Dejochf.
Een voorval uit
Schiller s leven
De geschiedenis van de Pitcairnbijbel
f.
HOE 'N ONBEWOOND
EILAND BEWOOND
RAAKTE.
De „Bounty" en zijn
muiters.
door Mevrouw
M. Jansen-v. Deventer.
Een klein, in leer ge
bonden boekje, dat een
erg avontuurlijk verle
den heeft, is nu het
eigendom geworden
van de Openbare Biblio
theek van New York.
Het boekje is zo groot
als de handpalm van
een groot mens, en de
boekenwurmen hebben
er verschrikkelijk aan
geknaagd!
Het boekje wordi ge
noemd: „de Pvtcairn-
bijbel". Het wérd in
1784, in de Schotse stad
Edinburgh gedrukt. Dus
het is al heel oud! Pit-
cairn is de naam van
een eiland, dat in het Zuiden van de Grote
Oceaan, ligt.
Het eiland hoort aan Engeland.
Er wonen ongeveer 175 mensen ,die af
stammelingen zijn van de muiters mis
schien begrijp je het woord „opstandelin
gen" beter van het Engelse schip
„Bounty", dat in 1790 hier achtergelaten
werd. Ja, het is een romantische geschie
denis met die bijbel. En toch echt waar
gebeurd hoorl
Maar ik zal hem gauw vertellen, in
plaats van je zo nieuwsgierig te maken!
In het jaar 1808 wierp het Amerikaan
se zeilschip „Topass" op een nacht het
anker uit voor het Pitcairn-eiland. De op
varenden van dit schip wisten niet beter,
of het eiland was onbewoond.
Maar 's morgens ontdekte de kapitein een
iookzuiltje, dus moest het eiland tóch be
woond zijn.
Omdat de Zuidzee-eilandbewoners wel 'n
vijandige houding plegen aan te nemen te
genover vreemdelingen, waren de mannen,
die naar het land roeiden, goed bewapend,
en de scheepskanonnen waren klaar, om,
wanneer het nodig mocht zijn, kogels af te
vuren.
Maar toen de roeiers aan de oever aan
legden, waren ze dat begrijp je zeker
wel! erg verbaasd toen ze hoorden, dat
de mensen, die hun opwachtten, zuiver
Engels spraken!
En toen bleek het, dat zich daar een
hele Engelse kolonie had neergezet.
Het schip de „Bounty", dat in 1787 Enge
land verlaten had, zou uit de Zuidzee
broodbomen halen, want die wilde men
in Engeland gaan planten.
In 1788 bereikte de kapitein William
Bligh met 46 man Tahiti, een heel bekend
eiland in de Zuidzee. Daar bleven zij tien
maanden.
Maar toen de zeilen weer gehesen zou
den worden, kon de bemanning heel moei
lijk afscheid nemen van het prachtige
eiland. Want het is een prachtig eiland!
Ze waren dqs niet heel vriendelijk ge
stemd, toen eindelijk de „Bounty" weer
voer.
Maar toch zou de hele reis er goed afge
bracht zijn geworden, wanneer de kapitein
Bligh, niet een verschrikkelijke tiran ge
weest was.
Hij was heel onrechtvaardig, en deelde
zware straffen uit, en dat beviel de beman
ning natuurlijk niet.
En zo werden de mannen hoe langer hoe
ontevredener, tot het op een gegeven mo
ment tot muiten kwam.
De kapitein werd met een paar getrou
wen in een boot gezet, en ze moesten nu
maar zien, hoe ze weer in de bewoonde we
reld zouden komen.
De achterblijvenden waren eerst nog erg
opgewonden, maar toen dat een beetje ge
zakt was, gingen ze plannen maken.
De meesten verlangden erg terug naar
Tahiti. Zo kwam het, dat zestien mannen
in Tahiti werden afgezet. Twee van deze
zestien werden door inboorlingen gedood,
en de veertien anderen werden gevangen
genomen, en door den Engelsen rechter
tot de doodstraf veroordeeld.
De negen mannen, die overbleven, na
men elf vrouwen en tien 'mannen na-
HOEVEEL EN WELKE
WERKLUI WERKEN
ER?
De werklui zitten op
het ogenblik te schaf-
tert. Ze hebben de hele
morgen hard gewerkt
aan het huis, dat al
heel gauw klaar moet
zijn. Ze hebben het
dus dubbel en dwars
verdiend, om te eten en
te rusten, net zoals jij
het verdient, wanneer
je van school komt, en
naar een lekker kopje
thee. verlangt!
Maar terwijl die werk
lui dus zitten te eten,
gaan wij eens rondkijken bij het huis.
Overal staan gereedschappen, die de ar
beiders daar gewoon hebben laten liggen.
Ze komen immers zó weer terug?
Het is leuk, om eens rond te zien. Wat
een boel mensen moeten hier niet werken!
Hier is een
Onee, ik zeg niet, wie er allemaal bezig
zijn!
Dat kunnen jullie zelf net zo goed zien!
Eens kijken, wie slim is... wie kan me
precies vertellen, hoeveel en wat voor
werklui hier werken? Geef goed je ogen
de kost, en je zult zien: er is niets aan!!
uoSueqaq ua aaspiBquauod 'uoojajoj
op uba ana?uora 'jaqqepiaj 'jBBiasjaui 'jdS
-Bissniq 'jaqeuiuozBiS 'japiiqossmq 'jaqeui
-uaiois \iaqj9MufLiqos 'tnraiumï :uauuBtn
JI3 1331133 (31-1 m n3>[J0Al 13 :amSSOTdO
tuurlijk inboorlingen mee, en levensmid
delen. En toen gingen zij op zoek naar een
eenzaam eiland, waar zij niet bang hoef
den te zijn, dat zij ontdekt zouden worden.
Eindelijk bereikten ze een eiland, dat
21/: mijl lang, en y2 mijl breed was. Het
was heel vruchtbaar, en je had er ook
fris drinkwater. En... het was onbewoond!
Alles wat in het schip was, werd eruit
gehaald, en aan land gebracht, en toen
verbrandde men, om elk spoor uit te wis
sen, de scheepsromp.
Fletcher Christian, de stuurman, die de
muiterij geleid had, werd het „hoofd"* en
deze begon al gauw, om alles in orde te
maken. Het land werd verdeeld in negen
delen. Elke Engelsman kreèg een inboor
ling plus vrouw, om hem te helpen.
Maar daar de inboorlingen niet goed be
handeld werden, begonnen deze opstandig
te worden, en doodden al gauw alle blan
ken. Alleen Mc Coy, Quintall, Adams en
Young kwamen er levend van af,
De vrouwen kozen partij voor deze over
geblevenen, die nu van hun kant alle in
boorlingen doodden.
Op een dag viel Mc Coy van een rots in
zee, en verdronk. Toen bleven er nog maar
drie over. Al gauw stierf echter Quintall,
en dus waren er nog twee.
Maar ten slotte stierf Young in 1800 aan
asthma, zodat John Adams met vijf vrou
wen en negentien kinderen als enige man,
overbleef.
Adams had het heel moeilijk. Het was
een hele verantwoordelijkheid, om voor
die vrouwen en kinderen te zorgen. Hij
vond toen het bijbeltje, dat ook van boord
aan land was gekomen, met nog zoveel
Andere dingen. En dat bijbeltje heeft hem
door alle moeilijkheden geholpen. Jaren
lang leerden de kinderen alleen uit die bij
bel.
Sedert de negen blanken op het eiland
landden, waren er twintig jaar voorbij ge
gaan.
Geen schip werd er in al die jaren ge
zien, geen berichten drongen tot hen door.
Het was in 1808 voor de eerste maal, dat
er een schip kwam. En dit bracht berich
ten over het merkwaardige eiland naar
Amerika. Een paar jaar later zette een wal
visvaarder er een onderwijzer af.
De kolonie bloeide. Nu waren er 35 per
sonen, en in 1825 66.
Toen Adams in 1829 stierf, liet hij een
familie van 100 koppen achter.
Later kwamen er vreemdelingen, die ook
op het eiland bleven en er trouwden. In
1839 kwam er weer een Amerikaans schip.
De weduwe van Fletcher Christian, die
erg oud was, gaf de bijbel aan den matroos
Hayden. Deze matroos vond op de laatste
bladzijden de geschiedenis van het ont
staan van deze kolonie, neergeschreven.
Een misverstand.
door Mevrouw
M. Jansen- v. Deventer.
Jullie hebt, denk ik, allemaal wel eens
gehoord van den beroemden Duitsen dich
ter Schiller, is het niet zo?
Uit het leven van dien dichter nu, zal
ik je een aardig voorval vertellen.
Een vriend van Schiller, Iffland gehe
ten, zou twee stukken van Schiller opvoe:
ren.
Hij had zich heel veel moeite gegeven,
om die voorstellingen goed te doen slagen;
de beste spelers zouden meespelen, en de
décors waren erg mooi.
Daarom had Iffland gezegd tegen Schil
ler, dat hij het toch zo leuk zou vinden,
wanneer Schiller zelf die opvoeringen zou
bijwonen. Schiller voelde zich ziek en
zwak, maar om zijn vriend niet teleur te
stellen, kwam hij naar Berlijn, waar de uit
voeringen zouden plaats hebben.
De „Bruid van Messina" en de „Jonk
vrouw van Orleans" zouden opgevoerd
worden. Vooral voor de Jonkvrouw van
Orleans had Iffland veel moeite en geld
gegeven. De kroningsoptocht in dit stuk
was schitterend, en ging met veel pracht
en praal gepaard. De dag na de opvoe
ring werd vooral veel gepraat over die op
tocht.
Schiller was die dag uitgenodigd bij
heel deftige mensen, en ook daar praatte
men druk over de opvoeringen, die ieder
een in Berlijn interesseerden.
Schiller leed erg veel pijn, en daarom
nam hij niet veel aan het gesprek deel. Hij
zat maar stil in een hoekje, en zweeg
Om hem niet te storen, praatten de men
sen heel zacht, en iedereen in de grote
kamer hoorde het dan ook, toen een dame.
levendig riep:
„Ik zou het allemaal nog veel prettiger
en mooier gevonden hebben, wanneer er
niet zo'n verschrikkelijke tocht was ge
weest!"
Schiller, die maar half geluisterd had,
hoorde het woord „tocht" en dacht, dat de
dame het had over de optocht in de „Jonk
vrouw van Orleans". Hij hief zijn hoofd op
en antwoordde:
„Ja mevrouw, U hebt helemaal gelijk! De
optocht was veel te lang, en was werke
lijk storend."
„O, maar meneer Schiller, zó heb ik het
heus niet bedoeld", zei de dame, die het
vervelend vond, dat ze Schiller gestoord
had.
„Hoe had U het dan bedoeld?" vroeg
Schiller verbaasd.
„U hebt het zeker over de optocht, de kro
ningsoptocht in Uw stuk, is het niet?"
„Ja, ja, zeker", antwoordde Schiller.
„O, maar die vond ik juist erg mooi.
Heus. Prachtig zelfs. Zo rijk nietwaar, en
zo... heus, heel mooi!" haastte zij zich om
den dichter tevreden te stellen.
„Maar te lang!" vond Schiller. „Iffland
had hem véél en véél korter moeten ne
men."
„Maar iedereen vond hem anders prach
tig!" zei de dame.
„Maar dan begrijp ik niet waarom U
hem zo straks storend vond; want dat zei
l! immers!" zei Schiller, die er niets van
begreep.
„Ja, maar ik bedoelde de „tocht" die er
was, telkens wanneer het doek opging," zei
de dame verklarend. „U verstond dat ik
„optocht" zei maar ik zei heus „tocht."
Schiller moest om dit kleine voorval
verschrikkelijk lachen, en dat bracht hem
in een vrolijke stemming. Hij vergat daar
door zijn lichamelijke pijnen, hij nam deel
aan het gesprek, en hij had er veel plezier.
Een eigenaardige opname.