HET BEZOEK. Puzzelt gij mee Kabouter=Avonturen. Stan en Pol bij de kinderen. Byvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 3 Augustus 1935, No. 9777. ZATERDAGAVONDSCHETS Door SIROLF vrij bewerkt naar het Engelsch. (Nadruk verboden alle rechten voorbehouden) IK ben zoo mak als een schaap, maar ik geef U de verzekering, dat Karlien, mijn vrouw, het vandaag of mor gen te ver zal drijven en dan zal ik ijskoud me omdraaien en haar vierkant in het gezicht zeggen: Ik weet niet of het tuinhek dicht is of niet, cn bovendien kan het mc niks schelen! Daar!! En als ik door het dolle heen ben, zal ik er nog bij zeggen: En als je het mij vraagt, dan vind ik dat je veel te voel drukte maakt over die ongelukkige nieuwe rooie gerani ums van je. Ik vind het pruts ge raniums! Dat zal ik gewoon zeggen. Want heusch, Karlien heeft werkelijk een lesje noodig, want de manier waarop ze tekeer is gegaan sinds we die rooie geraniums in ons voortuintje hebben, gaat werkelijk alle perken te buiten. De laatste veertien dagen heeft ze iederen avond, zoodra ze de slaapkamer in kwam, tegen me gezegd, terwijl ik al half uitgekleed was: Heb je er aan gedacht het tuinhek te slui ten? 't Is met het oog op de gera niums, zie je Karlien schijnt te denken, dat mensohen, die in het nachtelijk uur langs onzen tuin mochten ko men en het hek zouden zien open staan, niet in staat zouden zijn om de verleiding weerstand te bieden, ons tuintje binnen zouden rennen en de geraniums zouden stelen! De eerste keer antwoordde ik vriendelijk en beleefd: ,.0 zeker, ik heb het hek gesloten, hoor, Je geraniums krijgen vannacht de kans niet om weg te loonen." Maar na een keer of zes was daar het grapje ook al af. En dus zei ik toen enkel nog maar: .Ta, het hek !s dicht. En dat was ook zoo. Tot er drie dagen geleden iets gebeur de. Karlien was wat vroeger naar bed gegaan. Kwaad. Omdat ze den heelen avond had liggen zeuren, daar ze met alle geweld de Jan- sens voor een avondbezoek wilde uitnoodigen. Nu, ronduit gezesrd. ik haat de Jansens. En ik had dat niet onder stoelen of banken ge stoken. Hoe Karlien ook zeurde, ik hield voet bij stuk. Tk wilde geen bezoek van de Jansens. En toen Karlien zag, dat. ze me niet kon overhalen, was ze kwaad naar bed gegaan. Toen ik een uur later naar de slaapkamer ging, begon Karlien dadelijk; Heb je het tuinhek Jaja, zei ik. Ik heb anders het hek niet hoo- ren knarsen, hield Karlien vol. Ik heb je gezegd, dat het tuin hek dicht is!, hield ik vol. Karlien zei niets meer. En ik ook niet. Ik ging naar bed en trachtte den slaap te vatten, Maar dat luk te niet. Ik moest nog aldoor den ken aan onze woordenstrijd over die Jansens. En toen begon ik ook te piekeren over dat tuinhek. Ik wist nu werkelijk niet meer of ik het gesloten had of niet. Ik was hot wel van plan geweest. Maar had ik het nu gedaan of niet? Stel je voor, dat er nu wat met die ge raniums gebeurde. Ten slotte stond ik doodstil op en keek uit het ven ster. Bij het licht van de straatlan taarn za.g ik, dat ik het hek ver geten had dicht te doen Ik schoot in mijn kamerjas en sloop op mijn teenen naar beneden, opende de voordeur, liet die op een kiertje staan, liep op mijn blootc voeten over het kiezelpad naar het hek, en deed het dicht. En net zou ik weer de voordeur binnen glip pen, toen die door een zuchtje tocht dichtviel. In het lipsslot. Ik was buiten gesloten! Mijn eerste gedachte was gewoon aan te hellen. Maar ik vond het wel wat pijnlijk, om dan aan Kar lien te moeten uitleggen, dat ik naar buite was gegaan, omdat het hek niet dicht was geweest Tk liep dus het huis om, voelde aan alle deuren en ramen, maar er stond natuurlijk niets open, waardoor ik ongemerkt naar binnen kon slip pen. Net was ik weer bij de voor deur aangeland, of wie kwam daar langs? Mijn oude vrind Snikkers, die laat .van een fuifje huiswaarts keerde. Hij was heelemaal niet verwonderd mij in nachttoilet op straat te zien. Hij begon opgewon den te vertellen over de pret die hij had gehad, terwijl hij op het trottoir ging zitten en probeprde de veters van zijn schoenen los te neuteren. Ik beduidde hem stil te zijn en probeerde hem aan het ver stand te brengen, in welk een las tig parket ik was. „Ga mee met me naar huis. je wordt, koud", zei hij, dan drinken we nog wat en zullen iets bedanken. Ik geloof dat ik al 'ets weet." Ik vond dat geen slecht idee, want ik was werkelijk koud en Snikkers woont maar een paar huizen verder. We dronken een slaapmutsje en toen belde Snikkprs mijn huis. Even later kreeg hij gehoor, en terwijl hij zijn hand op den hoorn hield grijnsde hij naat mij: je vrouw! Daarna tot ijn vrouw sprekend, zei hii snel iets. dat ik niet goed kon verstaan en ging dan langzamer voort: „U hoeft U niet ongerust te maken mevrouwtje, hij is hier veilig en wel bij me en ik breng hem dade lijk thuis!" Daarna belde hij af en grinnikte. „Zeg, ben je nu heelemaal gek, wat moet dat nu beduiden?", voer ik uit. „Het is best in r met een beetje dikkr st eenvoudig in je snap je wel? Je merrie gehad ove n klimrozen of granipiej;.- ~ot ik veel en toen ben je gaan slaap wandelen en toen heb je je zelf in je slaap buiten gesloten en zoo heb ik je gevonden! Is dat effe wat?" Ik moest toegeven, het was een geniale inval. Samen gingen we naar mijn huis en Karlien wachtte ons in de gang op. Ze gaf Snikkers amper tijd om zijn verhaaltje te vertellen. „O", zei ze hartelijk, „wat ben ik blij, meneer Snikkers, dat U zoo goed op hem gepast hebt. Stel H voor, dat hij zichzelf zoo maar buiten gesloten heeft in zijn slaap en er nu niets meer van weet!" „Ja", zei die idioot van een Snik kers, „het is een onhebbelijke ge woonte dat slaapwandelen. U moet oen natte dweil voor zijn bed neer leggen." „O, ik vind bet toch zoo naar," zei Karlien, „ik heb er al zoo lang over in gezeten. Ik heb het hem nooit willen zeggen. Maar dit is nu zeker al de vijfde keer van de week, dat hij geslaapwandeld heeft!" Ik probeerde niet verbaasd f.e doen. maar eerlijk gezegd, daar wist ik niets van. „Ik heb j'e nooit wakker willen magen," ging Karlien tegen mij voort, „omdat dat gevaarlijk is voor slaapwandelaars. Je weet er zelf natuurlijk niets van, maar je hebt zeker de gevolgen wel gevoeld niet, zoo af en toe zoo'n vreemde moeheid, is het niet?" „Ja," zei ik, om in mijn rol te blijven, „dat heb ik net. Ik wist niet waar het vandaan kwam, maar nu weet ik het." „Kom, we gaan naar bed. Dank U nog wel, meneer Snikkers," be sloot Karlien. „Gek," zei ik, „dat je je daar zoo niets van herinnert, hè?". ,Kom, pieker daar nu maar r'et meer over," zei Karlien hartelijk, terwijl we naar boven gingen, „heb je het hek gesloten?" Den volgenden avond zat ik rus tig aan het. venster mijn krantje ie lc/en, en wie stappen daar brui aal weg zoo maar ons tuinhek bin nen? De Jansens! „Wel blik-' n ter nog-an-toe!", vloekte ik, komen die doen?" „O, mannie," zei Karlien vrien delijk, „dat heb ik nog heelemaal vergeten je te zeggen. Je weet tnch, dat je vanmorgen wat langer bent blijven liggen, omdat je zoo n stuk van je nachtrust gemist had" Nou, terwijl ik zat te ontbijten, kwam jij dc trap af, vast in slaap! Je slaapwandelde weer! Ik durf le je natuurlijk niet wakker te me ken en ik kon er dus niets tegen doen, dat je regelrecht naar 'e te lefoon liep en in je slaap de Jan sens op belde en vroeg, of ze van avond op bezoek kwamen!" Voor een goed en sympathiek doel. Vele prachtige prijzen: hoofd prijs een auto. Voorwaarden, waar aan gemakkelijk voldaan kan wor den. De Commissie voor den verkoop der zomerpostzegels zendt ons een puzzlo ter plaatsing, waaraan iede re lezer van ons blad kan mede- •a rken. Met behulp van dè Woord- p u zz 1 e (48 letters) wordt een ge zegde gevormd, waarvan ied?re Nederlander doordrongen nmc ljn: het beoogt een sympatlu-k 'oei te steunen. Hier volgt de opgave: Omschrijving e n 1^—4—5—11—47: heerlijk jaarge tijde. Groote stad, in het centrum des n n d s gel egen321533228 h31. Uoort men vaak door de radio: 46—13. Was lot voor enkele jaren een poli tiek verhond in Nederland: 40 39-16—43—41- -31—41—6. Tn het Noorden des lands vindt men het Vliegveld: 934SG-^l —44. Prachtig dorn nabij Utrecht: 335 -41-14-31. Prachtige bloemen (Aalsmeer is er door bekend!): 725S37 18. Een hooggeplaatst persoon in Ne- derlandpch Oost-Tndië: 2310. Een 1217 dient om iets in op te ruimen. De. Meimaand heeft zich dit jaar gekenmerkt, door weer, dat te recht 4S291927 genoemd werd. Met een 204230 spelen kleine kinderen graag. Het fpn-nnp-pstelde van achter: 24 21-26—22. Prij zen: Voor de goede oplossingen is de Commissie in het bezit gesteld van een groot aantal zeer fraaie prij zen. haar van vele zijden ter be schikking gesteld. H o o f d p r ij z e n: Een auto, een radiotoestel, een rijwiel, een reis naar het huiten- land. rondvluchten per K.L.M. enz. In totaal meer dan 1000 prijzen. Wijze van inzending: De oplossing dezer puzzle kan Ik wed vijf knikkers, tegen die snert schelp van jou, dat Paul het niet binnen recordtijd ge daan krijgt! door iedere (n) lezer(es) van dit blad worden ingezonden. Het ls geoorloofd meer dan èèn oplossing te zenden. Als voorwaarde is gesteld, dat het antwoord op een briefkaart ge schreven r oet worden, bij voor keur op een Puzzle-briefkaart die men voor 10 cent kan koopen aan de stalletjes van de Zomerpostze- gel-Comité's in de postkantoren of kan aanvragen bij de Plaatselijke Comité's. De gewone en ook de speciale puzzle-briefkaart moeten gefrankeerd worden met minstens 2 zomerpostzegels van 6 cent. De oplossingen moeten vóór 1 September in het bezit zijn van her secretariaat van het Comité voor de Zomerpostzegels, Tesselschade- «traat 9. Amsterdam-W. Naam en adres a.u.b. in druk letters vermelden. De jury ter beoordeeling der in- "ekomen onlossingen bestaat uit: Mr. G. T. J. de .Tongh. oud-kinder rechter; W. F. Detiger. serretaris- nennïngmeester der „A.V.O.": .T. A. •Tosephus .Titta, voorzitter Ned. Ver. Con eert eebouwvri eri den". De tnewh'ziner der nriizeri geschiedt vóór 10 fsentemher a.s. o^der toe zicht van Notaris F. W. Ludwig te Amsterdam. Tndion het aantal goede oplossin gen het eental nrüzen overtreft. -">1 lint lof hp«dissPTt. Prijswinnaars ontvangen uiterlijk 1S 3nntr>rnhpr- bericht. ZONDERLINGE TERUGVINDING VAN VERLOREN VOORWERPEN. MODERNE FABEL. Op een bureau werkten twintig beambten. Allen deden dun plicht. Een van hen echter wilde de bij zondere gunst van zijn patroon verdienen en bleef dagelijks een uur langer op het bureau; zelis des Zondags kwam hij werken. Op zekeren dag nu liet de patroon den beambte op zijn kantoor komen. —„Ha," denkt de volijverige man, „nu komt de loonsverhooging." Maar hij vergiste zich deerlijk, want zijn patroon voegde hem toe: „Ik zie, dat gij eiken dag een uur langer arbeidt dan Uw collega's. Voor denzelfden arbeid, dien zij m acht uren verrichten, hebt gij pt negen noodig." En de patroon ontsloeg den beambte Een variant dus op trop de zèle. te veel ijver! In een Engelsch tijdschrift vinden we cenige merkwaardige gevallen opgeteekend van terugvindingen van verloren gegane voorwerpen. In het jaar 1929 verloor een dame een trouwring in dc steenkolen mijn van Chopington; na drie jaren werd de ring teruggevonden in een aardappel, toen de dochter der be wuste dame het middagmaal ge reed maakte. Een oud zilveren horloge werd in Februari jl. in het ijs gesloten in een beek bij Hutting- ton gevonden. Een dame van Glas- gow verloor in een winkel een kostbaren diamant. Eenige maan den later vond zij hem terug in den loeren hak van een laarsje van haar dochter, welke zij bij den inkoop van het schoeisel had ver gezeld. Hij was op alle mogelijke wegen gedragen zonder in het minst beschadigd te worden. Te Clanham verloor een heer bij het uitrijden een diamant van ongeveer achthonderd gulden waarde. Acht maanden daarna vond hem een chauffeur van een dokter in het slijk dat door een auto bij het rijden was omhoog geworpen. Een ring in s'angvnrm, welken een dame bij 't voeren van zwanen in 'n beek verloor werd zeven jaren la ter gevonden door een jongen, die met een wandelstok dé diepte der heek wilde peilen. Een diamanten broche ter waarde van enkele dui zenden guldens liet een dame in de haven van Dover vallen: na enkele dagen kreeg zij het kleinood terug van een matroos, die het bij het visschen uit dc zee had opgehaald. WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: d a t een walvisch zeer scherp van gehoor is? d at hij al onderduikt als op oerï afstand van 800 meter een schip zijn spoor kruist? d a t een mensch kan drijven op een pond kurk? 16. Nu konden ze allee goed hooren. Schuin onder zich keken ze in een kamertje dat er erg armoedig uitzag. In een verveloos bedje zat een kindje rechtop een keek naar de Maan. 17. „Maantje tuurt, maantje gluurt," zong het kind je zacht. Stan en Pol vonden het erg mooi en ook de Maan vond het prachtig. Het is een lief jongetje zei de Maan. Eiken avond zingt hij een liedje voor mij, tenminste als hij mij zien kan. 18. Pol besloot om het huisje waar het jongetje woonde, goed te onthouden, dan zouden ze later mis schien wat voor hem kunnen doen. Thans toonde de maan hen een ander huis. Hier was een groote kamer. Het licht was uit en ook de gordijnen waren dicht. De kabouters waren erg teleurgesteld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 19