De Brabantsche Brief
van
RADIO
Ulvcnhout, 22 October 1935.
Men i er,
Da's gisteren 'nen druk
ken dag geweest!
Om te beginnen hadden
we verlejen week 'n dag
vaarding ontvangen om
gehoord te worden i.z. de
tenlastelegging aan Mar-
tinus, Judocus, Simon Ba-
stiaansen (den Blaauwe,
onder ons gezeed), ter za
ke dat hij in den avond of
op omstreeks 27 September
1935 in de herberg „de
Gouden Koe" zich zou heb
ben schuldig gemaakt aan
nishandeling van een amb
tenaar in de uitoefening zijner bediening, den ge
meente- tevens onbezoldigd rijksveldwachter Adrianus
van den Heuvel door hem, meergenoemden veld
wachter vast te grijpen in den kraag van zijn uni
form en in het achterdeel van zijne broek en hem,
meergenoemden van den Heuvel, zoo het erf
op te smijten, zijnde een stuk grond behoorende bij
en onmiddellijk grenzende aan de achterzijde van
bovenvermelde herberg, waardoor den mishandelde
terecht kwam op zeven, of omtrent zeven, althans
vele stalemmers, althans meer dan eenen stalemmer,
waardoor de veldwachter van den Heuvel lichamelijk
letsel bekwam, - althans een ontwrichten pols en
inwendige pijnen onder aan den rug, geconstateerd
door hem, veldwachter zelve, bij ambtseedig proces
verbaal door hem, veldwachter van den Heuvel, op
gemaakt den 27en September 1935 en zou verdachte
Bastiaansen deze handelingen hebben gepleegd met
het kennelijke doel den veldwachter meergenoemd
wederrechtelijk uit de herberg-lokaliteit „de Gouden
Koe" te verwijderen, toen hij, veldwachter in dit voor
het publiek toegankelijk locaal zich bevond in zijne
bediening van gemeenteveldwachter te Ulvenhout; en
nadere verklaringen te verstrekken als getuige in
deze zaak, ten kantore van den E.A. Heer Rechter
van Instructie in het gebouw der Arrondissements-
Rechtbank te Breda, op Maandagmiddag 21 October
1935 te twee ure."
En ten tweede, amico, was 't kermis in de stad!
Onmiddellijk had den bakker toen ie ook zoo'n pam
pier had ontvangen, de heele feestcommissie gecon
voceerd, om twee redenen.
„Ten eerste", zei-ie op de vergadering in de bak
kerij: „ten eerste om honze ouding vast te stellen bij
't stilte veroor en ten tweede: om deus dagvèèrdiging
op te nemen in de notulen van de feestcommissie,
waant 't zou driewerf zonde en jammer zijn, as deus
onbegrijpelijk maar deftig pampier nie geboekstaafd
wier in de hannalen van Huivenhout, waarvan deus
notulen van den Bult", toen klopte-n-ie op de schou
wers van onzen secretaris, maar 't manneke kreeg
aanvechtingen om er onder te bezwijmen, „waar
van deus notulen 'n gouwen bladzij, wa zeg ik?
'n gouwen oofdstuk vurmen!" Pats, dee z'n hamerke.
„En 't vonnis mot er later ok bijgeplakt worren,
veurzitter", riep den Blaauwe!
„Daar komt gin vonnis!" maakte den hakker
uit. „Van da vertesseltje op dit pampier is niks aan
ders waar as die zeuvcn stalemmers en hoe hebbe ze
in Berda da-d-in malkaar gedraaid mee die emmers?"
Hoe ze dit vertesseltje in malkaar hebben gedraaid
zijn ze nog gin-eens zeker van! Ze weten hamper hoe
veel hommers of 't waren! Lees die passage maar 's
veur, secretaris."
Bultje de Bie las: „waardoor den mishandelde te
recht kwam op zeuven of omtrent zeuven" (den bak
ker knikte) „althans vele stalemmers (den bakker
knipte z'n oogen slim toe) „althans meer dan ééncn
stalemmer, waardoor den veldw
„Stop", zeiden den bakker en zijn hamerke tege
lijk: „Stoppoppop, genogt!"
En toen, na 'nen diepzinnigen zucht:
,,'t Zwakke punt zit 'm in den Jaan zij'n bedie
ning! Hij had daar op dieën moment niks te „be
dienen" dieën geaktbal! De kwestie is deuze: hij
kwam as kameraad binnen, uit nuuwsgierigheid! En
ik heb 'm deur den Blaauwe laten buitensalamande-
rcn as kameraad en nie as veldwachter!"
Hij zweeg. Wij voelden allemaal dat ie de zaak
aan 't goeie end vasthad. En hij gaf hij is geen
Raadslid voor niks! en hij gaf ons allemaal de ge
legenheid, om dat 's goéd te voelen
„Wa moois", ging ie toen verder: „neeë, nou brikt
m'nen klomp! Ge zou mee 'nen ouwen kameraad nie
meugei doen wa ge wilt! En as ie vanavond weer bin
nenkomt, dan zal ik 'm zeivers buitenstaampen. Is
ie bedonderd? Mee z'n blaauwe plekken op z'n eh
gewitwel! Jammer dat ie er ging portretje van hee
laten maken as stuk van hovertuigink!"
Daverend applaus.
„Ge zij kameraden of ge zij gin kameraden, sode-
wist bovendien dat Terry niet ver van haar af was
en er verscheen een glimlach om haar lippen bij de
gedachte dat hij nu in de kleine kapel rustte, zijn
ééne arm achter zijn hoofd gevouwen, zooals ze hem
zoo dikwijls op het zonnige strand van de Torrens
Baai had gezien.
Niet lang daarna sluimerde ze in.
HOOFDSTUK X.
Terry's besluit.
Zes en dertig uur later. De nacht welke op het
eiland was door gebracht en de daarop gevolgde
dag, behoorden reeds tot het verleden, en Phil werd
dien ochtend met een gevoel van schrik wakker...
het angstige gevoel, dat haar iets onaangenaams
wachtte.
Gedurende enkele minuten lag ze droomerig voor
zich uit te staren en wist ze zich eigenlijk nog niet
precies te herinneren wat er zou gebeuren. Doch
loen was haar herinneringsvermogen weer volmaakt
helder. Dien dag zou Terry vertrekken... hij ging
naar Londen, om vandaar een reis te ondernemen,
die twaalf lange maanden zou duren.
Het leek haar een eeuwigheid toe. Gedurende die
twaalf maanden zou verdriet, niets dan verdriet
haar deel zijn. Terry had voortdurend afleiding,
want hij zou van de eene plaats naar de andere
trekken en alle mogelijke ervaringen opdoen. En
zij... ja, zij was degene die achterbleef en moest
wachten...
En het bitterste en wreedste van alles was dat
ze zwijgend moest wachten en niemand mocht weten
dat Terry en zij elkander liefhadden. Het scheidings
jaar was oneindig makkelijker te dragen geweest,
wanneer ze publiek verloofd hadden kunnen zijn,
zoodat tante Jem en de anderen als het ware den
wachttijd mèt haar hadden meegemaakt Hun sym
juu", viel ie uit: „en as den Rechter-Commissaris da
nie verstaat, dan za'k 'm op z'n vestje spouwen, dat
ie nooit moeite mot doen om lid van ons propclub
te worren, waant dat ie dan mee vlag en wimpel
gedeeballenteerd wordt!" Pats!!!
Toen stond den Joost op, ge kent 'm, dat weduw-
manneke, vergeten weareldkampioenneke, dat nou op
de fiets reist in worsterijen en aanverwanten. Hij
stampt iederen dag zoo'n kleine honderd kilometers
bij malkaar om zijnen baas van zijnen worst af te
helpen!
„Jongens", zee den Joost: „ik vind dat den Fielp
goed gesproken hee! As wij Maandag allemaal op
deuze zelfste manier starten en we houwen goed vast
dan winnen wij op de Rechtbank mee twintig kop-
lengtes, 'k heb gezeed.".
En zoo, amico, zijn we Maandagmiddag met z'n
allen naar de stad gebust. Den jubilaris was er ook
bij. Maar hij sprak niet veul den Jaan.
„Hoe is 't mee de blaauwe plekken, Janus?"
vroeg den Joep.
„Die zijn weg", zei den Jaan onverschillig.
„Dus ge kunt van den middag niks bewijzen", riep
den Joost: „as den Rechter-Commissaris z'n eigen
overtuigen wil
Ons bus liep haast 'nen slagerswinkel binnen, zoo
zat den chauffeur, die alles wist, te lachen.
Ge moet weten, we waren met zo'n groot gezel
schap, dat wc 'n „eigen" buske hadden afgehuurd
bij van Hooydonk. Van Hooydonk ree zeivers,
want 't was de bedoeling om er 'n leutig kermisdagke
van te maken. En daar is 'nen Ulvenhouter voor te
vinden.
Efkens voor tweeën zaten we in de wachtkamer
van de Rechtbank. Non geschuurden vloer, 'n ouwer-
wetsche, geverniste tafel in 't midden, banken langs
de kant en stoeltjes om de tafel en lekker warm
was 't er. Wij, in ons Zondagsche pak, we kregen
'n echte „Gouwe Koei"-stemming.
„Kan 't nog laank duren, brigges?" vroeg den
Fielp aan den Marechausseee, die daar zoo wat de
wacht hield.
„Niks van te zeggen", gaf ie ten antwoord: „ik weet
wel, den Rechter-Commissaris is er nog nie. 't Is laat
geworren van den mergen."
Toen haalde den Fielp 'nen stok kaarten uit zij
nen broekzak en na vijf minuten zat de propclub
om de tafel.
Den Fielp ging piek.
„Denk er om. me speulen in den pot, mannen,
sjuust as Zondags".
'k Stak 'n sigaar aan.
„Ge meugt hier nie rooken", zee de berenmuts.
„En as ik jou 'n sigorke presenteer?"
„Ok nie", toen wees ie op 'n bordje: Verboden te
Rooken.
„Zijn jullie hier nie verzekerd", vroeg den
Blaauwe?
„Vraagt da maar aan den president", maakte den
marechaussee er z n eigen af.
„Zoo gaauw as ik 'm weer 's spreek", zei den Tiest,
Toen begost 't spel
Den Fielp zat er in! „Wel nondekarjuuvier ie uit
en meteen sloeg ie mee zijn vuistje ter grootte van
nen roggemik op 't tafeltje: „nou had ik ze zoo
schoon! Hedde 't gezien, brigges? Is 't nie om nou
nooit meer n kaart in oew pooten te nemen?"
Wij plaizier, dat verstaat ge! Daar wierd gelachen,
gekwekt, en daar stond opeens 'nen deftigen me
neer in 't deurgat, die ons vroeg wat we hier uit
spokten.
Den Fielp stond op, trok m bij zijnen revèr, en zei:
„hedde gij verstajum van proppen, menier? Nou mot
te toch 's zien. ik heb deus kaarten, ik piek be
grepte, ik speul ditte veur, schuppenzeuven, maar
de twee en de viei en de zes heb ik in haanden
en nouw, potverblomme, nou zitten daar den Dré
en den Blaauwe zonder schuppen in d'r pooten! Den
Joost gooit de vijf en ik hang! Is 't nie godgeklaagd
menier? Bij den tweeden slag? Waant 'k had m nen
piek al binnen, mee deus haas, kek hij draaide
zijnen slag
Daar was geen woord tusschen te brengen. Als
den Fielp in 't vuur van 't kaartspul is, dan kaart
ie mee zijn volle driehonderd pond lichaamsgewicht
en dan zet ie 'n stem op, dat 't allegaar dondert.
„Ge had de twee veur motten brengen" zee den
Jaan. „Wie houdt nouw toch de twee in z'n bóeren-
vlerken, as ie..."
„Houde gij oewen kop, sufferd", commandeerde de
Fielp: „mokte gij maar persessen-vanbaal, kever; re
ken maar da k oe helpen zal in den Raad, bij de al-
gemeenc beschouwingen, oofdstuk pliesie!"
Toen liet den Fielp dieën menier zijnen jas los,
Nou, ge kost goed zien, waar ie 'm vast had gehad...!
„Kever, sufferd?" zee den Jaan: „al zijde gij nou
honderdduuzend keer lid van den Raad, ik zet oew
op de bon, edelachtbare! Brigges gij zijt m'nen ge
tuige: beleediging van 'nen ambtenèèr in z'n fung-
sie!"
Hij was er bij gaan staan, zoo kwaad was ie! Want
wat den Fielp nou gezegd had, algemeene beschou
wingen... hoofdstuk politie, z'n feest viel in dui
gen...!
pathie en begrijpen zou haar zooveel geholpen heb
ben.
Ze had er reeds een flauw vermoeden van op wel
ke manier ze zou moeten optreden, en het was af
schuwelijk te bedenken dat alles zoo geheimzinnig
in zijn werk diende te gaan. Dat had ze al begrepen
op dien ochtend na den storm, toen een motorboot
vanuit Torrenby naar haar en Terry was gaan zoe
ken. Het was een wondermooie morgen geweest en
niets wees er op dat de natuur den vorigen dag op
zulk een ontzaggelijke wijze huis had gehouden. Ze
hadden uit alle macht gewuifd en geroepen, terwijl
de boot in het zicht kwam, en toen die dicht bij was
ontdekte ze Piers en Dick Matheson aan den voor
steven.
Diep in haar hart was Phil teleurgesteld geweest,
dat Budge er ook niet bij was. Ze had altijd het
meest van hem gehouden en na de uitgestane
angsten was het heerlijk voor haar geweest zijn goed,
sproetig gezicht het eerst te zien.
„Waarom kwam Budge niet mee?" vroeg ze dan
ook onmiddellijk. Terry had al dadelijk een beschrij
ving van hun avontuur gegeven en genoot er van
dat het gevaar nu veilig en wel voorbij was.
„Er was geen plaats meer voor hem over", ant
woordde Piers. „En daar ik de oudste ben, ging ik
natuurlijk voor." Hij sprak op kalmen, eenigszins
hautainen toon en scheen het niet meer dan logisch
te vinden, dat hij bij afwezigheid van zijn vader
aan het hoofd van het gezin stond. Phil had vaak
lachend opgemerkt, dat hij zich als een troonop
volger kon gedragen, waarop Budge dan placht te
antwoorden dat hij een verduivelde despoot was..
„Het is een afschuwelijke nacht voor ons geweest"
vervolgde Piers. „Tante Jem en Venetia waren half
krankzinnig van angst. En ik geloof niet dat Budge
en ik er eigenlijk veel beter aan toe waren" voegde
hij er aan toe, terwijl hij haar glimlachend aanzag...
Den Blaauwe schupte Janus z'n stoeltje zachtjes
weg. En als den Jaan weer ging zitten, ge ver
staat...! Hij kwam op z'n gewitwel op den vloer te
recht en hij kon daar nog weinig hebben, van
wege de pas genezen blaauwe plekken...!
Hij glom van woede. Wreef over z'n broek. Schold,
tierde. Zelden hadden wij zo'n leut g'ad onder 't
kaarten. En nou was 't spul nog pas aan den gang!
Den marechaussee stond sjuust te kijken of ie
kramp in den buik had en daarvan niks mocht la
ten merken...!
En dieën meneer, die geen woord meer verstaan
baar had kunnen maken, die stond te kijken of de
vveareld verging en hij 't geen onaardig schouwspel
vond.
En als ik naar die twee menschen keek, dan
kreeg ik 'n heel eigenaardig voorgevoel.
„En gij zet dat allegaar in de notulen, Bult", com
mandeerde den Fielp naar onzen fecstsecretaris:
„ge leest ze veur op onze eerstvolgende vergadering
van de feestcommissie."
„Wat voor feestcommissie is dat?" vroeg dieën
meneer."
,,'t Gaat oew eigenlijk gin bal aan", zee den Fielp.
,,'t is geelm, maar daar gij toch nie op Hulvenout
woont, de kwestie is deuze, die lapswaans" hij
wees den Jaan aan: „die gaat 1 Januari mee pen
sioen en nou zetten we 'n feest in malkaar veur 'm.
Ondertusschen doet ie niks aanders as ons dwars
ziten, hij is zoo nuuwsgierig as 'n wijf en zoodoende
heb ik 'm lest, in m'n kwaliteit van veurzitter, deur
den Blaauwe (Martinus, Judocus, Simon Bastiaan
sen boog) huit de ge-eime feestvergadering laten sal-
lemaanderen en daarom zijn me nouw icr, waant
dieën geaktbal. onze Sjerlok Holmes, hee verbaal
gemokt...! Heb ik er één woord om gelogen, van
Geaktballum?" zoo keerde den Fielp z'n eigen nijdig
naar den Jaan.
„Neeë", zee den Jaan: „ge wit genogt da'k er spij
van heb en da'k nie wist da juilie daar veur mijn
'n feest aan 't regelen waren!"
Daar was weer geen woord tusschen te krijgen
geweest.
Maar dieën menier, die nog geen tijd had gekregen
ZONDAG 27 OCTOBER.
HILVERSUM (1S75 M.)
8.30 NCRV, 9.30 KRO, 10.00 Ned. Evang. Vereen.,
11.30 KRO, 5.00 NCRV, 7.45—11.00 KRO. 8.30
Morgenwijding olv. Kapt. J. Salomon mmv sopraan
alt en orgel; 930 Gram.pl; 10.00 Kerkdienst in de
Ned. Herv. Kerk te Coevorden. 11.30 Orkestconcert
en Gram.pl.; 1.00 Lezingen en orkestconcert; 2.00
Lezing; 2.30 Orkestconcert, lezing en Gram.pl; 4.30
Ziekenhalfuur; 5.00 Gewijde muziek; 5.20 Kerk
dienst uit de Geref. Kerk (Nieuwe Oosterkerk) te
Rotterdam; 7.50 Causerie; 8.10 Berichten; 8.15 Or
kestconcert, zang en gram.pl.; 10.30 Berichten, gr.
pl.; 10.40—11.00 Epiloog.
HILVERSUM (301 M.)
8.00 VARA, 10.00 VPRO, 12.00 AVRO, 5.00 VARA,
8.00—12.00 AVRO. 8.57 Carilonspel S. Nees; 9.00
Voetbalnieuws; 9.05 Tuinbouwpraatje S. S. Lantin-
ga; 9.30 Carillonspel J. Denijn en S. Nees; 9.45
Prof. Dr. J. Tinbergen: Het plan van den arbeid;
10.00 Zondagshalfuur voor kinderen; 10.30 Kerk
dienst uit de Rem. Kerk te Alkmaar. Voorg.: Mej.
Ds. F. W Rappold; 12.00 Klokkenspel en uurslag
van het Stadhuis te Veere; 12.01 Filmpraatje L. J.
Jordaan; 12.30 Carillonbespeling St. Nees; 12.50 De
Octophonikers olv. B. Drukker en Gram.pl; 2.00
Boekbespreking Dr. P. H. Ritter Jr.; 2.30 Piano
recital J. Odé; 3.00 Omroeporkest olv. A. v. Raai te;
mmv. W Spruit (sopraan) en Mr. H. Smedes (te
nor) 4.00 Dordrechtsch Mannenkoor „Caecilia"
olv. D. W. van Leeuwen; 4.20 Gram.pl.; (Om 4.45
Sportberichten); 5.00 Sportpraatje; 5.20 Intern.
Vocaal Jeugdconcert; 7.20 Fragm. uit Heijermans'
„Droomkoninkje' olv. W. v. Cappellen; 8.00 Berich
ten; 8.15 Omroeporkest olv. N. Treep; 9.00 Radio
journaal; 9.15 „De familie Stastok", spel naar Hil-
debrand door J. v. d. Poll. Leiding; Kommer Kleyn
10.00 Omroeporkest olv. A. van Raalte mmv. F. La-
mond (piano); 10.30 Gram.pl; (Om 10,45 Verslag
schaakmatch EuweAljechin; 11.00 Berichten;
11.10—12.00 De AVRO-Decibels olv. Eddy Meenk.
DROITWICH (1500 M.)
9.5010.35 Kerkdienst; 12.50 Pianorecital; 1.20 Or
kestconcert olv. Greenwood mmv. tenor; 2.20 Gr.
pl.; 3.05 BBC-Northern Ireland-orkest olv. Brown;
4.05Het Squire Octet mmv. S. Thomas (tenor), 4.50
Kerkdienst voor de kinderen; 5.20 „The Apostle
Play" van Mell, bew. White en Whitworth; 5.50
BBC-Orkest olv. Lewis mmv. C. Sharpe (cello);
7.05 Voordracht; 7.25 A. Busch (viool) en R. Ser-
kin (piano); 8.15 Kerkdienst; 9.05 Liefdadigheids-
oproep; 9.10 Berichten; 9.20 L. Jeffries en zijn or
kest mmv. V. Lambelet zang; 10.35 Het Bridgewa-
ter-kwintet; 11.05 Epiloog.
KALUNDBORG (1251 M.)
11.2012.20 M. Hansen's orkest; 2 454.35 Koor-
en orkestconcert; 5.20 Zie VARA; 7.50 Kwartet;
8.20 Gevar. programma; 9.30 Operettemuziek olv.
R-eesen; 10.2011.50 Dansmuziek.
een lach, die het jonge meisje méér zei dan honder
den woorden van genegenheid.
Piers' innemende glimlach zou zonder twijfel ver
oorzaken dat hij heel wat vrienden in zijn leven
kreeg, die hij echter door zijn heerschzucht vermoe
delijk op een gegeven oogenblik weer zou verliezen
en zelfs tot vijanden kon maken.
En kort daarop had het kleine incident plaats
gevonden, waardoor maar al te duidelijk tot het
jonge meisje doordrong in welk een valsche posi
tie haar stilzwijgen haar zou brengen. Piers was
op Dick Matheson en zijn zwager toegeloopen, en
had de laatste zijn hand toegestoken.
„We zullen je nooit voldoende kunnen danken
voor hetgeen je voor Phil deed", zei hij heesch. „Je
hebt haar op jouw beurt het leven gered."
En onmiddellijk zag Phil in hoe belachelijk het
was dat haar broer op zulk een stijve manier zijn
dank betuigde aan Terry aan den man die haai
liefhad. Piers was natuurlijk heel anders opgetreden,
indien de werkelijke staat van zaken hem bekend
was geweest, want dan had hij immers geweten dat
haar leven Terry nog veel dierbaarder was dan
haar eigen broer.
En nu, terwijl ze nog in bed lag en in gedachten
alles wat er gebeurd was gedurende de laatste twee
dagen naging, voelde ze dat haar familie geen an
dere, intiemere houding tegenover Terry kon aan
nemen, omdat hun niets van hun liefde bekend
was. Ze zouden natuurlijk denken dat ze precies de
zelfde vriendschappelijke belangstelling ten opzichte
van Terry voelde als de overigen, méér niet.
Terwijl Piers zich op zijn gewone deftige manier
uitdrukte had ze moeite gehad niet los te barsten en
te zeggen: „Wees niet zoo belachelijk. Natuurlijk
zou hij me gered hebben als hij kon, want... we be
hoorden elkander toch toe". En evenals ze zich op
dat bewuste oogenblik in had moeten houden, be
om zijnen hoed af te zetten of z'n parapluie op te
bergen, liep plotseling weg, of ie of ie nouja,
of ie den trein moest halen.
Toen ging er 'n belleke...!
Daar zouden we t' hebben.
Den Fielp stak zijnen kaartenstok in den zak. Hij
was wit van kwaadheid.
De marechaussee, die op 't belleke was weggegaan
kwam terug om Janus te roepen.
Adrianus van den Heuvel?"
„Ben ik', zee Janus kordaat,
„Voor den Rechter-Commissaris komen."
„Present", zei Janus manhaftig en toen borstelde-
n-ie z'n eigen wat proper.
„Weten jullie wie dieën meneer van daarsjuust
was?" vroeg den marechaussee mee 'n veulbclovend
gezicht.
Wij zwegen van *n drukkend voorgevoel...!
„Den Rechter-Commissaris!"
Wij zwegen weer! Keken malkaar is aan.
Toen zuchtte den Fielp: „da's dan vanmiddag zoo-
veul as mijnen tweeden vuilen piek..., plazierige
kermis, Fielp."
't Was heel stillekes in de getuigenkamer gewor
den. Maar maar maar wat was dat?
Daar wierd aan den anderen kant van den muur
iemand uitgefoeterd... de spanen sprongen er af...!
Dat dat was de stem van dieën Rechter...!
Tien minuten later kwam den Jaan binnen. Wit
als 'nen doek.
„Mmmmannen," zee-t-ie heesch: „de zaak
gaat nie deur..., ik heb ze gesust...!"
Amico, ik docht da'k wa kreeg van 't lachen!
Maar 'n plazier g'ad op de kermis!
Plazier...!
Trui heeft nog geen woord tegen me gesproken.
En 't is nou Dinsdagavond.
Kom ik schei er af.
Over 't feest, als 't zoover is!
Toch maar veul groeten van Trui en als altij, geen
haarke minder van oewen
toet a voe
DRé.
MAANDAG 28 OCTOBER.
HILVERSUM (1875 M.)
NCRV-uitzending. 8.00 Schriftlezing en medita
tie; 8.159.30 Gram.pl; 10.30 Morgendienst; 11.00
Chr. lectuur; 11.3012.00 en 12.15 Gram.pl; 12.30
Orgelconcert Jan Zwart; 2,00 Voor de scholen; 2.35
Causerie A. J. Herwig; 3.153.45 Knipcursus; 4.00
Bijbellezing; 5.00 Het Utrechtsch pianokwartet en
gram.pl; 6.30 Vragenuur; 7.00 Ned. Chr. Persbureau
7.15 Reportage; 7.30 Vragenuur; 8.00 Berichten;
8.05 NCRV-orkest olv. P. v. d. Hurk en Chr. Gem.
Zangvereeniging „Zanglust" olv. J. van Beek; 9.00
J. de Jonge: Beginselen voor Stedebouw; 9.30 Ver
volg concert mmv. H. van Wezel (cello)Om 10.00
Berichten; 11.0012.00 Gramofoonplaten.
HILVERSUM (301 M.)
Algemeen programma, verzorgd door de VARA.
8.00 Orgelconcert J. Jong; 8.30 Gramofoonpl.; 10.00
Morgenwijding VPRO.; 10.15 Gramofoonpl.; 10.30
Declamatie C. Rijken; 10.45 Viool en piano; 11.10
Vervolg declamatie; 11.30 De Flierefluiters olv. E.
Walis; 12.00 Gramofoonpl.; 12.30 De Zonneklop
pers olv. Cor Steyn; 1.00 Gram.pl.; 1.151.45 Or-
vitropia olv. Jan van der Horst; 2.00 Gram.pl.;
2.45 Voor de vrouw; 3.15 De Notenkrakers olv. D.
Wins; 3.40 Declamatie R. Numan; 4.00 E. Walis
en zijn orkest; 4.30 Kinderuurtje; 5.00 Orgelspel
C. Steyn; 5.20 Gram.pl; 6.30 Muzikale lezing P. Tig-
gers; 7.10 Dr. H. Polak: Het Gooische Natuurreser
vaat; 7.30 Fluit, cello en piano; 8.00 Herhaling
SOS-berichten; 8.03 Nieuwsberichten; 8.10 De Bo-
hemians olv. Jan van der Horst; 9.00 Zang door
Tassia Ossipova; 9.30 Gram.pl.; 10.00 Nieuwsber.;
10.05 Fantasia olv. E. Walis en declamatie C. Rij
ken; 11.00 Gram.pl. en pianospel J. Jong.
DROITWICH (1500 M.)
10.3510.50 Morgenwijding; 11.05 Causerie; 11.20
Gram.pl.; 11.50 Duitsche les; 12.05 Het Schotsche
Studio-orkest; 1.05 Gram.pl; 1.50 Orgelconcert B.
Mason; 2.25 Voor de scholen; 3.20 Gram.pl.; 3.55
Voor de scholen, 4.20 Viool en piano; 4.50 Orkest
concert olv. Grant; 5.35 BBC-Dansorkest olv. H.
Hall; 6.20 Berichten; 6.50 Koorconcert; 7.10 7.30 en
7.50 Lezing; 8.20 Pianorecital H. Jones; 8.50 „The
Air-Do-Wells" in hun repertoire; 9.50 Berichten;
10.20 Het Spencer Dyke strijkkwartet; 11.3512.20
Dansmuziek.
KALUNDBORG (1261 M.)
11.201.20 Strijkorkest olv. Magnussen; 2.504.50
Omroeporkest; 8.05 Koorconcert; 8.25 Omroepor
kest olv. Reesen; 9.05 Reportage; 9.50 Kamermu
ziek door blaaskwartet; 11.0512.35 Dansmuziek.
KEULEN (456 M.)
5.50 Orkestconcert 9.50 Schrammelconcert; 11.20
Uit Hamburg: Nedersaksisch symphonieorkest; 1.35
Kwintetconcert; 3.30 Pianorecital; 4.20 Omroepor
kest; 6.20 Solistenconcert; 8.30—9.20 Zang door
Karl Erb (tenor) 10.2011.20 Blaasconcert.
RADIO PARIJS (1648 M.)
7.20 en 8.20 Gramofoonplaten; 12.35 Orkestconcert
olv. Touche; 2.50 Gram.pl.; 5.50 Orkestconcert; 6.50
Vervolg orkestconcert; 8.20 Concert; 9.05 Kamer
muziek 11.0512.35 Dansmuziek.
greep ze dat dit in de toekomst nog erger zou wor
den. Ze zou elke impulsie moeten onderdrukken en
coinedie dienen te spelen.
Enkele minuten later alsof er nog meer na
druk op het bewuste feit gelegd moest worden
gebeurde er iets wat haar opnieuw herinnerde aan
hetgeen haar te wachten stónd. De deur van haar
kamer werd op een kier behoedzaam geopend, en
tante Jemina gluurde om het hoekje om te zien of
ze wakker was.
„En hoe voelt het kleine meisje zich vanmorgen?"
vroeg ze teeder. „Ik heb je maar wat langer laten
slapen, omdat je op het steenen bed van „De Heilige
Hubertus" wel geen goede nachtrust zult hebben
genoten."
„De bank was een tikje hard," gaf Phil glim
lachend toe. „Ik heb vroeger nooit geweten dat ik
zooveel beenderen en botjes bezat. Ik ben echter vol
maakt gezond, tante Jem, en heb er heusch geen
nadeelige gevolgen van ondervonden."
„Dan zal ik je ontbijt maar gauw boven brengen."
Tante Jem verliet de kamer om kort daarop terug
te keeren met een blad waarop een smakelijk ontbijt
stond. Phil had echter bitter weinig trek, doch at
wat om haar tante peizier te doen. Natuurlijk kwam
het gesprek weer op het avontuur, dat kon nu een
maal niet anders.
„We hebben in doodsangst gezeten", vertelde Je
mina rillend. „Er is heel wat verdriet en ellende in
het leven, maar een van de afschuwelijkste dingen
die er toch wel kunnen bestaan is te weten dat
iemand van wie je houdt in gevaar verkeert en
men niets maar ook niets kan doen om te
helpen."
„Ik weet het", antwoordde Phil. „Ik tobde ook
voortdurend over U en de anderen. Maar wij kon
den U evenmin laten weten, dat we veilig en wel op
het eiland zaten." Wordt vervolgd.