Geestelijk Leven GEEN de V ries Jodenhaat KIJKEfl is KOOPEfl byCLOECK Centrale Verwarming Fotogr. Atelier ARPAD MOLDOVAH Nieuwe Niedorp Zaterdag 26 October 1935. Postrekening No. 23330 SCHAGER 79ate Jaargang. No. 9837 COURANT. Int. Telef. No. 20 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Vrijdags. BIJ Inzending tol *s morgens 8 uur, worden Advertentiën nog zooveel mogelijk ln het eerstuitkomend nummer geplaatst Uitgave der N.V. v.h'. P. Trapman Co., Schagen. 20 PAGINA'S. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent ADVERTEN. TIëN van 1 tot 5 regels f0.85, Iedere regel meer 15 cent (bewljsno, Inbegrepen. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend, door Astor. REEDS éénmaal, het is al weer geruïmen tij<^ geleden, wijdde ik een „geestelijk leven" aan het antisemitisme. Het is een droevige nood zakelijkheid, dat ik op dit onderwerp terugkom. De onmiddellijke aanleiding daartoe is het lezen Van een nummer van „de Nederlandsche nationaal- socialist", het orgaan van de nationaal-socialistische Nederlandsche arbeiderspartij, waarvan de leider ma joor Krtiyt is. Mij trof daarin een artikel onder het opschrift ^Wedergeboorte door bloedreinheid of volksdood in den smeltkroes". Hierin wordt betoogd dat het voort bestaan van ons volk slechts gewaarborgd is,, wan neer het zijn bloed zuiver houdt, m.a.w. dat het zich tniet met ander-rassig bloed vermengd. Wij komen hier dus te staan voor het rassenvraag stuk, dat door het Duitsche nationaal-socialisme zeer prachtig op den voorgrond wordt gesteld en door het Nederlandsche nationaal-socialisme hoe langer hoe meer ook in ons land tot een brandend vraagstuk wordt gemaakt. Dit laatste blijkt niet alleen uit het aangehaalde artikel in het blad van majoor Kruyt, maar o.a. ook uit wat een der voormannen van de N.S.B., ds. Van Duyl, op een vergadering in Am sterdam (April dezes jaars) zeide. Hij deelde n.1. in zijn rede mee, dat de joden een actie tegen de N.S.B. hadden ingezet en de N.S.B. zou dat niet op zich laten zitten: „Wij zullen deze heeren als de vijanden van den staat gaan beschouwen". Buitendien kan het voor ieder, die zich in de we reld beweegt, duidelijk zijn, dat het antisemitisme in !ons volk langzaam bezig is te groeien. Dat dit mogelijk is, vindt zijn oorzaak in het feit, üdat eeuwen aaneen sedert de verwoesting van Jeru zalem in het jaar 70 n. chr., stelselmatig een afkeer tégen de uit hun vaderland verdreven joden bij de massa is aangekweekt. Kerk en wereldlijke overheid hebben daartoe hun invloed en macht gebruikt. Zoo werd de jood het vreemde element in de christelijke gemeenschap. Hij werd niet als een volwaardig bur ger beschouwd, als een geteekende bewoog hij zich jn de straten der steden. Hij werd de zondebok aan wien van alles werd ten laste gelegd. En het gif van de jodenhaat drong ongemerkt door in de ziel der massa. Hierdoor werd t mogelijk', dat telkens weer uit barstingen van anti-semitisme konden voorkomen, zoogenaamde progroms waarbij duizenden joden het leven verloren. Pas op het einde der achttiende eeuw, als de groote revolutie in Frankrijk een stroom van nieuwe denk beelden met niet te stuiten kracht door de Europee- sche wereld stuwt, begint de volledige emancipatie van den jood en verkrijgt hij eerst in Frankrijk, daar na achtereenvolgens ook in andere landen, het ge heel e burgerrecht. Op den 27sten September 1791 is het de Jacobijn Duport, die in de nationale vergadering deze woorden spreekt: „ik verlang dat alle Joden in Frankrijk het volle burgerrecht zullen genieten." Op den 13den November daarna volgende werd de gelijkstelling der joden door Koning Lodewijk XVI bekrachtigd. Toen kon Isaak Berr schrijven: „Zoo is dan de dag laangebroken, waarop de sluier is verscheurd, die ons met vernedering dekte! Wij hebben eindelijk de rech ten weergekregen, die ons 18 eeuwen lang zijn ont houden. Hoe zeer moeten wij in dit oogenblik de wonderbare genade van den God onzer vaderen er kennen." Naar wat eenmaal in de ziel der massa is doorge drongen, wordt er door een decreet niet plotseling en volledig uitgehaald. En het blijft nawerken. Hoe veel lijden heeft het joodsche volk sedert de Fran- sche revolutie nog moeten doormaken, b.v. in het Tsaristische Rusland, hoeveel vernedering en ach teruitzetting is zijn deel geweest. Maar wat het meest verbazingwekkende is, dat ïs het feit dat in het jaar 1935 een wet kon worden aangenomen welke de joden feitelijk weer geheel buiten de gemeenschap plaatst in Duitschland. In artikel 4 van de „wet tot bescherming van het iDuitsche bloed en de Duitsche eer van 15 September Ï935", lezen wij: „Joden is het uitsteken van de rijks- of nationale vlag én het vertoonen van de rijkskleu- ren verboden." Men bedenke hierbij dat zeer vele Joodsche fami lies sedert eeuwen van geslacht op geslacht in Duitschland hebben gewoond, zich geheel Duitschers gevoelen; men bedenke tegelijkertijd hoe tallooze jo den hebben medegewerkt aan het grootmaken van Duitschland's naam op cultureel gebied. Dan pas begrijpt men ten volle welk een terugval in bescha- Ving dat beteekent, dat zulk een wet kón worden ftangenomen. In Duitschland is de jood weer geworden de on reine, de melaatsche, de paria, wiens aanraking moet Worden geschuwd. In Duitschland kan men tegen woordig bij den ingang van steden en dorpen bor den aantreffen, waarop geschreven staat: joden zijn hier niet gewenscht! Waarom gebeurt dit? Omdat men (met dit „men" bedoel ik de Duitsche machthebbers) het Duitsche bloed wil rein houden of liever weer rein wil maken, want het is reèds in hooge mate besmet. In zijn boek „Meïn Kampf' schrijft Adolf Hitier: „Men geve zich rekenschap van de verwoestingen, welke de joodsche verbastering iederen dag in ons volk aanricht en men bedenke, dat deze bloed vergiftiging pas na eeuwen, of misschien zelfs in het geheel niet meer, uit het lichaam van ons volk kan worden verwijderd; men bedenke voorts, dat rasbederf de laatste arische waarden van ons arisch volk vermindert, ja, vaak geheel vernietigt, zoodat onze macht als volk, dat de drager eener cul tuur is, steeds meer en meer achteruit gaat en wij aan het gevaar bloot gesteld worden, in onze groote steden zoo ver te komen als in het Zuiden van Italië reeds het geval is. Deze verpesting van ons bloed, waarvoor honderdduizenden van ons volk blind zijn, wordt door de joden thans systematis ch bedreven. Volgens een vastgesteld plan onteeren deze zwarte volksparasieten onze onervaren, jonge, blon de meisjes en vernietigen daardoor iets dat in deze wereld niet meer hersteld kan worden." Het boek van Adolf Hitier, waarin dit te lezen staat (ik geef maar één aanhaling uit vele, die uit dit boek te geven zijn) is bij tienduizenden exemplaren door het heele Duitsche rijk verspreid. Welk een uitwer king moet dit hebben op de groote volksmassa? En hoe zal die volksmassa reageeren op uitlatin gen van een man als de rijksminister Goebbels? Durfde deze man, die zulk een voorname plaats in neemt in het „derde rijk", niét hét volgende schrij ven in zijn brochure „Der Nazi-Soci": „Zeker is de Jood ook een mensch. Nog nooit heeft iemand van ons dat betwijfeld. Doch de vloo is ook een dier alleen geen aangenaam. En daar de vloo geen aan genaam dier is, hebben wij tegenover ons zelf en ons geweten niet den plicht, hem te bewaken en te be schermen, hem te laten tieren, zoodat hij ons steekt en pijnigt en kwelt, doch den plicht hem onschade lijk te maken. Zóó staat het ook met de Joden!" Er bestaat een S.A. liederenboek, waaruit ik het volgende Duitsche gebed aanhaal: „O Heer geef ons toch Mozes weder. Opdat hij zijn geloofsbroeders te- rugbrenge naar het beloofde land. Laat ook de zee dan weer vaneen splijten, dat twee hooge waterzuilen vast staan als en rotswand. En als de gansche jo- denschade dan in den waterval is, maak dan, o Heer, de klep dicht en alle volkeren hebben rust." Wilt ge weten op welke wijze gesproken wordt tot de Hitlerjeugd (let wel: tot de jeugd!) door den gouwleider Grohé? Hier hebt gij een gedeelte uit een door hem gehouden rede: „De jood is de vijand van iedere fatsoenlijke gemeenschap in de wereld. De jood is de vijand van den arbeid, hij leeft van profijt en streeft er steeds naar, andere volken ten gronde te richten Van de joden stamt alles wat duivelswerk is. Hij heeft het Duitsche volk zedelijk willen afbreken en dit is hem ten deele ook gelukt- Vóór den oorlog heeft hij de wereld tegen het vreed zame (alsof er geen Pruisisch militairisme bestond en geen Duitsche wapenindustrie, enz. Of is Krupp ook al een jood?) Duitschland opgehitst. In den oor log heeft hij gruwelsprookjes tegen het Duitsche volk verspreid. Na den oorlog heeft hij het Duitsche volk uitgebuit, welvaart en cultuur vernietigd Heden hitst de jood de wereld wederom tegen het vreed- zame(!) Duitschland op Wie bij een jood koopt, een joodschen arts of een joodschen rechtsgeleerde raadpleegt, besmeurt de Duitsche eer Ons fatsoen Stof Kolen Asch RooK in Uw woonvertrekken In een goed ingericht huis behoort een Wjj installeeren Elk systeem of gewenschte uitvoering TTECHN. BUR. ALKMAAR. Tel. 2197-3897 HONDERDEN REFERENTIES ISilHlBIHlBiiHiHiDeö en onze menschelijkheid gebieden ons, den jood als een vijand te behandelen. Als de volkeren in een dracht willen leven, dan moet de jood s t e r v e n". Maar het toppunt van jodenhaat wordt vertegen woordigd door Julius Streicher,den redacteur van het ellendige blad „der Stürmer". Terwijl ik dit artikel zit te schrijven ligt op mijn schrijftafel een exemplaar van dit blad, het is het speciale nummer, dat is uitgegeven ter gelegenheid van den laatsten partijdag in Neurenberg. Met groote roode letters staat op de eerste pagina „Menschenmörder von Anfang an", d.w.z. menschen- moordenaars van den beginne af. Dat is zijn quali- ficatie van de joden! Ik heb mijzelf de straf opgelegd om dit nummer van a tot z door te lezen en ik heb er mij over ver baasd op welk een geraffineerde wijze, met een be roep op hijbei en talmud hierin over de joden wordt gesproken en met huivering heb ik gedacht boe zulk een geschrijf moét inwerken op de massa. En deze Julius Streicher had een eereplaats naast Adolf Hitier in den Neurenberger schouwburg, toen daar tijdens het partijcongres-een voorstelling werd gegeven van de beroemde opera: „Die Meistersinger von Nürnberg!" Diezelfde Julius Streicher sprak in Mei 1934: „De jood wete, dat een Duitsch volk, dat innerlijk één is, ook zonder wapens een macht vormt, die niet er onder te krijgen is Meer dan ooit komt het er thans op aan, dat het Duitsche volk den waren aan stichter van de oorlogs-opstokerij kent. Wanneer de wereld weet, dat er bij ons geen internationalisme meer bestaat en dat het Duitsche volk bij geval van een komenden oorlog iederen jood in Duitse fa- land doodslaan zal, dan komt er beslist geen oorlog 9 De jood, de eigenlijke en eenige overwinnaar van den wereldoorlog, kent geen mededoogen, hij heeft den oorlog noodig om het Duitsche volk weer van zijn regeering los te maken en om opnieuw in Duitschland vasten voet te kunnen krijgen". En iedere week opnieuw verschijnt „der Stürmer" en iedere week beteelcent dit het toedienen van een dosis vergif aan de argelooze massa, die maar al te spoedig geneigd is te gelooven wat in zulk een krant geschreven wordt, die daardoor noodwendig gedre ven wordt op den weg van anti-semitisme, van onge motiveerde jodenhaat. Zij gaat gelooven in de rassentheorie en zij duldt het dat huwelijken van ariërs met joodsche vrouwen worden verboden. Als Julius Streicher zijn zin kreeg dan zou weer de doodstraf worden gesteld op het huwelijk van een jood met een niet-joodsche. Want hoe ongeloofelijk het ook klinken moge: deze man heeft op een vergadering, waar 3000 advocaten en rechters aanwezig waren, de doodstraf op dien grond verdedigd en werd toegejuicht! En dit alles wordt gemotiveerd met de bewering, dat het Duitsche bloed zuiver moet worden gehouden. Want het Noordsche, arische ras is volgens de te genwoordige leiders in Duitschland het edelste, het meest verhevene. Daarom mag het niet door vreemd- rassisch bloed verbasterd worden en allerminst door joodsch bloed, want dit is het meest verderfelijke. Eigenlijk is er iets belachelijks in die vrees voor de joden. Vormen de joden niet een uiterst klein ge deelte der menschheid. In het geweldige Duitschland bedroeg voordat het uitroeiingsproces begon hun aantal slechts één procent der bevolking! Wat moeten de anti-semieten diep doordrongen zijn van eigen zwakheid, wanneer zij een wereldgevaar zien in zulk een onbeduidend klein groepje menschen, en dit in staat achten een volk van 65 millioen men schen te bederven. In „Deutsche Volksgesundheit aus Blut und Boden!" van 15 Febr. 19355 (een uitgave van Julius Streicher) kunnen wij een artikel lezen waarin het volgende gezegd -wordt: „Wie den jood kent, weet, dat zijn geheele denken en streven niet slechts op rijkdom gericht is, zooals velen nog meenen, doch bovendien op de overheersching, benadeeling en vernietiging van alle niet-joden. De joodsche wetten, de Talmud en de Schoelchen Aroech, gebieden den jood niet slechts den niet-jood te bedriegen en te berooven, doch hem te dooden, waar en hoe hij kan Dui zendmaal erger moet het onheil worden, wanneer joden en jodenknechten de methoden scheppen, volgens welke het Duitsche volk zijn hoogste goed, de gezondheid, verkrijgen moet. Niet door oorlogen, niet door economische knechting kon men de Duit schers overwinnen. Doch hier, in de geneeskunde, daar is een der meest kwetsbare plaatsen van den Duitschen Siegfried. (Hiermede wordt de echte Duit- scher aangeduid). Hier kan men aan de kern van ge zondheid en la-acht, aan de bron van het lichamelijke en geestelijke leven komen en deze vergiftigen: Het Bloed! Beschouwen wij onder deze voorwaarden de genees kundige wetenschap, van onzen tijd, dan moeten wij met afgrijzen vaststellen: de jood heeft haar volko men aan zich onderworpen. Deze geheele wetenschap staat onder den ban van zoogenaamde „autoritei ten", naar wier leerstellingen zich alles te richten heeft. Alle tegenwoordige „autoriteiten" moeten bij de leerstellingen van enkele weinige „zeer-grooten" der geneeskunde zweren en op hen verder bouwen. Want anders kunnen zij de academische ladder niet beklimmen. Deze enkele „zeer grooten" zijn Rudolf Virchow, Robert Koch, Paul Ehrlich, Emil von Behring, Neis- ser en Wassermann bijna zonder uitzondering jo den (slechts Virchow was een niet-jood maar daar- Kinderportretten - Familiegroepen, Busten - Studie-opnamen, enz. enz. in de meest artistieke uitvoering. Door de groote drukte gelieve U uw bestellingen voor St. Nicolaas zoo vroegtijdig mogelijk, liefst vóór half November, aan ons op te geven. Alléén door deze medewerking kun nen wij U verzekeren van een prompte levering. Geopend dage lijks, ook Zondags, tot 's avonds 8 u. GEBRUIKTE AUTOMOBIELEN verkoopen wij onder GARANTIE en op PROEF Garage C. NIEUWLAND, Bergen. Pijnen van rheumafiek- aanvallen maken U soms machteloos. Neemt bij de eerste ver schijnselen van zo'n aanval Aspirin. komt dan tot de conclusie: Zo'n Aspirientje helpt toch maar! Uitsluitend verkrijgbaar In de oranje-bandbulsjes van 20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 ets., tegenover een Jodenknecht). Robert Koch en Emil von Behring hadden joodsche vrouwen en moeten daarom tot het joodsche ras gerekend worden. Dit zijn de scheppers en beheer, schers der moderne geneeskun dig e w e t e n s c h a p. Zij allen werden door denzelfden geest bezield, namelijk door den jood schen. Zij hebben blijkbaar allen volgens een gelijk plan aan de vervulling van bun Talmud gewerkt: want al hun leerstellingen bereiken hun hoogtepunt daarin om het een of andere v-r e e m d e, giftige stof door inspuiting enz. in het Duitsche bloed te brenge n." Zulk een infaam-gemeene-lastercampagne wordt in Duitschland van heden geduld! Hoe moeten de doktoren daarover denken, hoe in 't algemeen de menschen der wetenschap? En toch moeten wij zeggen dat deze lastercampagne ligt in de lijn van het Duitsche nationaal-socialisme; dit kan immers geen objectieve wetenschap dulden! Werd niet de Berlijnsche professor Oncken ontsla* gen, omdat hij zijn studenten eenige keeren had op-f gewekt om bij de beoefening der historische weten schap de objectiviteit, d.i. de onpartijdigheid te be trachten en alleen naar dewaarheid te vorschen? De meeste lezers kennen begrijpelijkerwijze de na men van de bovengenoemde geleerde onderzoekers niet. Ze zijn echter bekend en beroemd bij de dokto ren, omdat zij aap de geneeskundige wetenschap en dus aan de gansche menschheid ontschatbare diensten hebben bewezen. Ik kan me nóg berinneren hoe Robert Koch In het jaar 1882 het resultaat van zijn onderzoekingen openbaar maakte, zijn groote ontdekking van den verwekker van de gevreesde tuberculose. Hoe bracht de heele wereld hem dank, hoe jubelden toen de ari sche Duitschers'. Hoe vele arische levens zijn indirect door den jood Koch gered geworden. Wat heeft niet de gansche menschheid te danken aan den jodenknecht Virchow? Ik wijs slechts op wat hij deed voor de bevordering der openbare gezondheid, voor ontsmetting enz., om van zijn bij zondere studie over pathologie te zwijgen. Ik bepaal mij tot het wijzen op deze twee groote fl-« guren in de medische wereld. En van hen durft men, door jodenhaat daartoe ge dreven, zeggen, dat hun doel is geweest het Duitsche bloed te vergiftigen. Ik heb daarvoor maar één qualicifatie: 't is wal gelijk! Maar het komt te pas in de kraam van het Duit sche nationaal-socialisme met zijn fatale rassen theorie. Hoe gemeen die rassentheorie is blijkt duidelijk uit deze aanhaling uit „Mein Kampf" van Adolf Hit- Ier. „De zwartharige jood loert urenlang, met dui- velsche vreugde op zijn gelaat, naar het niets ver moedende meisje, dat hij met z ij n bloed schendt en daardoor aan haar volk ontsteelt. Met alle middelen tracht hij den rasbodem van het te onderwerpen volk voor goed te bederven." Het moet voor den heer Hitier wel een uiterst pijn lijke gedachte zijn dat reeds in 1899 in Duitschland een vijfde gedeelte van de joodsche huwelijken ge mengd was; dat van de 103.000 huwelijken die in het tijdperk 19001927 door joden werden gesloten, niet minder dan 33.800, dus ongeveer een derde gedeelte gemengd was. Ik vrees zeer dat de man met zijn „wet tot be scherming van het Duitsche bloed en de Duitsche eer" wat te laat is gekomen. Immers artikel I van deze wet zegt: huwelijken tusschen joden en onderdanen van Duitsch of aanverwant bloed zijn verboden! Maar het merkwaardigste van alles is dat er, ten minste wat de blanke menschen betreft, heele- maal geen rassen meer zijn. In den loop der eeuwen heeft een voortdurende vermenging

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 1