Herinnering aan aardsch Paradijs.
Zal de Volkenbond zich
handhaven
Dinsdag 3 September 1935.
SCHAGER COURANT.
Tweede Blad. No. 9799
De Raadsbijeenkomst van morgen.
Willen niet meewerken aan een oorlog.
De betrekkingen tusschen Amerika
en Rusland.
De kerk en het nat-sociaüsme.
Een dieetwedstrijd.
De droom van een zwerver. - Mijn kamer in
„de Nieuwe Lente". - Groote gebeurte
nissen in een kleinen tuin, - De
boom, die ontsproot uit men-
schenbloed. - De stervende
lelie. - Als de granaat
appelen rijp zijn....
(Van onzen rei zenden correspondent.)
Teheran, In Augustus.
NU ik wist, door de laaiende warmte, die thans
reizen, vooral in oostelijke richting, zoo
goed als onmogelijk maakt gedwongen te
zullen zijn nog weken in de Iraansche hoofdstad te
moeten blijven, had ik slechts één verlangen, den
droom van een zwerver: weder eens in een echte ka
mer te kunnen wonen, een kamer met iets van hui
selijkheid en niet weder in een hotel, waar altijd
nieuwe menschen komen en gaan en waar men
zichzelf gevoelt als een eeuwige verschoppeling zon
der rust, als een „wandelende Jood", als een „Vlie
gende Hollander."
Menschen, die in de vacantle eens op reis gaan en
'dan steeds verheugd zijn over alle afwisseling, die
dit voor korten tijd uitbreken uit de dagelijksche
sleur des levens met zich brengt, zullen dit niet zoo
gemakkelijk begrijpen. Zij hebben meestal den in
druk, dat zoo'n zwerversleven als het mijne iets is
als een eeuwige vacantie, doch de waarheid is an
ders. En na mijn terugkeer van de Kaspische Zee,
na mijn tochten door wild-schoone landschappen,
over machtige bergen kreeg ik het heimwee ten
minste eens korten tijd ergens rustig te zitten,
niet als een reiziger, wiens noodlot hem in twee,
drie dagen weder verder drijft, maar als iemand,
die eindelijk dan toch ook zooiets als een (tijdelijk)
tehuis heeft.
I De eerste dagen te Teheran moest ik" wel weder
wonen in een hotel. In het Europeesche pension,
waar mijn Tsjechische makker met rheumatiek
moeizaam door zijn kamer strompelde, was voor
mij geen plaats meer. Een toeval deed me vinden
wat ik" zocht: een rustige kamer met huiselijkheid,
met gezelligheid. Een Russische kennis gaf me het
adres. Het was midden in de stad. In het doodloo
pende zijstraatje van een doodloopende straat, maar
deze straat droeg den verlokkenden naam van „No-
Bahar", Nieuwe Lente, en het zijstraatje had in het
geheel geen naam.
Na eenig zoeken vond ik Het adres. In het naam-
ïooze zijstraatje van de doodloopende straat was
een blinde muur met daarin een groene deur met
een ouderwetschen koperen klopper. Er wonen
Russen, een niet meer jong echtpaar, dat, voor de
revolutie uit hun vaderland gevlucht, beter dagen
heeft gekend en thans met het verhuren van ka
mers en het koken voor anderen aan den kost komt.
De menschen kennen geen West-Europeesche taal,
maar van vroegeren tijd heb ik toch nog wel een
beetje Russisch onthouden en zoo kon ik er vragen
naar een „kömnata" (kamer),
i Door de groene deur met den koperen klopper
kwam ik dadelijk op een hof mert boomen en veel
schaduw en aan de achterzijde van dezen hof was
een kamer beschikbaar, een kamer, zooals ik me
had gedroomd, een kamer met tapijten, met dikke
gordijnen voor de drie vensters, die op den hof uit
kijken, met een bed, met kasten, met een groot
schrijfbureau, met een tafeltje met er om heen
clubstoelen.
1 Een uur nadat ik de kamer had gezien, kwam ik
met een rijtuigje voorrijden voor de groene deur
met den koperen klopper. Een „hamaal" (sjouwer
man) sleepte mijn grooten stalen koffer naar 'de
kamer, die nu voor enkele weken m ij n kamer is.
De Russische dame, die betere tijden heeft gekend,
kwam me helpen mijn koffer uit te pakken en een
half uur later stond ik verbaasd voor een kast, waar
in netjes gerangsohikt lagen mijn overhemden, waar
De goudvisschenkom in den verborgen tuin.
DE KAMER IN „DE NIEUWE LENTE."
Onze correspondent in een rustperiode).
ordelijk waren opgestapeld mijn zakdoeken, waar
mijn boorden netjes waren gehangen over een ge
spannen draad.
Wij, zwervers, doen dat niet zoo. Daarvoor is een
zorgende vrouwenhand noodig.
Ik plaatste mijn schrijfmachine op het schrijf
bureau, borg in de verschillende laden mijn papie
ren, mijn boekjes met notitie en plotseling was ik
weder „thuis", al is het dan ook slechts voor enkele
weken, zooals ik dat zeer vele jaren niet meer ben
geweest.
Voor een der geopende vensters van mijn kamer
héb ik slechts heel zacht te roepen en de Russische
dame of een klein Russisch meisje brengt me kof
fie of thee. Als ik geen lust of geen tijd heb uit te
gaan, bereidt men me ook een goed middagmaal en
zonder dat ik een woord heb te zeggen wordt mijn
linnengoed verzorgd.
Het is alles voor mij volkomen nieuw en 'toch
ook weer zeer oud, uit een zeer ver verleden.
Als de zon begint te zinken, de koelte van den
avond komt en de schaduwen zwaar worden, zit ik
vaak mijmerend voor een mijner vensters, die uit
zicht hebben op den hof met de groote ernstige boo
men en dan verbaas ik me telkens weder. Meer dan
twintig jaar heb ik door de wereld, door drie wereld-
deelen gezworven en in mij zijn van dien tijd de
hevige herinneringen aan de slagvelden van den
wereldoorlog, aan revolutie, aan burgeroorlog in de
besneeuwde wijdten van het groote Rusland, aan
een schipbreuk in de Witte Zee, aan de witte nach
ten van Spitsbergen, aan stormen op de Oostzee, op
de Zwarte Zee, aan de eindelooze eenzaamheden
van Afrikaansche en Aziatische woestijnen, aan
avontuurlijke tochten door de bergen van Albanië
en van Macedonië, maar als ik nu zit voor mijn
venster in het zeer late middaglicht, ontdek ik
verbaasd, dat er ook in zoo'n kleinen, beboomden
hof vele groote gebeurtenissen plaats vinden.
Er staan daar kerseboomen, appelboomen, perzik-
boomen en granaatappelboomen om een klein water
bassin. Toen de kerseboomen vruchten droegen (de
laatste kersen hangen nu verdroogd tusschen het
groen) bloeiden de granaatappelboomen en hun bloe
sems zijn even bloedig en rood als hun vruchten,
want door menschenbloed is deze boom ontstaan,
zoo vertelt een eeuwenoude legende, uit het harte-
bloed van een kunstenaar, een architect, een beeld
houwer, die in stilte een prinses lief had, de schoo-
ne prinses Sjirin. Nooit kon hij haar van zijn liefde
spreken, maar steeds volgde hij haar op een af
stand, waar zij ook ging. Toen zij, nog jong, ge
storven was en de beeldhouwer dit vernam, plantte
hij zijn bijl in den grond en stortte zich in het staal.
Zoo stierf hij, terwijl de bijl zich door zijn harte-
bloed rood kleurde, maar deze bijl 6choot wortel
en daaruit ontsproot de eerste granaatappelboom.
Onder deze boomen en om het waterbassin leven
twee kleine katten en een kleine hond, die me al
heeft leeren kennen en me steeds met uitbundige
blijdschap komt begroeten.
Stil en zwijgend is meestal dit kleine wateihassin,
dat rustig de boomen en den blauwen hemel weer
kaatst, doch soms krijgt het plotseling een stem.
Dat is als de Russische bewoner van het huis de
ondcraardsche verbinding opent tusschen dit bassin
en een kleine beek, die in de nabijheid vloeit. Dan
"borrelt en zingt het water. Dat is de stem der verre
bergen, die eensklaps klinkt in de stilte van mijn
hof.
Vier groote goudvissdhen zwemmen in het bassin.
Eigenlijk zijn het er slechts drie, want de vierde is
meer zilver en grauw, dan goud. Het is, om zoo te
zeggen, een goudvisch, die den gouden standaard
verlaten heeft, maar aangezien het hierin slechts
het voorbeeld van Engeland en Amerika heeft ge
volgd, behoeft het dier zich hierover niet te scha
men.
Een dag had de Russische dame een waterlelie
medegebracht en haar nedergelaten in het water
van het bassin. Eiken avond ging ik kijken hoe de
schoone bloem haar kuische bladeren sloot om zich
's morgens weder voor het eerste licht te openen.
Doch op een zekeren morgen ontsloot zij haar bloe
menhart niet. „Ze is gestorven", zeide de Russische
dame en dien morgen scheen de hof minder blij en
licht dan anders.
Van een mijner vensters kijk ik juist op de deur
met den koperen klopper en soms, als die deur
wordt geopend, zie ik er den trouwhartigen kop van
een klein, met groenten of vruchten beladen ezeltje,
dat gelaten wacht tot zijn baas de zaken heeft afge
daan, om clan weder verder te trekken. Een dezer
dagen hoorde ik evenwel in het straat een wild ge
rucht, een donker gebrul, dat beangstigend klonk.
Iemand buiten bracht den koperen klopper in be
weging en toen de Russische dame de deur had ge
opend, zag ik er een grooten kameel voor knielen,
een kameel, wiens machtige stem het geheele
straatje met wild gerucht vervulde. Zwaar beladen
met brandhout was het geweldige dier, brandhout
van ergens ver van de bergen, dat door twee Iraan
sche houthakkers gedragen werd naar den kelder,
want reeds nu beginnen de menschen te rekenen
met den winter, die hier immers zeer streng kan
zijn.
In den nacht, als de blceke maan hoog staat en
haar zilveren licht neerstraalt op de slapende we
reld en sprenkelt door het dichte bladerdak in mijn
hof, dan wordt deze hof tot een sprookjestuin, waar
in de boomen soms zacht fluisteren, en de onzicht
bare krekels voortdurend hun vreemd roepen laten
hooren.
Nu spoedig echter, wanneer de vruchten der gra
naatappelboomen rijp en bloedig zullen zijn gewor
den, zal ik verder moeten trekken, door woestijnen
en over bergen, door nieuwe landen, nieuwe avon
turen tegemoet, maar als de herinnering aan een
klein, aardsch paradijs zal dan de herinnering aan
mijn kamer en mijn hof in mij blijven.
J. K. BREDERODE.
„Het Engelsche volk gelooft aan den Vol
kenbond als zijnde de beste methode om
de idealen van den vrede en de ge
rechtigheid te handhaven."
De Londensche bladen geven uitvoerige voorbe
schouwingen over de zitting van den Volkenbonds
raad, welke Woensdag zal aanvangen.
De „Times" zegt o.m., dat Eden te Genève een
betrekkelijk rechten weg voor zich heeft. Achter
Eden staat het Kabinet en ook de openbare meening
des lands. Het Britsche volk gelooft aan den Vol
kenbond als zijnde de beste methode om de idealen
van den vrede en de gerechtigheid te handhaven,
wat ook te Genève zal gebeuren om te trachten deze
methode te vernietigen. Het land verwacht van zijn
vertegenwoordiger, dat hij zijn Volkenbondskaarten
zoo goed mogelijk uitspeelt. Het blad zegt, dat dit
de oude these is, waarin de Britsche buitenlandschc
politiek in de laatste weken is gevoerd. Het Foreign
Office en de Britsche pers hebben een verstandige
onverschilligheid betoond tegenover de erbarmelijke
toon van anti-Engelsche lasteraars. Het Foreign Of
fice heeft langs den rechten diplomatieken weg ge
werkt om Italië tot matiging te brengen en tegen
over Abessynië werkelijkheidszin te betrachten en
vooral gestreefd naar een samenwerking met Frank
rijk. Daarom zal de positie van Eden des te sterker
worden. In de laatste 24 of 48 uren hebben zich wel
kome aanwijzingen voorgedaan, dat de Britsche hou
ding tegenover de Italiaansche oorlogsdreiging in
haar onzelfzuchtigheid en eerlijkheid beter te doen
begrijpen. Frankrijk staat voor de keus of een be
langrijke schakel in den keten van zijn vriendschap
pen prijs te geven, of de volledige ineenstorting van
den Volkenbond -te riskeeren. De beslissing, welke
Mussolini Frankrijk heeft opgedrongen, zal niet ge
makkelijk vallen.
De „Daily Telegraph" verklaart, dat indien Musso
lini vasthoudt aan zijn wil den oorlog te beginnen,
de Britsche regeering vastbesloten is het annaraat
van den Volkenbond in praktijk te brengen. Dit ap
paraat zal evenwel niet in werking treden, indien de
stemming der naties niet unaniem is. Eden zou gis
ter bij zijn bespreking met Laval op dit punt belang
rijke opheldering verkrijgen. Indien Frankrijk te
Genève niet zal samengaan met Engeland, zal de
Volkenbond in zijn doel te kort schieten. Bij een der
gelijke stand van zaken is de collectieve veiligheid
verdwenen.
De „Daily Herald" hoopt, dat de autoriteit' van
het recht zal worden gehandhaafd. Indien de we
reld de wet niet beschermt, zal zij aan de verach
ting worden prijs gegeven. Het blad wijst erop, dat
een optreden slechts zou kunnen bestaan uit een
collectieve actie.
De „Daily Express" is van meening, dat het niet
tot een oorlog zal komen. Italië is in geval van de
toepassing van sanctie-maatregelen door Groot Brit-
tannië, Frankrijk en de kleinere staten, met inbegrip
van Joego Slavië, hiertegen niet opgewassen. Indien
geen sanctie-maatregelen tot stand zullen komen, zal
het evenmin tot een oorlog komen, aldus het blad,
voor zoover het Groot Brittannië. betreft, omdat dit
land niet alleen uit naam van den Volkenbond zou
kunnen handelen.
Havenarbeiders weigeren Italiaansch
schip te laden.
Kaapstad, 2 Sept. De havenarbeiders weigeren
het Italiaansche stoomschip „Sabbia" te laden, dat
hier een lading bevroren vlcesch, bestemd voor de
troepen in Oost-Afrika zou innemen.
De arbeiders weigeren omdat zij niet willen mede
werken aan een oorlog.
De beslissing hiertoe is genomen op een vergade
ring van den Bond van Havenarbeiders»
Ze kunnen niet slechter, worden, want ze
zijn het reeds.
New York. New York Times bespreekt in een
hoofdartikel de verklaring van staatssecretaris Huil
en schrijft dat wanneer Huil zegt, dat de betrekkin
gen tusschen de Vereenigde Staten en Sovjet Rus
land slechter zouden worden, indien de Sovjet-re
geering geen rekening houdt met de Amerikaan-
sche protesten, men moet zeggen, dat de betrekkin
gen inderdaad reeds slechter zijn geworden. De ver
wachtingen, welke twee jaar geleden de erkenning
van Sovjet Rusland hebben vergezeld zijn thans bij
na vernietigd. Alle kwesties zouden op de meest
vriendschappelijke wijze worden opgelost, doch in-
tusschen is nauwelijks een dezer kwesties tot op
lossing gebracht.
Het geschil over de Russische schulden is voor
onbepaalden tijd verdaagd, een bevredigende over
eenkomst inzake de schulden is niet verkregen,
terwijl de Amerkiaansche export naar Rusland niet
toeneemt, doch vermindert. Het blad noemt dit een
teleurstellend resultaat voor de regeering van
Washington, welke zoo welgemoed de toenadering
tot de Sovjet ter hand heeft genomen.
Een vastberaden beslnit om het nieuwe
heidendom te overwinnen.
Londen. De „Daily Telegraph" meldt uit Berlijn,
dat het vastberaden besluit der R.K. Kerk „het
nieuwe heidendom te overwinnen, evenals het oude
is overwonnen neergelegd is in een herderlijk
schrijven, dat Zondag van den kansel is afgelezen.
Dit schrijven is geteekend door drie kardinalen en
24 aartsbisschoppen en bisschoppen.
II etschrijven beteekent de meest formidabele mo-
reele aanval op de wijze, waarop de nationaal-socia-
listische regeering kerkelijke kwesties wenschl te be
handelen.
De ouders worden gewaarschuwd hun kinderen
slechts toe te staan slechts toe te treden tot die
jeugdorganisaties, welke een waarborg vormen voor
den eerbied voor religie en zuiverheid van zeden.
De bisschoppen hebben Hitier een memorandum
gezonden, waarin zij speciaal de aandacht vestigen
op het gevaar van het misbruik maken van de te
krachtige maatregelen, welke worden voorgesteld
om het probleem van de kerk op te lossen.
BUS CARBID ONTPLOFT.
Groningen. Zaterdag werd te Winsum ter gele
genheid van den Koninginnedag een gondelvaart
gehouden. In een van de booten bevond zich een jon
geman, die een bus carbid bij zich had. Hij had de
onvoorzichtigheid deze aan te steken, waardoor de
bus tot ontploffing kwam. De jongeman, de 28-jari-
ge A. B. uit Winsum, kreeg de bus tegen het gezicht
en bekwam ernstige hoofdwonden. De naast hem
zittende H. S. kreeg verwondingen aan het been. Na
verbonden te zijn konden zij naar huis terugkeeren.
MILLER WAGNER GEVLUCHT.
New York. De zwendelaar en valsche munter
Miller Wagner, die reeds herhaalde malen in Oos
tenrijk, Zwitserland en de Vereenigde Staten is ge
straft, is Zaterdag uit de gevangenis ontvlucht.
Met behulp van aan elkander geknoopte lakens
liet hij zich uit het raam zakken. Hij belandde in een
drukke straat, waar een auto wachtte. Voor de toe
schouwers van hun verbazing waren bekomen, was
Miller Wagner verdwenen.
M o n t r e a 1. Een Amerikaan, een Canadees
en een Engelschman zijn de eenige overlevenden in
den zonderlingsten wedstrijd, welke ooit is gehou
den. In werkelijkheid is het geen wedstrijd meer,
want de drie hebben 't op een accoordie gegooid om
de te wachten voordeelen bij een eventueel winnen
van den wedstrijd te deelen.
In 1928 begonnen 642 personen een wedstrijd,
waarvoor de Rockefeller Foundation en het Mavo In
stituut voor 14.000 pond sterling aan prijzen uit
loofden. Deze was uitgeschreven ten einde de physi-
sche reacties op menschelijke wezens op verschillend
voedsel en onderscheiden levensomstandigheden te
ontdekken. Sedert dien zijn zes personen vermoord,
73 zijn er zelf dood gegaan, en alle anderen heb
ben op drie na de regels op een of andere wijze over
treden.
De Amerikaan Is Frank Fielding. van Minnesota,
die sinds 1928 75.600 mijl op rol- en ijsschaatsen, per
ski en per rijwiel heeft afgelegd. Volgens de regels
mag hij niet slapen op iets. dat zachter is dan een
stoel of een tafel, en er is bepaald, dat hij tachtig
mijl per dag moet afleggen. Al deze verrichtingen
moeten geschieden op vloeibaar voedsel.
Wanneer hij en zijn mede-dieetliidere. Morris Wal
ton, uit het Engelsche Liverpool en Jack Richards
uit Winnipeg in den staat Manitoba. het uithouden
tot de twaalf jaar van den wedstrijd er op zitten,
zullen zij de belooning samen deelen.
De Engelschman is op geconcentreerd voedsel ge
steld, en de Canadees is het best. althans het minst
slecht af. Al wat hij te doen heeft, is te eten als
een gewoon mensch, eiken morgen tachtig mijl ver
der te zijn, dan de plaats waar hij zich gisteren be
vond, en tot 1940 rechtop slapen.
Wanneer Frank Fielding het eind van den wed
strijd haalt, zal hij net als een zuigeling aan vast
voedsel worden gewend, hebben de doctoren heim
al laten weten. Natuurlijk kan het geval zich ook
voordoen, dat de man er dermate aan gewend is
om een levende melkflesch op rolschaatsen te ziln,
dat hij nooit meer naar het. leven van den dood-
gewonen sterveling terug wil.