Be Engelsche pers over de
Charles Rex ss=
Duitsch stoomschip bij
Borkum gestrand.
De storm van Dinsdag.
Groote boerderij op Texel afgebrand.
Aanvaf op een politiebureau in Polen
De affaire Jacob.
Spoorwegongeluk bij Genua.
Schag en-nieuws.
GEUL. ZONDAGSBLAD
Ethel M« De IK
DE BEMANNING, BESTAANDE UIT TWAALF
KOPPEN, DOOR DE MOTORREDDINGBOOT
„INSULINDE" VAN DE NOORD-ZUID-
HOLLANDSCHE REDDING MIJ.
VAN BOORD GEHAALD.
Oostmahorn. Gisternacht heeft de motor
reddingboot „Insulinde" van de Noord- en
Znidhollandsche Redding Mi), onder com
mando van schipper Mees Toxopens, op het
Borkummer Rif tijdens het zware storm
weer een uiterst moeilijke redding volbracht.
Dinsdagavond werden door de stoomloodsboot nr.
22, welke voor de monding van de Eems kruiste,
noodseinen waargenomen van een stoomschip, dat
op het Rif bleek te zijn gestrand. Onmiddellijk wer
den deze seinen doorgegeven aan de kuststations,
waarna te omstreeks middernacht de Duitsche mo-
•torreddingboot „Nebeltau" van het eiland Borkum
en de „Insulinde" van Oostmahorn vertrokken. De
„Insulinde" arriveerde te 4 uur gisterochtend op het
Borkummer Rif. Er stond een heel zware zee en de
boot stootte herhaaldelijk tegen den grond. Men be
vond zich in de onmiddellijke nabijheid van het
wrak van een trawler, welke daar in 1918 was ge
strand en welker bemanning destijds eveneens door
schipper Toxopeus, toen met de reddingboot „C.A.
iden Tex", werd gered.
Aangezien het pikdonker was, viel niets te begin
nen en moest het daglicht worden afgewacht. De
Duitsche reddingboot was ook in de buurt, doch was
niet in staat langszij te komen.
Tegen half zes gelukte het de „Insulinde" het ge
strande schip, dat bleek te zijn het Duitsche s.s.
„Bramof" metende 900 ton, geladen met graan en
met bestemming Rotterdam, te naderen. Het pchip
bevond zich ongeveer twee mijl uit den wal van Bor
kum.
De situatie was uiterst gevaarlijk, want de „Insu
linde" werd herhaaldelijk door de kokende golven
opgenomen en tegen het Duitsche schip- gesmakt,
waardoor de boot beschadigingen opliep, o.a. aan
den stootgordel. Acht der opvarenden van de „Bra
mof" slaagden erin inhet springnet van de „Insulin
de" te springen en konden aldus in veiligheid wor
den gebracht. De vier anderen werden op andere
Wijze van boord gehaald. De „Insulinde" is daarop
naar Borkum gegaan en heeft daar de bemanning
aan wal gezet. De schipper rapporteerde dat aan
boord van de „Bramof" alles van dek was geslagen
en dat de kaartenkamer in elkaar was gedeukt. De
„Insulinde" is naar haar standplaats teruggekeerd.
Voor zoover kan worden nagegaan is dit een van
de zwaarste reddingen geweest, door de „Insulinde"
verricht. Het is de tweede maal, dat deze redding
boot vlak onder Borkum haar assistentie heeft ver
leend. In 1928 n.1. werden daar vijf man van een
Duitsch stoomschip gehaald. Toen was de Duitsche
reddingboot, de „Hindenburg", ook niet in staat om
bij het schip te komen.
Het geval wil dit keer, dat de „Insulinde" geen ver
zoek om assistentie had ontvangen, maar er op
eigen gelegenheid op uit was getrokken. Met deze
redding heeft zij wederom een uiterst kranige pres
tatie geleverd.
Zeven dooden in Engeland.
De hevige storm, die Dinsdag gewoed heeft heeft
in totaal in Engeland zeven dooden geëischt. Boven
dien zijn talrijke personen gewond en is ontzaggelijk
veel materieele schade aangericht. Bijna 20.000 tele
foonverbindingen werden gestoord. Een aantal steden
en honderden dorpen waren urenlang van ieder
verkeer afgesneden. Uiteraard hebben vooral de
plaatsen aan de kust veel te lijden gehad.
De Cocksdorp.Gistermorgen is nabij De Cocks-
dorp de groote boerenhofstede „Sir Robert Peel" ge
heel in de asch gelegd.
Te omstreeks tien uur werd de brand ontdekt in
de keuken, waar men bezig was met het bakken
van brood. Het vuur greep toen reeds zoo snel om
zich heen, dat aan blusschen niet te denken viel. Bin
nen een uur was het woonhuis en de aangrenzende
groote schuur, welke geheel met graan gevuld was,
geheel afgebrand. Toen de brandweren van Den
Burg en Oosterland ter plaatse kwamen was hun
hulp niet meer noodig. De boerderij, welke bewoond
werd door den heer W. Witte, was eigendom van
Jhr. M. Verduynen.
Door feugdafdeeling van de oppositioneele
Nationale Partij. Een meisje gedood.
Warschau. Te Krzywinia (Kriewen) in het
district Kosten heeft êen jeugdafdeeling van de oppo-
sitioneele Nationale Partij een aanval gedaan op
het politiebureau om te trachten eenige arrestanten,
die gepoogd hadden te demonstreeren, te bevrijden.
Bij de aanvallers voegden zich andere groepen en
tenslotte zag de politie zich geplaatst tegenover een
menigte van 300 personen die van steenen en re
volvers gebruik maakten. Hierdoor was de politie ge"
dwongen het vuur te openen tengevolge waarvan 5
personen, waaronder twee meisjes gewond werden.
Een der meisjes is- intusschen overleden. De politie
slaagde er in de orde te herstellen.
De ..Kurjer Poranny" eischt. dat de leider der Na
tionale Partij ter verantwoording wordt geroepen,
daar zij de jeugd ophitst. Door de intriges van deze
Partij, aldus schrijft het blad. is ook president Ma-
roetsjitsj doodgeschoten. Ten laste van deze Partij
komen ook de botsingen aan verschillende univer
siteiten, de boerenonlusten in Galicië en de botsin
gen bij de jongste verkiezingen voor de Sejm.
MAN DOOR VALLENDEN BOOM GEDOOD.
De storm, welke Dinsdagmiddag te Voorst woedde,
heeft één slachtoffer geëischt.
Een zware beuk. welke in den tuin van het Rust
huis der Ned. Herv. Gemeente stond, knapte af en
sloeg door een ruit van het rusthuis. Een der ver
pleegden, de 65-jarige Eilander die juist onder den
boom bezig was met het poten van plantjes, werd
onder de zware takken bedolven en zoo ernstig ge
wond. dat hij eenige uren later overleed. Ook aan de
boomgaarden in de omgeving van het dorp heeft
de storm groote schade aangericht.
Salomon Jacob in handen gesteld van
de Zwitsersche autoriteiten.
Berlijn. Zooals men zich herinneren zal was
ter oplossing van het geval-Jacob, ontstaan doordat
de journalist Salomon Jacob door Duitsche ambte
naren uit Zwitserland over de Duitsche grens ge
sleept en in Duitschland gearresteerd werd, een
scheidsgerecht ingesteld. Het onderzoek van dit
scheidsgerecht heeft uitgewezen, dat een onderge
schikt Duitsch ambtenaar op ontoelaatbare wijze
opgetreden was. Deze ambtenaar is reeds eenigen
tijd geleden disciplinair gestraft.
Op grond van dit resultaat van het onderzoek is
Salomon Jacob gisteren in handen gesteld van de
Zwitsersche autoriteiten. Jacob is onmiddellijk in
arrest gesteld.. De Bondsraad heeft besloten hem
spoedig uit het land te wijzen.
DE HANDHAVING VAN ONZEN
GULDEN HEEFT HUN GROOTSTE
BELANGSTELLING.
LONDEN, IS Sept. (A.N.P.): De „Times" schrijft
met betrekking tot de door de Nederlandsche regee
ring aangekondigde bezuinigingen, dat deze nood
zakelijk deflationistisch zijn en dat zij moeten leiden
tot verlaging van den levensstandaard, doch dit is m
ieder geval onvermijdelijk. Door devaluatie zouden dc
nieuwe bezuinigingen en belastingen voor een jaar
vermeden kunnen worden, maar devaluatie zelf zou
reeds een verlaging van den levensstandaard beteeke-
nen. .Bovendien is de winst, die door devaluatie zou
worden gemaakt een niet terugkeerende winst, en het
budget-probleem zou door een dergelijken maatregel
alleen worden uitgesteld, tenzij intusschen een be
langrijke verbetering van den handel zou intreden.
Een duurzame oplossing van de economische moeilijk
heden van Nederland kan alleen worden gevonden
in een opleving van den internationalen handel, het
geen een hervatting van het internationale betalings
verkeer en een stabilisatie der valuta's beteekent, dat
wellicht inhoudt, dat Nederland zou kunnen worden
genoodzaakt tot eenigen maatregel, voor devaluatie.
De „Fin. News" geeft als zijn meening te kennen,
dat het programma, dat door de regeering in de
Troonrede is uiteengezet, een vergulde pil is, die
waarschijnlijk slecht zal smaken. Het feit, dat een
verdere belasting verhooging niet te ontwijken was om
de regeering in staat te stellen voort te gaan met ne
men /an sociale maatregelen,was min of meer verbor
gen in een lange opsomming van plannen om den
handel te bevorderen, aan de industrie een uitbreiding
te geven, nieuwe ondernemingen op te richten en het
werkverschaffingsplan uit te breiden. De lang ver
wachte bezuiniging en het in evenwicht van het bud
get werd gedaan op een wijze alsof aan het pu
bliek een cadeautje wordt gedaan.
Voortgaande merkt het blad op, dat in het pro
gramma van Dr. Colijn is opgenomen een geleidelijke
vervanging van de quota's en de overeenkomstige in
voerbeperkingen, een onderzoek naar de mogelijkheid
van een opvoering van de industrieele bedrijvingheid,
teneinde op die wijze de werkloosheid te doen afne
men en voorts steun aan de scheepvaartmaatschap
pijen en bestrijding van de werkloosheid door liet ten
uitvoer leggen van publieke werken en tenslotte uit
gaven ten behoeve van de Nationale 'Verdediging.
Niets zou meer „reflactic" kunnen beteekenen dan dit
programma en niets minder in overeenstemming met
de belangen van het handhaven van den gouden
standaard. Wanneer wij een overeenkomst maken
met Frankrijk, dan wordt het duidelijk, dat Dr. Co-
lijn thans gekomen is in de Flandin-phase van den
gouden standaardypolitiek, de phase van tegenspraak
bestaande in het verdedigen van den gouden stan
daard en het "uitbreiden van een binnenlandsch eco
nomisch programma.
Het blad meent, dat de opvatting in financieele
kringen is, dat voor het oogenblik de crisis van den
gulden van een tijdelijk karakter is geweest en dat
onmiddelijke vrees voor haar stabiliteit niet behoeft
te bestaan.
De Fin. Times schrijft, dat het handhaven van den
gulden nog den grondslag vormt van de Ned. politiek
zooals uiteengezet door Dr. Colijn. Dit is het meest
opvallende punt, dat uit de mededeelingen in de Ne
derlandsche Volksvertegenwoordiging naar voren is
gekomen en het is er niet minder belangrijk om, door
dat dit algemeen werd verwacht. Het goudblok heeft
het afvallen van België overleefd, doch de gulden
speelt op internationaal financieel gebied een veel
voornamer rol dan de Bclga. Indien Holland tot deva
luatie zou overgaan, zouden de gevolgen daarvan zoo
wel economisch als financieel veel ernstiger zijn.
Frankrijk en Zwitserland zou het klaarblijkelijk niet
meer zoo gemakkelijk heben om den gouden
standaard zelf te handhaven. De vrees voor een nieu
wen monetairen oorlog zou natuurlijk weer opkomen,
doch dan op intensiever wijze. Het is natuurlijk zeer
goed mogelijk, dat het gevolg zou zijn, een verder
naar beneden drukken van de guederenprijzen.waar-
door het herstel waarvan zich verschillende teeke
nen hebben voorgedaan, zou worden tegengegaan.
Het zullen dergelijke overwegingen zijn die Dr. Co
lijn aanleiding hebben gegeven om aan het goud vast
te houden eerder dan een overdreven gevoel voor be
houdendheid.
Milaan. Dinsdag heeft zich op hot station Ner-
vi een ernstig spoorwegongeluk voorgedaan. Tenge
volge van het weigeren van een wissel, kwam de
sneltrein Turijn—Rome op een zijlijn van het sta
tion, waar hij in botsing kwam met een daar stil-
staanden goederentrein. De machinist van den snel
trein merkte den verkeerden wisselstand op en rem
de krachtig. Desondanks was de botsing zoo hevig,,
dat de beide laatste wagens van den goederentrein
volkomen vernield werden. Ook de bagage-wagen en
twee personenwagens van den sneltrein werden
zwaar gehavend. Bij het ongeluk zijn drie personen
zwaar en 2-1 licht gewond.
DE NEGUS STELT BELANG IN PAARDEN
RENNEN.
Parijs. De Fransche federatie van sportclubs
heeft Dinsdag medegedeeld, dat. keizer Haile Selas-
sie in al de spanning der huidige toestanden toch
blijkbaar nog gelegenheid heeft gevonden zijn ge
dachten een oogwenk op minder wereldschokkende
dingen te vestigen. Hij heeft de federatie n.1. ver
zocht om eenige exemplaren van de Fransche wetten
en reglementen betreffende paardenraces en wedden
aangezien hij van plan is een renbaan aan te leg
gen in Diredaoea.
Programma voor Zondag 22 September 1935.
Schagen 1Texel 1. Aanvang 2 uur.
D. Arnoldus
S. Grootes V. Vlottes
E. Rus R. Rus Jb. Molenaar
W. Rus D. Ruig G. J. Boontjes D. Schooii C. de Moor
Res. P. Boon.
Oudeschild I—Schagen II. Aanvang 2 uur. Vertrek
per trein 11.10 uur.
J. Everts
A. Slikker PI. Middelbeek
W. Moransart S. Breebaart P. Boontjes
S. Paulusma H. Veenstra J. Peetoom J. Weeland
G. Paulusma.
Wieringerwaard 2—Schagen 3. Aanvang 12 uur. Ver
trek per bus 11.15 uur.
T. Bijpost
D. Leeuwenkamp A. de Wit
G. Boontjes M. Slikker PI. Naber
A. Veenstra J. Boontjes W. v; Geelen J. Broersma
J. Franzen.
Res.: J. v. d. Oord, Jb. Simons, N. Blaauboer.
Bij eventueele verhindering af berichten vóór Vrij
dagavond bij V. Vlottes.
H.R.C. b—Schagen a. Aanvang 12 uur. Vertrek per
bus 11 uur.
P. Timmerman
A. Molenaar G. Schouten
C. Slikker G. Koch G. Zwaan
C. de Jager G. Anneveldt J. P. Wit P. Slik A. v.d. Pijl
Res. R. v. Haren, W. Geerts.
PI.R.C. e—Schagen b. Aanvang 1 uur. Vertrek per
bus 11 uur.
J. J. Slikker
P. Dekker S. Vries
J. Schram P. Hofland K. Klaijer
J. Slikker J. Heemsbergen J. v. d. Ben N. Prins
Res. Jb. Molenaar. J. Oostwouder.
Afberichten vroegtijdig bij de adsp. Commissie.
Heeren aanvoerders worden verzocht Zondagavond
de wedstrijdformulieren in te leveren bij C. Keijzer,
Lauriestraat 20, Schagen.
Kaarten voor Holland-Denemarken kunnen tot 3
October aangevraagd worden bij C. Keijzer.
De uitgevers van deze courant vestigen er de aan
dacht op dat bij hen verkrijgbaar is het
dat U iedere week 16 pagina's groot formaat, een
schat van foto's, een volledig verhaal, een boeiend
feuilleton, humoristische rnbriek enz. enz. geeft,
voor slechts 73 cent per 3 maanden.
Vraag nrat's proefnummer aan H* de administratie.
FEUILLETON
door
63.
Langzaam, heel langzaam kwamen de woorden
over de lippen van den zeeman, als sprak hij een
vreemde taal.
„Ze was als een vlinder, die van den vroegen
morgen te midden der bloemen speelt. Ze had den
open blik van een jongen, denzelfden durf, dezelfde
vrijheid van beweging. Haar onschuld haar be
koorlijkheid hij kreeg een prop in de keel en
moest die eerst verwerken, voor hij doorging. „O,
God, wat was ze lief!" snikte hij bijna.
Saltash sprong plotseling op. „Je moet wat drin
ken. Ga zitten, dan ga ik wat bestellen."
Hij was al weg, zonder de tegenwerpingen te hoo-
ren, die de ander maakte.
Larpent bleef staan, voortdurend voor zich uitsta-
rende, keerde zich eindelijk werktuigelijk om en
liet zich in een stoel vallen. Zoo zat hij voorover ge-
hogen met gevouwen handen, toen Saltash terug
keerde. Hij zag bleek en afgemat, als iemand die
groote vermoeienis heeft doorstaan. Saltash schonk
hem in en reikte hem het glas toe.
„Toe kerel, drink eens. Dat zal je opknappen!"
Larpent dronk langzaam, werktuigelijk en toen
zijn glas leeg was, keek hij Saltash met een flauwen
glimlach aan.
„Maar laat ik uw genoegen niet bederven, mylord."
„Wees toch niet zoo dwaas!" hernam Saltash.
Larpent zweeg eenige oogenblikken en sprak toen
op meer gewonen toon:
„Ik moest naar haar toe. God weet, wat haar na
zooveel jaren naar mij deed verlangen. Maar ik kon
niet weigeren. Twee dagen geleden kreeg ik de
boodschap. Ze zei, dat ze alleen was en stervende.
En daarom ging ik". Hij zweeg en wischte zich het
voorhoofd af. „Ik dacht, dat ze mij voor den gek
had gehouden. U hebt haar vanavond gezien. Zoo
was ze altijd vol leven prachtig! Maar ik was
naar haar toegegaan en voelde, dat ik haar niet
meer kon verlaten. Ze wilde ze wilde dat ik
haar weer tot me nam". Hij stond op en begon ze
nuwachtig op en neer te loopen, alsof hij op 't dek
van zijn schuit was. „U denkt dat ik gek was. Maar,
ik was haar eerste liefde en misschien was het be
slist dat. ik ook haar laatste wezen zou. Wanneer ze
was blijven leven, na vanavond, dan had ik haar
weer tot me genomen. Ze zou niet meer hebben ge
danst. Ik zou haar hebben weggehaald uit die slech
te wereld, die haar ongeluk is geweest. Ik zou haar
op de een of andere manier hebben gered!"
„Dat zou je niet!" zei Saltash. „Dat is even erg
als de derdcdaagsche koorts. Je zoudt er haar nooit
van hebben teruggehouden."
„Dat zou ik wel!" Larpent sprak met nadruk, doch
zonder bijzondere ontroering.
„Ik zou het hebben gekund, doch niemand anders
ter wereld. Ik heb je verteld, dat ik haar eerste lief
de was, en die vergeet een vrouw niet. Ik had macht
over haar, zooals geen enkele man. Ik was haar
echtgenoot."
„Wat!" riep Saltash uit.
Larpent bleef doorloopen met gebogen hoofd
„Ik was haar echtgenoot, maar ik was op zee en zij
aan land. En zoo heb ik haar verloren. Ze was niet
bestand tegen de verleiding. Die kwam tot haar,
toen ik aan den andoren kant van de wereld zat.
Toen ik terugkwam, was zc weg. En ik heb haar
nooit gevolgd. De zaak was hopeloos. Dan was de
een, dan de ander bij haar. Ik vaagde haar uit mijn
leven en liet haar gaan. Ik begreep toen niet, wat
ik nu weet, dat ik de macht had haar terug te win
nen en voor mij te behouden. Als ik dat had gewe
ten, was ik haar waarschijnlijk achterna gegaan. Wie
weet! Maar ik was toen te bitter gestemd om het
de moeite waard te achten. Ik ging weer naar zee en
liet haar aan haar lot over."
„En toch had je haar lief?" vroeg Saltash, met
iets in zijn gelaat, dat geen vroolijkheid was.
„Ik had haar lief. Ja. Als ik haar niet had lief
gehad, zou ik nooit zijn gekomen toen ze mij riep.
Dat is liefde, die sterft niet!"
Hij stond een oogenblik stil en hervatte toen zijn
loop. „U moogt erom lachen, en het noemen zooals
u wilt, maar er is een macht op aarde, sterker dan
iedere andere en als die macht zich doet gelden, heb
ben wij te gehoorzamen. Ik verlangde niet te komen.
U vindt het misschien dwaas, dat ik dan toch geko
men ben, maar ik-moest gehoorzamen. Ik kon niet
anders!"
„Ik vind je in 't geheel niet dwaas!" zei Saltash.
„Je deed het eenige mogelijke."
„Ja, het eenige. Ik ging naar haar toe. Als ik niet
gegaan was, zou ze alleen zijn gestorven. Maar
dat was niet de eenige reden, waarom ze mij had
geroepen. Daar was nog een andere."
Larpent bleef stilstaan en keek den man, die naar
hem luisterde, flink in de oogen. „U weet, wat er
vanavond is gebeurd," zei hij. „Dat kind, die kleine
ondeugd, die u te Valrosa uit de goot hebt opgepikt,
Toby begint u te begrijpen, dringt het tot u door
wat dat beteekent?"
Saltash zette zijn hoed af. „Daar is nog een ding,
wat je niet van haar weet! Maar ga door. Ik wil
wel verder hooren."
Larpent ging bedaard voort: „Toen ik gisteren bij
haar kwam, vertelde ze mij, dat haar een kind was
geboren geworden, een kind dat zij wel had liefge
had, maar niet had kunnen beschermen. Dat was
een lange geschiedenis, Spentoli, die italiaanschc
schilder, kent haar van 't begin tot 't eind. Kent u
Spentoli?"
„Ja, ik ken hem", antwoordde Saltash.
„Spentoli is een deugniet!" zei Larpent, „een ge
boren deugniet, niet een die zoo geworden is. Hij
heeft Rozelle herhaaldelijk geschilderd. Hij is doo-
delijk van haar. Hij is misschien wel een genie, maar
hij is bepaald gek. Hij had een kind noodig voor
model en Rozelle kon het niet tegengaan. Dat ver
telde ze mij. Ik geloof dat ze in dien tijd van hem
vrijwel afhankelijk was. Ze was ziek geweest; jaren
lang heeft ze aan een hartkwaal geleden. En dus
stond ze het kind aan hem af; tijdelijk slechts. Maar
het meisje had zelf een wil, liep weg en voegde
zich bij een circustroep in Californi. Hij haalde
haar terug en trachtte haar tot zijn slavin te maken.
Maar ze was een woest schepseltje. Op zekeren
nacht stak ze hem en vluchtte. Dat was Rozelle's
zorg en verdriet. Ze heeft nooit meer iets van haar
gehoord. Ze smeekte mij haar op te zoeken en haar
te redden. Ik heb beloofd er mijn best voor te zullen
doen. Maar ik behoefde niet ver te zoeken. Van
avond draaide Spentoli plotseling het licht aan. Dat
is Rozelle's dood geweest. Dat meisje, dat bij je op
de gaanderij zat, Toby, was haar dochter en de
mijne. U hebt Rozelle's gillen gehoord toen ze haar
zag. Daarna heeft ze niet meer gesproken."
Larpent zweeg. Hij keek Saltash nu niet langer
aan. Hij staarde weer voor zich uit in de verte.
Saltash keek hem aan. „En zult ge nu het meisje
opei'schen?" vroeg hij.
Larpent's stem klonk bitter toen hij antwoordde:
„Ik eisch niets, mylord, maar ik heb gezworen mijn
best voor haar te zullen doen en dien eed zal ik hou
den."
„Meen je dat?" vroeg Saltash.
De zeeman zag hem van terzijde aan. „Me dunkt
dat u wel weet wat ik meen."
Saltash grijnsde. „Een strijd op leven en dood
dus. 't Spijt me, mon ami, maar ik ben je voor ge
weest. En zal ik je nu eens zeggen hoe je 't best
dien lichtvaardigen eed kunt houden!"
„Nu?" vroeg hij kortaf en op allesbehalve vrien
delijken toon, Larpent's gelaat was als uit steen ge
houwen.
Wordt vervolgd.