BLUE BAND
s JSfevanqemsntvrett
Kantongerecht te Alkmaar.
Dinsdag 11 Juni 1935.
SCHAGER
COURANT.
Tweede biad. No. 9739
Milliarden op de bodem
der zee.
Wie lijkt het meest op het Blue Band meisje?
53
Strafzitting van Vrijdag 7 Juni.
Vonnis Loterij we to vertreding te Schagen, door
middel van het Middenstandsblad „Contact" aldaar.
J. Prins, uitgever, f 5 boete of 5 dagen. De redacteur
E. Buiskool, thans te Heiloo werd vrijgesproken.
Simon A. Smit, expediteur te Heiloo, werd als ge
volg van de aanrijding te St. Pancras, gepleegd, ter
wijl hij verkeerde onder invloed van gebruikte al
cohol, veroordeeld tot f 20 boete of 10 dagen en ont
zegging rijbevoegdheid voor den tijd van drie maan
den.
Bergen.
ROEKELOOZE JONGENS, DIE BETER MOESTEN
WETEN.
De jongeheer L. A. H., zoon van den Alkmaarschcn
gymnasiumdirecteur, te Bergen woonachtig en zijn
jonger vriendje J. A. v. d. W. hadden op 3 Mei de ge
vaarlijke aardigheid uitgehaald zich op de fiets door
een auto te laten voorttrekken, welke roekeloosheid
was gepleegd op den steeds drukken Bergerweg. De
jongelui stonden nu terecht, de jongste verdachte,
die nog resorteert onder den kinderrechter, met ge
sloten deuren.
Mr. C. A. de Groot, die het openbaar Ministerie
waarnam, stak in dit ambt zelfs nog boven het kan
tonrechterschap uit, ging fel te keer tegen de roeke-
looze knapen, die niet alleen zichzelf maar ook an
dere weggebruikers in gevaar brengen en requireerde
tegen H f 10 boete of 10 dagen. De kantonrechter on
derschreef de opvatting van den waarn. ambtenaar
geheel, doch wilde gelet op de berouwvolle houding
van den delinquent ditmaal de straf nog bepalen op
f 5 boete of 5 dagen.
Egmond Binnen.
WONDERLIJK OPTREDEN.
De te Egmond aan Zee wonende meneer Gerrit St.
had zich op 15 Maart te Egmond a.d. Hoef al heel
misselijk aangesteld. Hij bereed in razende vaart het
tegelpad nabij de R.K. Kerk, waarop de reeds be
jaarde mej. Anna Stet zich ter kerke begaf en riep:
Anna ga op zij of ik rij je dood! Het verschrikte
menschje moest zich snel in veiligheid stellen, ten
einde door den onbesuisden malloot niet geraakt te
worden. Voor dit feit. stond de jonge man heden te
recht, ontkende beslist en beweerde dat misschien
zijn broeder, die veel op hem leek, bedoeld werd.
Doch zoowel mej. Stet als een jonge dame, Mej. Tini
Palma, beweerden beslist dezen knaap te herkennen
Mr. de Groot zag geen reden tot aanhouding, be
rispte krachtig deze onhebbelijken jongen en requi
reerde niet minder dan f 10 boete of 10 dagen. Vannis
f 5 of 5 dagen.
Alkma ar.
ONDUIDELIJKE AANWIJZING.
Een Amsterdamsche chauffeur J. A. V., die met
een vole lading plezierreizigers in een touringbus
gestopt, op 28 April over de vlotbrug de Victoriestad
binnenreed, overschreed het maximum gewicht 3000
kilo met zooveel kilo's als zijn 24 passagiers wogen
en moest zich thans deswege verantwoorden. De
brugwachter Harder als getuige gedagvaard, ver
klaarde dat de aanduiding stond aangegeven op des
betreffende borden, volgens het vereischte model,
doch de niet verschenen overtreder had in een schrij
ven medegedeeld, deze borden niet te hebben opge
merkt.
Ambtenaar mr. de Groot verbaasde dit niets. Ook
hij had die borden nooit gezien. Hij zou het wensche-
lijk achten indien de brugwachters in dergelijke ge
vallen de autobestuurders waarschuwden, waarop
de brugwachter repliceerde, dat beide vlotbrugbedie
naars juist op dat moment waren schaften. Er was
geconstateerd dat de brug door het buitensporige
gewicht ietwat was ontzet (Had men dit onpracti-
sche ding maar heelemaal in elkaar gereden, we wa
ren er met eere vanaf geweest).
Gevorderd en opgelegd werd f 3 boete of 3 dagen.
Alkmaar.
Op het gevaarlijke N.L. Singel en EmmaTstraat-
hoekje te Alkmaar had op 2 Mei weer eens 'n aan
rijding plaats tusschen 'n paar auto's. De door ze
keren heer W. T. A. L uit Amsterdam bestuur
de en uit de Emmastraat komende bestelwagen van
het Panorama kwam in botsing met den wagen, ge
chauffeerd door den heer G. H. Smit uit Bergen, om
dat de Amsterdammer rechts geen voorrang gaf. De
schade aan het rijtuig van den heer Smti was nogal
belangrijk en bedroeg pl.m. f 100. De niet-verschenen
Panoramabezorgei werd veroordeeld tot f6 boete
of 6 dagen.
Egmond a. Zee.
KIESPIJN VEROORZAAKTE 'N BEKEURING
WEGENS OVERTREDING VAN ARTIKEL 461
WETB. V. STRAFR.
Het echtpaar Jan Sch. en Trijntje V., te Egmond
aan Zee maakte op 28 April 'n strandwandeling,
doch de hevige wind veroorzaakte bij mej. Trijntje
'n hevige kiespijn, zoodat men de luwte der Prov.
duinen opzocht ter verzachting. Maar de jachtopzie
ner Jan Diemer wist van die kiespijn niets af en
verdacht de echtelieden naar meeuweneieren te zoe
ken. Hij maakte nu proces-verbaal op wegens
padovertreding, met gevolg dat do jongelieden
ieder werden veroordeeld tot fl boete of 1 dag.
Alkmaar.
NA DE SNELKOKER, DE SNELWEGER SNEL
RECHT. 'N INTERMEZZO!
De behandeling der vastgestelde strafrol werd nu
onderbroken, omdat 'n Duitscher, Ludwig D., uit
's Gravenhage, voorheen kelner in Hotel Centrum te
Alkmaar, door verkeersagent Volbeda op staanden
voet voor den Kantonrechter werd gesleept naar
aanleiding van het feit, dat een door hem in de
Langestraat geparkeerde auto in onrijdbaren toe
stand verkeerde.
De ex-kelner was er mede van Heemskerk komen
rijden en bemerkte reeds op den rijksstraatweg, dat
de remmen het niet deden. Hij had toen in Alkmaar
reeds pogingen aangewend het vehikel gerepareerd
te krijgen. De man, die een armoedigen indruk
maakte, werd tot f5 boete of 5 dagen veroordeeld.
Hij verzocht nederig in gedeelten te mogen be
talen.
Alkmaar.^ ^EL VAN ZIJN ZUSTER.
De heer Piet P., koopman te Alkmaar, had 'n rij
wielbei geleend van zijn zuster, maar hij had even
goed 'n stuk turf aan het stuur kunnen binden,
want in de Langesraat gekomen, was het klankbord
gedeserteerd en werd Piet op de bon geslignerd.
Het gelukte hem de heeren te overtuigen en werd
op hem de minimumstraf 50 ct. of 1 dag toegepast.
Alkmaar.
DE PENITENTIE WERD HEM KWIJTGE
SCHOLDEN.
De jeugdige electricien Jan M. te Alkmaar, zou op
27 Mei in de Ridderstraat, hoek Laat de gebruikelijke
richtingaanwijzing hebben nagelaten en waar deze
nieuwe veiligheidsmaatregel voor fietsers noodzake
lijk wordt geacht, met ware woede wordt gecon
troleerd, liep Jan al direct tegen de lamp en stond
heden terecht. Hij beweerde echter niet in gebreke
te zijn geweest, doch hij had moeten uitwijken voor
cenige onhandige buitenlui en was toen verplicht
geweest naar den verkeerden kant uit te wijken.
Men geloofde hem en hij kon ongestraft vertrekken.
Alkmaar.
EEN OUDE KNAAP MET VEEL GEBREKEN.
De verhuiswagenchauffeur Jacob N. te Alkmaar
was alreeds veroordeeld om met een oer ouden
verhuiswagen uit 1920 te rijden en werd ook nog
op 31 Mei door de stedelijke motoragenten op den
Kennemerstraatweg bekeurd, omdat zijn oud vehikel
in deplorabeien toestand verkeerde. De remmen sor
teerden zoo weinig effect ,dat de wagen met 'n
vaart van 20 kilometer, harder kan hij niet, nog wel
20 metër doorschoof. De chauffeur, die het óók niet
helpen kon, trachtte het oudje van zijn patroon nog
zoo goed mogelijk te verdedigen, doch het rijden
met een dergelijk stuk afbraak werd een schandaal
genoemd en vorderde Mr. de Groot f25 boete of
25 dagen. De kantonrechter, niet gewend direct zóó
hard van stal te loopen, wenschte er nog eens 'n
weck rustig over na te denken.
Z ij p e.
DE REMMEN WAREN OOK AL WEER GEEN
100 PROCENT.
De Amsterdamsche vrachtauto-chauffeur Jac. ter
H., die op 4 Mei den Helderschen weg onder Zijpe
bereed, met minderwaardige remmen en inmiddels
is ontslagen wegens bedrijfsslapte, die van de rem
men scheen te zijn overgeslagen, werd tot f5 boete
of 5 dagen veroordeeld. The end.
DE SCHAT VAN DE SPAANSCHE GALJOENEN.
DE TECHNIEK DIENT OM RIJK TE WORDEN.
Uit New-York wordt aemeld, dat men
opnieuw naar de schat der Spaansche
galjoenen wil duiken.
Milliarden rusten op de bodem der zee; die vormt
op het oogenblik de eenacre werkelijk veilige safe.
Een scheepsramp zorgt er voor, dat de schatten het
diepe deposito bereiken, en daarbij is oor los een
zeker middel om de bodem der zee met het slijk
der aarde te bedekken.
Visschen en andere waterwezens bekommeren
zich meer om elkaar dan om het. goud van de men-
schen. zoodat deze laatste altijd de hoop kunnen
voeden .dat de techniek vandaag of morgen ver ge
noeg zal zijn om tot de berging der kostbaarheden
in staat te zijn.
Tot nu toe heeft men alleen datgene kunnen op
halen, wat niet dieper lag dan twee honderd meter
en dan moest de zeebodem daar nog vlak zijn.
De Spaansche schatten, waarover zoo vaak ge
sproken wordt, zijn inderdaad niet alleen produc
ten der verbeelding: een kwart millioen dollar is bij
voorbeeld in 1703 naar de kelder gegaan; het be
treft de zoogenaamde schat der Spaansche galjoe
nen. Deze voeren naar het moederland met
Spaansch-Amerikaansch goud en zilver aan boord.
Ter hoogte van de Vigo-bocht bij de noordwestpunt
van Spanje werd de vloot aangevallen door een com
binatie van Britten en Hollanders. Toen de Spaan
sche admiraal Chateaurenaud bemerkte, dat hij te
gen de overmacht niet was opgewassen, bracht hij
zijn schepen tot zinken, liever dan de buit aan de
vijand af te staan. De Engelschen konden daardoor
slechts een paar gouden staven veroveren, waaruit
koningin Anna munten liet slaan met het woord
Vigo er op. Onlangs heeft de Spaansche admirali
teit nauwkeurig vastgesteld, waar de schat moet
liggen. Nu is het wachten nog slechts op de voor
uitgang der duiktechniek.
Dat wil niet zeggen, dat men het niet al eerder ge
probeerd heeft, maar voorloopig is het zoeken op een
aantal dure ontgoochelingen uitgcloopen. En zoo is
het meestal gegaan, wanneer men verzonken schat
ten wilde ophalen. Bij de poging om tien millioen
aan goud te bergen, die de Britsche postboot
„Egypt" in 1922 mee naar de diepte nam, zei het
stalen duikerpak bij honder-en-twintig meter diepte
de dienst al op.
IJzeren robots met mechanisch te bewegen grijp
armen wilde men bij de kust van Alaska het, werk
laten doen. maar het plan mislukte. Tien millioen
dollar zag de Amerikaansche bcrgingsmaatschappii
aan zijn neus voorbijgaan; het was het stofgoud,
dat door de gezonken „Iskandor" vervoerd was: een
botsing met een ijsberg had de ramp tot resultaat
gehad. Sinds 1915 ligt bij de Braziliaansche kust de
tien millioen dollar in gouden munt die de ..Prin
cipe Asturias" aan boord heeft gehad.
De eerste verbeterde duikerpakken werden bii het
onderzoek van het wrak der „Laurentic" gebruikt.
Dit vaartuig werd in 1917 getorpedeerd en zonk tot
op tweehonderd voet diepte. De duikers werkten hier
met omhulsels, die pp wapenrustingen geleken. Maar
desondanks konden ze zich al gauw niet meer be
wegen. Zeven jaar had men noodig om de „Lauren
tic" en de daarin zich bevindende zeventig millioen
dollar aan de oppervlakte te krijgen. Daar men In
dit geval tenslotte slaagde, was de onderneming een
voordeelige zaak, hoewel de kosten meer dan ander
half millioen dollar bedroegen.
De groote moeilijkheid is de waterdruk. Op dui
zend voet diepte zijn allen stalen cellen daar nog
tegen bestand: dieper dan ongeveer vierhonderd
meter is men nog niet gekomen. Tot nu toe is de
kooervormige duikcel wel geschikt voor wetenschap
pelijk onderzoek, maar onbruikbaar bii het lichten
van wrakken. Teneinde de afzetting van slib en wier
te voorkomen moet men apparaten met bewegelijke
armen gebruiken en bovendien moet men over toe
stellen beschikken, waarmee men de scheepsruim
ten kan binnendringen.
Noord-Amerikaansche bergingslui houden zich be
zig met de constructie van onderzeetractors, die op
duizend voet diepte te gebruiken zouden zijn. Men
wil rupsentanks bouwen, die zich over de oneffen
heden van de zee kunnen voortbewegen, terwijl de
bemanning uit sodakalk en zuurstof inademings-
lucht bereidt. De kranen wil men voortbewegen
met behulp van saamgeperste lucht.
De strijd tegen de waterdruk is een der volgende
hoofdstukken uit de geschiedenis der naar techni
sche volmaaktheid strevende menschheid. De ver
overing der lucht is een chapiter, dat zoo niet afge
sloten dan toch een eind gevorderd is.
Het publiek heeft op overtuigende wijze
zijn oordeel uitgesproken: No. 23 is met tien
duizenden stemmen meerderheid gekozen.
Aan deze jongedame hebben wij het bedrag
van duizend gulden uitgereikt
De jury is thans bezig de overstelpend vele
rijmpjes te beoordelen - een zeer omvangrijk
werk - waarmede zij waarschijnlijk niet eer
der dan aan het eind van deze maand
gereed zal zijn. De beslissing zal aan de
betrokkenen direct worden medegedeeld.
Wij danken het Nederlandse publiek
voor de overweldigende medewerking en
deelname. Vele tienduizenden gezinnen
hebben zich met onze „Blue Band Prijsvraag"
beziggehouden en evenzovele hebben zich
thans opnieuw kunnen overtuigen van de
VOORTREFFELIJKE BLUE BAND KWALITEIT
Het publiek weet wat het kiest:
JkMkk 'zL door *r ETHEL M. DELL
In den wagen leeek Newman vol belangstelling
om zich heen en het leek alsof niets hem ontging.
Hij zei echter niets.
„Londen is toch verduiveld aantrekkelijk," merkte
Beresford op een gegeven oogenblik op.
„Uitstekend voor menschen met geld," klonk het
antwoord.
„En toch zou ik hier niet graag willen wonen,"
ging Beresford voort. „Sally evenmin. We houden
beiden van beweging in de frissche buitenlucht,"
„Dat kan ik me indenken, gaf Newman toe.
Toen ze het station bereikt hadden, zorgde New
man als gewoonlijk voor de kaartjes en de bagage.
Beresford liep intusschen koortsachtig ongedul
dig op en neer. Binnen enkele uren zou hij Sally
terug zien. In gedachten trachtte hij zich die ont
moeting voor te stellen. Hij zou haar in de hall van
Harbridge Court spreken, waar ze hem haar laat-
stcn kus had gegeven. Misschien zou ze wel een
beetje verlegen zijn. Oh, nee. dat niet: de ondeu
gende groen!)mine oogen zouden schitteren en haar
handjes zouden zich vol verlangen naar hem uit
strekken.
Er voer een warme geuksstroom door hem heen
bij die gedachte.
„Ik heb een hoekplaatsje voor u uitgezocht, mijn
heer. Hier is het kaartje," wekte Newman hem uit
zijn gepeins op. „Gaat u alsjeblieft in de coupé, want
het is koud hier.
Dat was volkomen Tuist, doch Beresford had er
niets van gemerkt. Hij volgde Newman naar het
perron en zette zich in het hoekje, dat hij voor hem
had uitgekozen. Newman legde couranten en tijd
schriften naast hem neer en keerde zich om.
„Hallo, Newman, Kom hier. oude domoor. Laat
me niet alleen."
De oudere man toonde hem zijn derdeklasse
kaartje.
„Ga het als de duivel ruilen", beval Beresford.
„Nee, doe het ook maar niet. Ik kan in den trein
wel bijpassen. Kom hier. Ik denk dat ik ie tot mijn
secretaris zal bevorderen, dan weet ik tenminste
dat ie bii me bent als ik ie noodig heb."
„U weet niet eens of ik schrijven kan." zei New
man glimlachend.
„Nee, en dat kan me weinig schelen ook. Ik zal ie
tot schatbewaarder bevorderen. Je kunt beter met
geld omgaan dan ik. Ga ie nu zitten of niet?"
Newman voldeed aan het bevel, maar hii weigerde
verder op het laatste voorstel in te gaan, en gerui
men tijd heerschte er dan ook stilte, daar Sallv's
beeld opnieuw voor Beresford's geest verrees.
Hoe zou hun weerzien wezen? Enbijna had
hij haar verloren, want had hij haar niet den brief
geschreven waarin hij haar vroeg hem maar zoo
gauw mogelijk te vergeten? In die oogen blikken van
verlangen verdween alles wat hii in Australië had
meegemaakt on den achtergrond, en bii het zien van
het lieflijke Engelsche landschap leek het hem toe
alsof die zes maanden een booze droom waren
geweest.
Nee. dat kon toch niet, want tegenover hem zat
Newman. en hij was de volle werkelijkheid. New
man. de goede, trouwe kerel die zijn eerste en laat
ste vriend in het vreemde land was geweest.
Nee, hij kon nu niet. aan Newman denken: enkel
aan Sally en zijn ontmoeting met haar. De trein
bracht hem elk oogenblik dichter bii haar. en hii
wist heusch niet hoe zijn ongeduld langer te be
dwingen. Hij had haar niet geschreven dat hii naar
Engeland zou terugkeoren. Het moest een verras
sing voor haar wezen,. Niettemin zou zij hem toch
eigenlijk wel iederen dag verwachtenEr kwam
een teedere glimlach om zijn lippen en zijn oogen
straalden.
En de trein spoedde zich voort
HOOFDSTUK XIII.
Het ledige huis.
De aankomst te „Lacy Denham" was voor Beres
ford het voorbijgaan van een nieuwen mijlpaal in
zijn leven. Alles was onveranderd gebleven. De
oude Crawley opende de deur en uitte eenige ge
paste woorden van welkom voor zijn nieuwen heer.
En toen trad Beresford binnen, gevolgd door New
man. Er hing een doffe, benauwde lucht in het huis.
welk aan een grafkelder deed denken. Alles stond
nog op dezelfde plaats als toen hii de woning verliet.
Alles was zooals vroegeren toch was alles ver
anderd. Hij kreeg het gevoel alsof iemand hem in
eens een klap tusschen de oogen had toegediend. Hij
kon de impulsie ternauwernood weerstaan naar de
kamer van zijn moeder te loopen en voor een kort
oogenblik vergat hij dat hii haar daar niet meer zou
vinden. Er kwam een nevel voor zijn oogen en met
een ruk keerde hii zich om.
Daarna wilde hij naar de studeerkamer van den
Admiraal gaan, maar ook hiertoe had hij den
moed niet.
Hij keek Crawley aan en nam daarna Newman bij
den arm. „Deze heer is een vriend van mii." zei hij
tot den ouden bediende. „Mijnheer Newman. mijn
secretaris. Wil ie zoo goed zijn er voor te zorgen,
dat er een kamer voor hem in gereedheid wordt ge
bracht? Enwaar kunnen we eten?"
„In de eetzaal, mijnheer," zei Crawley. „De lunch
is dadelijk gereed."
„In orde. We zullen ons eerst wat opknappen. Ga
mee, Newman. Ik zal ie den weg even wijzen."
Zwijgend volgde Newman hem. Ze liepen lang
zaam de trappen op en voor de deur van zijn moc-
der's boudoir stond hii stil. doodsbleek en met tril
lende lippen. „Ik moet naar binnen gaan," bracht
hij heesch uit. „Ga met me mee. wil ie?"
„Natuurlijk," zei Newman geruststellend.
De kamer was in duisternis gehuld, daar de jaloe
zieën waren dicht getrokken: een spookachtige stilte
alsof een ongeziene tegenwoordigheid er nog
heerschte
Beresford slaakte een geluid dat aan een ge-
smoorden kreet deed denken en liep naar het raam
toe, alsof hij zich met geweld tegen sterkere mach
ten verzette.
„Laten we wat lidht maken." zei hij en trok de
blinden open.
„Ik zal het wel doen, mijn jongen," klonk het kalm
achter hom. Dit was voor het eerst dat Newman
hem op deze manier toesprak, en het deed den ion
gen man goed. Beresford viel op een stoel bii het
bureau neer en verborg zijn gezicht in de handen.
Hoewel hij ontzettend tegen zijn thuiskomst had op
gezien, had hii zich toch niet geweten dat het zóó
wanhopig verdrietig kon wezen.
Met een zachten druk legde Newman ziin handen
op Beresford's schouders. „U moet eerst iets gebrui
ken. mijnheer!" zei hij. „Gaat u mee."
Beresford hief zijn hoofd op en wier cl» een wan-
hopigen blik om zich heen. Alle kleur had ziin ge
zicht verlaten. „Het is erger dan toen ik wegging",
mompelde hij.
„Dat moet u niet denken, zei Newman met na
druk. „Binnenkort zal dit uw bruidskamer wezen,
mijnheer."
Hij knipte even met de oogen: niettemin had deze
opmerking hem goed gedaan. Hii kwam overeind.
„Ik weet niet of ik dat wel zal kunnen verdragen,"
zei hij. „Misschien zal ik er evenwel anders over
denken wanneer Sally hier is."
Dat zal vast en zeker gebeuren, zei Newman.
„Waarom geeft u dien ouden man beneden geen
opdracht het huis eens flink te luchten? Het doet
hier aan een kerker denken." Hii snoof luidruchtig,
en scheen totaal niet geimponeerd te worden door
de antieke pracht van het vertrek.
Beresford zuchtte en keerde zich om. „Ja. ie hebt
gelijk. Het is dom alles dicht te sluiten en ook
oudervvetsch. Ik geloof niet dat mijn moeder het ge
wild zou hebben. Ik zal er eens met Joan over pra
ten. Ze is heel practisch moet ie weten."
„Ga haar dan maar zoo gauw mogelijk opzoe
ken." stelde Newman voor.
„Ja. dadelijk na de lunch." Beresford fleurde wat
on en de gedachte aan Sally deed een warme ge
luidsstroom nood zijn lichaam varen. De leegte zou
gauw aangevuld worden. „Laten we nu maar iets
gebruiken. En dan ga ik ze met den wagen halen."
Hii liep naast Newman voort, doch bij de breede
trap gekomen, stond deze ineens stil. „Het is beter
dat ik in de bediendenkamer eet," gaf hii te kennen.
„Dat zal niet gebeuren. Je bent mijn secretaris.
BegTepen?"
(Wordt vervolgd.)