De Radio°Maniak.
Kabouter-Avonturen. Stan en Pol bij de kinderen.
Door SIROLF vrij bewerkt
naar het Engelsch.
.(Nadruk Verboden
alle rechten voorbehouden).
WE mogen nu nog zoo ver
licht zijn in de twintigste
eeuw, en we mogen nog
Kulke breede opvattingen hehhen.'n
gebeurtenis is het toch, als men
nieuwe buren krijgt. En dit was
het geval geweest met de familie
Kwikkers. Zij woonden één hoog.
En de tweede étage had al een
poos leeggestaan, totdat op zeke
ren dag het huurbordje van de
woning verdween en mevrouw
Kwikkers van den opzichter ver
nam, dat ze nieuwe bovenburen
zou krijgen, o, een klein gezin, 2
menschen maar. En heel rustige
menschen bovendien..
In de groote stad is een verhui
zing altijd min of meer een gratis
publieke vermakelijkheid. Niet
zoozeer voor dengeen die verhuist
en die de rekeningen van verhui
zer, loodgieter, electricien, behan
ger, stoffeerder, meubelmagazijn,
stucadoor en nog een dozijn ande
re leveranciers en overige nuttige
personen mag betalen, als wel voor
de buren. Is er heerlijker gelegen
heid denkbaar, om ongezien achter
de vitrage-gordijnen het heele heb
ben en houwen van je a.s. buren
langs je venster te zien omhoog
bijschen? Is er groot er genot denk
baar, dan deze uitgezochte gelegen"
beid om breedvoerig en onweer
sproken critiek te kunnen uitoefe
nen op dat boeltje van de „nieu
we menschen" en te smalen over
!dat „zoodje, waar geen blind paard
Schade kan doen" en over de stoel
[van „meneer" met de kapotte zit-
fting. En hebbie dat penantkassle
gezien? Wat lijkt het wel! Uit het
jaar honderd! Zou het voor me ver
driet nog niet in me huis willen
hebben! Deugt nog niet eens voor
kachelhout. Nou, en wat een ledi
kanten... het lijkt wel het hek vdn
lArtis..,
1 Deze en dergelijke opmerkingen
bad mevrouw Kwikkers van ach
ter de vitrage-gordijnen gedurende
een heelen morgenwacht op haar
[uitkijkpost gemaakt, toen op een
Zaterdag wat een idiote dag,
om te verhuizen, had mevrouw
Kwikkers onmiddellijk verklaard
reeds des morgens vroeg 'n ver-
buiswagen voor de deur was ver
schenen. Omdat mevrouw Kwik
kers niet van te voren gewaar
schuwd was, had ze onmiddellijk
baar gelaat in een diep-veront-
waardigde plooi - gezet en had os
tentatief de traplooper opgenomen,
wegens het verwachte op en neer
loopen der verhuizers, mitsgaders
de nieuwe bewoners „met vuile
voeten".
Toen meneer Kwikkers om 1 uur
van zijn bezigheden thuiskwam,
werd hij onmiddellijk vergast op
een nauwgezet en uitgebreid ver
slag der verhuizing, van het aan
tal keeren dat „die lui" over de
trap op en neer gerend hadden,
over de „vodden van kleeden" en
de „tot den draad versleten looper-
tjes". Niet lang daarna kwam
blijkbaar ook de nieuwe buurman
van twee-hoog thuis. De familie
Kwikkers had iemand de straatdeur
open hooren sluiten en zich over
de kale trappen naar tweehoog
hooren begeven.
En toen gebeurde het. Want niet
zodra had nieuwe buurman zijn
beenen binnen de deur van zijn
woning gezet, of een luid geschet
ter van een op volle kracht gestel
de luidspreker barstte los. De
nieuwe bewoner was zeker een ra
dio-maniak. Want hoe kon hij an
ders al meteen, direct na de ver-
huizing, „muziek" hebben? Het
was wel geen muziek, doch zeker
een radio-voordracht of een too-
neelstuk, maar in ieder geval
werkte zijn radio toch onmiddel
lijk en zeer krachtig ook.
Ze lijken wel mal!, merkte me
vrouw Kwikkers op. Terwijl me
neer Kwikkers, die zich aan het
lawaai ergerde, meende dat de
man door de raidio-ziekte moest
zijn bezeten.
Toen dit nu zoo'n paar uur was
doorgegaan, en de stemming in
den huize Kwikkers jegens de
nieuwe bovenburen ver onder het
nulpunt was gedaald, liep meneer
Kwikkers het buiten-portaal op,
om in luide termen te verklaren,
dat het een schandaal was, zoo
hard als sommige menschen hun
radio aanzetten. Dat was de buren
overlast aandoen. Hij zei de dit, in
de hoop dat de bovenburen toeval
lig ook op hun buitenportaal zou
den zijn en zijn in het algemeen
gehouden opmerking zouden hoo
ren en ter harte nemen. Doch het
hielp niets. De rauwe, krijschende
bulderende en dan weer keffende
en krakende stem ging maar door,
steeds maar door. De bovenbuur
man scheen wel zeer speciaal op
radio-muziek en radiotooneel te
zijn gesteld, want geen stukje mu
ziek liet hij door, het was als maar
praten en schreeuwen en bulderen
en krijschen en grommen, zonder
eind. Waar de man de toespraken
allemaal vandaan haalde, mag
Joost weten, want ten slotte wordt
er te Hilversum en te Hulzen toch
niet den ganschen dag voor de mi
crofoon gesproken. Maar hij
schuimde zeker alle Europeesche
zenders af, om elk gesproken
woord maar te kunnen ontvangen.
Toen men in den huize Kwik
kers vrijwel een zenuwcrisis nabij
was, en meneer Kwikkers al drie
keer met een bezem tegen het pla
fond had gestampt zonder suc
ces besloot de geplaagde man
tot den aanval over te gaan. Hij
ging op het portaal staan en brul
de met stentorstem naar boven:
„Hédaar, idioot van tweehoog:
Zou je die radio niet eens wat
zachter zetten! Ben je heelemaal
van-hier-en-gunter! Of zet tenmin
ste een ander station aan! Versta
je dat! En als je het niet doet, zal
ik met de bijl je antenne van het
dak slaan! Zet die radio af!"
Een weinig opgelucht, wilde me
neer Kwikkers weer naar binnen
gaan, toen schuchter de portaal
deur van tweehoog open ging, en
het verschrikte hoofd van een nie
tig mannetje met droevige hang
snor in de deuropening verscheen.
„Het spijt me", zei het nietige man
netje bedeesd terug, „maar ik kan
d!r niet afzetten en d'r luidspreker
kan ik ook niet 'zachter zetten.
Dat agat altijd zoo maar door. zoo
lang als ik thuis ben. Het is mijn
vrouw, weet U... ik heb heelemaal
geen radio..."
•i
De eerste nacht: Ik geloof, dat ik toch
beter het dwergpinchertje had kunnen
koonenül
-In-den tijd, dat- ^eern - der voor
naamste, bezigheden der vrouw be
stond in het volstoppen der provi
siekamer met voortbrengselen van
tuin en hof, dat ze met trots wees
op rijen en nogmaals rijen, fles-
schen, potten en bokalen, door
haar gevuld met verfrisschende
dranken, voedzame spijzen, com
potes en geneeskundige kruiden,
was de vlierboom met zijn blo»-
men, bladen en twijgen in volle
gunst.
Vlier was goed voor alles. De
eene dronk vlierextract voor de
lekkernij, de ander nam het als
artsernij, een derde waschte er
zich 's morgens en 's avonds mee
om een frissche huidkleur te be
houden of te krijgen en om ver
schoond te blijven van zomersproe
ten of ze kwijt te raken.
De burgvrouwen van weleer lie
ten door# haar dienaressen ae
bloemen vergaren en verwerkten
deze tot zalfjes en smeerseltjes,
die „zoet van geur waren en heil
zaam voor wonden". Het vlierbloe-
semwater was, zooals reeds gezegd
bij de schoone dames beroemd om
zijn vermooiingseigenschappen
voor de huidskleur en zijn vermo
gen om zomersproetjes te verjagen
of te verhinderen, dat men ze
krijgt.
Opdat de bloemetjes niets van
haar: volle kracht zouden verloren
hebben, werden ze geplukt voor de
zon de dauwdruppels, die erop
schitterden, had opgedroogd. Met
voorzichtige handen werden zij van
de steeltjes geknepen en met wa
ter bedekt, 125 gram bloemetjes
werden overgoten met drie liter
kokend water. Een uur lang moes
ten zij aan het kokend water haar
goede eigenschappen afgeven. Dan
waren zij futloos en werden zij
weggeworpen, terwijl aan het wa
ter een eetlepel wijngeest toege
voegd werd en werd gebotteld.
Een oud receptenboek van 1660
Ik zweer t je ik zal voortaan alléén
maar op hazen schieten!!!
zegt van vlierwater: Stamp vlier-
bloemen, die ge op 24 Juni geplukt
hebt en daarna gedroogd,, goed
fijn tot poeder. Doe er een lepel
vol van in een slok boragewater
en neem dit 's morgens vroeg en
's avonds laat een maand lang. En
gij zult er jong en gezond uitzien.
In Oxfordshire plukken de oude
menschen op den laatsten April
blaren van den vlierboom en verze
keren, dat een blad op een wonde
gelegd die gauw moet heelen. In
een ander gedeelte van Engeland
in Warwickshire, gelooven de men
schen, dat vlierboomen-hebben 'n
bescherming is tegen heksen en
geesten. Maar ergens anders in
Engeland heerscht het bijgeloof,
dat juist de vlierboomen bij voor
keur tot vergaderplaats dienen
van heksen, die op een bezem
door de lucht rijden.
In alle geval, op vele plaatsen
in. Engeland worden de vlierboo
men in verband gebracht met hek-
sengedoe.
Zoo zal menig Engelschman ver
tellen, dat het sap, dat door het
binnenste gedeelte van den basi
wordt afgescheiden, aan de oogen,
die er mee bestreken worden, de
eigenschap verleent, heksen te
kunnen onderscheiden. En in Mid-
del-Engeland meende de landman,
dat als men op den avond van St.
Jan (24 Juni) bij een vlierboom op
wilden tijm gaat staan, men dan
elfen en feeën ziet dansen.
De plantkundige Culpepper Is
van meening dat de vlierboom
door Venus geregeerd wordt, dat
jonge bladeren en twijgjes in vet
vleeschnat gekookt een geneesmid
del zijn tegen slijm- en galziekten,
dat een aftreksel van den wortel
de beten van adders en dolle hon
den geneest en dat het sap van de
bladeren ervan, opgesnoven, de
hersens zuivert.
Een ander plantkundige uit den
ouden tijd is van meening, dat
men nooit huiduitslag krijgt of
ervan geneest, als men een stukje
vlierhout bij zich draagt, waar
nooit de zon op geschenen heeft.
In Middel-Engeland zullen de moe
ders haar kinderen een kruisje
van vlierhout om den hals hangen
in de. vaste overtuiging, dat de
kleinen dan flink en hard kunnen
groeien.
Vroeger gebruikte men tanden
stokers van vlierhout tegen de
kiespijn; terwijl een Deensch ge
neesmiddel tegen de zelfde pijn
was een twijgje van een vlierboom
dat men in den mond stak en
daarna in een scheur van een
muur verborg, terwijl men 3 keer
achter elkaar zei: „Ga weg, kwa
de geest!"
Verstandiger gebruik maakten de
huismoeders van den vlierboom in
de keuken. Ze legden de bloem
knopjes, groene bessen en zelfs de
jonge takjes in het zuur en ge
bruikten ze bij wijze van St. Jans
uitjes en augurkjes. Ook werden
de jonge spruiten gekookt als asr
perges en waren zeer fijn van
smaak, volgens de oude keuken
boeken. De bloemen werden in het
deeg voor koeken en gebak ge
klopt, en hadden haar plaats aan
gewezen in de kandeel voor de
kraamfeesten. De koortslijder
kreeg ze in zijn papje, omdat ze
verfrisschend waren en de sla-
eters vonden ze in den azijn, waar
mee de sla werd toebereid. In
Frankrijk legde men de fijne vroe
ge appels tusschen lagen van vlier
hoornen, en een drietal eeuwen ge
leden dronk men in Engeland
vlierwijn en vlierlimonade. De fij
ne Engelsche biersoort, ebulums
geheeten, kreeg vlierbessen toege
voegd benevens gember, kruidna
gel, kaneel, foelie, notemuskaat en
sueade, en was beschouwd als een
drank voor de aristocratie. Vlier
hout. vlierbloemen en vlierblaren
bevatten alle geneeskracht die de
landman noodig heeft.
Ze bezorgde hem een hooge ge
zondheid en ouderdom, een fijn
glas voor zijn feesten, een ver-
frisschenden geurigen drank voor
dagelijks, een geurige kruiderij
voor zijn spijzen en een smakelij
ke toespijs.
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
dat er gemiddeld eiken dag 400
naraplu's in de Londensche auto
bussen vergeten worden?
dat er in de laatste 20 jaar zoo
veel modder uit de Theems gebag
gerd is, dat men er 12 van ae
grootste pyramiden als in Egypte
van zou kunnen bouwen?
dat een fabriek in Praag bouw-
steenen vervaardigt van geperst
stroo, dat met bepaalde vloeistof
fen gedrenkt is, waardoor 't stroo
onbrandbaar wordt?
dat een vlieger, die op 3000 meter
hoogte over Billinge (Montana)
vloog, een zwerm sprinkhanen te
genkwam
43. In een verlaten konijnenhollere dat er erg
warm en knusjes uitzag, kropen ze weg, en toen de
zon opkwam was er van beide mannetjes niets te
zien en snurkten ze lustig om krachten te verzame
len voor den nacht.
44. Toen de avond echter gevallen was, zagen ze
dat ze hun vriendin wel niet zouden ontmoeten. Het
weer was slecht geworden. Zware wolken dreven
door de lucht. Met bedrukte gezichtjes keken ze in
den regenachtigen lucht.
45. Stan kreeg opeens een plannetje. Pol had
hem verteld van den verbaasden politieagent. Nu
dat alle menschen wel bedrukt zouden kijken door
het slechte weer, zouden ze beiden hen iets leuks
te zien geven, waardoor ze zouden moeten lachen.
Hij fluisterde Pol zijn plan in het oor. Deze knikte
en begon te lachen.