Spannende uren op de kust bij Egmond Belangrijke dingen op tast. Heldhaftige reddingspogingen De „Kerkplein" op het strand geloopen Heldhaftige worsteling met de woedende zee Maandag 21 October 1935. 79ste Jaargang. No. 9833 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Vrijdags. BIJ Inzending 's morgens 8 uur, worden Advertentiën nog zooveel mogelijk in eerstuitkomend nummer geplaatst. tot Uitgave der N.V. v.h. P. Trapman Co., Schagen. 8 PAGINA'S. Prijs per 3 maanden f180. Losse nummers 6 cent ADVERTEN^ TIëN van 1 tot 5 regels f 0.85, Iedere regel meer 15 cent (bewijsno, Inbegrepen. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend Postrekening No. 23330 Int. Telef No. 20 Sleepboot „Drenthe", die te hulp kwam, eveneens gestrand Zaterdagavond zijn tijdens den vliegenden storm die langs onze Noordzeekust 'oeide, op het strand te Egmond uren van groote spanning en angstige oogenblikken doorgemaakt. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag was het '5000 ton metende stoomschip „Kerkplein" in ballast van Ijmuiden naar Rotterdam vertrokken. Tengevol ge van een hevige storm, die uit het Zuid-Westen opstak en door kolengebrek kwam het schip in moeilijkheden. Om half zes Zaterdagmiddag was het afgedreven tot op 2.5 K.M. afstand van Egmond en verkeerde toen in een gevaarlijke positie. De sleepboot „Dren te", die ter assistentie was uitgevaren, had reeds tweemaal verbinding gehad met het schip, maar tweemaal was de tros reeds afgeknapt. Om zeven uur, toen de tros opnieuw knapte, is het schip vlak voor Egmond gestrand. Even later is ook de „Drente", die de tros in de schroef gekregen had, gestrand. Aldus staat het er 's avonds tusschen 7 en 8 uur .voor. Met onverminderde kracht waait, raast de storm thans uit het West Noord Wésten door. Geweldige watermassa's beuken de beide schepen. Huizenhooge golven torenen over de „Drente", die soms door het spattend schuim geheel is bedolven. Het schip ligt thans iets dieper. Te ongeveer twaalf uur worden vanaf de „Drente" noodsignalen gegeven. Het is de hoogste tijd voor de mannen van boord te gaan. Er is echter geen mogelijkheid op het oogenblik om de reddingsboot uit te brengen; de reddingsbootwagen, waar de boot op uitgebracht wordt, is bij de eerste poging kapot geslagen, zoodat thans de boot met paarden over het strand moet worden gesleept. De positie van de „Kerkplein" is onveranderd. Hoog in de masten en op de dekken branden alle lichten. Zoo nu en dan vertoonen zich silhouetten op de brug. Er bestaat nog steeds radioverbinding, zoowel met de „Drente" als met de „Kerkplein". De „Neeltje Jacoba", de motorreddingboot van IJmuiden, is naar zijn standplaats teruggeroepen. Het is volkomen onmogelijk om zooals de toe stand thans is met deze zware boot een poging te wagen van de 13 schepelingen, die op de be narde „Drente" hoog op de banken zitten. De be langstelling op het strand groeit nog steeds aan. Tientallen en nogmaals tientallen auto's zijn van heinde en ver naar het anders 's' winters zoo stille dorp Egmond aan Zee getrokken, om het vreese- lijk, doch fantastisch schouwspel bij te wonen. De koplampen van de auto's zijn naar zee gedraaid en helpen de zware zoeeklichten van de reddings maatschappij. Over dit ales wieken de stralen van de vuurtoren, die vlak tegenover de plaats van de ramp staat. Zware regenbuien kletteren neer. De hoop dat de storm zal gaan liggen, blijkt ij del. Zware watermas sa's slaan tot den voet der duinen. Op de „Drente" is het nadat het noodsein is afgebroken, stil. Geen levend wezen is aan dek te zien. In groepen staat de bevolking van het visschersdorp bijeen, om de kansen van hen, die zich op de „Drente" bevinden, te bespreken. Algemeen is men het er over eens dat hun positie uiterst hachelijk is. Het is de vraag of het schip, dat uitermate stevig gebouwd is, deze geweldige stortzeeën zal kunnen weerstaan, temeer daar de boot zich steeds dieper en onwrikbaar op de verraderlijke bank vast werkt. De bemanning van de reddingsboot haakt er naar een tweede po ging te wagen; het zijn dappere zeelui, deze Eg- inonders De Drente-ligt vlak voor den vuurtoren en wordt Van het strand af bestraald door de nieuwe zoek lichten van de Reddingmaatschappij. Geéweldige Stortzeeën en brekers slaan onophoudelijk over het schip heen. Het ligt op het oogenblik midden in de branding, evenwijdig met het strand, op 30 a 40 meter afstand van den duinvoet. De bemanning Van de „Drente" bevindt zich benedendeks, slechts een enkele maal vertoont zich iemand aan dek. De indruk van den heer de Booy van de Noord-Zuid- Hollandsche Reddingmaatschappij was te elf uur dat het gevaar van den vloed is doorstaan. Thans fcit het schip echter in de branding. Als de eb snel doorzet kunnen ze over een uur betrekkelijk veilig zijn, daar het schip dan geheel droog komt te lig gen. Het zal echter de vraag zijn of de radiohut 't "Uithoudt. Te elf uur is weer een lijn afgeschoten met het Whippertoestel. De lijn kwam op het ach terdek terecht en kon door de bemanning niet wor den bereikt. De lichten op de „Drente" zijn uit, aanvankelijk brandde in de morse-kamer nog licht, doch ook dit is thans gedoofd. De „Kerkplein", die ongeveer 30 personen aan boord heeft, zit iets Zuidelijker op het strand. Ook dit schip ligt evenwijdig aan de strandlijn en zit neg iets dichter bij de kust. Aan boord van de „Kerkplein", die zeer hoog ligt, branden nog de «ehten, zoodat in de machinekamer nog alles in orde is. Het schip heeft geseind, dat er voor de be manning geen direct gevaar bestaat.. Zij wenschen het schip niet te verlaten. Er zit eenige beweging in het schip, wanneer zware brekers er tegen aan beuken. De roeireddingsboot heeft een dappere, doch vergeefsche tocht naar de „Drente" gemaakt. Er kon geen verbinding tot stand worden gebracht en onverrichterzake moest worden teruggekeerd. De pogingen om verbinding te krijgen met de „Drente" door middel van vuurpijlen worden nog steeds voortgezet. Van de nabijgelegen posten zooals Petten, zyn nieuwe lijnen aangevoerd Honderden menschen staan langs het strand en de strandboulevard het angstwekkend schouwspel ga de te slaan. Fantastisch steken de witgebande pijp van de sleepboot af tegen de donker-jagende wol ken en het spattende schuim van de rollende bre kers. De wind is nog in kracht toegenomen. KRANIG WERK VAN DE EGMONDER REDDINGBOOT. Een nieuwe en eervolle pagina toegevoegd aan het gulden boek van moedige red dingen. Twee tochten door de felle branding. EGMOND AAN ZEE. Zondag. Een nieuwe en eervolle pagina kan gevoegd "wor den in het gulden boek waarin de moedige reddingen, door de mannen van de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij verricht, staan aangeteekend. Zaterdagavond zijn door de dappere Egmondsche kustbewoners dertien schipbreukelingen de heele bemanning van de zeesleepboot „Drente" gebor gen en dertien van de 21 leden der bemanning van de 8000 ton groote vrachtboot s.s. „Kerkplein" de rest wilde alsnog niet van boord aan land gebracht. Dertien menschen zijn van een wissen dood gered door de dappere „opstappers" van de roeireddingboot der Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschap pij, gestationneerd te Egmond. De storm had tegen elf uur zijn hoogtepunt bereikt, de eerste poging met de reddingbopt faalde, de boot wagen werd stuk geslagen, een roeier liep lichte ver wondingen op. De Egmonders waren op hun post, aanvankelijk werden pogingen aangewend om met het Whipper toestel verbinding met de „Drente" te krijgen, maar dit mislukte. Steeds machtiger loeide de storm; fel striemden de regenvlagen, terwijl de branding hoog Opsloeg tegen het door den storm afgevreten duin. Te midden dier woedende elementen vochten de wakkere Egmonders om hun roeireddkigboot, waar mee zij reeds zoo tallooze schipbreukelingen van tot ondergang gedoemde wrakken hebben afgelDracht, vlot en met den kop in de golven te krijgen. Eenmaal is het mislukt; ze konden niet dicht genoeg bij de „Drente" komen; zagen menschen staan rie pen, schreeuwden wérden teruggeslagen, terug in de kokende branding, terug naar het strand., waar honderden in angstige adembeklemmende spanning wachtten en hoopten. Het is ongeveer half twaalf geworden, er wordt op de duistere „Drente" een lichtsignaal afgestoken, „Helpt ons" „Helpt ons". De roep op het strand wordt verstaan; weer staan ze klaar, deze Egmon ders, die van geen wijken weten Zij ploeteren, wadend in de ziedende en kokende en schuimende golven, om d9 boot, die door paarden naar het strand is gesleept, in haar element te brengen. Telkens en telkens weer wordt het scheepje teruggeworpen: maar ieder kent zijn plicht en vervult die met kal me, onwrikbare vastberadenheid; de tactiek was om een hooge zee af te wachten en als die dan de red dingboot vlot maakte,, werden onmiddellijk de rie men uitgeslagen om het schip met den kop in de golven te krijgen; teleurstelling ging door de hon derden toeschouwers, wanneer de poging weer mis lukte. Eindelijk, een verlossende kreet van bewon dering gaat op uit de menigte, eindelijk is de boot los. Dan begint de spanning eerst recht: de zoek lichten van de Reddingmaatschappij en de tientallen koplicKten van de op de Strandboulevard geparkeer de auto's zetten de reddingboot en daarachter het gestrande schip, waarop dertien menschen in doods nood verkeeren, in daghelderen, spookachtigen licht schijn. Geweldige witbelichte gordijnen van druppels en vlokken spuiten achter en over de „Drente". Over dat angstwekkend en fascineerend tooneel werpt de vuurtoren zijn stralen Aan boord van de „Drente" zien wij geen levenstee- ken, behalve het enkel oogenblik een lichtsignaal. Het ontzagwekkende feit heeft zich in lut tele minuten afgespeeld; het dappere scheep je heeft zich een weg gebaand door de woe dende golven, die hun uiterste best schijnen te doen om hun prooi te behouden; er is ver binding; de reddingboot ligt aan de lijzijde langszij en het overspringen van de beman ning is het werk van enkele oogenblikken. Dan komt er nog een spannend moment; zal het lukken het strand weer te hereiken? De boot is al gauw los en dan enkele oogenblik ken later gaat er een daverende juichkreet langs Egmonds strand: de bemanning van de „Drente" is in veiligheid. Er wordt een ket ting gevormd; Egmonders loopen zee in en de reddingboot ligt enkele oogenblikken later veilig op het met wit schuim bedekte strand Maar de gezagvoerder van de „Drente", ka pitein J. de Graaff ontbreekt; hij is nog op het wrak In optocht gaat het naar het café „De Boei" waar de waard, de heer Van de Pol en zijn gezin de ge redden gastvrij ontvangt. Droge kleeren zijn al be steld en aangekomen, en na een warm bakje koffie met cognac, begint een algemeene verkleedpartij. De wakkere secretaris van de Noord- en Zuid-Holland sche Reddingmaatschappij die steeds vooraan staat in dezen zwaren nacht, heeft tot eenderde tocht met de reddingboot besloten; de kapitein, van de „Drente" is nog aan boord, ook, hij moet gered wor den. Weer beginnen schipper van der Plas en zijn mannen den strijd met hun erfvijand. Weer falen aanvankelijk de pogingen, weer slaan honderden in voelbare spanning den strijd gade. Dan is het zoo ▼er; hoog op den rug van een golf rijdt de redding boot zee in. De zoeklichten volgep het scheepje, ra zend brult de storm en klettert de regen neer... Bijna recht gaat het op de „Drente" aan, waar zich nog één man, de gezagvoerder bevindt; als laatste zal hij het schip verlaten. Vol spanning wachten wij, tot werkloosheid ge doemde toeschouwers, het oogenblik af, waarop de boot langszij zal liggen en de kapitein over zal stap pen.. In heel korten tijd gelukt het de reddingboot vast te maken; huizenhoog slaan de golven over beide schepen De kapitein van de ^Drente" is nergens te zien; twee leden van de reddingbootbemanning B. Eisen- berger en H. Wijker zien wij van den wal af aan boord van de „Drente" klauteren. Watermassa's spoelen over het schip; soms zijn zij onzichtbaar door de schuimende waterhoozen, die over de „Dren te" breken. Maar zij zetten door; op den wal zien wij de beide helden over het dek loopen naar de brug, naar de radiohut, naar het voorschip.., (Zie volgende pagina.) Regeeringsplannen na verraad van ras Gugsa ongewijzigd. Groote bedrijvigheid in Tigré. Nog regen in het Zuiden. Gebruiken de Italianen dum- dum-kogels? (Van onzen specialen correspondent W. F. DEEDES). ADDIS ABEBA, Zondagavond. Er heerschte een onderdrukte opwinding te Addis Abeba vandaag. De regeering blijft wel is waar vol harden in haar stilzwijgen en treft haar-plannen voor de toekomst, maar de zekerheid en het vertrouwen in de ministère, die ik.vanavond sprak, doen vermoeden, dat er belangrijker dingen op til zijn dan de blok kade van het Italiaansche leger of de bezetting van Tigré. Ik verneem, dat de regeeringsplannen hoe die ook mogen zijn niet het minst zullen worden be- invloed door de desertie van Haile Selassie Gugsa, van wien verondersteld wordt, dat hij in de woestijn is gestorven of door de Italianen aangesteld is als ras van Tigré. De regeering schijnt geheel ingelicht te zijn over zijn vertrek. De ministers deelen mede, dat zijn afwezigheid de samenwerking en de aaneen sluiting van de legers aan het Noordelijk front, aan zienlijk zal vergemakkelijken. En dit is vermoedelijk juist. Er worden dezer dagen nieuwe groote aanvallen verwacht. Aan beide zijden bereidt men er zich klaarblijke lijk op voor, vooral aan het Noordelijk front. De Abes- sijnsche berichten uit dit district melden een con centratie van het Italiaansche leger ten Zuiden van Adigrat langs het front, dat zich uitstrekt van Ak- soem tot Ac^oea. Men maakt uit de berichten op, dat de Abessijnen geen directe plannen tot een aanval hebben gemaakt, al zullen zij trachten de verbinding tusschen de Italiaansche troepen te belemmeren. Toch blijkt er groote bedrijvigheid te bestaan bij de Abessijnsche troepen in Tigré. Terwijl de Abessijnsche regeering er nog steeds over beraadslaagt op welke wijze de opmarsch der Italiaansche troepen door een sterken tegenstand van het Abessijnsche leger zou kunnen worden belemmerd, ligt de veronderstelling voor de hand, dat deze troepenbeweging door een Abessijnschen tegenaanval in de richting van Eritrea zou kunnen worden afgeleid. Ras Seyoem, de feitelijke bevelhebber van het ge- heele Noordelijke leger, zou hiervan vermoedelijk de leiding krijgen tezamen met ras Kassa. Sinds het uitbreken van den oorlog heeft de regee ring geen officieel nieuws meer ontvangen over de beweging der Italiaansche troepen in de buurt van den berg Moessa AH. Dit gebied ligt in het verre Oosten van Eritrea 'tegenover de provincie Aoessa. Er bevindt zich daar een sterke troepenmacht en ik verneem, dat de Abessijnen, die dezen hoek steeds als gevaarlijk hebben beschouwd, verdedigen met ver vaarlijken tegenstand* HENDERSON OVERLEDEN. NA EEN ZIEKBED VAN EENIGE WEKEN. Naar uit Londen gemeld wordt, is Arthur Hendcr* son, voorzitter der ontwapeningsconferentie, gister in den leeftijd van 72 jaar in het ziekenhuis, waar hij gedurende de afgeloopen weken verpleegd werd, over» leden. ARTHUR HENDERSON. Zooals zoo vele Engelsche politici en gelijk de meeste Labour-men, is Hendereon van zeer eenvou» dige afkomst. Hij werd in 1863 te Glasgow geboren. Hij behoorde niet tot de arbeidersklasse, maar tot de kleine burgerstand. Oorspronkelijk is hij lid van de liberale partij. Wam neer in 1893 de Independant Labour Party wordt ge sticht, sluit hij zich daarbij nog niet aan. Tien jaar later voegt hij zich bij de Engelsche arbeiderspartij, maar wordt in de eerste paar jaar nog niet gekozen, In de laatste jaren heeft de grijze staatsman veel tégenslagen te overwinnen gehad, ten eerste de ineen storting van de Labour Party en ten tweede door de mislukking van de Geneefsche vredesconferentie. On danks het feit, dat hij niet meer minister van buiten» landsche zaken was, stond hij er op de vredesconfe rentie te presideeren. De conferentie werd een mis lukking en zeer teleurgesteld keerde Henderson naar Londen terug. Zijn slechte gezondheidstoestand noop te hem de laatste maanden geheel buiten het politieke leven te blijven. Ik verneem verder, dat het grootste deel van het centrale leger, dat onder leiding van den minister van Oorlog staat, en ongeveer 150.000 man sterk is, naar Dessié optrekt, om zich bij de troepen van den kroonprins aan te sluiten en het is zeer wel mogelijk, dat hierna de opmarsch over de grenzen van Aoessa zal volgen. Aan het Zuidelijk front Aan het Zuidelijk front is alles nog steeds rustig. De regen die daar nog steeds valt, is vermoedelijk de reden voor het opschorten der militaire bewegingen aldaar. Ik verneem, dat de Italianen tien dagen geleden hun aanval zijn begonnen bij de rivier Efana en Zuiden van YVobbe Sjebeli. De sterke Abessijnsche troepenmacht te Bale wordt aangevuld met het plan het Italiaansche leger zoo mogelijk naar het Zuiden terug te drijven. Zeer groote dingen zijn vermoedelijk op komst. Addis Abeba verkeert in afwachting. Onderzoek naar dum-dnm-kogels. Ministers 'en hooge regeeringspersonen kwamen heden in het paleis bijeen om foto s voor een pro test aan den Volkenbond te bestudeeren. In verneem, dat deze foto's zouden moeten bewij zen, dat de Italiaansche troepen de laatste dagen hun toevlucht hebben gekozen tot het gebruik van dum-dum kogels. Dr. Hoekman, die de foto's heeft genomen, is de leider van de Abessijnsche Roode Kruis-expeditie aan het Zuidelijk front. Ilij keerde Vrijdagavond uit Dzjidzjiga te Addis Abeba terug en bevindt zich sinds gisterenochtend vroeg met zijn bewijsmateriaal in het paleis. Dr. Hoekman is naar de hoofdstad teruggekomen met 't dringend verzoek deze aangelegenheid verder te wil len behandelen. Behalve de ministers waren ook de geneeskundige adviseurs van den keizer aanwezig. De autoriteiten hadden een langdurige bespreking en de foto's zijn zeer nauwkeurig onderzocht. Ik verneem, dat de beweringen door de foto's dui delijk worden gestaafd. Men zegt, dat verscheidene andere soldaten soortgelijke verwondingen hebben opgeloopen. De patiënt van Dr. Hoekman was dg eer ste bij wien dergelijke kogelwonden waren geconsta teerd, hij werd nauwkeurig onderzocht en gefotogra feerd. De patiënt werd per muilezel van het front "naar het hospitaal van Dr. Hoekman bij Dzjidzjiga over gebracht. Deze reis duurde meer dan acht dagen. De beenderen van den patiënt waren volkomen ver morzeld, Indien de bewijzen voldoende worden ge acht, heeft de regeering het plan haar recht om bij den Volkenbond te protesteeren uit te oefenen. Een regeeringscommuniqué, dat mi.i gisteren werd overhandigd, was geneigd de geschiedenis eenigszins .-te overdrijven. Het beweerde niet a'leen, dat de Ita lianen dum-dum kogels hebben gebruikt, doch men sprak zelfs van „vreeselijke slachting" onder de troe pen aangericht. Een uitdrukking die als eenigszins onbescheiden moet worden beschouwd. De conferentie van vandaag hield zich ook met andere kwesties bezig. Zij behandelde den dood van Abessijnsche soldaten „zonder zichtbare oorzaak". De regeering is van plan, de zaak grondig te on derzoeken. Dr. Hoekman sprak tevens over ernstige epide mieën van scheurbuik, welke niet zoo zeer door het tekort aan groenten veroorzaakt zouden zijn, als wel door een tegenzin onder de troepen om het ver strekte voedsel te eten. Zoowel hier als in andere gedeelten van het land koopen de regeeringsambtenaren alle groontenvoor- raden op om ze oogenblikkelijk naar het front door te zendén. (Copyright Morningpost - A.N.PJ

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 1