Weer treft de KJLM* een zware slag
De „Kwikstaart" verbrand
Oud Min. Cort. van der Linden-!"
Zes inzittenden jammerlijk omgekomen
Blindedarm-operatie tijdens een
wandeltocht.
ERNSTIG AUTO-ONGEVAL.
Maandag 15 Juli 1935.
Postrekening
No. 23330
SCHAGER
78ste Jaargang. No. 9763
COURANT.
Int. Telef.
No. 20
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Vrijdags. Bij Inzending tot
's morgens 8 uur, worden Advertentiën nog zooveel mogelijk in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Uitgave der N.V. v.h. P. Trapman Co., Schagen.
8 PAGINA'S.
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
riëN van 1 tot 5 regels f0.85, Iedere regel meer 15 cent Obewijsno,
Inbegrepen Groote letters wordeü naar plaatsruimte berekend.
Voor de derde maal In betrekkelijk korten
tijd heeft de Koninklijke Luchtvaart-Maat
schappij een ontzettend zware slag getroffen.
Nog versch In ons geheugen liggen de
vreeselijke ramp met de „Uiver" en daarna
die met de „Leeuwerik", wanneer ons het be
richt van een nieuw, een even ontzettend on
geval bereikt.
Geheel Amsterdam en geheel Nederland is
door deze vliegtuigcatastrofe in de onmiddel
lijke nabijheid van Schiphol en zooals wij die
tot dusver in eigen land zelf nog niet ge
kend hebben, opgeschrikt.
Kort na de start is de F 22 P.H.A.J.Q., „De
Kwikstaart" verongelukt, waarbij de vier le
den van de bemanning en twee passagiers
om het leven zijn gekomen. De hofmeester en
dertien passagiers konden zich redden. Ver
scheidene van hen liepen echter verwondin
gen op.
„De Kwikstaart" startte gisterochtend te half tien
met bestemming naar Hamburg, Kopenhagen en
Malmö. Even later is het toestel op ruim twee kilo
meter afstand van Schiphol naar beneden gekomen
en direct daarop in brand gevlogen, met het gemel
de noodlottige gevolg.
Volgens verklaringen van den geredden hofmeester
Haberer en den eveneens geredden Deenschen pas
sagier Peterson kreeg het toestel onmiddellijk na de
start op geringe hoogte naar schatting ongeveer
25 M. moeilijkheden, vermoedelijk door het sterk
terugloopen in toeren van de twee linker motoren.
De vliegtuigbestuurder gezagvoerder H. Silberstein
probeerde het vliegtuig in den polder te landen. Bij
deze poging botste de linkervleugel tegen den dijk
van den nieuwen weg, in aanleg tusschen Amsterdam
en Den Haag. Tengevolge hiervan viel het vliegtuig
onmiddellijk achter dezen dijk aan de Noordwest
zijde op een bouwland.
Direct daarop vloog het toestel in brand, waar
door slechts een gedeelte van de inzittenden zich in
veiligheid wisten te stellen. Het staat vast, dat dertien
passagiers en de hofmeeser na het ongeluk uit het
vliegtuig zijn gekomen. Twee passagiers, de heeren
Newman en Hodson, beiden van Engelsche nationa
liteit en op weg van Londen naar Kopenhagen en
yier leden van de bemanning zijn helaas in het vlieg
tuig omgekomen. De namen van de leden der be
manning, die bij deze vliegramp het leven hebben
gelaten, zijn de gezagvoerder H. Silberstein, de
radio-telegrafist G. F. Nieboer, de werktuigkundige
G. Brom en de leerling-werktuigkundige L. J. van
Dijk.
De ramp heeft op Schiphol groote ontzetting te
weeg gebracht.
Uit de hoofdstad werd onmiddellijk hulp van den
Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezondheids
dienst naar het vliegveld gezonden. Ook de hulp van
de Brandweer werd ingeroepen. De betrokken auto
riteiten en de Directie van de K.L.M. werden onmid
dellijk van het gebeurde in kennis gesteld.
De stationschef van de K.L.M. op Schiphol, de heer
Thomson, stond, toen de ramp geschiedde, op het
punt voor den tijd van veertien dagen met vacantie
te vertrekken. Hij wachtte nog even totdat het toe
stel voor Malmö gestart was. Juist toen hij in zijn
auto wilde stappen, zag hij tot zijn groote ontstelte
nis even voorbij het vliegveld een groote vuurzuil op
stijgen. Voorloopig heeft de heer Thomson zijn var
cantie uitgesteld.
De passagiers stonden bij het toestel. Haberer had
zooveel mogelijk de passagiers om zich heen verza
meld. Het was een vreeselijk gezicht. Maar wij moes
ten, zooals te begrijpen viel, het hoofd koel houden.
Er was direct zeer veel te regelen. Hulp konden
wij niet meer bieden. De geredde passagiers had
den voor het overgroote deel geen verwondingen op-
geloopen. Drie passagiers moesten met lichte ver
wondingen naar het Wilhelminagasthuis worden
overgebracht, dit waren een Zweed en een Engelsch-
man, alsmede een Deensche dame.
Wij zijn onmiddellijk begonnen, aldus vertelde de
heer Thomson verder, om de familie te waarschu
wen, hetzij telegrafisch, hetzij telefonisch. Verschil
lende passagiers zijn naar de stad vertrokken, en
kele naar het restaurant op Schiphol.
De omgekomen bemanning.
De piloot H. Silberstein is twee jaar in dienst ge
weest van dc K.L.M. Daarvoor was hij vier jaar
hij de Deutsche Luft Hansa werkzaam geweest. Het
was een zeer bekwaam piloot, hij had vier tochten
naar Nederlandsch-Indië achter den rug.
Do radio-telegrafist G. F. Nieboer, is in 1905 te
Vecndam geboren. Hij was elf jaar in dienst bij de
Slechts enkele honderden meters van Schiphol het
wrak neergestort. Een wilde chaos van
verwrongen metaal en de onherkenbare
resten van zes menschen was
alles wat er overbleef
Maatschappij Radio-Holland en kwam in 1934 bij
de K.L.M.
De werktuigkundige G. Brom was in 1905 geboren.
Brom was gehuwd, doch had geen kinderen.
De leerling-werktuigkundige L. J. van Dijk, was
in 1897 geboren. Gehuwd zijnde was hij vader van
twee kinderen.
Een verhaal van
een ooggetuige
Enkele wielrijders, die op het moment van den
ramp op den weg naar Schiphol reden, waren wel de
eerste personen, die bij het verongelukte vliegtuig
aankwamen.
Wij spraken één van deze ooggetuigen, die zooals
te begrijpen viel, sterk onder den indruk van den
ramp, welke zich vrijwel onder hun bereik afspeelde,
waren.
„Ik zag zoo deelde één van hen mede, dat het toe
stel koers zette, in de richting Sloten, het vloog ta
melijk laag tusschen de Spaandammerdijk en Sloten
en het was duidelijk, dat er iets aan de hand was.
Het toestel vloog laag en de twee linker motoren
stonden voor zoover wij konden nagaan, stil. Het toe
stel di'aaide en het was duidelijk, dat de piloot
trachtte om Schiphol te bereiken of een noodlanding
te maken. Het toestel verloor snelheid en zakte. Bij
den draai kwam de linkervleugel tegen den dijk van
den nieuwen weg naar Sassenheim, vlak bij het via
duct. Het toestel brandde toen nog niet. Met een plof
kwam het tegen den dijk terecht. We renden er heen
en de eerste, die er uitstapte was een man in uniform
Verschillende passagiers volgden, wij trokken hen
naar buiten zoo vlug het maar kon. Alles speelde zich
in enkele seconden af. Bijna direct daarop hoorden
wij een explosie en de vlammen sloegen uit het toe
stel. Het was een vreeselijk gezicht. De bemanning
zat in de cockpit en vloog tegen de wanden. Wij kon
den weldra niet meer in de nabijheid van het toe
stel komen, daar het in lichter laaie stond.
Het relaas van een Zweedschen passa
gier.
In totaal zaten twintig personen in het toestel, n.ï.
vijf leden der bemanning en 15 passagiers. Van de
bemanning heeft alleen de hofmeester Haberer er
het leven afgebracht, terwijl twee Engelsche passa
giers zijn gedood.
Wij spraken een der geredde passagiers, den heer
Treschaw uit Zweden. Hij was, zooals te begrijpen is,
zeer onder den indruk van het gebeurde.
„Ik zat, zoo vertelde hij, in de nabijheid van de
buitendeur, dus achter in het toestel. Wij waren
normaal opgestegen, doch even na den strat moest
er iets niet in orde zijn. Het toestel verloor hoogte
en de piloot draaide. Nog hadden wij geen oogen-
blik de gedachte, dat er zoo snel een ramp zou ge
beuren .Plotseling voelden wij een zwaren schok, ik
greep mij vast aan de leuning van de stoel en op
hetzelfde oogenblik zag ik, dat de cabinedeur open
zwaaide en de steward naar buiten sprong. Ik volgde
hem en wist gelukkig buiten te komen. Wat er pre
cies verder gebeurde kan ik niet zeggen. Onder de
passagiers was een paniekstemming. Ieder poogde
zich in veiligheid te stellen. Wat ik hier vertel speel
de zich in luttele seconden af. Een explosie volgde en
een steekvlam sloeg naar buiten. De passagiers lagen
voor het grootste gedeelte buiten het toestel op den
grond. Er speelden zich in dit korte oogenblik vree
selijke tooneelen af. Over den aard der verwondin
gen kon de heer Treschaw niets mededeelen. Ik zelf
ben er goed afgekomen, zoo besloot hij zijn verhaal.
Op het terrein van den ramp.
Het terrein van den ramp bood een vreeselijken
aanblik. Het geheel uitgebrandde toestel lag met den
staart en de achterroeren tegen den dijk op. De
motoren waren niet meer dan een ruïne van uitge
brand staal en ijzer. De propellers waren verbogen
en staken voor een deel in den grond. Van het hout
werk was niets meer over. Alles is volledig door het
vuur vernield. De lijken van de bemanning, die zich
nog in de cockpit bevonden, waren niet te herkennen.
Het was een afschuwelijke aanblik.
Ook van de bagage is zoo goed als niets over. Hier
en daar lag nog een stuk te smeulen tegen verbogen
stangen en verkoolde resten van het eens zoo trot-
sche vliegtuig. De cabine is geheel verdwenen. Van
het instrumentenbord was weinig of niets over. Ook
de vleugels waren vrijwel geheel verdwenen.
Toen men cp Schiphol zag welk een ramp er ge
beurde, werd onmiddellijk de Brandweer, de Politie
en eigen Reddingsdienst gemobiliseerd. Weldra was
behalve de militaire Politie, die voor de afzetting
van den weg zorg droeg, ook de Amsterdamsche po:
litie, evenals de Rijkspolitie, aanwezig. Ook de Am
sterdamsche Brandweer was weldra ter plaatse. Met
een straal werd water gegeven, het toestel was toen
reeds voor het overgroote deel uitgebrand. De G.G.
en G.D. was met 5 wagens aanwezig en onmiddellijk
werd begonnen met het transport van de gewonden,
die naar wij ongeveer twee uur na den ramp konden
vernemen, niet in emstigen toestand verkeerden.
Ooggetuige*
De heer Petersen, Ingenieur te Kopenhagen .en
een der geredde passagiers vertelde, dat hii gister
morgen met het toestel uit Londen aangekomen
was, en dat hij via Schiphol doorvloog naar Mal
mö. Ik zat zoo, zeide de heer Petersen. die nog
zeer onder de indruk van den ramp was in het
tweede compartiment van achteren gerekend. Nau
welijks waren wij op Schiphol opgestegen of ik
merkte, dat er iets niet in orde was. Ik vlieg zeer
veel en dan krijg ie kijk op dergelijke dingen. Wij
waren pas enkele minuten in de lucht toen ilc
merkte, dat het toestel snelheid verloor, en geen
hoogte hield. De piloot poogde te lceeren. Hierbij
verloor het toestel nog meer hoogte en ik merkte,
dat hij van plan was te landen'. Het toestel gleed
op een gegeven moment af en ik riep naar de pas
sagiers, die voor mij in de cabine zaten, pas op er
gebeurt een ongeluk. Ik heb mij stevig vastgehou
den en daaraan heb ik het te danken, dat ik er
afgekomen ben met een schaafwondie op mijn
rechterbeen. Een betrekkelijk lichte schok volgde.
Het toestel was tegen den dijk geslagen. De deur
zwaaide open en wij gingen zoo gauw mogelijk
naar buiten. Een paar dames waren on den grond
gevallen en in half bewusteloozen toestand waren
zii naar buiten getrokken. Het was een vreeselijk
oogenblik toen de machine vlam vatte. Van de
bemanning heb ik niets gezien. Een steekvlam
sloeg door de cabine. Wie er nog binnen was, was
reddeloos verloren. Alles wat ik U nu vertel, speelde
zich in enkele oogenblikken af. Direct nadat het
overgroote deel van de passagiers op den grond
stond, stond het toestel in lichte laaie. De oorzaak
van de ramp kan ik natuurlijk niet beoordeelen.
Maar ik heb den indruk, dat de piloot alles gedaan
heeft, wat hii kon.
Op dat oogenblik belde de telefoon, de heer Per
tersen had een gesprek aangevraagd met Londen,
van waar hij vanmorgen vertrokken was, nog niet
beseffend welk een ramp hem zou bedreigen.
Onderhoud met den heer Thomson.
Wij hadden nog een onderhoud met den stations
chef den heer Thomson. De heer Thomson vertelde
ons, dat hij vanmorgen op het punt stond met va
cantie te gaan. Plotseling werd hij opgebeld en deel
de men hem met enkele woorden mede, welke een
vreeselijk ongeluk gebeurd was. Hij zag vanuit zijn
woning de hoogoplaaiende vlammen van het toestel
en onmiddellijk ging ieder, die over een auto beschik
te van Schiphol naar het terrein van den ramp. Het
toestel stond, zoo zeide de heer Thomson, toen wij
daar aankwamen, reeds in vollen vlam.
Den Haag, Maandag.
Heden even voor half 5 uur is hier
Ser stede overleden oud°minister Mr.
P. W. A. Cort van der Linden,
Een verklaring van den
heer A. Plesman
Amsterdam, 14 Juli. Vanavond te zes
uur heeft de directeur der K.L.M., de heer
A. Plesman, in een persconferentie een zeer
korte verklaring afgegeven, die als volgt
luidt:
De zes slachtoffers zijn door Dr. Hulst uit
Leiden, aan wien de sectie is opgedragen, in
samenwerking met Dr. Slotboom van de
K.L.M. geidentificeerd.
Door deze medici is tevens vastgesteld
dat deze slachtoffers bij de botsing met den
grond om het leven zijn gekomen. Tot zoo
ver de verklaring van den heer Plesman.
De directeur der K.L.M. was, zooals be
grijpelijk, zeer onder den indruk van het ge
beurde. Hij kon nog geen nadere inlich
tingen geven over mogelijke oorzaken van
den ramp.
Het bureau van den Rijks-Studiedienst, voor de
Luchtvaart, de Technische Dienst van de K.L.M.,
verschillende andere luchtvaartautoriteiten zijn be
zig met het instellen van een onderzoek.
Over de begrafenis van de slachtoffers is tot op
dit oogenblik nog niets vastgesteld. De stoffelijke
overschotten zijn naar het Binnengasthuis vervoerd.
Betreffende de passagiers kunnen wij nog meden
deelen, dat de heer B. M. J. Combos uit Parijs van
middag te half vijf met de „Lappland" F 22 van de
Zweedsche maatschappij, een zustermachine dus van
het verongelukte toestel, van Schiphol is vertrokken,
om zijn zoo ongelukkig onderbroken reis voort io
zetten naar Malmö.
De heer Gauffin uit Stockholm maakt de reis per
trein en boot. De heer Fraser uit Londen zal mom
gen per K.L.M. machine naar Londen terugkcercn,
evenals de heer Pitel uit Londen. Ook de rest van
de passagiers gaat waarschijnlijk per trein verder.
Een deel*is inmiddels reeds per trein vertrokken.
De. heer J. Joseph, een Duitscher, die te Amstem
dam woonachtig is, is per taxi naar zijn woning te-*
ruggekeerd.
De toestand der gewonden
Geen enkele reden tot ongerustheid,
Amsterdam. Zondagavond te tien uur hebben wij1
geïnformeerd naar den toestand van de drie ge-<
wonden, die zijn opgenomen in het Wilhelmina Gast-t
huis. Betreffende mej. J. Catistedt, een Zweedsche,
luidt het bericht, dat zij een zeer lichte hersenschud
ding heeft opgeloopen en enkele ongevaarlijke en
lichte verwondingen. Haar toestand is gunstig en
baart geen enkele zorg. De heer Helström, een Zweed,
is ongevaarlijk en zeer licht gewond. Ook zijn toe
stand is goed. De derde gewonde, de heer Faulkncr,
directeur van Finmar Ltd., is ook niet levensge
vaarlijk. Hij heeft kneuzingen aan den rug opge-<
loopen. Ook zijn toestand baart geen zorg.
Met behulp van een zakmes en een
flesch whiskey.
I
Door buitengewone tegenwoordigheid van geest
en groote bekwaamheid heeft een Weensch chi
rurg, dr. Hainburger, het leven van een vriend, met
wien hij in Stiermarken een wandeltocht maakte,
kunnen redden.
Zijn metgezel zakte op 15 kilometer afstand van
het dichtstbijzijnde dorp wegens een blindedarm
ontsteking plotseling ineen.
Dr. Hainburger bedwelmde hem met behulp van
een flesch whiskey en verwijderde met een zakmes
den blindedarm. Twee zakdoeken dienden als ver
band.
De vriend werd daarna in een passeerende auto
gelegd en naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis ver
voerd, waar hij thans herstellende is.
Een doode. vier gewonde.
Gistermorgen is op den Rijksstraatweg tusschen
Roermond en Maastricht nabij eeistgcnocmde ge
meente een auto verongelukt. De wagen werd be
stuurd door den heer B. Engels uit Amsterdam.
Door het springen van een band reed de auto in
snelle vaart tegen een boom. Het voertuig werd
totaal vernield. De heer Engels was op slag dood.
In de auto zaten voorts de hoer P. Minnen en
zijn echtgenoote. mei. E. Birke, allen uit Amster
dam. Alle drie werden ernstig gewond en zijn naar
het R.-K. Ziekenhuis Lorentius te Roermond over
gebracht.
f
Nader blijkt, dat het bij bet gemelde auto-onghik!
om het leven gekomen slachtoffers toch. zooals in
het eerste bericht gemeld was. de heer Engels
van Duitsche nationaliteit was en verloofd met
mej. Gertrudis Birke. De heer Minni is zwaar ge
wond. mevr. Minne slechts licht geblesseeerd.
Omtrent den toestand der slachtoffers vernamen;
wij Zondagavond laat, dat de heer P. Minne, die
.de heide beenen heeft gebroken en bovendien een
lichte hoofdwonde heeft, buiten levensgevaar vor
keerde. Daarentegen was de toestand van mei. Bir
ke hoogstzorgwekkend.