ABESSIJNSCH PANORAMA De beschermende gordel om Abessynië, De zee het dreigendste gevaar. Woestijnen en steppen. Tusschen zee en hoogland De noordelijke bergketens door Dr. D. Hofrechter. MASSAOEA is de beste haven aan de Roode Zee. Daar om echter is het nog geen fraaie haven. Bij 50 graden in de schaduw, een drukken de hitte, zijn de technische voordeden van een bepaalde haven niet in staat indruk te maken op een Europeaan, wiens eenige gedachte is: „Hoe krijg ik hier géén zon nesteek?" Want een zonnesteek is het steeds-dreigende gevaar van dit broeinest. De tropische ziekten komen pas op de tweede plaats... Thans is Massaoca echter de landings plaats voor de Italiaansche devisies gewor- Asmara is het paradijs van Massaoea; hier stijgt de temperatuur nooit hooger dan 30 graden en tengevolge van de hooge ligging zijn de nachten koel en ook dik wijls koud! In Asmara kan men de winter- kleeren gebruiken in Masaoea is het Adamscostuum het ideaal! Het hoogland, met inbegrip van Asmara ligt nog in het bereik van den zomerschcn regentijd van Abessynië. Met een fantastische nauwkeu righeid begint de regentijd begin April ieder jaar. Beneden, in Massaoea wij herhalen: slechts luttele 120 K.M. vèr is een regendruppel een... natuurwonder! In verschillende parallelle of dwarsloo- Geheel boven: De straatweg HarrarDiredoea, een der weinige straatwegen in Abessynië. Rechts: Eindeloos is de met doornstruiken en scherm-accacia's begroeide steppe. Hieronder: Bij Djidjiga begint het hoogvlakteplateau. l y; v den. Misschien zijn de tegenstellingen ner gens ter wereld zoo scherp, als hier! Op 320 kilometer afstand ligt namelijk de landshoofdstad Asmara, 2400 Meter hoog! En deze beide getallen afstand van de kust en hoogteligging van de hoofdstad geven reeds een indrukwekkende voorstel ling van de moeilijkheden, waarmede de soldaat zoowel als dc koopman rekening hebben te houden. Hier in Noordelijk Ery- thrca, komt het Abessijnsche hoogland vlak bij de kust en laat slechts een smalle strook 30 tot 50 K.M. langs de kust vrij, een strook tropisch laagland... pende bergketens golft het land tot aan de veelbesproken buurt van Adoea. Hier begint de kern van het Abessijnsche land. Op een hoogvlakte, die tusschen de 1500 en 2000 M. hoog ligt, verheffen zich de be roemde tafelbergen, die oneindig stijl uit de vlakte oprijzen en van elkaar gescheiden zijn door diepe kloven, die soms op den bodem maar enkele meters breed zijn en waarvan de wanden vele honderden me ters hoog zijn. Het landschap is zoo moei lijk en onbegaanbaar, dat kameelen muilezels ontladen en soms aan touwen omlaag gelaten moeten worden! Dit heele Italiaansche inboorlingentroepen bij de be storming van Adoea. Duidelijk ziet men, hoe moeilijk 't terrein is, doch hoe uitstekend het zich daartegen leent voor een guerilla-oorlog gebied van de grens van Erythrea af, be hoort reeds tot het stroomgebied van den Nijl. Men weet, welke beteekenis de Rijn in de geschiedenis heeft gespeeld; maar de lengte van het stroomgebied van den Nijl is zesmaal zoo groot als b.v. die van den Rijn en tweemaal zoo groot als van de Wol- ga. Dat zal ongeveer een voorstelling ge- De „stadi" Sokota in Noordelijk Abessynië ligt temidden van hooge bergen. ketens tegen de zee beschermd wordt! Want de zee is het dreigendste gevaar! De zee is steeds de vijand van dit land ge weest! Van hieruit kwamen eerst de Ara bieren, de Turken en Portugeezen; nader hand ondernamen de Britten ruim 70 jaar geleden een strafexpeditie tegen de ven van de uitgestrektheid. De rivieren, die in het grensland tusschen Abessynië en Erythrea ontspringeif* monden echter reeds in den middenloop van den Nijl uit, "na zich van te voren reeds vereenigd te hebben met den Witten en den Blauwen Nijl. De Blauwe Nijl ontspringt, slechts door een waterscheiding van 20 kilometer breedte afgescheiden van deze zijrivieren van den Midden-Nijl, in het veelbesproken Tana-Meer, een geweldig, natuurlijk stuw- bekken, dat zijn wateren niet direct Noor delijk, maar eerst naar het Zuid-Westen dirigeert. Hier is niet alleen het geographische, doch ook het soldateske hart van het land. Hier wonen namelijk de Amhara's, diezich in de geschiedenis van het land langzamerhand tot heerschers hebben op geworpen. Hier verdwijnen de schermacca- cia's, de doornstruiken, de cacteeën van den woestijngordel. Zij maken plaats voor de vetste alpenweiden, die men zich kan voor stellen, waar geweldige kudden vee, run deren en buffels, het weelderige gras af grazen... In dit gezegende hoogland ligt ook het pas 60 jaar geleden gestichte Ad dis Abeba, dat in vertaling eigenlijk „Nieu we Bloem" beteekent. Het is de hoofdstad van het land. In het midden tussehen die hoofdstad en Dzjïboeti ligt Diredoea, van waaruit een vrij goede automobiehveg naar Harrar leidt, de oude handclshoofdstad van de Zuid-Oostelijke provincie Ogaden. Hier groeit in het bosch de wilde koffie. De naam van de onderprovincie: Kaffa heeft onze brave koffie een naam verschaft. Maar niet alleen de koffie-boon wordt door de Abessyniërs geoogst, doch tevens het hout is een waarde-object, daar men hier uit bij voorkeur de schachten van lansen snijdt! Harrar ligt op den rand van het Abessijnsche' hoogland; verder Zuidooste lijk begint een verlaten zoutsteppe, waarin de rivieren van het hoogland in den dro gen tijd al spoedig doodloopen. De dichte bosschen- zijn hier verdwenen, de kale, trieste doornstruiken duiken weer op, breed uitgespreide scherm-accacia's sieren het droefgeestige, verlaten landschap nog eenigszins. De beschermende gordel van Abessynië begint weer... Het is wonderlijk om te zien, hoe dit 1 land door woestijnen, steppen of kale bepg- Abessijnen; dan namen de Italianen hun plaats in! Naar het Westen en het Noorden is het land echter door de breede, veel vertakte en zéér moerassige gebieden van den Witten en Blauwen Nijl be schermd! Het raadsel van de Nijlbronnen is vele eeuwen lang het onderwerp geweest van allerlei vermoedens, en studietochten. Pas in het laatste kwartaal van de vorige eeuw is dit groote vraagstuk der geogra fie verklaard: een bèroemd-geworden tele gram bracht de verklaring: de Britsche on derzoeker Speke seinde van Karthoem uit, aan de Britsche Geografische Club te Lon den: „The Nile is settled" „De Nijl is in kaart gebracht." Het groote centrale steenmassief het Noord-Afrikaansche hoogland begint 'n even groote beteekenis te krijgen als Zwit serland in Europa reeds heeft! Het land van de vacantie, de ont spanning, de verkwik king! Geheel onverschillig voor den uitslag van tien strijd ItaliëAbes synië, klopt aan de poorten van het geslo ten wonderland Abessy nië of, zooals het eigenlijk heet: „Ethio pië", de nieuwe tijd met automobiel en vliegtuig! Men zegt, dat de Abessyniër om een indruk te ge ven van de natuurlijke schatten van het land dat hij „landbouw speelt?"... Zoo vanzelf gaat alles daar. In dit vaderland van de koffie is van een rationeel plantagebe- drijf nog niets te be merken. Met opzet heb ben de huidige heer schers het oude feodale systeem gehandhaafd om al te ijverige civili- satoren in hun werk zooveel mogelijk te be lemmeren. En daarte genover staat zelfs de Negus Negesti, de Ko ning der Koningen, die wèl een voorstander is van modernisee ring en civilisatie, machteloos! DE GROOTE BETEEKENIS VAN DE WATER-VOORZIENING. In de meeste oorlogen speelt geld een hoofdrol, maar aan het front in Abessynië is het duidelijk, dat ook water een van de allerbelangrijkste dingen is. Nu moet er kend worden, dat de Italianen er tot op het oogenblik uitstekend in geslaagd zijn, dit probleem het hoofd te bieden. Het meeste water wordt naar het front vervoerd in speciale watertanks, welke zeer goed voldoen; zij vertoonen alleen dit euvél, dat het water gloeiend heet is, tegen dat het op de plaats van zijn bestemming aankomt. Wie daar kans toe ziet, bewaart een deel van zijn rantsoen tot des avonds, om het te laten afkoelen. Anders drinkt men het maar warm; la guerre comme la guerre. Enorme hoeveelheden water worden ver slonden door de sterke mechanisatie van verschillende legerafdeelingen. Voorloopig baart dit nog geen zorg, doch bij verder doordringen in dit over het algemeen wa- terarme land zal het toch een probleem vormen, dat den legerleiding veel hoofd breken zal bezorgen. Het is niet alleen het gebrek aan water, dat een van de vijanden in Oost-Afrika is, die niet met tanks, bommenwerpers en machinegeweren te bestrijden is. Daar zijn ook nog de woestijnen en de woeste ge bergten die bijkans onoverkomenlijke hin derpalen vormen. Tenslotte nog de verra- derlijke koorts, tengevolge waarvan bij alle tot nu toe gevoerde koloniale oorlogen het menschenverlies grooter in aantal is, dan dat wat in den strijd viel. Onbegaanbaar is het grootste deel van het land...

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 16