze klank in zijn stem.
Newman nam hem onbemerkt van terzijde op en
daarna wendde hii zijn blikken af. „Geen van bei
den hoeft te gebeuren. Ik kan wel genoeg bij elkaar
verdienen. U kunt dan naar Lambton's End gaan
om wat op verhaal te komen. Ikzal u niet tn
den weg loopen." De laatste woorden werden aar
zelend en verlegen geuit
Hij had zijn toehoorder volgens zijn opvattingen
nu de gelegenheid gegeven om over iets anders
te gaan praten. Beresford wendde hiertoe evenwel
geenerlei pogingen aan. Gedurende enkele secon
den lag hij zwijgend voor zich uit te staren, doch
toen kwam hij ineens overeind, en er verscheen een
eigenaardige gloed in zijn oogen.
„Beste, goeie kerel. Dus dat wilde fe ook nog voor
me doen," bracht hij schor uit Newman kuchte,
deed een paar trekjes aan ziin pijp en kuchte daar
na weer. Daarna zag hij hoe een bevende hand
naar hem word uitgestoken cn onmiddellijk omva't"
hij die mét zijn stevige, harde vingers.
„Eerlijk is eerlijk, mijnbeer," zeide hii veront
schuldigend. „U is altijd allemachtig goed voor me
geweest.
Beresford glimlachte, en droogde zijn oogen al alsof
hij moest huilen van pleizier. „Je bent een. grappige,
oude boef", ging hij voort. „Ik heb niets anders voor
ie gedaan dan ie hierheen te brengen. Doe echter
precies wat je wilt. Misschien doet de kans zich nog
wel eens voor ie alles terug te kunnen geven."
„Er valt niets terug te geven," zei Newman be
daard, en hii haalde zijn oude pijp opnieuw te voor
schijn en begon die schoon te maken.
HOOFDSTUK XI.
Het huis met het schreiende kind.
Gedurende die eerste weken van armoede leek
het Beresford soms toe, alsof een volmaakt nieuwe
levensperiode voor hem was aangebrokeneen
periode waardoor alles wat er vroeger was voorge
vallen. uitgewischt werd. Toen ze in Sydnev terug
waren bleef hii nog geruimen tijd ziek en zwak,
want de verwondingen aan ziin hoofd kon de tijd
slechts genezen en wellicht was ook aan dit feit
het groote verschil te wijten.
Er waren nog dagen en nachten dat hii verging
van de pijn, en hii had moeite dan niet in een dof
gekreun los to breken. Het was warm. drukkend
weer waardoor alles hem nog erger toeleek en hii
oogenblikken vroeg hii zich inderdaad wanhopig af
of hii nog lang zou moeten lijden, of dat de Dood
weldra uitkomst zou brengen.
Hij begreep echter dat het hem geenorlei goed kon
doen zich aan dergelijke, sombere gedachten over te
geven, doch de waarheid was dat hij den moed vol
komen verloren had. Hii was verslagen en dat wist
hij maar al te goed. Phvsiek en moreel was hii ach
teruit gegaan, en hii voelde zich te moe om te kun
nen werken.
Dag aan dag lag hii op de warme bovenkamer,
terwijl vanaf beneden het vermoeiende geschrei van
een kind tot hem doordrong, hetgeen er niet toe
meewerkte om hem opgewekter te stemmen.
Hii had nog geen kwartier achter elkander kun
nen loopen, dus was nog veel minder in staat iets
te verrichten. Hii voelde zich vaak zoo zwak als
het dreinende, zieke kind beneden. Zelfs wanneer
hij niet door heftige pijnen werd gekweld, bleef dat
ellendige doffe gevoel in ziin hoofd toch bestaan,
en het kwam hem voor alsof hii aan alle kanten
door looden gewichten werd neergetrokken.
Newman kwam 'en ging. 's Avonds had Beresford
nfn naar maal geprobeerd alleen uit te gaan. doch
hij had dit al dadelijk moeten opgeven daar hij zich
•liet in staat voelde alleen te loopen. Hij was na een
''wnrtier zoo moe. dat Newman hem de trap moest
mdraeen naar boven. Hii ging dan ook alleen uit
op Newmans nadrukkelijke verlangen, omdat de
groote man hem graag zoo gauw mogelijk weer hee
lemaal gezond wilde hebben.
(Wordt vervolgd.)