Beslag gelegd op pers vee „Volk en Vaderland". Rede van Jr. Schacht. Optreden van de Justitie. D'ERSNBESCHERMING !N NOORWEGEN Krachtige maatregelen. Lijk aangespoeld te Egmond aan Zee. Het Rijk leent op de open markt en van de spaarbanken. Abessijnsche censuur. Persimnschen worden als een hst beschouwd. KEI1 is KOOPEFt tij CLOECK vilMEIitiïT; De Bilt seint Distributie van rundvisesch m blik. Brieven over Engeland. - In verband met artikelen in het laatste num mer. - Schrijver van een beleedigend artikel zal worden vervolgd. De justitie heeft gistermiddag beslag gelegd op de oude pers, zich bevindende in het ge bouw der N.V. Drukkerij voorheen L. E. Bosch en Zoon, te Utrecht, waarop tot nu Volk en Vaderland, orgaan der N.S.B. werd gedrukt. De beslaglegging geschiedde door bemiddeling van mr. A. N. Fabius, officier van justitie te Utrecht, in bijzijn van mr. H. P. M, Loeff als rechtercommissaris. De vi tale deelen en de aandrijvingsmotor werden verzegeld, zoodat deze pers, zoolang de be slaglegging gestand blijft, niet gebruikt kan worden. Dit optreden van de .justitie moet geschied zijn op grond van de wetsartikelen tot bescherming van do openbare orde, in verband met artikelen in het laatste nummer van Volk en Vaderland welke in den zin van genoemde wetsartikelen van beleedigenden aard werden geacht. Mede moet men hierbij het oog hebben gehad op een z.g advertentie, waarin een mi nister van defensie werd gevraagd. De bedoeling van deze beslaglegging op de pers. waarmee het veron derstelde misdrijf werd gepleegd, is het openen van een onderzoek omtrenl de hier in aanmerking ko mende artikelen. Van een strafvervolging is thans nog geen sprake, wel zou het onderzoek kunnen lei den tot het instellen van een strafvervolging tegen degenen, die voor die artikelen verantwoordelijk zijn. Het ingrijpen der justitie geschiedde op wensch van de regecring. De overige persen in het gebouw zijn volkomen ongemoeid gelaten. Deze verzegeling is als afschrikwekkend voorbeeld bedoeld voor andere drukkerijen, die bet net eender zou vergaan, wanneer zij onverhoopt tot het drukken van beleedigende lectuur zouden besluiten. Het geval vertoont analogie met de sluiting van de persen waar op „De Tribune" werd gedrukt. Geen andere pers beschikbaar? Nader vernemen wij dat de drukker, die ook het Utrechtsch Dagblad drukt, geen andere pers voor het orgaan der N.S.B. beschikbaar heeft willen stel len. Het eerstvolgende nummer van Volk en Vader land zal dus niet kunnen verschijnen, tenzij een an dere drukker daartoe zijn medewerking zou verlee- nen. Pogingen van de zijde der N.S.B. om zoodanige medewerking te verkrijgen, zijn reeds in het werk gesteld, doch tot op het oogenblik is nog niet recht duidelijk hoe zij dit wil doen. Voorts wordt nog gemeld, dat de verzegeling zoo lang is uitgesteld om de Drukkerij-Bosch, waar ook liet „Utrechtsch Dagblad" wordt gedrukt, gelegenheid te geven een scheiding te brengen tusschen het druk- ken van laatstgenoemd orgaan en „Volk en Vader land". Tot voor tien dagen n.1. werden beide organen op dezelfde pers gedrukt. Zaterdag voor een week is een nieuwe pers in. gebruik genomen voor het „U. IV, zoodat. de pers voor „Volk en Vaderland" vrij kwam. De Regeering heeft dus blijkbaar het verschij nen van het „Utrechtsch Dagblad" niet willen tegen houden en gewacht tot de nieuwe outillage van de drukkerij zich had voltrokken. De Haagsche correspondent van het Hsbl. meldt nog: Naar wij vernemen is tot de in beslagneming door het parket overgegaan op wensch van de Regeering, als gezegd wegens den beleedigenden inhoud van een advertentie ens van nog eenige artikelen in het laatste nummer van „Volk en Vaderland" Do inhoud van die advertentie en van de artike len wordt strijdig geacht met de wetsartikelen, wel ke hij de laatste wijziging in het Wetboek van Straf recht zijn aangebracht. Operaties zonder verdooving, coupeeren van paarden en voorstellingen met ge dresseerde dieren verboden. Men meldt uit Stockholm aan de N.R.Ct.: Noorwegen, dat tot nog toe als eenige wettelijke maatregel tegen dierenbescherming, het desbetref fende artikel 382 van het wetboek van strafrecht had, heeft nu inplaats van dit in vele gevallen on voldoende gebleken artikel, een wet ter bescher ming van dieren gekregen en is daarmee vele landen in verschillende opzichten een eind voor gekomen. De bepalingen van de wet hebben ten doel, te verhinderen, dat dieren onnoodig moeten lijden. Daartoe worden eigenaren van huisdieren in de eerste plaats verplicht er altijd vooi te zorgen, dat hun dieren voldoende verzorging, voedsel en drin ken krijgen, In elke gemeente moet het gemeente bestuur een commissie voor dierenbescherming, be staande uit drie leden, instellen, die de politie behulpzaam moet zijn bij haar toezicht op de na leving van de bepalingen dezer wet. Evenals de po litie en de geautoriseerde veeartsen hebben de le den der commissie steeds toegang tot de verblijf plaatsen van huisdieren en tot de bewaarplaatsen van het voedsel dezer dieren. De politie en de commissies moeten onmiddellijk ingrijpen, wan neer een eigenaar of een verzorger van een huis dier zijn plicht tegenover het dier niet goed doet en de noodzakelijke maatregelen kunnen dan op zijn kosten worden genomen. Van bijzondere beteekenis acht men het voor schrift, dat operatief ingrijpen, behalve in noodge vallen, steeds door een geautoriseerden veearts en onder totale of locale verdooving moet geschieden. Tot operatief ingrijpen wordt het castreeren van paarden, van runderen en varkens boven drie maanden en van geslachtsrijpe schapen en geiten gerekend. Zonder toestemming van de gemeente lijke commissie vcor dierenbescherming mag een paarde dat ouder dan twintig jaar is, niet anders dan voor de slacht gekocht of verkocht worden, tenzij het paard tegelijk met de boerderij, waartoe het behoort, verkocht wordt. Bij deze nieuwe wet is het verboden dieren te dresseeren voor of te gebruiken bij voorstellingen, een menagerie op te richten, den staart van een paard te coupeeren, levende visschen of schaaldie ren in étalages van winkels te leggen, levende visch als aas te gebruiken en varkens een ring in hun snuit te zetten. Overtredingen kunnen met boete of gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden gestraft worden en in zeer ernstige ge vallen kan den schuldige het recht om huisdieren te bezitten of te gebruiken ontzegd worden. Vermoedelijk van opvarende van s.s. „Insterburg". Egmond aan Zee: Gisternacht is op 1 K.M. bezui den Egmond een lijk aangespoeld. Vermoedelijk be treft het hier een van de opvarenden van het s.s. „Insterburg" uit Koningsbergen. Er spoelen thans aan het strand te Egmond zeer veel baddings aan. De „Insterburg" gevonden? Thans rapporteeren visschersvaartuigen, dat zij ten Zuid-Westen van Egmond aan, Zee een mast boven water hebben zien uitsteken. Men vermoedt, dat deze van het vermiste stoomschip „Insterburg" is, dat dan ook op de Nederlandsche kust zou zijn vergaan. NIEUWE LEENINGEN AANGEKONDIGD. Dinsdagavond heeft Dr. Schacht vóór de radio ge sproken ter gelegenheid van den nationalen spaar- dag. Hij sprak er zijn tevredenheid over uit, dat de kort geleden uitgegeven leening van 1 milliard voor de helft door de open markt werd opgenomen en voor de andere helft bij de spaarbanken kon worden geplaatst. Deze verhoogden daai'door hun liquiditeit, daar de Rijksbank zich bereid heeft verklaard tegen onder pand van obligaties der Rijksleening op elk oogen blik geld ter beschikking te zullen stellen. Di\ Schacht meende dan ook te moeten constatee- ren, dat belegging der Spaarbanken in rijksleening een verhoogde zekerheid voor den spaarder beteekent. Spreker merkte nog op dat alle Duitsche spaarban ken tezamen aan inleggers verschuldigd zijn een bedrag van ruim 13 milliard, waarvan slechts P/2 milliard in leeningen va.n rijk en landen zijn belegd. In andere landen, b.v. Frankrijk en Italië is deze deelname in de Staatsleeningen veel grooter. Intusschen kondigde de heer Schacht nieuwe emissies aan ter bescherming van de valuta en van het spaartegoed en ter handhaving van een gezonde financieele politiek. Correspondenten werken onder moeilijke omstandigheden. De naar Abessinië gezonden speciale verslag gever van de „Völkische Beobachter", Job Zimmerman, schrijft over de omstandigheden waaronder de journalisten te Addis Abeba hun werk verrichten, o.a.: Onder de vele moeilijkheden komt in de eerste plaats de neiging der Abessiniërs, den oor log liefst met uitsluiting van alle publiciteit te voeren. Aan den eencn kant is den keizer welis waar de aanwezigheid van zooveel journa listen te Addis Abeba aangenaam; aan den anderen kant weet men echter toch niet goed wat men met de persmenschen moet begin nen. Deze lieden, die dagelijks ellenlange, raadselachtige telegrammen in alle talen der wereld door de radio naar alle werelddeelen uitzenden, worden door de offi- ciecle instanties in de Abessinische hoofdstad reeds lang in stilte als een last beschouwd. Vele der instan ties zouden ontegenzeggelijk vrijer ademhalen, wan neer men zich op de een of andere wijze van de jour nalisten zou kunnen ontdoen. En hoe langer de oor log in Afrika duurt, hoe onaangenamer deze toe stand wordt. De Abessinische censuur, die aanvankelijk nauwe lijks merkbaar was, begint thans lastig te worden. Militaire inlichtingen van welken aard ook zijn thans onderworpen aan de censuur door Belgische officie ren. Al wat op de aanstaande reis va 1 den keizer naar het front betrekking heeft, is aan speciale cen- suurbepalingen onderworpen. Van de zenuwen der persmenschen, die moeten werken, in een land. dat het Europeesche tijdsbegrip nret kent, en die niettemin aan de Europeesche tijd maat gebonden zijn, wordt het uiterste gevergd. Bovendien publiceert de Abessinische regeering slechts zeer weinig en dan nog korte communiqué's, die door hun beknoptheid in geenendeele aan de wenschen van de persmenschen beantwoorden. Bij alle in de hoofdstad binnenkomende berichten moet steeds weer in aanmerking genomen worden, hoe moeilijk de berichtendienst van het front en hoe langzaam do overbrenging door koeriers en telefoon werken. De houding tegenover de pers is wel in de eerste plaats een gevolg van een zekere onhandigheid, doch daarnaast ook 'van den wensch der autoriteiten den uiteraard zeer primitieven en van alle Europeesche voorstellingen beslist zeer afwijkenden toestand aan het front niet meer dan voorzoover absoluut nood zakelijk bekend te laten worden. Het is dan ook misschien de schuld van deze wer kelijk weinig gelukkige geheimzinnigheid, wanneer tenslotte de indruk ontstaat, alsof de eenheid tus schen de strategische plannen en de verrichtingen van het opperbevel zoek geraakt is. S9S~"""' Verwachting: Stormachtige tot kraclitigen Zuid- westelijken tot Westelijken wind, zwaar be wolkt met opklaringen, waarschijnlijk nog re- genbuien, iets kouder. Verdere vooruitzichten: Weinig verande ring. Hierboven BAROMETERSTAND VAN HEDENMORGEN 8 UUR: 752. Het dunne pijltje geeft den vorigen stand aan TEMPERATUUR 12 gr. C 53 gr. F. SUBLIMA ATP ASTILLE SI voor het ontsmetten van aardappelen tegen zeer lagen prijs, verkrijgbaar in TERLEP'S DROGIS TERIJ, Apothekers-assistenten, Hoogzijde 103, Schagen. Ook kleine boeren kunnen in aanmer king komen. Een minislerieele circu laire over de distributie ten platte- lande. De minister van binnenlandsche zaken heeft een circulaire gericht tot de gemeentebesturen betref fende de distributie van rundvleesch in blik. De minister schrijft dat hem gebleken is, dat niet over al ten plattelande dezelfde opvatting bestaat om-- trent de vraag of kleine boeren die een eigen be drijfje voeren, doch slechts geringe inkomsten ge nieten, al of niet voor de verstrekking van vleesch en gehakt in blik in aanmerking komen. In dit verband verwijst de minister naar een vo rige circulaire, waarin is medegedeeld, dat die per sonen in aanmerking komen, die een inkomen ge nieten, hetwelk in het algemeen ten hoogste gelijk is te stellen met dat, hetwelk ter plaatse door de steuntrekkenden wordt genoten. De beantwoording van die vraag is dus uitslui tend afhankelijk van de inkomsten van de betrok kenen en niet van de omstandigheid of al dan niet zelfstandig een bedrijf doorh en wordt uitgeoefend. 26 October 1935. HET is maar gelukkig, dat de meeste verande ringen zich geleidelijk voltrekken. Heeft U wel eens nagegaan, hoeveel dingen er zijn, die wij tegenwoordig niet mogen doen, en waarvan we het tien, twintig, dertig jaar geleden haast onge looflijk zouden geacht hébben, dat iemand ze ons zou kunnen verbieden? Toen ik een kleine jongen was, nu een vijf en veer tigtal jaren geleden, herinner ik me, dat ik voor het eerst een bordje zag, waarop stond: Rechts hou den! Ik weet ook nog, waar dat bordje stond. Het was aan het begin van den Middenweg door de Heerhugowaard, dicht bij het Verlaat. Ik was een erg kleine jongen, maar ik vond het vreemd, dat aan groote menschen zoo maar werd voorgeschreven, aan welken kant van den weg zij moesten rijden. Ik vond, dat de boeren dat zelf wel zouden kunnen uitma ken, of ze links of rechts van den Middenweg rij dende Alkmaar wilden bereiken. U ziet, dat ik wel een erg kleine jongen was. In dien tijd was er in ons dorpje nog geen enkele fiets. Ik herinner me, dat de eerste kwam. Niemand van de dorpsbewoners, die ook maar in de verste verte vermoedde, dat er een tijd zou komen, waarin de opvolgers van onze rijks- en gemeenteveldwach ters, Van der Hulst, en Pieter Leeuw, zouden op letten, of er wel een bel op zoo'n fiets zat (en beslist een bel, wel te verstaan, geen hoorn), of de fiets wel een spatbord had, en of er wel minstens dertig centi meter van dat spatbord wit geschilderd was. En nog veel gekker zouden we opgekeken hebben, wanneer iemand ons verteld had, dat een fietsrijder over een zeker aantal jaren, als hij van de Wcere kwam, en hij wou, 11a de Lutjewinkelder brug ge passeerd te hebben, de Molenkaai oprijden, daartoe met zijn linkerarm een toeken moest geven. Ik moet trouwens bekennen, dat ik het betwijfel, of de Lutjewinkelder fietsers zich trouw aan dat voor schrift houden. Maar wee den fietser, die zich in groo- tere plaatsen aan dat wettelijk voorschrift niet vvenscht te storen. En er zijn in Holland nog zooveel andere dingen, die wij fietsers niet mogen doen. We mogen niet met zijn drieën naast elkaar rijden. Ons rijwiel, of wijzelf, moet op duidelijk voorgeschreven plaatsen versierd zijn met een keurig koperen plaatje, dat beslist niet te oud mag zijn. Wc moeten het ding zelf voorttrap- pen, en mogen, wanneer de wind ons hindert, ons niet laten voorttrekken door een wagen, die zich in dezelfde richting voortbeweegt. We moeten een mooi rood plaatje achter op hebben. Als we 's avonds uit gaan, moeten we voorzien zijn van een lantaarn, die niet te weinig licht mag geven, en evenmin te veel. Er zijn mooie asphaltwegen, waarop we het niet moeten wagen een wiel te zetten, omdat er zich naast die wegen een rijwielpad bevindt. En wat een 'rijwielpad, soms! In die dagen, ruim veertig jaren geleden, waren er weinig fietsen, maar er waren nog veel minder auto's. Het: Dit mag niet, en dat mag niet, is voor den automobilist nog heel wat omvangrijker dan voor den fietser. Er is geen enkele reden, om op al die verboden en voorschriften in te gaan. U kent ze waarschijnlijk beter dan ik, en, evenals ik weet u, dat ze zeer noodzakelijk zijn. Slechts één er van wil ik ter sprake brengen, naar aanleiding van een artikeltje in het Engelsche week blad Punch van enkele weken geleden. Een van de tien verboden voor den automobilist, zoowel in Holland als in Engeland, is: U zult uw wagen hier niet onbeheerd laten staan. Of: U kunt uw wagen hier onbeheerd laten staan, maar niet langer dan zooveel uren. Punch behandelt de mogelijkheden voor den auto bestuurder, die een van deze verboden in den wind heeft geslagen. U heeft uw auto geparkeerd op een plaats, waar u twee uren het recht heeft, dat ongestraft te doen. U is wat gaan winkelen, U heeft een vriend ontmoet, en met dien vriend is u een restaurant binnen ge- loopcn, waar u onder gezelligen kout gegeten heeft. U heeft uw vriend uitgenoodigd, den verderen avond bij u door te brengen, en hebt, uit het restaurant ko mend, een taxi aangeroepen. In de taxi zittend, hebt u een vaag gevoel, dat u iets ergens hebt laten liggen, maar met den besten wil ter wereld weet u niet wat. Het glaasje wijn, dat u bij den maaltijd hebt ge dronken, kan daaraan lichtelijk schuld hebben. U komt thuis, ziet uw garage, met openstaande deu ren, en u krijgt uw geheugen terug. Wat nu té doen? Punch vertelt ons, dat er drie mogelijkheden be staan. De eerste is, naar de parkeerplaats te gaan, en uw wagen te gaanhalen. Maar u weet, dat daar een agent staat, met een heel onaangenaam uitziend opschrijf boekje, en een dik potlood, waaraan hij bij voorbaat al af en toe staat te likken. Die mogelijkheid verwerpt u. U vindt, dat u al meer dan genoeg kosten op uw wagen hebt. De tweede mogelijkheid is deze. U gaat naar de parkeerplaals toe, maar met uw vriend. Op honderd meter afstar van uw wagen, laat u uw vriend voor- l gaan. Hij gan' naar uw auto toe, doet, alsof hij er in wil stappen, en, als de agent met boekje en potlood op hem toestapt, murmelt hij: „O, nee, dat is mijn wagen niet", en loopt door. Uw vriend gaat dan naar een andere parkeerende auto, en herhaalt daar zijn manoeuvre van in te willen stappen. Op den agent heeft dit een zeer sterke uitwerking. Vastberaden verlaat hij uw wagen, en gaat met snelle schreden in de richting van uw vriend. Uw vriend kijkt op dat oogenblik achterom, en verdwijnt met nog veel snellere schreden dan de snelle schreden van den agent, die daarop in den looppas overgaat U gaat nu naar uw wagen toe, zet den motor aan, en rijdt weg. Voordeel: U hebt uw auto terug. Nadeel: U bent uw vriend kwijt. U kunt hem gaan opzoeken op het politiebureau, maar het is wijzer, het niet te doen. En thans de derde mogelijkheid. «Verre te verkiezen boven de beide andere. U doet eenvoudig niets. U brengt met uw vriend en uw vrouw een heel gezelligen avond door. Ten slotte neemt u afscheid van uw vriend, en begeeft u ter ruste. U slaapt den slaap der rechtvaardigen. Nu dient u er zorg voor te dragen, dat u in geen geval eerder opstaat, dan uw vrouw. De rest is heel eenvoudig. U veinst nog een beetje te dutten, als uw vrouw verschrikt komt binnen loopen: „Jan, de auto is ge stolen. De garagedeuren staan wijd open." Dan is het oogenblik gekomen, om uw mannelijke kalmte, en snelheid van denken te toonen. „Wees bedaard, kind", zegt u, „en bel de politie op. Merk van den wagen, nummer, alles precies opgeven. „En terwijl uw vrouw zich weg spoedt, begint u zich met vaste hand té scheren. U zult nu zien, hoe voortreffelijk dc politic voor haar taak berekend is. Nog voor u geheel klaar is met uw ontbijt, hoort u een bekend claxongeluid, en als u opkijkt, ziet u de auto, met twee stoere agenten er in, voor uw deur staan. Er wordt gebeld, en u doet open. „Morgen, meneer. Dit is uw wagen, niet waar?" U toont uw blijde verrassing. „We hebben hem gauw voor u opgespoord. De die ven hebben er blijkbaar alleen maar een plcizier- ritje mee gemaakt, en toen de auto in de Merton- straat neergezet. Nog wel heel netjes op een parkeer plaats." „De Mertonstraat?" „Ja, meneer, vlak bij het restaurant De Kroon. Kent u dat?" „De Kroon? O, ja, de Kroon. Ja, ja, daar ben ik wel eens langs gekomen. Nu heeren, u wordt wel be dankt." En u zet de auto in de garage. Er is veel verbo den, in dezen tijd. Maar er bestaan toch nog moge lijkheden. Volgens Punch althans-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 2