Van de regen in de drup. VIER VERDIENDE OORVEGEN. door Mevr. M. Jansen- y. Deventer. vielen alle' schriften op de grond. Op die manier kreeg de jongen zijn tweede oorveeg die best kon wedijveren met de eerste! Dat was te veel ongeluk, en onrechtvaar dig was het óók... Jammerend kwam hij de kamer van den directeur binnenstormen, zonder te klop pen. Dat was natuurlijk op zichzelf al straf baar. Maar dat alles viel in het niet bij het verschrikkelijke, dat de jongen zei, toen hij tè haastig van stapel wilde lopen en hef tig uitriep: DE RIJDENDE SPREEKKAMER. Zelf-schrijvende instrumenten. door Mevr. M. Jansen-v. Deventer. Ja, nu komt de tijd weer, dat de mensen vacantie hebben, en in drommen de steden verlaten, om te genieten van de zomer in de vrije natuur. Om dat te kunnen, moeten ze gebruik maken van de trein, want niet iedereen heeft maar zo een auto. Nu wordt er dus extra veel van de trei nen, maar ook van de rails, die die treinen moeten „dragen", geeist. Onophoudelijk dreunen de zware wagons over de rails, het reusachtige staal-net, dat de aarde bedekt. Want niet alleen in Holland hebben de mensen en de schoolkinderen vacantie. Overal maakt iedereen zich op om op reis tc gaan. Overal glijden de wielen over de smalle, glinsterende banden. Worden de rails niet beschadigd, slijten ze niet, wanneer er opeens extra veel van hun geeist wordt? Wordt, het reizen daar door niet gevaarlijk? Och ja, dat zou het zijn, wr.nneer men alles maar op z'n be loop liet! Wanneer men niet de verande ring der rails naging, wanneer die hon derdduizenden kilometers niet gecontro leerd werden, wanneer iedere fout niet op gemerkt werd en daardoor de treinen kon den Ontsporen. Maar dat, gebeurt juist alle maal wèl! Gelukkig! Gaan jullie eens.mee naar de „rails-dokter", die de rails de pols voelt? Wel ja, gaan jullie maar mee.. Het is heel interessant hoor! We gaan dus met z'n allen naar het station. We lopen naar de D-trein, die afgekoppeld is, en op een bijspoor staat. Hij wacht daar op de vol gende trein, die hem meenemen zal. In déze D-trein is geen plaats voor luie reizi gers, die nu eens lekker hun gemak willen nemen. Van buiten lijkt het een gewone D- trein, maar als we binnen komen, dan zien we een licht vertrek, met overal glin sterende instrumenten op lange tafels, en langs de muren. Instrumenten, die i lijken op compassen, en die van cijfers vóórzien zijn. Electrische leidingen daartussen; met scha; kels op de eigenaardigste plaatsen, verder telefoons en beschreven vellen papier. In ziekenhuizen heb je koortslijsten, nu, daar lijken ze op. ja, precies, als koortslijsten." zegt de heer die hier thuishoort en de verbaasde blikken volgde. „En deze hele wagen is eigenlijk de rijdende spreekkamer van een dokter, van den rails-dokter. Al die instru menten, die U hier ziet zijn er, om de ge zondheidstoestand van de rails na te gaan. U moet bedenken, dat het ratelen van de wielen, waarvan de passagiers zo'n last hebben, veel vervelender is voor de rails zélf. De ene rails werd niet aan de andere gelast. Neen, er werd telkens een tussen ruimte gelaten. Nu kunnen ze wanneer het koud weer is, krimpen, en wanneer het heel warm is, uitzetten. De stoot, die de passagiers voelen, gaat de rails zélf tot merg en been. Al die instrumenten, die U hier nu ziet, zijn aangebracht, om na te kunnen gaan of de rails, terwijl ze gebruikt worden, nog hejemaal in orde zijn, of er geen splijtplek- ken zijn, die gevaren zouden kunnen ople veren, enzovoorts. Terwijl de trein rijdt, kunnen wij met verschillende schrijvende- instrumenten nagaan, hoe de rails op de schokken reageren. Dit instrument hier, tekent op in hoeverre de rails doorgebo gen zijn. Een ander, hier, stelt vast of de beide rails op gelijke hoogte liggen. En deze hier gaat na, of de rails ook altijd dezelfde afmetingen hebben" De hoofdzaak is voor het oog van den waarnemer verborgen. Dat is namelijk de verbinding met het apparaat tussen de wielen, langs de rails en tussen de assen, Daar zijn rails die, tussen de wielen be vestigd, langs de binnenkant van de echte rails lopen, om de spoorbreedte na te gaan. Verder zijn er stutten aan de builenassen, die iedere stoot opvangen..." „Nou, en dan hier in de wagen... we ma ken dan afdrukken van die „koortslijsten" en die sturen we naar de directie, die de opdrachten voor mogelijke reparatie's ge ven. Wanneer we zo'n reis gemaakt heb ben, sturen we de afdrukken weg. Zijn dan de reparatie's voltooid, dan wordt de „koortslijst" in de machine gespannen, en we maken de zelfde reis nóg eens, om te zien of nu werkelijk alles in orde is." Het is altijd goed om duidelijk te spreken. Dit merkte ook een la ter beroemd geworden geleerde, toen hij nog als veertien-jarig jon getje naar school ging. Dat was in een klein stadje, waar voor de jeugd heel weinig vertier te vinden was. Een aanleiding om plezier te maken was het daarom al, wanneer 's morgens, nog voor de schooldeur open ging, voor de school een kar stond, waarvoor een ezel gespannen was. Hiermee kwam de melk boer van het land, om zijn melk aan de verschillende klanten te brengen. Terwijl dan de melkboer de huizen bin nenging met de melk, haalde de school jeugd, die nog niet de school binnen mocht gaan, allerlei ondeugende streken uit met de ezel, om de tijd te verdrijven. Natuurlijk deden de jongens dat, wan neer de melkboer niet in de buurt was. Wanneer hij naar buiten kwam, stoof de gehele schaar uiteen, zodat de man slechts door scheldwoorden uitdrukking kon geven aan zijn woede. Hoe langer hoe meer werd de arme man daardoor verbitterd, en hij had heus weinig goeds met de jongens voor! Wanneer hij ze maar eens te pakken kon krijgen! Ongelukkigerwijze was het de jongen, die later een beroemd geleerde werd, die ge heel onschuldig niet de harde handen van den melkboer in aanraking kwam. Hij was niet heel levendig en zo kwam het ook, dat hij nooit meedeed aan de grap pen, die met de ezel werden uitgehaald. Wel keek hij dikwijls toe. Zo gebeurde het dat hij, op een morgen, dat alle jongens nog bijtijds verdwijnen konden, heel alleen in de buurt van de ezel bleef staan, om dat hij toch niet meegedaan had, en daar om niets hoefde te vrezen. Heel onschuldig stond hij daar dus, en at van zijn broodje. De melkboer echter was al zó verbitterd op die ondeugende jongens, die zijn ezeltje maar steeds plaagden, dat hij niet g< meer kon onderscheiden.. Het was hem al helemaal genoeg, wanneer hij maar een leerling van deze school te pakken kon krijgen, ook al had hij niet meegedaan... En zó kwam het dat de arme latere ge leerde een flink oorveeg kreeg...! „Smar telijk getroffen" en nog meer woedend, rende de jongen de school binnen, om zich bij den directeur te beklagen. Jammer genoeg rende hij, zonder goed uit te kijken, en zo botste hij tegen een leraar op, die met schriften beladen, de docentenkamer uitkwam. Door de botsing „Mijnheer Mendt heeft mij een pak slaag gegeven, en ik had de: ezel toch niets ge daan!" O jé! Twee oorvegen waren het gevolg van deze uitlating! Want de directeur be greep eruit, dat de jongen mijnheer Mendt voor „ezel" uitschold! Natuurlijk heeft de jongen later op z'n gemak alles kunnen verklaren, ook dat hij met dat „ezel" niet mijnheer Mendt, doch de ezel van den melkboer bedoeld had, maar voor den jongen zelf maakte dat wei nig verschil PETER HELPT MEE. Hoe maken we een weerhuisje door Elsa van der Echt. Het eerste vereiste is natuurlijk: hout je kunt het hout van sigarenkistjes gebrui ken. Op figuur 4 zie je de plattegrond van ons weerhuisje. De bodem "wordt dus-ge vormd door een rechthoek, 5 bij 8 c.M. groot. Met de op figuur 1 aangegeven ma ten teken je de voorkant, en zaagt het dan netjes met je figuurzaag uit. De deurope ningen hebben een breedte van elk 2.5 cM. De twee c.M. brede houten reep ertussen, is van onder ongeveer c.M. korter dan de twee zijstukken, die ieder 1 c.M. breed zijn Figuur 3 toont de gladde zijmuren, ter wijl figuur 2 de 5 bij 10 c.M. grote zijkanten te zien geeft. De twee plankjes, die samen het dak vormen, steken aan de voor- en zijkanten 1 c.M. uit, en hebben dus een grootte van 6 bij 7 c.M. Voordat de verschillende stukken samen gevoegd worden, moet aan de latere bin nenzijde van de voorkant de snaar aange bracht worden. Hiervoor neem je een ge- Een plankje van 4 c.M. lengte en 1 c.M. breedte heeft in het midden een gaatje, waardoorheen de snaar moet. Door kleine spijkertjes wordt de snaar aan het plank je bevestigd. Je moet er daarbij goed op let ten dat het plankje loodrecht hangt, niet de grond kan aanraken en evenmin het middenstuk van de voorkant van het weer- maakt het vervolgens met spijkertjes in gat vast. Nu zet je het huisje in een mc! water gevulde of een met waterdamp ge- vulden dichtgedekte pot, die je verwarmt Na een uur trek je de spijkertjes uit he gat in het grond-plankje en direct zal hel vrij zwevende plankje horizontaal gaan staan. Op 't gedeelte van het plankje dal naar buiten steekt, wordt een poppetje me: een paraplu gezet. Op de andere helft plaati je een poppetje, dat net uit wil gaan. Je zult veel plezier hebben van dit weer huisje. Dit is een werkje voor grotere jon gens en meisjes... wie waagt er zich aan?' EEN KANO UIT BERKENBAST. huisje. In het grondplankje, daar, waar de loodrechte snaar het aanraakt, boor je ook een gat, waardoorheen je, nadat je het huisje in elkaar gezet hebt, de snaar trekt. Voordat je het huisje nu buitenhangt, moet je nog het volgende doen: je trekt de snaar door het gat in het bo dem-plankje stevig naar beneden, en Van berkenbast kun je een prachtige 1(3 no maken! Je hebt er enkel en alleen no(' wat teer voor nodig, en wat ijzergaren. Hf berkenbast moet een gelijkmatig stuk zijn Je moet het eerst wat weken, en dan gla£ maken. Als je dat gedaan hebt, snij je de kano aan één stuk. De twee uiteinden wor den met ijzergaren samengenaaid en da: f nog met teer vastgepikt. sprongen vioolsnaar. Kijk nu eens n.aar fi guur la. Bij A schroef je een ringetje in het hout. Zo'n ringetje aan een schroefje, hf,grijp je? Daaraan bevestig je een kant van de snaar met een lus. Dan leid je de snaar door 'n tweede ringetje-met-schroef- je B, dat echter zó gróót moet zijn, dat de snaar er makkelijk doorheen kan. De chimpansee van de I.ondense dierentuin, Peter genaamd, zien jullie hier zijn Oppasser helpen bij het rommel-Qpruimen. Hij kan de bezem uitstekend hanteren!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 20