Het monumentale gebouw van het P.E.N. te Bloemendaal Sober van lijnen - streng van eenvoud. ALLE ONNOODIGE LUXE VER MEDEN. DE UTILITEIT TEN DIENSTE VAN KANTOOR EN MAGAZIJN. - PRACTISCHE NIEU WIGHEDEN VAN EIGEN VIN DING OP ELK GEBIED. EEN REDDENDE BAKEN VOOR TAL- LOOZEN; EEN SYMBOOL VAN KRACHT EN DEUGDELIJKHEID. EENVOUDIG EN PRACTISCH WAS HET PAROOL. In het fraai aangelegde Kinheimpark aan de Ign. Bispincklaan te Bloemendaal, verrijst het nieuwe monumentale gebouw van het Provinciaal Electrisch net. Sober van lijnen, streng van eenvoud, imponeert het niettemin toch door zijn kolossale oppervlakte, zijn stemmige kleuren, zijn enorm aantal vensters en zijn breede opritten door frisch groene grasvelden, waarin kleurige bloemen U een vroolijk welkom toe roepen. Vooral 's avonds als de donkere nacht zijn mantel heeft uitgespreid over de aarde en de lichten in en huiten het gebouw aangloeien, maakt deze schep ping van den bekwamen Haarlemschen architect ir. H. T. Zwiers een fantastischen en tevens sprookjes- acht igen indruk. Zij staat er badend in een zee van licht, als een reddende baken voor zoo talloozen in de provincie, die door een of andere oorzaak tijde lijk van licht zijn verstoken en nu van Bloemen daal uit hulp verwachten en ook krijgen. Zij verheft zich als een symbool van kracht en deugdelijkheid voor de werkers in binnen- en buitendienst, die pa raat zijn om den menschen te geven, het leven bren gende licht. En juist deze eenvoud en deze uiting van kracht maken, dat men zich klein gaat voelen, zoodra men de zware draaideuren van den hoofdingang is door gegaan en zich bevindt in de ruime, hooge hall met het imposante trappenhuis. De stilte valt plotseling over U en ge gaat onwillekeurig fluisteren, bevreesd als ge zijt, dat een wanklank hier het mooie lied van den arbeid verstoren zal. Zoo tenminste verging het ons, toen we Zaterdag middag het gebouw betraden, waar we door de di rectie van het P.E.N. ontvangen werden in de hall en waar we tal van collega's reeds verzameld vonden om een rondgang te maken door de vele gangen en zalen, teneinde een indruk te krijgen, van hetgeen hier gepresteerd wordt. Maar voor dat hiertoe werd overgegaan, leidde de directeur, de heer J. van Oldenburgh ons naar de fraaie vergaderzaal, waar hij den vertegenwoordigers van de pers een hartelijk welkom toeriep. „Neen", zeide de directeur, toen wij ons reeds nes telden in een der breede eikenhouten armstoelen, rondom de lange tafel cn de gebruikelijke blocnote voor den dag haalden. „Neen, een oogenblikje ge duld; we gaan direct door naar de voordrachtzaal op de hoofdverdieping; daar krijgt U gelegenheid op te schrijven, wat U maar wilt." En de heer Oldenburgh ging ons voor naar een ruime zaal, met vele rijen gemakkelijke klapstoel tjes, gestoffeerd en met een fraai katheder uitgerust. Daar zette de directeur ons uiteen, waarom de di rectie had prijs gesteld de vertegenwoordigers der pers te ontvangen. Spr. zeide, dat Zaterdag 5 October het nieuwe ge bouw van het P.E.N. officieel zou worden geopend, en wees erop, hoe deze stichting voorazg in 'n reeds lang gevoelde behoefte, omdat de oude behuizing voor technisch- en kantoorpersoneel reeds sedert ge- ruimen tijd veel te klein was en derhalve naar ex- Badend in een zee van licht levert het gebouw 's avonds een fantastischen en sprookjesachtigen aanblik op. pansie moest wórden uitgezien. Spr. hoopte, dat de pers haar indrukken over het gebouw zou willen uitdragen over de provincie en gaf daarop het woord aan den architect, den heer ir. II. T. Zwiers, om een korte inleiding te houden over de totstandkoming en de inrichting van het nieuwe gebouw. De heer Zwiers begon met er op te wijzen, dat bij den bouw alle onnoodige luxe was vermeden, en dat het geheel uitsluitend was ingericht op de utiliteit. Eenvoudig en practisch, dat was het parool geweest zeide spr. Waar het gebouw verrees. Op 31 Juli 1933 werd door de directie van het P.E.N. openbaar aanbesteed het bouwen van een dienst- en administratiegebouw, met twee bijgebouwtjes aan de Ignatius Bispincklaan in het Kinheimpark te Bloemendaal, aldus ving ir. Zwiers zijn inleiding aan. De naam dienst- en administratiegebouw, zegt reeds duidelijk waarvoor dit gebouw is opgetrokken; het gebouw bevat niet alleen de administratieve takken van dienst, zooals dat in een gewoon „kantoor"ge- De Directeur van het P.E.N., de heer J. van Oldenburgh. bouw het geval is, maar ook tal van zuiver techni sche diensten, zooals bijv. de ijkinrichting voor de meters met alle daarbij behoorende technische ruim ten, werkplaatsen en magazijnen en verder bijv. de centrale propagandadiensten met toonkamer, les- keuken voor electrisch koken, réparatie-werkplaat- sen, magazijnen, enz. zeide spr. Het nieuwe gebouw staat door opheffing van de Eschdoornlaan, welke door de gemeente Bloemen daal aan de Provincie werd overgedragen, samen met het gebouw van het Provinciaal Waterleiding bedrijf op één groot stuk grond met een mooie ruim te tusschen de achterzijden der beide gebouwen in (ca. 69 M.) Het is aan de voorzijde overal minstens 25 M. en gemiddeld ca. 30 M. uit den weg en aan alle zijden ruim en vrij gelegen. De ruimte tus schen de gebouwen is mede bedoeld om voor de toe komst de mogelijkheid te scheppen tot uitbreiding van de beide provinciale diensten. Van het nieuwe gebouw ligt het hoofdfront op het Westen en kijkt uit over het breede voorterrein op het fraaie park aan de overzijde der Ign. Bispinck laan. De vóórruimte wordt geflankeerd door 2 lagere bijgebouwtjes en daardoor als het ware naar het Noorden en het Zuiden toe van de overige bebou wing afgesloten. Het daardoor ontstane „voorplein" geeft aan het geheel een rustiger ligging dan zonder deze beide vleugelgebouwtjes mogelijk zou zijn ge weest. Itet eigenlijke hoofdgebouw is, zonder deze beide gebouwtjes, lang ca. 93.40 M.; het beslaat een diepte van ca. 53.30 M. en is gebouwd om 2 grootc binnen plaatsen, elk van ongeveer 23 bij 27 M. De „kubieke inhoud" van het gebouw is rond 45.000 M3. Het bevat een hoofdverdieping, waarvan de vloer ongeveer 1.60 M. boven het terrein ligt en waarop alle ruimten zijn gelegen, die door het publiek be zocht worden. Daarboven bevindt zich over vrijwel de geheele oppervlakte (alleen niet boven een deel van den achterbouw) een volledige verdieping. Het geheel is, behalve de lager gebleven gedeelten, gedekt met een overstekende kap, terwijl bovendien voor het voorgebouw deze kap verhoogd is om daar in boven de eerste verdieping en over de volle leng te van het gebouw de teekenzalen met annexen onder te brengen. Verder bevinden zich onder het geheele hoofdge bouw kelders (eigenlijk souterrains, die half in en half boven den grond liggen), waarin tal van alge- meerie bergruimten zijn ondergebracht. Een deel van deze kelders heeft een diepte van ca. 3.20 M. bene den het omringende terrein en bevat ketelhuis c.a. voor de centrale verwarming. De rondgang door werkruimten en kan toorlokalen. Na een korte verhandeling over de inrichting van het gebouw en het vertoonen van eenige lantaarn plaatjes, noodigde de architect ons uit tot een rond gang, welke twee volle uren in beslag nam. De heer Zwiers vond hierbij telkens weer volop gelegenheid ons in te lichten over de inrichting der verschillen de afdeelingen cn lokalen en ons te wijzen op prac- tische details, welke nergens waren vergeten. Het zou ons inderdaad te ver voeren hier alles neer te schrijven, wat wij zagen en wij volstaan daarom met een korte beschrijving van werkruim ten en kantoorlokalen. De hoofdverdieping. De hoofdverdieping bevindt zich zooals wij reeds schreven iets boven het terrein. Het publiek be treedt deze door de breede hoofdtrap in de vestibule. Het in het gebouw werkzame personeel daarentegen komt binnen van de onderverdieping uit, welke 1 M. verdiept ligt en door twee fietsenafritten toegan kelijk is. Desondanks komen alle toegangen toch in één punt, de hoofdvestibule, samen, zij zijn daar door trappen verbonden en staan onder centrale controle van den portier. Wie als „publiek" het gebouw betreedt vindt na het bestijgen van de vestibuletrap rechts de portiers loge en links de telefonistenkamer. De portier kan zoowel vanuit zijn loge als vanuit deze telefonisten- kamer de electrisch-automatische deuren bedienen, die toegang geven tot het gebouw. Uit de door een tourniquetdeur van de vestibule gescheiden hal verdeelt het gebouw zich in drie vleugels. De gang naar links is .niet voor publiek bestemd; zij leidt in de „technischen vleugel", die door alle verdiepingen van het gebouw heen aan deze zijde is gelegen. Deze vleugel omvat, behalve het gedeelte links van de hal, ook den geheelcn Noordvleugel van het gebouw, waarin o.m. de ijk- zaal is ondergebracht; deze ruimte heeft veel en in hoofdzaak Noorderlicht noodig. Overigens zijn vrijwel alle grootere kantoorlokalen ook nog een groot gedeelte van die, welke bestemd zijn voor den technischen dienst., op Zuid en Oost gelegen, terwijl een aantal privé-kamers voor direc tie, ingenieurs c.a. op het Westen (voorgevelzijde) is gelegen. Van de toegangshal uit leiden verder twee wel voor het publiek bestemde gangen naar rechts en naar het middengedeelte van het gebouw, terwijl de hoofdtrap voert naar de boven de Hoofdverdieping gelegen directievcrtrekken, ingenieurskamers, c.a. Aan de gang rechts van de hal vindt men die diensten, die direct mot het publiek te maken heb ben. Verder vindt men aan deze gang de propagan da afdeeling. Eveneens tot de „propaganda-afdeeling" behooren de verschillende ruimten, gelegen aan de gang, die van de hal uit naar den middenbouw leidt, de les- keuken voor electrisch koken is zoo ontworpen, dat de bezoeksters het verdere gebouw niet behoeven te betreden; deze leskeuken omvat verder een afdee ling, waar theorielessen gegeven kunnen worden. Verder behooren tot deze „propaganda-ruimten" een voordrachtzaaltjc met projectiegelegenhcid en 'n als glazen vitrine uitgebouwde en voor lederen voorbij ganger dus zichtbare „modelkeuken", welke ruimten alle gelegen zijn aan een ruime gang voor het pu bliek, die verder met tal van kleine vitrines aantrek kelijk gemaakt is. Aan de Oostzijde van het gebouw bevinden zich dan de groote kantoorlokalen voor de onderafdeelin- gen van de administratie der Stroomlevering van 't Bedrijf; de Laagspanningsafdeeling met de bewaar plaats dor meterboekjes en de afdeeling Stroomver- koop, waarvan bij de eerste tevens eenige loketten voor publiek en een spreekkamer zijn ontworpen. Ook bevindt zich aan deze zijde de kas-afdeeling. Tenslotte bevindt zich op de hoofdverdieping een vleugel geheel rechts, waar verschillende ruimten voor den archiefdienst zijn ondergebracht. Het souterrain. Onder de hoofdverdieping bevinden zich in het souterrain, aansluitend aan de eerder genoemde centrale vestibule allereerst de fietsenbergplaats en personeelgarderobes en toiletten. Behalve de genoemde ruimten is direct aan de vestibule in het souterrain nog gelegen een ruimte voor eerste hulp bij ongelukken. Verder wordt het souterrain ingenomen door een aantal archieven en kluizen, de werkplaats voor revisie en reparatie van meters, de garageruimte voor de aankomende meter auto's enz., welke ruimten zijn gelegen direct onder de bij dezen tak van dienst behoorende ijkzaal c.a. Tenslotte bevat het souterrain nog de ruime ma gazijnen der propaganda-afdeeling, een bescheiden koffie- en theckeukentje en verder een groote ver warmingskelder der pompenkamer, waarin de ge heel vol-automatische en electrisch gecommandeerde oliestookinrichting is opgesteld. Vermelding verdient nog de proef, die in dit ge bouw genomen wordt met een electrische verwar mingsmethode, die in Engeland (onder overigens geheel andere klimaatomstandigheden) reeds jaren wordt toegepast, n.1. de electrische plafond- en elec trische wandverwarining. De eerste verdieping Slechts een gedeelte van de oppervlakte van de hoofdverdieping wordt door de daarboven gelegen eerste verdieping in beslag genomen. Hier is dus nog gelegenheid voor uitbreiding aanwezig. Deze verdie ping bevat aan de Westzijde, d.i. de voorzijde van het gebouw de vertrekken voor directie en hoofd ambtenaren. De Vergaderkamer boven den hoofdin gang is, tegenover het hoofdtrappenhuis min of meer pièce de milieu. Naar het Zuiden toe omvat het ge bouw aan den voorgevel verder, met de noodige an nexen, de vertrekken voor den Gedelegeerde uit den Raad van Ttoezicht, de kamer van den hoofdadmi nistrateur, de directiekamer, de kamers van den secretaris, den adjunct-secretaris en den chef van de onderafdeeling voor personeelzaken; daarmede is men in het Zuiden aan het einde van het gebouw ge komen. De aansluitende zuidgevel bevat, in zoo nauw mogelijk contact dus met den secretaris en diens staf, de geheele correspondentie afdeeling. Zoo dicht mogelijk bij de kamer van den hoofd administrateur bevindt zich" ïn den middenvleugeï de afdeeling boekhouding, alsmede de onderafdeeling inkoop- en magazijn-administratie. Van de derde afdeeling van het bedrijf, n.1. de technische, ligt de kamer van den technischcn-ad- junct-directeur zoo dicht mogelijk bij den directie* vleugel, terwijl hij zelf toch ook weer „aan het hoofd van zijn staf" geplaatst is, d.i. als eerste in de reeks van vertrekken voor de ingenieurs en ver dere leden van den technischen staf. De tweede verdieping. De tweede verdieping bestaat uit twee groote tee- kenzalen met annexen, t.w. een teekenzaal voor elec- trotechniek en een voor de bouwkundige werkzaam heden, welke beide in het Westelijke gedeelte van het gebouw in de bekapping van het wat hooger op getrokken vóórgebouw zijn gelegen. De teekenzalen ontvangen over de volle lengte een zee van licht uit 't Oosten; naar „Noorderlicht' is hier niet meer in de eerste plaats gestreefd, omdat dit hier geenszins strikt noodig is en men met een beetje zon in het algemeen meer bewoonbare ruimten krijgt. Tusschen de teekenzalen liggen, centraal, de bei de chefskamers en de verdere annexen als lichtdruk- kamer met toebehooren. Aan de vleugeleinden be vinden zich de ruime teekeningenkluizen. Noord- en Zuidgevel van het gebouw zijn verder met zolders overdekt; t.z.t. zal hier gelegenheid voor uitbreiding bestaan. Op grond van deze overweging zijn deze zolders met houten kapconstructies gedekt in plaats van met een betonkapconstructie, zooals dat voor den voorgevel het geval is. Ook het achtergebouw en de plat afgedekte midden- vleugel kunnen t.z.t. voor verdere uitbreiding in aan merking komen. De constructie van het gebouw; Het spreekt vanzelf, dat bij de constructie van het gebouw, d.w.z. bij de berekening van het gewapend beton-constructieframe, het z.g. „skelet", met de mo gelijkheid van uitbreiding is rekening gehouden. Wat de verdere constructie betreft, deze bestaat op een fundeering van pl.m. 2650 houten palen uit gewapend beton-kelders en een gewapend beton ge raamte van kolommen, balken en vloeren, c.a. Dit „skelet" is van buiten bekleed met een geelgrijze baksteen,- terwijl alle binnenmuren van een betrek kelijk zachte baksteen zijn gemaakt. De vloeren zijn gedekt met een laag bimsbeton, waarop de dekvloe- ren van linoleum, steen of tegels en voor enkele bizondere ruimten van hout zijn aangebracht. Overi gens is zoowel in het in- als uitwendige bij de mate- rialenkeuze gestreefd naar soliditeit en beperking van onderhoudskosten, overwegingen, waarop o.m, is gegrond de toepassing van koperen in plaats van zinken goten, van koperen waterleiding en van on gepolijst bronzen buitenramen. Wat het uitwendige van het gebouw betreft, zij" nog opgemerkt, dat de twee bijgebouwtjes voor berg en werkplaats e.d. aan het vóórterrein een afsluiting geven, welke door de mindere hoogte daarvan een betere aansluiting geeft bij de omringende villa-be bouwing. Ook is door deze beide gebouwtjes het voorterrein meer omsloten en de indruk van den voorgevel stati ger geworden. Aan dezen voorgevel bevindt zich in het midden de hoofdtoegangspartij, geflankeerd door de beide fiet senafritten, welke tot het souterrain, in het midden van het gebouw, toegang verleenen. Boven deze ingangspartij bevindt zich dus de ver- gaderzaal, o.m. bestemd voor vergaderingen van den Raad van Toezicht, van directie met hoofdambtena ren, Commissies enz. De ingang en de vergaderzaal tezamen zijn eenige meters vóóruit gebouwd en geven zoo een bescheiden hoofdaccent aan den voorgevel, welke accentueering nog is versterkt door de kap boven het middenge deelte, mede op grond van andere nuttigheidsoverwe gingen een weinig hooger op te trekken. Feitelijk is dit middengedeelte van den voorgevel' het eenige min of meer geprononceerde architecto nische deel van het gebouw, dat overigens als utili teitsgebouw een karakter van regelmatige en streng rhythmische raamverdeeling heeft. De binnenafwerking. Wat de binnenafwerking betreft, ook deze is sober gehouden; de vloerbedekkingen bestaan in hoofdzaak uit linoleum, Alleen de vloeren van de voor het publiek bestem de gang c.a, op de hoofdverdieping zijn van natuur steentegels (Travertin), terwijl verder in garderobe en toilets, ketelhuis e.d. gebakken vloertegels zijn toegepast en overigens in het souterrain in archieven en fietsenkelder zelfs is volstaan met het glad af werken van den betonvloer. Houten vloeren zijn toegepast, voor een werkruim te in het souterrain (wegens de koude), verder voor de voordrachtzaal en de ijkzaal, terwijl houten par ketvloeren alleen zijn toegepast in de vergaderka mer van den Raad van Toezicht en in een 5-tal privó- vertrekken van directeur en hoofdambtenaren en Gedelegeerd lid uit den Raad van Toezicht. Betimmeringen zijn ook uitsluitend toegepast in deze 5 privé-vertrekken en in de vergaderzaal, welke echter alle van eenvoudig karakter zijn gebleven. Wat de meubileering betreft, daarbij is uitgegaan van een zooveel mogelijk behouden van oud en be staand meubilair, voor zoover dat nog voldoende bruikbaar geacht kon worden. Alleen voor de groote kantoorzalen en voor enkele privévertrekken. in hoofdzaak die van directie en hoofdambtenaren is het nieuwe meubilair in overeenstemming met het gebouw en met de nieuwere eischen van kantoorin richting gebracht. De bouwkosten. Wat de bouwkosten betreft, zou het voorbarig zijn, daarvan vóór de vaststelling van de definitieve afrekeningen detailcijfers te noemen. Wel kan worden vastgesteld, dat de zuivere bouw kosten per M3. ongeveer f 14 a f 15 blijken te zijn geweest, terwijl de kosten van den bouw met centrale verwarming, ventilatie", licht cn krachtleiding, pomp installaties der rioleering enz. enz. en van alle kos ten van architectenhonorarium, werkteekeningen en bouwkundig toezicht, vermeerderd met een post voor renteverliezen van het stichtingskapitaal ongeveer f 19 per M3. zullen blijken te bedragen. Na den rondgang vereenigde het gezelschap zich weder bij het. punt van uitgang, n.1. in de vergader zaal, waar de directeur, de heer van Oldenburgh een woord van dank en hulde bracht aan den architect, den heer Zwiers voor 'zijn wondermooie schepping, er op wijzende, hoe deze er ten volle in was geslaagd het gebouw en zijn inrichting geheel te doen aan passen aan de eischen van den tijd, hoe hij met vermijding van alles wat zweemde naar overbodige luxe het geheel had gevormd tot iets niet van een armoedige, doch van een voorname soberheid. De architect dankte van harte de directie voor de volle medewerking, welke hij bij den bouw van haar zijde mocht' ondervinden, waarmede het officieele gedeelte was afgeloopen. Hierna werden ververschingen aangeboden en bleef men nog eenigen tijd gezellig bijeen. C. t. B.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 8