De Zonsopgang.
Wallace lieery's
Carrière.
Kabouter=Avonturen. Stan en Pol bij de kinderen.
Vrij bewerkt naar het Engelsch,
door SIROLF.
(Nadruk verboden
Alle rechten voorbehouden).
MEN kan mij gelooven of
niet, maar als ik geweten
had, dat ze in Alpenstein
een zonsondergang zoowel als een
zonsopgang hadden, dan zou ik er
niet heen gegaan zijn om mijn
vacantie door te brengen. Ik had
in de reisgids gelezen over het
mooie uitzicht over het Tannen-
wald en over de donderende wa
tervallen van Steinendorf en het
kasteel uit de twaalfde eeuw op de
Drachenburg en over de oude
vrouw met de bakkebaarden.
Maar er stond beslist niets in de
reisgids over zonsopgangen. En
het bleek, dat men zonsopgang be
slist vanaf de top van de Schnerz
alp moest zien.
Nu heb ik over de zon zoo mijn
eigen, nuchtere ideeën. Ik vind
dat de zon zonder drukte moet op
komen. Af en toe kan hij een
soort van jubileum houden of zoo,
maar als regel moet ik ervan op
aan kunnen dat hij opkomt, zon
der dat ik erbij hoef te zijn. Als j'e
's morgens opstaat, moet de zon
al op zijn, net zooals de dienst
bode in een groot gezin.
Maar in Alpenstein mocht een
mensch gewoonweg zijn eigen
denkbeelden niet hebben. Alpen
stein had een heel speciale, bijzon
dere zonsopgang en geen fatsoen
lijk toerist kon het dorp verlaten,
zonder het schouwspel van den top
van de Schnerzalp te hebben ga
degeslagen. Als je protesteerde,
dan riepen de inwoners veront
waardigd en gegriefd: Maar, me
neer!, alsof je ze ik weet niet wat
had aangedaan. En de andere toe
risten keken Je medelijdend aan
en vroegen: Maar me goeie man.
waar ben jij dan eigenlijk voor
hiernaartoe gekomen?
Ik kwam hier om die oude vrouw
met de bakkebaarden te zien,
Vertelde ik een van hem.
De ouwe wat-met-de-wat?, ant-
woordde hij.
Ik liet hem mijn reisgids zien.
Maar hij had nog nooit ouwe
vrouwen met bakkebaarden hier
gezien, beweerde hij. Ik trouwens
ook niet. Zoodat ik beslist een
briefje aan den uitgever van de
Reisgids zal schrijven.
Gedurende een week slaagde ik
erin de zonsopgang te ontsnappen
doch op den achtsten dag besloot
ik dan maar eindelijk toe te ge
ven, dan was ik er af. En ik stem
de toe me bij een zonsopgang-
clubje aan te sluiten. Het mooie
was, dat we nog wel een paar uur
eerder ervoor moesten opstaan
dan de zon, omdat het twee uur
klimmen was naar de top van den
Schnerzalp en er nog een half
uurtje extra gerekend werd voor
ongelukken als verstuikte enkels
en zoo.
Toevallig was er dien avond te
voren een leuk dansavondje en ik
had j'uist kennis gemaakt met een
alleraardigst meisje, maar ik
moest om half twee opstaan. Ik
ging dus naar bed. mezelf afvra
gend, op welke wijze een mensch
om 's nachts halftwee wakker
zou kunnen worden. Toen kreeg ik
de schitterende inval om niet
wakker te worden.
Me eenvoudig te verslapen. Het
duurde wel een uur, voor ik in
slaap viel. Want een mensch moei
natuurlijk eerst in slaap vallen,
wil hij zich kunnen verslapen. En
toen bonsde er iemand om half
twee op mijn deur! Ik gromde al
lerlei slechte dingen en het werd
rne opeens duidelijk, hoe iemand
ertoe kan komen de hand tegen
zijn naaste op te heffen. Om de
drie minuten werd het geroffel op
de deur herhaald, zoodat er geen
uitweg mogelijk was.
Wat opgekikkerd door een hee-
te kop thee of koffie daarover
liepen de meeningen uiteen, doch
ik geloof dat het allebei was
begonnen een tiental zonsopgang-
speurhonden in de duisternis de
Schnerzalp te bestijgien. „Als een
van U zijn toorts over den af
grond laat vallen, spring hem dan
niet achterna, hoor!", waarschuw
de de gids, waarop we allen na
tuurlijk plichtsgetrouw lachten, ge
lijk hoeren met kiespijn. De aT-
pennacht Is vol vreemde geluiden.
Het eerste uur hoorden we, be
halve hijgen, puffen, knorren,
trommelen en soms (ik schaam
mij het neer te schrijvend vloeken,
vijf watervallen, tien bercrstroo-
men en zes en tachtig rotsblok
ken, die in de ravijnen stortten.
Voorts een tweetal aardbevingen,
De tweede aardbeving vond halver
wege plaats, toen ik met mijn
hoofd tegen een hut stootte. Wat
is dit?, vroeg ik. Een herberg7
Nee, een reddingsstation, verklaar
de onze gids. Nu een beetje dicht
bij elkaar blijven, lieeren, want nu
wordt het een beetje moeilijker.
Nu, ik geloof niet dat het wer
kelijk ernstig gevaarlijk was. Want
er was altijd nog wel een hand
breed ruimte tusschen ons en de
afgronden. En ten slotte zouden
we toch niet veel meer dan een
duizend meter diep gevallen zijn.
Maar wat mij persoonlijk griefde,
was de gedachte dat daar beneden
nu alle menschen heerlijk warm
en zacht en gemakkelijk in hun
zalige bedden lagen, terwijl wij
bij nacht en ontij naar boven wor
stelden, terwijl zij daar geen
flauw vermoeden van hadden!
Toen we de top van de Schnerz
alp naderden, werd het wat lich
ter en begonnen we flauw iets
van het fraaie landschap te ontwa
ren. Grijze bergtoppen schoten om
hoog, wat iemand die in een vlak
land geboren is, wel wat duizelig
maakt. Ik besloot dus sterk aan
vlak land te denken en ik raakte
daar zoo in verdiept, dat ik bijna
doorgeloopen was, toen we den
top al bereikt hadden.
Prachtig, riep de gids uit. We
zijn mooi op tijd! Over een kwar
tier begint de pret.
Ik ging met mijn hoofd op mijn
armen liggen. En nu zal men na
tuurlijk verwachten, dat ik ga ver
tellen, dat de wolken kwamen op
zetten en dat de zonsopgang on
zichtbaar was! Niets daarvan! De
wolken dreven weg en de zons
opgang werd een van de schoonste
„Ik moet drie pond aardappels hebben, maar van
die heele grooteü!"
„Wel, wel, je moeder neemt anders toch altyd
kleine aardappels!"
„Jawel, maar vandaag moet ik ze schillen!"
die men ooit in Alpenstein op de
Schnerzalp beleefde. De kwestie
was alleen, dat ik in slaap ben ge
vallen en pas wakker werd, toen
bet achter den rug was.
Pech! zei de gids, terwijl ik
mijn oogen uitwreef en mijn zon
nebril opzette. Maar dat hindert
niets, morgen kunt U weer mee!
VAN CIRCUSCLOWN TOT
FILMSTAR.
Eenige dagen geleden be
zocht de bekende Ameri-
kaansche filmacteur Wal
lace Beery ons land.
Wallace Beery heeft, zooals hij
zelf zegt, honderd beroepen tege
lijk, waaraan hij zich slechts een
paar weken wijdt. „Men kent mij
eigenlijk alleen maar als filmac
teur", verklaart hij, „wat ik verder
nog ben weten zeer weinigen.
Wanneer ik een film klaar heb,
dan verdwijn ik voor een paar
weken. Niemand weet waar ik ben
Officieel heet het, dat Wallace
Beery vacantie heeft. Waar? In
de bosschen van Arizona op de
buffeljacht. Daar zal mij beslist
niemand zoeken. Intusschen vlieg
ik een passagierstoestel van Los
Angel es naar San Francisco en te
rug. Ik ben in bet bezit van bet
brevet voor befoepspiloten en pro
fiteer daar ook van. Ik zet een
zonnebril op, trek de pet diep over
het voorhoofd en vlieg volgens het
reisschema drie keer per week
mijn aeroplaan. Mr. Beery zeggen
de menschen tegen mij, zonder te
beseffen, dat ik „Wally" ben. Van
een piloot Beery zou men niet ge-
WALLACE BEERY.
looven, dat hij de filmstar is en
omgekeerd."
Beery's hartelijke handdruk voelt
men nog een half uur later.Zes
voet groot en bijna tweehonderd
pond zwaar is Beery de Goliath
onder de stars van Hollywood.
Wanneer men hem alleen op een
diner uitnoodigt, moet men voor
zes menschen opdienen. Meestal
gaat Beery dan nog hongerig van
tafel. „Mijn eetlust dateert nog uit
mijn circustijd", zegt hij dan goed
moedig glimlachend, „indertijd
kreeg ik nooit genoeg te eten,
hongerde dagenlang en gaf mijn
portie aan de olifanten, opdat ze
toch maar rustig zouden blijven.
Nu moet ik het verzuimde nog
steeds inhalen."
De Ringling Brothers, waarbij
zich de zestienjarige Beery aan
sloot, toen hij er van door ging,
omdat het schoollokaal hem te
nauw geworden was, bezaten de
grootste tamme olifantenkudde,
die Amerika ooit gekend heeft.
Wally moest deze niet altijd even
goed gehumeurde beesten dage
lijks wasschen. Ook de verzorging
van andere roofdieren werd hem
toevertrouwd. Een keer stortte hij
over een zwarte panter een emmer
ijswater uit. De litteekens van deze
ontmoeting zijn heden nog duide
lijk op zijn gezicht te zien. Het
linker handgewricht brak hij bij cie
val van een wilden mustang toen
hij zijn geluk als cowboy op een
groote randh probeerde. En de ge
weldige neus wekt herinneringen
op aan zijn korte loopbaan als
bokser. Beery speelt in de film
bijna steeds slechts rollen, die hij
ook in het leven gespeeld heeft.
„Met uitzondering dan der gang
sterrollen", voegde hij er kalmee-
rend aan toe.
Zijn tooneelcarrière begon hij als
vrouwenimitator. Hij verscheen
als de „dame met de baard" en In
andere groteske verkleedingen op
het tooneel. Daarmee maakte hij
naam. Later speelde hij dergelijke
rollen in de eerste filmstudio's
van Ghicago. Daar ontmoette hij
zijn eerste vrouw Gloria Swanson,
van wie hij reeds lang gescheiden
is. Hij speelde komische rollen
voor de film en op het tooneel,
maakte een tournée door Japan,
ging daar failliet en begon in
Amerika weer opnieuw. Zijn groo
te kans kwam pas toen hij in een
korte film de rol van roov er hoofd*
inan mocht spelen. De geboren
tramp had eindelijk zijn genre ge
vonden. Als „bad man" werd hij
weldra populair. Jarenlang speel*
de hij schurken en gangsters,
voordat de geluidsfilm hem in de
gelegenheid stelde karakterrollen
te vervullen. Thans is hij de best
betaalde mannelijke star van Hol
lywood. Hij overleefde de Wall-
strectkrach en is millionnair geble-.
ven. Hij kreeg geweldige honora
ria, verdiende millioenen en gaf
slechts weinig uit.
De eenige luxe, die Wallace Bee
ry zich permitteert kost hem niet
veel. Hij jaagt en vischt graag,
vliegt in zijn weekend naar de
bosschen van Arizona, landt op de
een of andere plek en gaat alleen
op dg jacht. Hij braadt de jacht
buit boven een kampvuur, blijft
in een tent slapen en vliegt de
volgende dag weer naar Holly
wood terug. „De benzine kost na
genoeg niets," merkt hij meesmui
lend op, „en dat sla ik er nog uit,
wanneer ik de rest van mijn buit
verkoop." Soms vliegt hij naar
Montana om daar forellen te vis-
schen. Hij- eet niet graag visscilien
en verkoopt zijn vangst gewoonlijk:
voor een paar gallon benzine. Wan
neer hij eens echt bij wil komen,
dan klimt hij met zijn vliegma
chine tot een hoogte van duizend
meter, draagt de leiding over aan
een piloot, gaat in een luie stoel
liggen om een paar uur te slapen,
terwijl het vliegtuig voortdurend
boven Hollywood cirkelt.
Beery zal binnen afzienbaren tijd
te Londen een film draaien, zoo-
dat. men den beroemden Ameri
kaan dan vaker in de verschillen
de F.uropeèsche landen in levend©
lijve zal kunnen zien.
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
dat een dubbeltje, zoolang het in.
omloop is, ongeveer door de han
den van 125.000 menschen gaat?
dat er in Engeland evenveef rat
ten als menschen zijn?
dat elke rat per dag ongeveer 5
cent, elke muis voor ongeveer iVz
ct. opeet, en ze dus samen per Jaar
1200 millioen gld. schade berokke
nen? En dat alleen in Engeland?
d a t de Chineezen reeds 250 jaar
vóór Chr. de zijde kenden en daar
van rijke weefsels en borduursels
maakten
d a t de Chineesche muur 2450
kilometer lang is en genoeg steenen
bevat, om er een dunne, niet al te
hooge muur van te bouwen, die den
aardbol twee keer zou omspannen?
28. Nauwelijks was Juf verdwenen of de kinderen
kwamen weer met hun hoofden boven het dek. Het
was nu echter donker geworden en van het kabou
tertje was niets meer te zien. „Waar zou hij geble
ven zijn," vroeg Anneke zacht aan Bert. „Hier ben
ik," zei Stan, terwijl hij op het bed sprong. „Jullie
moeten stil zijn, onderwijl zal ik de kous stoppen
en jullie Iets veiiellen.
29. Uit een van zijn zakken haalde hij een glim
wormpje, wat voor een kaboutertje het zelfde is als
een lantaarntje voor de menschen. Ademloos keken
■de kinderen toe, hoe de naald als van zelf door de
kous heen en weer ging. „Hoe kan dat," vroeg An-
netje, ik zie je niet, en ik kan j'e wel voelen.
30. Stan vertelde nu aan de kinderen hoe het kwam
dat hij voor hen onzichtbaar was. „Wat leuk" zei
Bert, dat kunstje zou ik ook wel willen leenen.
Stan legde hem echter uit dat alleen kaboutertjes
■dit konden. Inmiddels was de kous klaar en Stan
deze weer netjes bij de andere kleertjes op
den stoel.